21 501-20 Europese Raad

Nr. 1123 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2016

Hierbij bied ik u de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken van 28 april 2016 inzake de EU-Oekraïne Top.

De EU-Oekraïne Top, die op 19 mei 2016 stond gepland, is na overleg tussen de voorzitter van de Europese Commissie, de voorzitter van de Europese Raad en de president van Oekraïne uitgesteld tot het najaar van 2016. De woordvoerder van de voorzitter van de Europese Raad heeft na deze bekendmaking te kennen gegeven dat besloten is tot uitstel om zodoende de nieuwe regering in Oekraïne de kans te geven de hervormingen voort te zetten, zodat tijdens de Top in het najaar de voortgang kan worden geëvalueerd. Daarnaast zal de samenwerking met het IMF dan hervat zijn en kan ook de voortgang van de hervormingen, die aan het IMF-pakket gerelateerd zijn, besproken worden.

Er is geen sprake van een zogenaamde vervangende informele top in de marge van de Europese Raad van 28–29 juni 2016, waar in het verzoek van uw Kamer naar wordt verwezen. Wel brengt de president van Oekraïne voorafgaand aan de Europese Raad een bezoek aan Brussel en zal hij bij die gelegenheid spreken met de voorzitters van de Europese Commissie en de Europese Raad. Dergelijke bilaterale bezoeken vinden regelmatig plaats, ook van andere landen. Zo brachten in het afgelopen jaar onder andere de presidenten van Kazakhstan en Tajikistan en de premiers van Australië, Nieuw-Zeeland, Vietnam, en Moldavië al een vergelijkbaar bezoek aan Brussel. De lidstaten zijn niet bij deze bezoeken betrokken. Er is geen officiële agenda of een met de lidstaten afgestemde EU-positie. De EU opereert tijdens dergelijke bijeenkomsten met derde landen binnen de kaders van het door de Raad vastgestelde beleid richting het betreffende land, in dit geval Oekraïne.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven