21 501-20 Europese Raad

Nr. 1028 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2015

In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie om een brief over het gezamenlijke actieplan van de Europese Unie en Turkije inzake de aanpak van de vluchtelingenproblematiek bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, het volgende.

De Europese Raad van 15 oktober jl. besprak onder meer samenwerking met Turkije om de grote aantallen migranten – onder wie veel Syrische vluchtelingen – in goede banen te leiden (zie het verslag aan uw Kamer van de Europese Raad d.d. 15 oktober 2015, Kamerstuk 21 501-20 nr. 1026). Tijdens de Europese Raad presenteerde de Voorzitter van de Europese Commissie een EU-Turkije actieplan over een gezamenlijke aanpak van migratie1.

Zoals vermeld in het verslag aan uw Kamer van de Europese Raad van 15 oktober 2015 (Kamerstuk 21 501-20 nr. 1026), werd het actieplan door de ER verwelkomd. De Turkse regering beraadt zich nog op dit plan. De komende periode zullen de Commissie en Turkije de samenwerking verder uitwerken. De EU-Turkije high level werkgroep inzake migratie, waarin de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger en de Turkse regering zitting hebben, is daarvoor het meest aangewezen forum. De Commissie en Hoge Vertegenwoordiger zullen de Raad over de voortgang informeren.

Het kabinet onderschrijft het belang van deze onderhandelingen. Dit actieplan is van groot belang in het kader van samenwerking met herkomst- en transitlanden ten behoeve van verbeterde structurele opvang in de regio in lijn met de brief van het kabinet van 8 september jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 2030).

Het plan bestaat uit twee delen: een over steun aan de Syrische gemeenschappen die onder het Turkse tijdelijke beschermingsregime vallen, en een deel om samenwerking ter voorkoming van illegale migratie naar de EU te versterken.

In het eerste deel stelt Turkije dat het Turkse migratierecht verder zal verbeteren, migranten zal registreren en een versterkt migratiemanagementsysteem zal opbouwen. Ook heeft Turkije zich gecommitteerd te identificeren welke mensen kwetsbaar zijn en voor hen zorg te dragen. Op basis van een EU-Turkse inventarisatie van behoeften, zullen Turkije en de EU activiteiten ontplooien om de basisbehoeften te adresseren van Syriërs die tijdelijke bescherming genieten in Turkije en van de gemeenschappen die hen opvangen. Turkije zal de inspanningen voortzetten om het beleid aan te nemen en uit te voeren om Syriërs die bescherming genieten in Turkije toegang te verschaffen tot onderwijs, gezondheidszorg en deelname aan de economie. Deze acties zullen met name via het EU Trustfonds voor de Syrië-crisis, het Madad-fonds, worden gefinancierd en zullen bijdragen aan het structureel verbeteren van de levensomstandigheden en kansen van vluchtelingen in de regio. Ook zal de EU humanitaire hulp aan Syrische vluchtelingen in Turkije blijven bieden. De EU zal daarnaast humanitaire hulp blijven bieden aan Syrische vluchtelingen in Libanon, Jordanië en Irak met als oogmerk, onder meer, het adresseren van push factoren die hen ertoe bewegen naar Turkije te gaan. Ten slotte verklaart de EU bestaande bilaterale en EU hervestigingsprogramma’s te zullen blijven steunen.

Het tweede deel van het actieplan is gericht op versterking van de samenwerking om illegale migratie naar de EU tegen te gaan. De maatregelen zijn gebaseerd op de bestaande visumliberalisatiedialoog, de «Roadmap towards a visa-free regime with Turkey» en de EU-Turkije terug- en overnameovereenkomst. Daarvoor is een aantal gezamenlijke maatregelen in kaart gebracht, waaronder informatievoorziening in Turkije over de gevaren van illegale migratie naar Europa en de mogelijkheden voor legale migratie. De Turkse capaciteit om illegale migratie en mensensmokkel tegen te gaan zal worden versterkt, met name door een versterking van de onderscheppingscapaciteit van patrouilles van de Turkse kustwacht en verbetering van de samenwerking tussen Turkije en de Griekse en Bulgaarse autoriteiten. De aanpak van criminele netwerken voor mensensmokkel, met name door het verder operationeel samenwerken tussen Turkse en EU rechtshandhavingsautoriteiten zal worden versterkt. De Europese Unie zal gezamenlijke terugkeeractiviteiten van Turkije en de Lidstaten ondersteunen. Tevens wordt ingezet op verbetering van de uitwisseling van informatie tussen Turkije en Frontex, mede in het kader van de samenwerkingsovereenkomst tussen de partijen, en door het uitwisselen van verbindingsfunctionarissen. Zoals eerder overeengekomen in de visumliberalisatiedialoog, zal Turkije zijn visumbeleid verder in lijn brengen met Europese standaarden,met bijzondere aandacht voor landen die een belangrijke bron vormen voor illegale migratie naar Turkije en de EU. Turkije zal asielaanvragen onverwijld ter hand nemen. Binnen het raamwerk van het «Silk Routes» Partnership for migration» zal samenwerking met herkomstlanden worden gezocht om illegale migratie te voorkomen, mensensmokkel te bestrijden en het migratiemanagement te verbeteren. Turkije zal zorgdragen voor volledige uitvoering van de bestaande bilaterale terug- en overname overeenkomsten. De EU zal voorts de financiële ondersteuning aan Turkije voor de ontwikkeling van een goed werkend asiel-, migratie-, visa- en grensmanagementsysteem verhogen.

De twee pijlers die de EU en Turkije hebben gekozen voor de samenwerking, namelijk het ondersteunen van de vluchtelingen en de Turkse gastgemeenschappen en het tegengaan van illegale migratie, sluiten aan bij de visie van het kabinet op de Europese migratieproblematiek, zoals aan de Kamer gestuurd op 8 september jl. Dergelijke samenwerking met derde landen kan eraan bijdragen om de migratiestromen naar Europa beter beheersbaar te maken en te verminderen, onder meer door een betere vorm van opvang in de regio. Uitvoering van het actieplan zal ook bijdragen aan het sneller voldoen door Turkije aan de eisen die gesteld zijn aan het lopende visumliberalisatieproces. De bestaande strikte voorwaarden zullen daarbij onverkort blijven gelden. Dit past binnen de «strikt en fair» benadering van het kabinet: Turkije zal alle vereisten van de «Roadmap» moeten vervullen voordat visumvrijheid in zicht komt, inclusief volledige uitvoering van de terug- en overnameovereenkomst. Deze overeenkomst is voor wat betreft de eigen onderdanen in oktober 2014 in werking getreden, maar de inwerkingtreding van de clausules inzake overname van derdelanders is pas in oktober 2017 voorzien. Nederland is tevreden over de terugkeersamenwerking met Turkije. Nederland is het eens met de vaststelling van de ER dat uitvoering van het actieplan eraan zal bijdragen dat Turkije sneller zal voldoen aan de eisen die gesteld zijn in het lopende visumliberalisatieproces, zoals vervat in de «Roadmap», en constateert dat daar voor de EU en Nederland ook voordelen aan zitten. De Commissie zal in het voorjaar van 2016 rapporteren over de voortgang. Voor het instellen van visumvrijheid is instemming van de Raad met gekwalificeerde meerderheid vereist.

De Europese Raad concludeerde verder dat het toetredingsproces van Turkije tot de EU met nieuwe energie tegemoet zal worden getreden. De bestaande onderhandelingskaders blijven daarbij van kracht. Ook deze afspraak is in lijn met het staande beleid van het kabinet. Zoals gemeld in de brief van het kabinet van 19 maart 2013 (schriftelijk overleg naar aanleiding van het bezoek van premier Erdoğan op 21 maart, Kamerstuk 33 400 nr. 121) en in de brief over de uitbreidingsonderhandelingen met Turkije van 24 maart 2014 (Kamerstuk 23 987 nr. 143), onderschrijft het kabinet dat de relatie tussen de EU en Turkije het beste tot haar recht komt in het kader van een geloofwaardig toetredingsproces, dat vasthoudt aan de strenge toetredingsvoorwaarden. Het gaat hier om een onderhandelingsproces met een open einde, waarvan de uitkomst niet op voorhand vaststaat. Nederland heeft ingestemd met het lidmaatschapsperspectief voor Turkije, mits aan alle gestelde voorwaarden wordt voldaan. Voor elke stap in het uitbreidingsproces is instemming van de Raad (met unanimiteit) vereist. Zolang Turkije het Ankara Protocol niet volledig toepast zal er, in verband met het Raadsembargo van december 2006, en vanwege diverse bilaterale blokkades, over het gros van de hoofdstukken niet onderhandeld kunnen worden. Op dit moment wordt gesproken over hoofdstuk 17 (economisch en monetair beleid) als het eerstvolgende hoofdstuk dat zou kunnen worden geopend sinds 2013. Mochten de gesprekken met Turkije ertoe leiden dat naast hoofdstuk 17 ook andere hoofdstukken worden geopend, dan zet Nederland conform de Kamerbrief uit maart 2014 (Kamerstuk 23 987 nr. 143) in op behandeling van de rechtsstaatshoofdstukken 23 en 24. Deze hoofdstukken vormen het belangrijkste kader om op structurele wijze hervormingen van de rechtsstaat in Turkije te bespreken. Op deze hoofdstukken rust evenwel een unilaterale blokkade van Cyprus. Conform de motie Roemer c.s. (Kamerstuk 21 501-20 nr. 1009) zal in de bestaande dialoog met Turkije de mensenrechtensituatie onverkort onderwerp van gesprek blijven. Fundamentele rechten vormen ook een belangrijk onderdeel van de «Roadmap towards a visa-free regime with Turkey».

De Europese Raad stelde verder vast dat de EU en haar lidstaten moeten bijdragen aan de kosten van de opvang in Turkije. Dit gebeurt nu al door de Commissie en de lidstaten, en de ER heeft zich uitgesproken voor een grotere ambitie. Dit wordt door het kabinet gesteund, waarbij opgemerkt wordt dat het van belang is dat, met betrekking tot eventuele middelen op Europees niveau, deze gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Overigens noemen noch het actieplan noch de conclusies van de ER (streef)bedragen voor deze bijdrage. Wel stelt het actieplan dat de EU zich zal inspannen voor een zo snel mogelijke mobilisatie van deze middelen.

De implementatie van het actieplan zal gezamenlijk worden aangestuurd en overzien door de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger/Vice-President en de Turkse regering in voornoemde EU-Turkije high level werkgroep inzake migratie.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven