Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-18 nr. 172 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-18 nr. 172 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 augustus 2002
Mede namens Staatssecretaris Rutte bied ik u hierbij aan het verslag van de Raad voor werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 11, 12 en 13 juli jongsleden.
Dit verslag zal tijdens een volgend Algemeen Overleg met uw Kamer ter voorbereiding van de volgende Raad voor de Werkgelegenheid en Sociaal Beleid worden besproken.
VERSLAG VAN DE INFORMELE BIJEENKOMST VAN MINISTERS VAN WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID, GEHOUDEN OP 11, 12 EN 13 JULI 2002 TE KOLDING, DENEMARKEN
De Informele bijeenkomst stond onder leiding van de Deense ministers mevrouw Henriëttte Kjaer (Sociale Zaken) en de heer Claus Hjort Frederiksen (Werkgelegenheid) en werd voorafgegaan door een bijeenkomst van een delegatie uit de Raad met sociale partners, maatschappelijke organisaties en vertegenwoordiging uit het Europees Parlement. Ook sociale partners en de andere organisaties konden zich vinden in het belang van een gedegen sociale dialoog, de noodzaak van investeren in «human resources» en een versterkte samenwerking tussen alle betrokken partijen in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. Verschillen in opvatting bestonden omtrent de vraag welke instrumenten het meest geschikt zijn om de samenwerking met en tussen sociale partners te bevorderen en te versterken. Sommigen waren van mening dat deze samenwerking puur vrijwillig was en dat het afsluiten van akkoorden uitsluitend een zaak was van de sociale partners alleen. Anderen wezen erop dat de Commissie het sluiten van akkoorden zou kunnen «aanmoedigen» door, in geval er geen akkoord wordt bereikt, reeds een voorstel voor een richtlijn gereed te hebben.
Sociale dialoog op Europees niveau
Algemeen werd erkend dat de sociale dialoog een belangrijk instrument is om de Lissabon strategie te realiseren en de doelstellingen van de Europese werkgelegenheidsstrategie te bereiken. Van verschillende zijden werd er dan ook op aangedrongen dat de sociale dialoog versterkt en gemoderniseerd dient te worden. Gesuggereerd werd dat sociale partners niet alleen sterker bij de open methode van coördinatie op werkgelegenheidsterrein zouden moeten worden betrokken maar ook zelf deze methode van werken zouden kunnen toepassen en dus b.v. eigen doelstellingen zouden kunnen formuleren en deze ook monitoren. Van vele kanten werd ook gemeld dat met belangstelling wordt uitgekeken naar het werkprogramma dat sociale partners (krachtens de verklaring van Laken van eind 2001) zullen opstellen en voor het eind van dit jaar zullen presenteren. Het in de Mededeling van de Commissie inzake de sociale dialoog vervatte voorstel om een Sociale Top in te stellen werd door de ministers positief ontvangen. Enkele kanttekeningen werden gemaakt betreffende de insluiting van marginale groepen (o.a. werklozen) die soms enigszins buiten de sociale dialoog staan. Van verschillende kanten werd erop gewezen dat sociale partners een breed scala van instrumenten ter beschikking staat en dat de sociale dialoog zich dus niet alleen hoeft toe te leggen op wetgeving.
Investeren in «human resources»
Alle lidstaten steunden de visie van het Voorzitterschap dat «human resources» moeten worden gezien in relatie tot de werkgelegenheidsstrategie. Investeren in «human resources» is een belangrijk middel om de toegang van eenieder tot de arbeidsmarkt te bevorderen. De onder-investering in scholing en beroepsopleiding waarvan sommigen melding maakten zal in ieder geval nader moeten worden onderzocht. Men was het erover eens dat het ESF, bij de mid term evaluatie die in 2003 aan de orde is, opnieuw zal moeten worden bezien in het licht van de bijdrage die nodig is om de Lissabon strategie te laten slagen. Vele delegaties wezen erop dat de betrokkenheid van sociale partners bij scholing en beroepsopleiding cruciaal is.
Strijd tegen armoede en sociale uitsluiting
De delegaties maakten melding van hun over het algemeen positieve ervaringen met de toepassing van de open methode van coördinatie op het terrein van sociale insluiting. In het kader van deze methode hebben de lidstaten in 2001 Nationale Actieplannen ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting ingediend en is door de EU op basis hiervan een Gezamenlijk Verslag gemaakt. De exercitie heeft tot meer aandacht voor het onderwerp geleid, meer samenhang in en een betere coördinatie van het beleid tot stand gebracht en ook tot een grotere betrokkenheid van alle actoren op nationaal terrein geleid. Verschillende lidstaten maakten melding van de instelling van nationale platforms waar alle betrokken organisaties in de gelegenheid waren om zich over dit onderwerp uit te spreken (zoals het Alliantie-overleg in Nederland). De Voorzitter concludeerde niettemin dat de betrokkenheid van zowel sociale partners als maatschappelijke organisaties en de doelgroepen zelf nog verbeterd kan worden. Dit is een aandachtspunt bij de opstelling van het tweede Nationale Actieplan (in 2003). Een meerderheid van de delegaties was van mening dat de doelstellingen die op EU-niveau zijn afgesproken niet wezenlijk veranderd behoeven te worden maar dat preciseringen en concretiseringen wel mogelijk moeten zijn. Deze doelstellingen, vastgesteld eind 2000 in Nice, zijn op dit moment de volgende:
• vergroten van de arbeidsparticipatie
• voorkomen van het risico op sociale uitsluiting
• beschermen van de meest kwetsbare groepen
• mobiliseren van alle actoren.
Men was zich ervan bewust dat de Europese Raad van Barcelona de lidstaten heeft opgeroepen, in hun Actieplannen ook op nationaal niveau doelstellingen te bepalen om het aantal mensen dat armoede en sociale uitsluiting riskeert in de periode tot 2010 aanmerkelijk te verminderen. Benadrukt werd echter dat de invulling ervan een zaak was die Lidstaten volledig zelf moesten bepalen.
Aan het einde van de vergadering merkte de Voorzitter op dat tijdens het Deense Voorzitterschap bij alle beslissingen op het terrein van werkgelegenheid en sociaal beleid het gender-perspectief een belangrijke rol zal spelen. Voor alle zaken zal, voordat een besluit genomen wordt, bezien moeten worden hoe een dergelijk besluit uitwerkt op vrouwen en mannen en hun gelijke kansen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-18-172.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.