Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-10 nr. 79 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-10 nr. 79 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2002
Hierbij treft u te uwer informatie het verslag aan van de EU-raad voor Telecommunicatie en Post, welke op 18 juni 2002 te Luxemburg heeft plaatsgevonden.
GEANNOTEERDE AGENDA VOOR DE RAAD VOOR TELECOMMUNICATIE EN POST VAN 18 JUNI 2002 EN VERSLAG
1. Goedkeuring van de ontwerp-agenda
2. Goedkeuring van de lijst van a-punten
3a. Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 1719/99/EG betreffende een reeks richtsnoeren, met inbegrip van de vaststelling van projecten van gemeenschappelijk belang, voor trans-Europese netten voor elektronische gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten (IDA)
b.Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1720/99/EG tot vaststelling van een reeks acties en maatregelen ter verzekering van interoperabiliteit van en de toegang tot trans-Europese netten voor elektronische gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten (IDA)
– Politiek akkoord
4. Voorstel voor een Beschikking van het Europees Parlement en de Raad inzake de herziening van Annex 1 van de TEN Telecom Beschikking 1336/97/EG betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken (WB)
– Aanneming
5. Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 276/1999/EG tot vaststelling van een communautair meerjarenactieplan ter bevordering van een veiliger gebruik van internet door het bestrijden van illegale en schadelijke inhoud op mondiale netwerken
– Algemene oriëntatie
6. Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: «Het internet van de volgende generatie – Actieprioriteiten voor de overgang naar het nieuwe internetprotocol Ipv6»
– Conclusies van de Raad
– Oriënterend debat
8. Internationaal beheer van het internet en hervorming van de ICANN
– Informatie van de Commissie/oriënterend debat
9. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het hergebruik en het commerciële gebruik van documenten van de overheid
– Presentatie door de Commissie
10. Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad over de hinderpalen voor de verwezenlijking van de mobiele communicatie van de derde generatie
– Presentatie door de Commissie
11. Follow-up van de conclusies van Barcelona betreffende de analyse van open platforms op het vlak van digitale televisie en mobiele communicatie van de derde generatie, en betreffende de analyse van de nationale elektronische indentificatie- en authentificatiesystemen
– informatie van de Commissie
12. Ontwerp-richtlijn van de Commissie betreffende de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten
– Informatie van de Commissie en gedachtenwisseling
13. Stand van de besprekingen over de teksten die het regelgevingspakket voor de telecommunicatie vervolledigen
– Informatie van de Commissie
Stand van zaken rond de privatisering van EUTELSAT
– Informatie van de Commissie
GEANNOTEERDE AGENDA VOOR DE RAAD VOOR TELECOMMUNICATIE EN POST VAN 18 juni 2002 EN VERSLAG
Ad 1. Goedkeuring van de ontwerp-agenda
De agenda is vastgesteld. Punt 12 was al vóór de vergadering van de agenda geschrapt.
Ad 2. Goedkeuring van de lijst van a-punten
De lijst van A-punten is aangenomen.
Ad 3a. Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 1719/99/EG betreffende een reeks richtsnoeren, met inbegrip van de vaststelling van projecten van gemeenschappelijk belang, voor trans-Europese netten voor elektronische gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten (IDA)
b. Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1720/99/EG tot vaststelling van een reeks acties en maatregelen ter verzekering van interoperabiliteit van en de toegang tot trans-Europese netten voor elektronische gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten (IDA)
Het IDA II programma is van start gegaan in 1999 en heeft tot doel elektronische uitwisseling van informatie tussen overheidsdiensten te bevorderen. Onder het IDA-programma worden projecten in verschillende sectoren uitgevoerd zoals informatie-uitwisselingnetwerken op het gebied van werkgelegenheid, gezondheid, landbouw, visserij, statistiek en mededinging.
De Commissie doet voorstellen tot wijziging van de richtsnoerenbeschikking en het interoperabiliteitsbesluit, waarbij rekening wordt gehouden met de resultaten van de evaluatie die de Commissie heeft laten uitvoeren over het IDA II programma en met de context die door het eEurope actieplan is gecreëerd.
De Commissie stelt voor om de Beschikking op enkele punten te wijzigen, waarvan de belangrijkste zijn:
1. de Commissie stelt voor de comitologie-procedure voor het TAC te wijzigen in de beheers-procedure.
2. de Commissie stelt voor om projecten uit hoofde van het eEurope actieplan, met name projecten op het gebied van de online-overheid, in aanmerking te laten komen voor IDA-financiering. De Commissie wil in dit kader met name onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van pan-Europese elektronische overheidsdiensten voor burgers en bedrijven.
De Telecom Raad van 25 maart jl. heeft de algemene oriëntatie hierover vastgesteld. De stemming in de plenaire van het Europees Parlement over de eerste lezing vindt plaats op 11 juni a.s. De verwachting van het voorzitterschap is dat in eerste lezing met het Europees Parlement tot overeenstemming kan worden gekomen zodat er een politiek akkoord in de Telecom Raad van 18 juni kan worden bereikt.
Nederland kan de voorgestelde wijzigingen onderschrijven en kan derhalve instemmen met de voorstellen voor wijziging van de richtsnoerenbeschikking en het interoperabiliteitbesluit. Nederland is van mening dat met de voorgestelde wijzigingen de IDA-netten in grotere mate kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het eEurope actieplan, met name op het gebied van overheid on-line.
De Raad stemde in met het voorstel en de amendementen van het Europees Parlement zodat een politiek akkoord is bereikt. De Commissie gaf aan de parlementaire amendementen te kunnen steunen en deze over te zullen nemen in haar voorstel. De Voorzitter rondde af met de intentie ernaar te zullen streven dat de tekst, na een juridische en technische toets door Coreper, op de eerstvolgende Raad als A-punt geagendeerd kan worden.
Ad 4. Voorstel voor een Beschikking van het Europees Parlement en de Raad inzake de herziening van Annex 1 van de TEN Telecom Beschikking 1336/97/EG betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken
Titel XV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap stelt dat de Gemeenschap bijdraagt aan de totstandbrenging en ontwikkeling van Trans-Europese netwerken (TEN's) voor o.a. telecommunicatie-infrastructuur. Op 17 juni 1997 is Beschikking 1336/97/EC van het Europees Parlement en de Raad betreffende een geheel van richtsnoeren voor Trans-Europese telecommunicatienetwerken vastgesteld met daarbij de thema's voor projecten van gemeenschappelijk belang. De uitwerking hiervan is neergelegd in het huidige TEN Telecomprogramma.
In het voorstel wordt de annex op een aantal punten gewijzigd. Zo wordt er meer nadruk gelegd op de marktpositie van TEN-Telecom, waarbij de invoering van innovatieve diensten van openbaar belang ten behoeve van de burger zal worden gestimuleerd. Tevens gaat het programma zich meer richten op de strategische prioriteiten van het eEurope actieplan.
In dit verband is een verwijzing opgenomen naar breedbandtechnologie. In het kader van de refocussing van het programma zijn er ook nieuwe aandachtgebieden op genomen zoals interoperabiliteit en interconnectie van netwerken, mobiele diensten en netwerkveiligheid.
De Telecom Raad van 25 maart jl. heeft de algemene oriëntatie hierover zonder verdere discussie vastgesteld. Het EP heeft in zijn plenaire zitting van 14 mei jl. het voorstel in de eerste lezing goedgekeurd. Verwachting is dan ook dat tijdens de Telecom Raad van 18 juni een politiek akkoord wordt bereikt en daarmee de herziening van annex 1 wordt aangenomen.
Nederland kan instemmen met het voorstel voor herziening van annex 1.
De Raad heeft zonder verdere bespreking ingestemd met wijziging van bijlage I van de richtsnoeren inzake de TEN's. Het besluit van de Raad stemde overeen met de resultaten uit de eerste lezing door het EP, zodat geen tweede lezing hoeft plaats te vinden en het voorstel kon worden aangenomen.
Ad 5. Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 276/1999/EG tot vaststelling van een communautair meerjarenactieplan ter bevordering van een veiliger gebruik van internet door het bestrijden van illegale en schadelijke inhoud op mondiale netwerken
Het lopende actieplan is een communautair meerjarenprogramma dat de periode 1999–2002 beslaat. Het actieplan maakt deel uit van een samenhangende reeks beleidsmaatregelen op het niveau van de EU om onwettige en schadelijke inhoud op internet via regelgeving en ondersteunende maatregelen aan te pakken. Het actieplan ondersteunt zelfregulerende maatregelen en bestaat in hoofdzaak uit drie inhoudelijke actielijnen, te weten het zorg dragen voor een veiligere omgeving; de ontwikkeling van filter- en ratingsystemen en het verhogen van het bewustzijn van de gebruikers. Het plan voorziet in de financiering voor projecten betreffende het tot stand komen van netwerken van hotlines voor gebruikers om onwettige inhoud te melden, het ontwikkelen van betere instrumenten voor ouderlijke controle van het gebruik van internet door kinderen door middel van filteren en rubriceren en tenslotte maatregelen om voorlichting te geven op het gebied van veiliger gebruik van internet.
Op grond van de uitkomsten van een medio vorig jaar gehouden workshop en de tussentijdse evaluatie wordt voorgesteld het actieplan met een tweede fase voor twee jaar uit te breiden. Daarbij zullen aanpassingen plaatsvinden waarbij rekening wordt gehouden met de opgedane ervaringen en met de impact van nieuwe on-line technologiën, zoals o.a. mobiel en breedband en hun convergentie alsmede het verzekeren van samenhang met andere programma's binnen de gemeenschap. Een grotere betrokkenheid van de content en media industrie zal worden aangemoedigd evenals het versterken van de samenwerking door de deelnemers in de verschillende actielijnen. Het delen van kennis en ervaringen met derde landen en internationele organisaties zal worden geïntensiveerd. Het doel blijft om uiteindelijk de positie van de gebruiker met betrekking tot het weren van schadelijke en illegale inhoud te versterken.
Nederland heeft het tot stand komen van het actieplan destijds ondersteund. Het geeft in belangrijke mate invulling aan zelfregulering voor het tegengaan van schadelijke inhoud op internet. Het actieplan ondersteunt mede de beleidsdoelen die de overheid o.a. via de voorlichtingscampagne inzake veilig gebruik internet (Surf op Safe) samen met het bedrijfsleven uitvoert in het kader van de uitwerking van de beleidsnota Kwetsbaarheid op internet. Verder zijn inmiddels ook de nationale meldpunten (w.o. kinderpornografie) door toedoen van het actieplan opgenomen in een Europees netwerk.
Met het voorstel tot verlenging van het actieplan met twee jaar wordt ingestemd. Het voorziet in een behoefte tot versterking van de positie van de gebruiker en zal verder kunnen bijdragen aan het maken van strategische keuzen op dit terrein door Commissie en Raad op langere termijn.
De Raad heeft besloten in te stemmen met verlenging voor een periode van 2 jaar van het gemeenschappelijke actieplan ter bevordering van een veiliger gebruik van internet. De Commissie lichtte toe dat de financiële middelen voor de verlenging van het actieplan met twee jaar ten bedrage van 13,3 miljoen euro passen binnen het reeds overeengekomen budgettaire kader. Het wachten is nu op de resultaten van de eerste lezing door het Europees Parlement. De Voorzitter gaf aan de Algemene Oriëntatie informeel te willen bespreken met het Europees Parlement zodat de wijzigingen van de Beschikking in eerste lezing vastgesteld kunnen worden.
Ad 6. Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: «Het internet van de volgende generatie – Actieprioriteiten voor de overgang naar het nieuwe internetprotocol Ipv6»
In februari 2002 heeft de Commissie een Mededeling gepubliceerd, die ziet op de invoering van een nieuw internet protocol dat een aanzienlijke vergroting van de (internet) adres capaciteit op het internet mogelijk maakt. De groeiende markt voor nieuwe communicatie producten en -diensten veroorzaakt een groeiende vraag naar nieuwe internet adressen.
De Commissie signaleert dat er voor 2005 een te kort aan adres ruimte onder het huidige Ipv4 internet protocol zal ontstaan. In deze mededeling stelt de Commissie een aantal maatregelen voor die de invoering van het nieuwe Ipv6 protocol in de Unie moet bevorderen.
Op basis van deze Mededeling zijn onder leiding van het Spaanse Voorzitterschap ontwerp Raadsconclusies voorbereid.
• In deze Raadsconclusies wordt de noodzaak aangegeven om mogelijke obstakels voor de invoering van Ipv6 op te heffen en de overgang naar nieuwe adresruimte op het internet te faciliteren.
• Om een mogelijk tekort aan adresruimte in de toekomst te ondervangen, wordt voorgesteld om actief aan de ontwikkeling van een nieuw internet adresprotocol te werken. Hiervoor is gezamenlijke actie van alle betrokkenen, te weten: industrie, overheid, dienstenaanbieders en onderzoeksinstellingen, noodzakelijk.
• De Commissie wordt uitgenodigd om de sociale impact van de overgang naar Ipv6 te onderzoeken en de mogelijke veiligheidsissues die met deze overgang samenhangen.
• Het bedrijfsleven wordt uitgenodigd om onder andere initiatieven te ontplooien die leiden tot de integratie van Ipv6 infrastructuur in de huidige netwerken, actief bij te dragen aan standaardisatie werkzaamheden op het gebied van Ipv6 en deel te nemen aan de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in het kader van het 6de kader programma.
Deze ontwerp Raadsconclusies zijn geheel in lijn met de Nederlandse visie dat invoering van Ipv6 in eerste instantie een zaak voor de industrie is maar dat de overheid in dit proces wel een facilitaire rol heeft als de marktpartijen hierom vragen. Hierbij kan gedacht worden aan stimulerende maatregelen, zoals bijvoorbeeld het faciliteren van de verspreiding van «best practices» zowel op EU niveau als op nationaal niveau.
Nederland kan instemmen met de voorgestelde Raadsconclusies.
De Raad heeft conclusies aangenomen waarin het belang van een voorspoedige overgang naar IPv6 wordt onderschreven. In de conclusies doet de Raad een beroep op lidstaten en Commissie om hierin een facilitaire functie te vervullen, onder meer door middel van publieke voorlichtingscampagnes, opleidingprogramma en O&O-activiteiten (tevens 6de Kaderprogramma) en nauwe samenwerking met de private sector en internationale standaardisatieorganen. In de conclusies erkent de Raad bovendien dat er een doorslaggevende rol is weggelegd voor de industrie.
Ad 7. eEurope actieplan 2005
Het huidige eEurope actieplan 2002 is destijds opgesteld om (mede) invulling te geven aan de Lissabonstrategie die inhoudt dat de EU in 2010 de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld dient te zijn met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang.
Het huidige actieplan loopt eind 2002 af. Gezien het feit dat het eEurope actieplan een belangrijke bijdrage levert aan het realiseren van de informatie- en kennis maatschappij, heeft de Europese Raad van Barcelona 15 maart jl. besloten tot een vervolg actieplan 2005 en heeft derhalve de Commissie verzocht om deze voor de Europese Raad van Sevilla van 21 en 22 juni a.s. in te dienen.
In dit verband heeft de Commissie op 28 mei jl. haar mededeling m.b.t. het eEurope actieplan 2005 uitgebracht, die zij aan de Telecom Raad van 18 juni a.s. zal presenteren. Naar verwachting zal het actieplan in de vorm van conclusies van het Voorzitterschap aan de Europese Raad van Sevilla worden voorgelegd.
De focus van het actieplan is gericht op het stimuleren van diensten, toepassingen en inhoud die nieuwe markten creëren en die bijdragen aan een vermindering van de kosten waardoor uiteindelijk de productiviteit in de gehele economie wordt verhoogd.
Het actieplan heeft de volgende aandachtsgebieden:
1. e-government
2. e-learning
3. e-health
4. e-business
5. breedband
Per aandachtsgebied is een aantal acties benoemd die de komende jaren in samenwerking met de lidstaten en de private sector dienen te worden uitgevoerd. Daarnaast wordt in het actieplan ook veel aandacht besteed aan benchmarking en het uitwisselen van best-practices t.b.v. het monitoren van de voortgang en het realiseren van de doelstellingen van het actieplan.
Nederland is van mening dat eEurope een belangrijke bijdrage levert aan het realiseren van de kennismaatschappij in Europa. Nederland verwelkomt derhalve de mededeling van de Commissie en beschouwt het actieplan als een basis voor de agendasetting voor de komende jaren. De aandachtsgebieden die in het actieplan worden genoemd komen over het algemeen overeen met de onderwerpen die Nederland van belang acht voor de verdere ontwikkeling van de informatiemaatschappij. Wel is Nederland van mening dat de uitwerking van het actieplan nog nadere aandacht behoeft, hetgeen de Commissie de komende periode in samenwerking met de lidstaten ter hand dient te nemen.
In de Raad heeft een uitwisseling van gedachten plaatsgevonden over het nieuwe actieplan e-Europe 2005. Na de gedachtewisseling trok de Voorzitter een aantal conclusies waarvan de belangrijkste is dat het actieplan wordt verwelkomd. Verder zou het actieplan in de Raad in zijn verschillende formaties nog nader worden besproken voordat het op 1 januari 2003 in werking zal treden. Het plan zal worden aangeboden aan de Europese Raad van Sevilla.
Alle Lidstaten verwelkomden het actieplan van de Commissie. Veel Lidstaten gaven aan te waarderen dat – indien gewenst – nog toevoegingen aan het plan zouden kunnen worden gepleegd, bijvoorbeeld n.a.v. de bevindingen van de evaluatie van de lopende acties in de «midterm review» of vanwege de uitbreiding van de Unie. De belangrijkste elementen die terugkwamen in bijdragen van Lidstaten waren:
• e-Inclusion. De inspanningen moeten erop gericht zijn dat ICT-toepassingen de betrokkenheid van burgers en regio's bij de informatiemaatschappij bevorderen.
• e-Government. Informatie van overheden moet online worden verspreid.
• e-Content. Diensten moeten aansluiten bij de behoefte van burgers en bedrijven. Nederland stelde dat e-Content ondergesneeuwd dreigde te raken en merkte op dat e-Culture wat teveel in het publieke domein blijft. Deze zienswijze werd door andere delegaties gedeeld.
• Stuurgroep. De rol en de vergaderfrequenties van de stuurgroep moeten nog eens worden bekeken.
• Breedband. De Nederlandse delegatie gaf aan versnelling van de uitrol van breedband belangrijk te vinden. Een expertgroep bracht hierover onlangs een rapport uit. Verder stelde de Nederlandse delegatie dat per dienst steeds een kosten/baten analyse gemaakt moet worden om te bepalen of het gebruik van breedband nodig is of dat met infrastructuur van lagere capaciteit kan worden volstaan. Deze afweging ondervond steun van andere delegaties.
• Veiligheid. Infrastructuur met hoge capaciteit dient veilig te kunnen worden gebruikt.
• Open source en open standaarden. Zowel de Nederlandse delegatie als de delegatie van het Verenigd Koninkrijk pleitten voor open coördinatie om bureaucratie te voorkomen en concurrentie te bevorderen.
• Interoperabiliteit. De Commissie kreeg het verzoek om een conferentie over interoperabiliteit te organiseren.
• Financiën. De financiële implicaties van het actieplan dienen inzichtelijk te worden gemaakt voordat het plan kan worden goedgekeurd.
• Switch-off. De Luxemburgse delegatie gaf aan zich niet te willen vastleggen op een precieze datum voor de switch-off van analoge TV en de voorkeur te geven aan een geleidelijke overgang.
De Commissie gaf in reactie op de bijdragen van de Listaten aan belang te hechten aan open platforms, regelgeving die concurrentie bevordert en beschikbaarheid van content in de moedertaal. Verder gaf de Commissie aan dat haar voorstellen binnen de bestaande financiële kaders bleven.
Ad 8. Internationaal beheer van het internet en hervorming van de ICANN
ICANN, de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers, de organisatie die onder contract van de Amerikaanse overheid het technische beheer voor internet coördineert, functioneert niet zoals men dit bij de oprichting in 1998 had voorzien. De problemen die ICANN ondervindt hebben te maken met het feit dat het een privaatrechtelijke organisatie is met taken die een publiek karakter hebben. Het bestuur wil de organisatie grondig hervormen, hetgeen zijn beslag moet krijgen eind 2002. Doelstelling is een structuur met meer betrokkenheid van kritieke entiteiten binnen de «internet community», maar ook van overheden, en met een meer slagvaardige besluitvorming.
Nederland draagt bij aan deze hervorming via het GAC (Governmental Advisory Committee), een comité van overheden dat binnen ICANN het bestuur adviseert. Gezien het grensoverschrijdend karakter van internet wordt daarbij zoveel mogelijk aansluiting gezocht met andere Europese landen via de Europese Commissie.
De Europese Commissie neemt de problemen van ICANN serieus en zal in de Raad een paper presenteren met principes en doelstellingen die ICANN, in de ogen van de EU lidstaten, moet erkennen en meenemen om het publieke belang in de vernieuwde structuur van ICANN te waarborgen.
Nederland erkent dat de onderliggende structuur van ICANN hervormd moet worden. Dit standpunt is ook reeds ingenomen tijdens de vorige Telecomraad in april 2001. Het lijkt erop dat de tijd daar nu bij ICANN zelf ook rijp voor is.
Nederland onderschrijft de doelstellingen van het concept paper van de Europese Commissie, waaraan het actief bijgedragen heeft.
Nederland is daarbij van mening dat actieve invulling gegeven moet worden aan de versterking van de het GAC. Dit kan bewerkstelligd worden door wijziging van de statuten waardoor het GAC een sterkere rol richting de ICANN Board krijgt. Daarnaast zou een steviger fundament van het GAC ook meer overheden moeten bewegen actief aan de besluitvorming daarin deel te nemen, waardoor er een grotere internationale draagkracht voor de ICANN organisatie als geheel ontstaat.
De Lidstaten en de Commissie voerden een oriënterend debat over de hervorming van ICANN. In hun interventies pleitten delegaties voor versterking van het GAC secretariaat. Aandacht werd gevraagd voor de relatie met de Verenigde Staten. De Commissie benadrukte in haar interventie dat internet door private partijen is uitgevonden en wordt beheerd. In hun opstelling bij de hervorming van de ICANN moeten de overheden de rol van de private sector dan ook ter harte nemen.
Ad 9. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het hergebruik en het commerciële gebruik van documenten van de overheid
De Commissie zal een Richtlijnvoorstel uitbrengen over de exploitatie van overheidsinformatie en dit in de vergadering van de Telecomraad presenteren. Het voorstel is het vervolg op de Mededeling die in oktober 2001 en het Groenboek dat in januari 1999 over dit onderwerp zijn verschenen.
Het Richtlijnvoorstel komt voort uit de gedachte dat de door Europese, nationale, regionale en lokale overheden en overheidsdiensten vergaarde informatie over vele onderwerpen, zoals bedrijfsregisters,juridische informatie, culturele en geografische informatie, een aantrekkelijke bron vormt voor commerciële bedrijven om nieuwe producten te maken en aan te bieden. Deze content-markt is voor Europa van grote economische betekenis. Voor de ontwikkeling van de derde generatie mobiele telefonie kan het ontwikkelen van deze diensten een belangrijke impuls zijn.
In het Richtlijnvoorstel zal een minimumharmonisatie worden geregeld om bedrijven meer duidelijkheid en rechten te geven op het gebruik van bepaalde overheidsinformatie. Dit is ook een grote wens van het bedrijfsleven.
Nederland zal de presentatie van de Commissie met belangstelling aanhoren en kan het beleid van de Commissie volgen. De Richtlijn vormt een antwoord op de internationalisering van de informatiebehoeften en de pan-Europese aard van verscheidene informatieproducten en -diensten. Het is van belang dat alle landen in hetzelfde tempo een minimumverzameling van gemeenschappelijke voorwaarden vaststellen. Aangezien de problematiek van de exploitatie van overheidsinformatie al in een groot deel van de Lidstaten aan de orde is, is het niet wenselijk dat verschillende lidstaten individuele oplossingen vaststellen.
De Commissie presenteerde haar plannen voor een richtlijn inzake de exploitatie van overheidsinformatie. Europese regels zijn volgens haar nodig om transparantie te vergroten, eerlijke concurrentie te bewerkstelligen en meer harmonisatie te bereiken onder andere door het stellen van maximumgrenzen aan de kosten om overheidsinformatie te verkrijgen en de tijdsduur waarbinnen voldaan moet worden aan verzoeken om informatie.
Ad 10. Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad over de hinderpalen voor de verwezenlijking van de mobiele communicatie van de derde generatie
De Commissie zal een presentatie geven over de volledige uitrol van de derde generatie mobiele communicatienetwerken. Tijdens de Europese Raad van 15 en 16 maart jl. in Barcelona is de Europese Commissie verzocht een analyse op te stellen inzake obstakels bij de volledige uitrol van de derde generatie (3G) mobiele communicatienetwerken. Deze analyse wordt besproken tijdens de Europese Raad van Sevilla op 21 en 22 juni a.s., maar komt ook aan de orde tijdens de Telecomraad.
De Commissie is momenteel bezig met het verzamelen van informatie in de verschillende Lidstaten. Zij wil ondermeer weten of de uitrol nog op schema ligt, welke obstakels zich eventueel voordoen (te denken valt aan gezondheids- of milieukwesties of de beschikbaarheid van terminals) en het huidige aanbod van GPRS diensten (General Packet of Switched Radio Services: dat zijn diensten waarbij data pakketten via het GSM netwerk verstuurd kunnen worden).
Nederland zal de presentatie van de Commissie met belangstelling aanhoren.
De Commissie gaf een presentatie over de mededeling over de uitrol van derde generatie mobiele communicatienetwerken. Zij zal deze mededeling ook presenteren aan de Europese Raad in Sevilla.
De Commissie constateerde dat de 3G technologie inmiddels volwassen lijkt, dat het regelgevend kader ontwikkeld is en dat de markt behoefte lijkt te hebben aan de diensten die over deze netwerken kunnen worden aangeboden. Verder stelde de Commissie dat de 3G netwerken open dienen te zijn zodat innovatieve of specifieke content toegankelijk is, ook als deze afkomstig is van buiten het eigen netwerk van de operator. Meer aandacht moest volgens de Commissie gegeven worden aan vraagstukken van gezondheid en ruimtelijke ordening omdat deze de roll-out van netwerken kunnen belemmeren. Omdat 3G opkomende markten betreft, vond de Commissie ex ante regelgeving niet nodig. De Commissie gaf aan te streven naar meer harmonisatie van (secondary) spectrum trading zodat uiteindelijk een « Single Market for Mobile Services» zou kunnen ontstaan. Daarbij benadrukte zij dat de omgang met de (voorwaarden in de) huidige vergunningen de verantwoordelijkheid is van de Lidstaten. Nederland steunde het idee van de Commissie om een discussie te starten over «secondary trading» en memoreerde de internationale conferentie die Nederland in april 2002 heeft georganiseerd. Tijdens deze conferentie kwamen «allocation» (toewijzing van spectrum) en mechanismen voor «assignment» (overdragen van verworven spectrum) zoals «secondary trading» aan de orde.
Ad 11. Follow-up van de conclusies van Barcelona betreffende de analyse van open platforms op het vlak van digitale televisie en mobiele communicatie van de derde generatie, en betreffende de analyse van de nationale elektronische indentificatie- en authentificatiesystemen
De Europese Raad van Barcelona heeft de Commissie en de lidstaten in maart jl. opgeroepen om het gebruik van open platforms te bevorderen zodat er meer keuzevrijheid kan worden geboden aan de burgers bij de toegang tot diensten van de informatiemaatschappij. Het gaat hierbij met name om toegang via digitale televisie en mobiele communicatie.
De Europese Raad heeft in dit kader aan de de Commissie het volgende verzoek gedaan: «om tijdens de Europese Raad van Sevilla een analyse te presenteren over de resterende belemmeringen voor de verwezenlijking van ruime toegang tot nieuwe diensten en toepassingen van de informatiemaatschappij via open platforms op het gebied van digitale televisie, 3G mobiele communicatie, de ontwikkeling van e-commerce en e-government en de rol die nationale elektronische identificatie-en authentificatiessystemen in dit verband kunnen spelen».
Vooralsnog heeft de Commissie geen document uitgebracht, waarin e.e.a. wordt geanalyseerd. Derhalve zal zij naar verwachting mondeling informatie verschaffen in welk stadium de analyse zich bevindt.
Nederland is van mening dat digitale televisie goed gebruikt kan worden als platform voor allerlei nieuwe diensten, aangezien de televisie een geaccepteerd medium is en zeer gebruiksvriendelijk. Wel is er nog enige tijd nodig voordat digitale televisie volledig ingezet kan worden. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat digitale televisie nog lang niet overal in Europa is ingevoerd. Daarnaast zullen zaken als frequentieplanning, het overschakelen van de industrie van analoog naar digitaal en de maatschappelijke acceptatie tijd kosten.
T.a.v. elektronische identificatie heeft de Nederlandse overheid de ambitie geuit om een elektronische versie van het paspoort beschikbaar te maken waarmee burgers elektronisch diensten kunnen afnemen. Dit zou ook in Europees verband interessant kunnen zijn. Daartoe moeten lidstaten elkaars elektronische identiteitsbewijzen erkennen, kunnen herkennen en controleren. Het project loopt in Nederland tot het eind van het jaar en ligt vooralsnog op schema. Tot op heden is hiervoor weinig actieve interesse bij lidstaten. (naast Nederland is alleen Finland actief).
De Commissie gaf aan dat zij – conform het verzoek van de Europese Raad van Barcelona – een analyse zal presenteren over de mogelijkheden om het gebruik van open platforms te bevorderen. Het gaat hierbij met name om toegang via digitale TV en mobiele communicatie. Voornemens m.b.t. open platforms maken reeds deel uit van het e-Europe actieplan.
Ad 12. Ontwerp-richtlijn van de Commissie betreffende de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten
De ontwerprichtlijn van de Commissie heeft betrekking op de liberalisering van de elektronische communicatiesector (de mededinging op markten voor telecommunicatiediensten) op basis van artikel 86 EG-Verdrag. De Commissie is nl. op basis van dit artikel bevoegd om zelfstandig richtlijnen vast te stellen. De ontwerprichtlijn schrijft onder meer voor dat bijzondere en exclusieve rechten afgeschaft moeten worden op betrokken markten. Onderwerpen die de ontwerprichtlijn adresseert zijn verticale integratie van overheidsbedrijven, frequenties, telefoongidsen, universele dienst, satellieten, kabelnetwerken. De implementatie is voorzien op uiterlijk 24 juli 2003. Dit is dezelfde datum waarop de nieuwe ONP-richtlijnen m.b.t. elektronische communicatiesector geïmplementeerd dienen te zijn.
Nederland verwelkomt de ontwerp-richtlijn, aangezien deze voorziet in aanvullende regels die bijdragen aan de verdere liberalisering van de elektronische communicatie dienstenmarkten. Nederland heeft daarbij echter de volgende opmerkingen:
* het is van belang dat de ontwerp richtlijn zeer nauw aansluit bij de onlangs gepubliceerde ONP-richtlijnen om rechtszekerheid te waarborgen. Dit houdt onder meer in dat de gehanteerde definities en de bewoording van de artikelen in de ontwerp-richtlijn exact dezelfde dienen te zijn als die in de ONP-richtlijnen.
* Nederland steunt het streven van de Commissie dat lidstaten extra voorzieningen moeten treffen met betrekking tot publieke ondernemingen met bijzondere of exclusieve rechten om garanties in te bouwen voor de naleving van sectorspecifieke mededingingsregels. Dat geldt met name voor verticaal geïntegreerde ondernemingen. De tekst is op dit punt echter onvolledig en kan leiden tot ongewenste situaties.
Nederland heeft deze opmerkingen reeds aan de Commissie laten weten en zal, afhankelijk van het debat, hier nader op in kunnen gaan.
Dit punt was van tevoren van de agenda geschrapt, maar wel kort onder agendapunt 13 aan de orde gekomen.
Ad 13. Stand van de besprekingen over de teksten die het regelgevingspakket voor de telecommunicatie vervolledigen
De Richtlijnen die in het kader van het ONP regelgevend kader zijn aangenomen, worden op dit moment in de lidstaten geïmplementeerd. In de Richtlijnen wordt op sommige plekken verwezen naar maatregelen die het pakket completeren; het gaat daarbij om een aantal maatregelen die de Commissie, al dan niet in samenspraak met de Raad, moet nemen.
Hierbij gaat het om:
1. de oprichting van twee nieuwe groepen op hoog niveau, European Regulators Group (ERG) en de Radio Spectrum Policy Group
2. de instelling van twee nieuwe comités (Communicatie Comité en Radiospectrumcomité)
3. de aanname van richtsnoeren van de Commissie over Aanmerkelijke Marktmacht (AMM)
4. publicatie van de Aanbeveling van de Commissie met een lijst van relevante markten waarop de NRA's een marktanalyse moeten uitvoeren om te bepalen of er sprake is van effectieve concurrentie op die markt.
Voor zover nu bekend is de situatie ten aanzien van deze maatregelen als volgt:
De ERG en de Spectrum groep zullen naar de Commissie verwacht in de tweede helft van dit jaar officieel van start gaan.
De richtsnoeren voor het vaststellen van aanmerkelijke marktmacht zal de Commissie op zeer korte termijn aannemen en publiceren.
De Aanbeveling inzake relevante markten zal eveneens op korte termijn worden gepubliceerd voor consultatie, waarna de Commissie deze tekst eind juni/begin juli zal aannemen.
Nederland zal de informatie van de Commissie aanhoren.
De Commissie gaf aan de Richtlijn betreffende de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten vóór de zomervakantie te willen publiceren. De belangrijkste wijzingen t.o.v. de bestaande Richtlijn betreffen:
• Verwijdering van verouderde bepalingen;
• In lijn brengen van definities met de definities uit het nieuw regelgevend kader;
• Verwijdering van elementen m.b.t. harmonisatie die reeds uitputtend in het nieuw regelgevend kader zijn geregeld.
Enkele delegaties, waaronder Nederland, waarschuwden dat deze Richtlijn van de Commissie consistent dient te zijn met de Richtlijnen van de Raad en het EP uit het nieuw regelgevend kader.
De Commissie meldde de stand van zaken t.a.v. de door haar te nemen uitvoeringsmaatregelen:
• Richtsnoeren over Aanmerkelijke Marktmacht: gereed in juni 2002;
• Aanbeveling inzake relevante markten voor ex ante regulering: gereed in september 2002 na publieke consultatie. In maart 2003 zal de Commissie besluiten of de markt voor «mobile call termination» moet worden meegenomen in een aangepaste versie van de Aanbeveling;
• Mogelijke Beschikking inzake Trans-Europese markten waarop ex ante regulering mogelijk is: hierover zal de Commissie besluiten na de consultatie over de Aanbeveling.
• Instelling «Communications Committee» en «Radio Spectrum Committee»: gereed in respectievelijk juli en najaar 2002;
• Instelling ERG: instellingsbeschikking gereed in juni 2002, waarna de groep nog in de zomer haar werkzaamheden kan aanvangen;
• Instelling van de Radio Spectrum Policy Group: instellingsbeschikking gereed in juni 2002, waarna de groep in de tweede helft van 2002 haar werkzaamheden kan aanvangen.
Ad 14. Diversen
Stand van zaken rond de privatisering van EUTELSAT
Eutelsat, de Europese satellietorganisatie, is nu een aantal jaren «geprivatiseerd» in die zin dat de overheden zich uit de verdragsorganisatie hebben teruggetrokken. De aandelen zijn nu op de markt verhandelbaar en naar verluidt is men van Franse zijde bezorgd over het feit dat de aandelen in handen van niet-Europese partijen kunnen komen. Dat zou voor de Commissie reden zijn om het punt aan de orde te stellen.
Nederland zal de presentatie aanhoren en ziet voor het moment geen reden tot het innemen van standpunten.
De Franse delegatie vroeg de Lidstaten en de Commissie de veranderingen van aandeelhouderschap in het in 2001 geprivatiseerde Eutelsat nauw te volgen. Deze veranderingen zouden volgens haar gevolgen kunnen hebben voor de concurrentie in de markt voor satellietdiensten, alsmede voor de vestigingsplaats van de activiteiten van Eutelsat (nu Parijs) en de deelname van de Europese industrie bij fabricage en lancering.
Onder het agendapunt «Diversen» heeft Nederland geïntervenieerd naar aanleiding van het faillissement van KPNQwest. Bij dergelijke faillissementen kunnen zich problemen voordoen met betrekking tot de tijd die klanten nodig hebben om te migreren naar een ander netwerk. Nederland heeft de Commissie gevraagd om te bezien of een Europese benadering nodig is in dit soort gevallen waar sprake is van grensoverschrijdende netwerken. De Nederlandse delegatie gaf aan zich hierover nog schriftelijk tot de Commissie te zullen richten. De Commissie reageerde dat zij over deze kwestie een informeel overleg zal beleggen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-10-79.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.