Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 februari 2024
Op 26 februari heeft uw Kamer verzocht om het Impact Assessment over de Natuurherstelverordening
met de Tweede Kamer te delen, voorafgaand aan de stemming over het voorlopig akkoord
in het Europees Parlement.
Het kabinet heeft, zoals eerder gemeld in de beantwoording van het schriftelijk overleg
over de Natuurherstelverordening van 23 januari 2024 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 929) een Impact Assessment uit laten voeren naar de betekenis van de Natuurherstelverordening
in Nederland. Ook de juridische impact van de verordening is hierbij meegenomen.
Recent is het Impact Assessment aan het kabinet opgeleverd en vervolgens is deze interdepartementaal
bestudeerd en wordt deze voorzien van een appreciatie, ook met oog op de positie die
het kabinet wil innemen bij de stemming in de Europese Raad van Ministers. Het Impact
Assessment wordt na afronding hiervan binnen zeer afzienbare tijd met de Tweede Kamer
gedeeld, zoals ook aangegeven door de Minister voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
in het debat over landbouw, klimaat en voedsel van 15 februari jl. De Kamer krijgt
zo de kans het Impact Assessment in haar oordeel over de Natuurherstelverordening
te betrekken, voorafgaand aan stemming in een Europese Raad van Ministers.
Het Impact Assessment nu delen is zoals gezegd nog niet mogelijk nu de bespreking
in het kabinet niet is afgerond. Ik wil er daarbij op wijzen dat het Impact Assessment
gericht is op het bepalen van de Nederlandse positie in de Raad en de implementatie
van de verordening in Nederland indien deze wordt aangenomen. Het Europees Parlement
heeft een zelfstandige positie, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van de benodigde
informatie over de impact van een verordening en de positie die hun leden daarover
willen innemen.
Ik verwacht het Impact Assessment op zeer korte termijn te kunnen delen met uw Kamer
en kijk uit naar een mogelijke gedachtewisseling over de Nederlandse positie ten aanzien
van de Natuurherstelverordening, mede in het licht van het Impact Assessment.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink