21 501-08 Milieuraad

Nr. 809 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2020

Hierbij doen wij u de geannoteerde agenda van de Milieuraad op 23 oktober toekomen, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Middels deze geannoteerde agenda willen we u tevens op de hoogte brengen van het CE-Delft rapport: «Effects of a 55% GHG reduction target: Assessment of potential impacts on Dutch climate policies». Bijgaand treft u het rapport1.

De inhoud van deze geannoteerde agenda geeft de meest recente stand van zaken weer. Mocht de agenda op belangrijke punten veranderen, dan zullen wij u hierover in het algemeen overleg van 14 oktober a.s. informeren.

Het kabinet is voornemens deel te nemen mits de ontwikkelingen met betrekking tot COVID-19 dit toelaten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

GEANNOTEERDE AGENDA

Tijdens de Milieuraad zal waarschijnlijk gesproken worden over de Europese Klimaatwet, waarbij het Duits voorzitterschap een algemene oriëntatie hoopt te bereiken. Daarnaast zal worden gesproken over de inzending en aanname van de Nationally Determined Contribution (NDC). Verder zullen Raadsconclusies worden geformuleerd over de EU-Biodiversiteitsstrategie. Tot slot zal Nederland twee AOB-punten aanvragen met betrekking tot de Climate Adaptation Summit (CAS) en de high level bijeenkomst van het World Circular Economy Forum (WCEF+).

Klimaatwet

Naar verwachting zal het Duits voorzitterschap streven naar het bereiken van een algemene oriëntatie ten aanzien van de voorgestelde verordening voor een Europese Klimaatwet. Met de Europese Klimaatwet wil de Europese Commissie in wetgeving verankeren dat Europa in 2050 klimaatneutraal is. Recentelijk heeft de Europese Commissie ook een amendement uitgebracht om ook het broeikasgasreductie doel van ten minste 55% in 2030 t.o.v. 1990, in de verordening op te nemen. Dit heeft de Europese Commissie gedaan in het licht van haar Climate Target Plan en Impact Assessment, waarin zij laat zien dat ophoging van het 2030-doel naar 55% haalbaar is. Na aanname van de algemene oriëntatie van de Raad kunnen de onderhandelingen over de Klimaatwet met het Europees Parlement geopend worden. Aanname van de algemene oriëntatie is echter ook afhankelijk van de uitkomst van bespreking over de ophoging van het 2030-doel in de Europese Raad. Dit staat voor het eerst geagendeerd voor 15 en 16 oktober. Indien de Europese Raad tijdens deze bijeenkomst geen akkoord bereikt over het ophogen van het 2030-doel, kan de Milieuraad besluiten een gedeeltelijke algemene oriëntatie aannemen. Op die manier kunnen de onderhandelingen met het Europees Parlement op de andere onderdelen van de Klimaatwet alvast gestart worden.

Inzet Nederland

Het kabinet onderstreept het belang van het bindend vastleggen van de klimaatdoelen op Europees niveau om consistent klimaatbeleid te kunnen voeren, waar alle lidstaten en de EU-instituties aan bijdragen en aan gehouden zijn. Het kabinet is positief over het voorstel van de Europese Commissie om het Europese 2030-broeikasreductiedoel naar ten minste 55% op te hogen. Het kabinet heeft de afgelopen maanden, samen met een groep ambitieuze EU landen gepleit voor de opname van dit 2030-doel in de Europese Klimaatwet. Ook steunt het kabinet het streven van het Duits voorzitterschap om tijdens de Milieuraad een algemene oriëntatie te bereiken over de Europese Klimaatwet.

Indicatie krachtenveld

Klimaatambitieuze EU lidstaten, waaronder Nederland, hebben de afgelopen jaren gepleit voor de ophoging van het broeikasreductie-doel voor 2030 naar 55% en zullen de opname van dit 2030-doel in de Europese Klimaatwet dan ook verwelkomen tijdens de Milieuraad. De kans is aannemelijk dat een relatief groot aantal lidstaten opname hiervan in de Europese Klimaatwet kan steunen. Andere lidstaten staan terughoudender tegenover een snelle ophoging van het 2030-doel en zullen ook kritischer over het voorgestelde doel zijn. Wel zien vrijwel alle lidstaten het belang in van het spoedig finaliseren van de onderhandelingsprocedure omtrent de Europese Klimaatwet; de voorkeur gaat voor velen uit naar afronding in dit najaar. Het Europese Parlement (EP) zal begin oktober stemmen over de aanpassingen in de klimaatwet, waarbij de milieucommissie van het EP ten minste 60% als reductiedoel voor 2030 voorstelt.

Nationally Determined Contribution (NDC)

Op de agenda van de Milieuraad staat de bespreking van het indienen van een opgehoogde EU NDC (Nationally Determined Contribution) bij de UNFCCC. De EU moet dit jaar een NDC inleveren bij de UNFCCC conform de Overeenkomst van Parijs. In de Raadsconclusies van de Europese Raad van juli jl.2 hebben de lidstaten aangegeven voor het einde van 2020 een akkoord te willen bereiken over het nieuwe 2030-doel. Besluitvorming over het indienen van deze opgehoogde NDC zal pas kunnen plaatsvinden zodra er een besluit is genomen over het nieuwe broeikasgasreductiedoel voor 2030 in de Europese Raad. De behandeling van de ophoging van het nieuwe broeikasgasreductiedoel staat gepland voor de eerstvolgende Europese Raad op 15 en 16 oktober (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1611).

Inzet Nederland

Het kabinet pleit voor het tijdig indienen van een ambitieuzere NDC bij de UNFCCC. Het kabinet is dan ook voorstander van besluitvorming in 2020 over het hogere 2030-doel van 55% broeikasgasreductie zodat Europa haar opgehoogde NDC voor het eind van het jaar in lijn met het Parijs Akkoord kan indienen. Het kabinet ambieert mondiaal een voortrekkersrol met de EU en wil haar leiderschapspositie internationaal uitdragen.

Indicatie krachtenveld

De lidstaten hebben zich in deze conclusies niet uitgesproken over de hoogte van dit doel. Dit zal verder inzichtelijk worden wanneer de Europese Raad op 15 en 16 oktober over het nieuwe broeikasreductiedoel heeft gesproken. Zie ook indicatie krachtenveld bij Klimaatwet.

CE-Delft rapport (bijlage)

In de bijlage vindt u het rapport van CE-Delft «Effects of an 55% GHG reduction target: Assessment of potential impacts on Dutch climate policies», dat in opdracht van het Ministerie van EZK is uitgevoerd. Dit onderzoeksrapport, uitgevoerd voordat het EU Climate Target Plan en Impact Assessment van de Europese Commissie in september 2020 uitkwamen, geeft een inschatting van de mogelijke aanpassingen in de Europese regelgeving als gevolg van het ophogen van het Europese 2030 broeikasgasreductiedoel naar 55% en de gevolgen daarvan voor Nederland. Het gaat daarbij om een verkenning van aanscherpingen in een negental richtlijnen, variërend van energiebesparing, hernieuwbare energie, voertuigen, gebouwde omgeving, energiebelasting tot ecodesign.

Uit dit rapport blijkt dat aanvullende regelgeving vanuit de Europese Commissie bijdraagt aan de realisatie van hogere doelen in Nederland en dat dit aansluit op het Klimaatakkoord. Voor een belangrijk deel zullen hogere Europese doelen met de huidige opzet van het Europese klimaatbeleid dit via nationaal beleid geïmplementeerd dienen te worden. Aan de andere kant biedt het ook kansen doordat het Europees beleid zorgt voor een gelijk speelveld. Dit kan ook tot meer innovatie en kostenreducties van sleuteltechnologie leiden. Om voorbereid te zijn op een mogelijke aanvullende nationale opgave als gevolg van een aangescherpte Europese ambitie, is een onafhankelijke ambtelijke studiegroep onder leiding van Laura van Geest nu al bezig om aanvullende maatregelen in kaart ten brengen. De verwachting is dat deze studiegroep eind dit jaar haar rapport afrondt.

EU-Biodiversiteitsstrategie

Het Duits voorzitterschap streeft naar het aannemen van Raadsconclusies over de Europese Biodiversiteitsstrategie. De strategie is gericht op het aanpakken van de belangrijkste oorzaken van biodiversiteitsverlies: klimaatverandering, verandering in landgebruik, vervuiling, invasieve soorten en directe exploitatie.

Inzet Nederland

Nederland erkent dat dringende actie nodig is om het verlies aan biodiversiteit wereldwijd tegen te gaan en steunt de door de Europese Commissie getoonde ambitie. Nederland vindt het van belang dat in de Raadsconclusies tot uiting komt dat bij de nadere uitwerking van de plannen rekening gehouden moet worden met nationale omstandigheden, dat op onderdelen criteria en definities duidelijk worden en dat de maatschappelijke impact in kaart gebracht moet worden. Nederland verwelkomt de voorgenomen ambitieuze rol voor de EU ten aanzien van het in Kunming, China af te spreken nieuwe strategisch raamwerk onder het Biodiversiteitsverdrag.

Indicatie krachtenveld

Deze milieuraad volgt op de UN Summit on Biodiversity van 30 september jl., waar veel lidstaten, waaronder Nederland, zich schaarden achter een ambitieuze uitkomst in Kunming. En marge van deze Top steunde Nederland samen met 59 andere landen en waarvan een 23-tal Europese lidstaten de zgn. Leaders» Pledge for Nature, een informele verklaring waarin het belang van meer aandacht en inzet voor biodiversiteit wordt onderstreept.

De lidstaten verwelkomen de Europese Biodiversiteitsstrategie om zo gezamenlijk biodiversiteitsverlies tegen te gaan. Zij onderstrepen het belang om biodiversiteit te integreren in andere beleidsterreinen, zoals klimaat, landbouw, bossen en gezondheid, om zo synergiën en coherentie te bevorderen. Een aantal lidstaten doet suggesties om de Raadsconclusies sterker en ambitieuzer te maken. Een aantal andere lidstaten legt veel nadruk op het uitvoeren van effectbeoordelingen, ten aanzien van de aangekondigde voorstellen voor nieuwe wetgeving.

AOB-punten

Nederland zal tijdens de Raad twee AOB-punten presenteren om de Raad te informeren over twee internationale evenementen die door Nederland worden georganiseerd in het eerste kwartaal van 2021: de Climate Adaptation Summit (CAS 2021) op 25 januari 2021 en de high level bijeenkomst van het World Circular Economy Forum (WCEF+Climate) op 15 april 2021.

Inzet Nederland

Door het organiseren van CAS 2021 geeft Nederland gehoor aan de call to action van de secretaris-generaal van de VN om met meer landen, meer ambitie te tonen op klimaat, zowel op mitigatie als op adaptatie. De Ministers zullen tijdens deze Milieuraad worden geïnformeerd over de opzet van de CAS 2021. Daarnaast zal er aandacht worden besteed aan de mogelijkheden tot inbreng door de verschillende Ministers binnen de verschillende events tijdens de CAS 2021. De voor klimaat verantwoordelijke Ministers zijn uitgenodigd om bij te dragen aan CAS 2021 en wij hopen op een levendige en actieve Summit, voortbouwend naar COP 26 in het najaar van 2021.

Daarnaast zal Nederland aandacht vragen voor de high level bijeenkomst van het World Circular Economy Forum in Nederland WCEF+Climate. De bijeenkomst staat in het teken van de cruciale bijdrage van een circulaire economie in het behalen van de klimaatdoelen en de Sustainable Development Goals. Verder is er aandacht voor verschillende regionale circulaire initiatieven, de perspectieven van ontwikkelingslanden en het belang van cross-sectorale samenwerking. Tot slot komt monitoring van de circulaire economie aan de orde en het belang om te komen tot een raamwerk dat de bijdrage van een circulaire economie aan de klimaatdoelen inzichtelijk maakt. De Europese milieuministers zullen tijdens de Raad worden geïnformeerd over bovenstaande opzet en de mogelijkheid tot deelname aan het WCEF+Climate.

Naar boven