21 501-08 Milieuraad

Nr. 768 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2019

Op 12 april 2019 vindt in Boekarest de informele ministeriële bijeenkomst Cohesiebeleid plaats. De vergadering bestaat uit één agendapunt, te weten een beleidsdebat. Hierbij stuur ik u de geannoteerde agenda voor deze vergadering.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Prioriteiten van het cohesiebeleid in het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027: richtingen voor voortdurende onderhandelingen en impact op programmering van cohesiefondsen; en cohesiebeleid in het kader van de Strategische Agenda 2019–2024

Beleidsdebat

De onderhandelingen over het nieuwe cohesiebeleid zijn in volle gang en zullen, mede afhankelijk van vorderingen onder het aankomende Finse voorzitterschap (tweede helft 2019), nog geruime tijd in beslag nemen. Het kabinet vindt dat voor traditionele beleidsterreinen, waaronder het cohesiebeleid, als onderdeel van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027, het budget beperkt moet worden. Dit door een sterkere focus op minder ontwikkelde lidstaten en via modernisering, door onder meer een grotere focus op innovatie voor maatschappelijke uitdagingen. De manier waarop in Nederland het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wordt uitgevoerd, met innovatie en koolstofarme economie als prioriteiten, vormt daarbij een goed voorbeeld in de EU.

Om de Nederlandse boodschap in de bijeenkomst over te brengen zal Nederland een aantal onderwerpen van strategisch belang benadrukken, zoals:

  • De omvang van het budget: Het kabinet zet in op een grondig gemoderniseerd en financieel houdbaar MFK, met een eerlijke verdeling van de lusten en lasten. Om ruimte te maken voor nieuwe prioriteiten, moet er daarom bezuinigd worden, waarbij een deel geleverd moet worden door het cohesiebeleid, zoals het kabinet al schreef in de appreciatie van het Commissievoorstel voor het nieuwe MFK (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1349).

  • Een sterkere koppeling van het cohesiebeleid aan de afspraken uit het Europees Semester over structurele hervormingen: Het kabinet vindt het belangrijk dat alle lidstaten afspraken over structurele hervormingen nakomen, zodat investeringen uit de EU meer impact hebben.

  • Een koppeling aan het nakomen van afspraken over migratie: Migratie is een van de grote uitdagingen waar de EU nu en de komende jaren voor staat. Dit vraagt ook om een Europese aanpak en het is volgens het kabinet daarom logisch dat het cohesiebeleid, bijvoorbeeld via het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+), investeert in oplossingen en dat er bij de verdeling van de middelen over de lidstaten rekening wordt gehouden met de impact van migratieproblematiek.

  • Thematische concentratie: De middelen uit het cohesiebeleid moeten worden uitgegeven aan de terreinen waar hoge Europese toegevoegde waarde zit. Het kabinet ziet voor het MFK, naast migratie, onderzoek en innovatie, veiligheid en klimaat als belangrijkste prioriteiten. Hier moeten de middelen uit het cohesiebeleid ook op gericht worden.

  • Grensoverschrijdende samenwerking: Het is belangrijk dat regio’s zich niet in isolatie ontwikkelen, maar dat ze actief samenwerken. Met name op het gebied van innovatie is het belangrijk dat regio’s die specialisaties delen, samenwerken en zo elkaar versterken. Dit draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen waar we als EU voor staan, het ondersteunt het dichten van de kenniskloof tussen ontwikkelde en minder ontwikkelde lidstaten en versterkt de Europese kenniseconomie. Een gemoderniseerd cohesiebeleid kan hier, naast andere Europese instrumenten, een belangrijke bijdrage aan leveren.

Naar boven