21 501-08 Milieuraad

Nr. 745 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2018

Op vrijdag 30 november vindt in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) gewijd aan het Cohesiebeleid plaats. Met deze brief informeer ik u over de agenda en de Nederlandse inbreng bij de Raad.

Deze bijeenkomst van de Raad kent één inhoudelijk agendapunt, namelijk het wetgevingspakket voor het cohesiebeleid na 2020. Er wordt over verschillende onderwerpen onderhandeld, maar geen enkel onderwerp is in een besluitvormend stadium aanbeland. Ook geeft de richting van de onderhandelingen vooralsnog geen noodzaak tot het herzien van het Nederlandse standpunt. De Nederlandse interventie zal dan ook langs de lijnen van de huidige positie zijn.

Het kabinet is van mening dat het cohesiebeleid gemoderniseerd moet worden. De structuurfondsen die onder dit beleid vallen, moeten meer gericht worden op de minder ontwikkelde lidstaten van Europa en meer gefocust op investeringen met hoge Europese toegevoegde waarde, zoals innovatie, duurzaamheid en klimaat, met uitzondering van het Europees Sociaal Fonds +, waar meer focus op migratie gewenst is. Innovatie-investeringen moeten gericht zijn op het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en het ontwikkelen van sleuteltechnologieën, zoals fotonica. Ook moet er meer aandacht zijn voor pan-Europese grensoverschrijdende samenwerking.

De voorstellen van de Commissie doen een stap in die richting. Zo komt de Commissie met hogere verplichte allocaties voor lidstaten aan Slimme Groei (waaronder innovatie) en klimaat- en milieudoelstellingen. Ook introduceert de Commissie een nieuwe component binnen de grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s van het cohesiebeleid, de zogenaamde Interreg-programma’s. Onder deze component kunnen innovatieve clusters met soortgelijke specialisaties over heel Europa met elkaar samenwerken om waardeketens te creëren.

Het kabinet vindt dat er sterkere voorwaarden aan het ontvangen van cohesiegeldmiddelen verbonden moeten worden, zoals op het gebied van economische hervormingen, klimaat, migratie en rechtsstaat. Samen met gelijkgestemde lidstaten zoekt Nederland naar de beste manier om dit vorm te geven.

Daarnaast is het kabinet van mening dat het cohesiebeleid eenvoudiger moet worden, zowel voor begunstigden als uitvoerders. Dat betekent minder administratieve lasten in de uitvoering en lagere audit- controlelasten waar dat verantwoord is. De Commissievoorstellen bevatten een hoop vereenvoudigingen. Nederland zet zich in om deze te behouden en waar mogelijk te versterken.

Ook synergie tussen de verschillende fondsen van het cohesiebeleid en met andere instrumenten zoals HorizonEurope, is voor Nederland van groot belang om zoveel mogelijk impact van elke Europese euro te bewerkstelligen. In haar voorstellen doet de Commissie een aantal suggesties om meer synergie te bevorderen, zoals de mogelijkheid voor lidstaten om een deel van hun structuurfondsmiddelen beschikbaar te maken voor de eigen lidstaat binnen HorizonEurope. Nederland is voorstander van deze mogelijkheden, mits praktisch uitvoerbaar, en zoekt naar meer mogelijkheden om inhoudelijke aansluiting te vinden met de verschillende EU-instrumenten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven