21 501-08 Milieuraad

Nr. 741 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2018

Op 29 en 30 oktober vindt onder Oostenrijks voorzitterschap te Graz de gecombineerde informele bijeenkomst plaats van Ministers verantwoordelijk voor milieu en voor transport. Gelet op de te bespreken onderwerpen informeer ik u mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

Op 29 oktober zullen de Ministers van transport de zomer- en wintertijd bespreken. Dit dossier is Europees belegd bij de Commissaris voor Transport. In Nederland ligt de verantwoordelijkheid voor dit dossier bij mijn collega, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De milieuministers spreken over de toekomst van het Europese milieubeleid. Op 30 oktober zullen de milieu en transportministers gezamenlijk spreken over CO2-reductie en transities in het transportdomein. Ten slotte spreken de transportministers over het belang van verkeersveiligheid.

Transportraad – Zomer/wintertijd

Op 12 september jl. heeft de Europese Commissie (EC) een voorstel bekend gemaakt om het halfjaarlijkse verzetten van de klok af te schaffen (COM (2018) 639). Wat de EC betreft is het dan voortaan aan de lidstaten om te kiezen voor een permanente zomertijd of een permanente wintertijd.

Inzet Nederland

Het kabinet heeft kennisgenomen van het plan van de Europese Commissie om de zomer- en wintertijd aan te passen. In het algemeen komt het kabinet via de gebruikelijk BNC-procedure binnen zes weken met een reactie op Europese voorstellen. Dat proces loopt nu. Uw Kamer zal nader worden geïnformeerd over het precieze standpunt van het kabinet.

Indicatie krachtenveld

Momenteel is er nog geen duidelijk krachtenveld. Zoals aangegeven in het verslag van de Transportraad van juni jl. toonde aanvankelijk slechts een klein aantal lidstaten zich voorstander van het afschaffen van de wisseling tussen zomer- en wintertijd.

Milieuraad – Toekomst van het milieubeleid

Het Oostenrijks Voorzitterschap beoogt een eerste discussie over de toekomst van het Europese milieubeleid te faciliteren, maar heeft de precieze invulling van dit agendapunt nog niet gedeeld. Mogelijk wordt in dit kader het milieuactieprogramma (MAP) besproken. Het huidige programma, het 7e MAP inmiddels, bestrijkt de periode van 2014 tot 2020 en loopt nu bijna ten einde. Om tot een duurzame economie te komen, is een discussie over de prioriteiten voor het Europese milieubeleid voor de periode na 2020 van belang.

Inzet Nederland

Nederland hecht, vanuit het milieubelang en het belang van een gelijk speelveld, vanouds veel waarde aan een goede uitvoering en handhaving van milieubeleid. Daarbij beoogt Nederland een betere implementatie van bestaand beleid, het verhogen van de Europese klimaatambities zodat deze in lijn zijn met het Parijsakkoord, het stimuleren van innovatie om milieubeleid te versterken, en de integratie van milieubeleid in andere beleidsterreinen, bijvoorbeeld door de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN.

In het kader van een toekomstig milieubeleid zal Nederland het belang van de transitie naar een koolstofneutrale economie en niet-toxische materiaalketens op basis van circulariteit blijven benadrukken. De uitvoering van de Europese kunststoffenstrategie en de publicatie van een Europese visie op een coherent productenbeleid zijn daarbij prioriteiten. Verder is aandacht nodig voor innovatie en kennisontwikkeling, met als doel te werken naar safe-by-design. Daarnaast zet het kabinet in op het principe dat de vervuiler betaalt en heeft het kabinet afgesproken het belastingstelsel verder te vergroenen. Waar mogelijk zet Nederland bij deze beide onderwerpen in op coördinatie met andere landen. Aandacht voor deze onderwerpen in de komende EU-strategie is daarom van belang. Wat betreft luchtkwaliteit zet Nederland in op implementatie van bestaand beleid en het centraal stellen van gezondheid in het EU-luchtkwaliteitsbeleid. Ook de Europese biodiversiteitsstrategie loopt tot 2020. Nederland streeft naar een nieuwe strategie op basis van nationale commitments, waarbij op nationaal en Europees niveau alle relevante stakeholders worden betrokken.

Indicatie krachtenveld

De prioriteiten van overige EU-landen in het kader van de toekomst van het milieubeleid zijn nog niet bekend.

Gecombineerde bijeenkomst

Tijdens de gecombineerde informele bijeenkomst voor milieu en transportministers zal gesproken gaan worden over het thema CO2-reductie en de transities in het transportdomein. Het voorzitterschap wenst een extra impuls te geven aan de grote transities in het transportdomein, zoals die op het gebied van CO2-reductie. Ook zet het voorzitterschap in op meer synergie en integraliteit van het beleid op de thema’s: schone voertuigen, innovatieve voertuigen, het gebruik van de fiets als gezonde en duurzame vorm van vervoer, veilig vervoer, multimodaal vervoer en het verbeteren van de efficiëntie van spoorvervoer. Naar verwachting wordt de Commissie opgeroepen te gaan werken aan een strategisch actieplan voor duurzame, schone, veilige en betaalbare mobiliteit.

Inzet Nederland

Nederland is te spreken over het feit dat Oostenrijk een gecombineerde ministeriële bijeenkomst heeft georganiseerd. Nederland steunt de ambitieuze integrale aanpak van het Oostenrijks voorzitterschap. Op het gebied van duurzame mobiliteit zet Nederland nationaal, Europees en internationaal in op de transitie naar nul emissiemobiliteit. De aanpak van het voorzitterschap is in lijn met deze ambitie. De door Oostenrijk voorgestelde acties vindt ook Nederland van belang, o.a. om de marktintroductie van schone voertuigen te ondersteunen. Inzet van Nederland is ook om de noodzaak tot vervolg van de ministersverklaring van Rotterdam «Rail freight corridors to boost international freight» van 21 juni 2016 te markeren. Een gezamenlijke aanpak tussen sector, lidstaten en EC van de knelpunten van het internationaal spoorgoederenvervoer is van groot belang. Daarnaast wil Nederland het belang van modal shift air-rail voor internationale reizigers verder agenderen. Inzet hierbij is ondermeer reistijdverkorting van de internationale treinreis zodat deze beter kan concurreren met de luchtvaart.

Indicatie krachtenveld

De transitie naar duurzame mobiliteit wordt door de lidstaten onderschreven. Lidstaten staan in het algemeen positief tegenover een vervolg op de Rotterdam-verklaring over internationale spoorgoederencorridors en werken al samen in een netwerk van lidstaten aan de uitvoering daarvan.

Transportraad – Verkeersveiligheid

Op 17 mei 2018 is de Mededeling verschenen «Europa in beweging; Duurzame Mobiliteit voor Europa: veilig, verbonden en schoon» (COM(2018) 293). Als bijlage bij dit voorstel presenteert de Commissie een Strategisch Actieplan voor Verkeersveiligheid. Volgens de Commissie is een nieuwe aanpak nodig om de stagnerende trend van verkeersongevallen verder te doen dalen naar het gewenste doel van nul verkeersdoden en ernstige gewonden in de EU in 2050 («Vision Zero»).

Inzet Nederland

Het kabinet vindt een verkeersveiligheidsstrategie op zowel nationaal als Europees niveau noodzakelijk. Nederland werkt momenteel aan een Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030, dat naar verwachting eind 2018 gereed zal zijn.

Indicatie krachtenveld

Het Nederlandse Strategisch Plan Verkeersveiligheid zal parallel met de voorgestelde plannen in het Europees Strategisch Plan worden opgesteld. Het voorstel van de EC is nog niet eerder besproken. Standpunten van de lidstaten zijn om die reden nog niet bekend.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven