21 501-08 Milieuraad

Nr. 731 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2018

Op 25 juni a.s. komt in Luxemburg de Milieuraad bijeen. Hierbij ontvangt u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de geannoteerde agenda van deze Raad.

Tijdens deze Milieuraad staan beleidsdebatten op de agenda over de Commissievoorstellen t.a.v. CO2-normen voor personenauto’s en bestelwagens en de herziening van de Drinkwaterrichtlijn. Daarnaast worden er Raadsconclusies aangenomen over het in januari 2018 gepubliceerde derde circulaire economiepakket. Over eventuele wijzigingen in de agenda wordt u mondeling geïnformeerd tijdens het AO Milieuraad op 14 juni a.s.

CO2-normen personenauto’s en bestelwagens

Tijdens deze Milieuraad wordt voor het eerst op politiek niveau gesproken over het in november 2017 gepresenteerde voorstel1 om de bestaande CO2-normen voor auto’s en bestelwagens aan te scherpen voor de jaren 2025 en 2030. Zoals toegelicht in het BNC-fiche2 acht Nederland de door de Commissie voorgestelde reductiepercentages ontoereikend om de 2030 reductiedoelen in de niet-ETS sectoren3 te kunnen halen. Nederland vindt bovendien de stimuleringsmaatregelen voor laag- en nul-emissie voertuigen onvoldoende ambitieus.

Tijdens de Milieuraad wil het Bulgaarse Voorzitterschap praten over de hoogte van de CO2-reductiepercentages en over de stimuleringsmaatregelen voor laag- en nul-emissievoertuigen.

Inzet Nederland

Nederland steunt het doel van het voorstel om de CO2-uitstoot binnen de EU te reduceren, maar het gat tussen het Commissievoorstel en de Nederlandse ambitie is groot.

Tijdens de Milieuraad zal Nederland aangeven dat de CO2-reductiepercentages moeten worden aangescherpt en dat er, behalve een bonus voor fabrikanten die laag- en nul-emissievoertuigen op de markt brengen, ook een malus of een minimumprestatie moet komen. Veel fabrikanten geven zelf al aan in 2025 tussen de 15% en 50% van hun voertuigvloot laag- of nul-emissie te willen maken. Maar dat zijn mondiale cijfers en daarvoor investeren Europese fabrikanten miljarden in productiefaciliteiten in China en creëren Chinese banen. Nederland zet zich ervoor in dat er ook in Europa geïnvesteerd wordt, om de transitie naar een koolstofarme economie hier te versnellen.

Krachtenveld

Lidstaten zijn erg verdeeld over dit voorstel. Een deel van de lidstaten is net als Nederland van mening dat het ambitieniveau van het voorliggende voorstel ontoereikend is. Echter, er is ook een groep lidstaten die heeft aangegeven het voorstel te ambitieus te vinden en die voor afzwakking pleit. Een aantal lidstaten heeft nog geen positie ingenomen.

Het Europees parlement is ook voorstander van meer ambitie en spreekt in een rapport van een wenselijk reductiepercentage van minimaal 50% in 2030 en een aandeel van minimaal 50% laag- en nul-emissievoertuigen.

Herziening Drinkwaterrichtlijn

De Ministers zullen spreken over het Commissievoorstel voor de herziening van de Drinkwaterrichtlijn4. Met deze herziening beoogt de Commissie de kwaliteit van drinkwater in Europa, de toegang daartoe en de informatievoorziening te verbeteren. De algemene Nederlandse inzet is weergegeven in het BNC-fiche5.

De herziening van de Drinkwaterrichtlijn is een prioriteit voor de Raad. Veel lidstaten, waaronder Nederland, pleiten al langer voor de modernisering van deze richtlijn. Ook voor de Commissie is snelle voortgang op dit dossier van belang, mede vanwege het feit dat de Commissie hiermee invulling heeft gegeven aan het burgerinitiatief Right2Water6. Hoewel duidelijk is dat afronding tijdens de huidige zittingsperiode van Commissie en parlement een uitdaging zal zijn, is dat waar de drie instellingen vooralsnog naar streven.

Met dit beleidsdebat hoopt het Voorzitterschap politieke sturing te krijgen op twee heikele punten. Dit betreft het nieuwe artikel 13 over toegang tot drinkwater en het schrappen van artikel 10 over materialen in contact met drinkwater. Inkomend voorzitter Oostenrijk zal hier vervolgens concrete invulling aan moeten geven.

Inzet Nederland

Ten aanzien van het nieuwe artikel 13 geldt dat Nederland het belang van toegang tot drinkwater steunt. Nederland zet echter vraagtekens bij het instrument van de Drinkwaterrichtlijn om dit onderwerp te adresseren en de wijze waarop hier invulling aan is gegeven. Nederland vindt dat het de verantwoordelijkheid is van lidstaten om toegang tot drinkwater te regelen. In Nederland is toegang tot kwalitatief goed drinkwater goed geregeld.

Nederland staat niet positief ten aanzien van het schrappen van artikel 10 ten aanzien van materialen en chemicaliën. Hiermee valt een Europese rechtsbasis voor de lidstaten weg om eisen te stellen aan materialen en chemicaliën die in contact komen met drinkwater ter bescherming van de volksgezondheid. Nederland pleit al jaren voor Europese regulering van hygiënische vereisten voor materialen onder de Drinkwaterrichtlijn conform de Voedselverpakkingenverordening. Dit met oog op de bescherming van de volksgezondheid en het effectief functioneren van de interne markt. De Europese Commissie kiest echter een andere route en verwijst hiervoor naar de Bouwproductenverordening. Nederland is echter van mening dat de Bouwproductenverordening alleen, zonder Europese harmonisatie van hygiënische vereisten, geen waarborg is dat er producten op de markt komen die voldoen aan het benodigde beschermingsniveau.

Krachtenveld

Hoewel lidstaten het belang van toegang tot drinkwater delen, zetten velen (net als Nederland) vraagtekens bij opname van een artikel hierover in een richtlijn gericht op het waarborgen van de kwaliteit van drinkwater. Voor sommige lidstaten is dit omdat zij geen Europese rol zien op dit terrein, voor anderen omdat ze de gekozen aanpak te gedetailleerd en prescriptief achten. Verschillende lidstaten noemen het UN-ECE/WHO Protocol on Health and Water als een geschikt alternatief om te werken aan de verbetering van toegang tot goed drinkwater. Er is ook een brede roep om verduidelijking met het oog op de implementatie van de richtlijn.

Daarnaast delen veel lidstaten ook de Nederlandse kritiek op de verwijdering van artikel 10 zonder adequate vervanging. Nederland werkt al geruime tijd samen met Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk aan harmonisatie van gezondheidskundige vereisten in afwezigheid van Europese harmonisatie. Veel lidstaten vinden dat het voorstel van de Europese Commissie onvoldoende waarborg biedt ten aanzien van het beschermingsniveau.

Raadsconclusies circulaire economiepakket

De Milieuraad zal Raadsconclusies aannemen over het in januari 2018 gepubliceerde derde circulaire economiepakket. Dit pakket bevat (onder meer) de Europese kunststoffenstrategie, een aanpak voor de interface van wetgeving voor producten, chemicaliën en recycling en een raamwerk voor monitoring van de impact van de transitie. De lidstaten spreken met deze Raadsconclusies hun ambities, wensen en verwachtingen uit ten aanzien van Europese beleidsvorming onder de huidige en volgende Commissie.

Inzet Nederland

Het kabinet zet zich in voor een ambitieuze implementatie van het derde circulaire economiepakket en vindt doortastende maatregelen hiertoe van groot belang.

Met betrekking tot de kunststoffenstrategie is Nederland in algemene zin tevreden over het voorstel van de Europese Commissie. Wel vindt Nederland het van belang dat er meer aandacht wordt geschonken aan maatregelen die zich richten op het begin van materiaalketens. Zo pleit Nederland ervoor dat het bestaande EU- productbeleid sterker wordt toegewijd aan het bevorderen van circulaire productie en consumptie, dat ecodesign standaarden worden vastgesteld voor alle productgroepen en dat er een verbod komt op het intentioneel toevoegen van microplastics aan producten en materialen.

Voor wat betreft het raakvlak tussen de wetgeving voor producten, chemicaliën en afvalbeleid vindt Nederland het van belang dat we toewerken naar veilige niet-toxische materiaalketens. Nederland hecht eraan dat materialen/producten die gevaarlijke stoffen bevatten gerecycled mogen worden wanneer dit op een veilige manier voor mens en milieu kan gebeuren.

Het monitoringsraamwerk voor circulaire economie moet komende tijd nog nader uitgewerkt worden. Nederland zal zich samen met andere lidstaten blijven inzetten voor het opnemen van een CO2-indicator, vanwege de potentie die de circulaire economie biedt om onze klimaatdoelen te behalen.

Krachtenveld

Over het algemeen steunen lidstaten de Europese ambities. Met de voorliggende Raadsconclusies zijn lidstaten eensgezind in de vraag om o.a. meer aandacht voor maatregelen aan het begin van materiaalketens, zoals productontwerp, het voorkomen van het gebruik van zorgwekkende stoffen in materialen en producten, het bevorderen van hergebruik en het terugdringen van onnodig gebruik van plastic.

Diversenpunten

Inkomend EU-voorzitter Oostenrijk zal zijn programma voor de komende zes maanden presenteren. Hierbuiten is nog niet bekend wat voor diversenpunten zullen worden aangevraagd door de Commissie en de lidstaten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

COM(2017) 676

X Noot
2

Kamerstuk 22 112, nr. 2440

X Noot
3

De sectoren gebouwde omgeving, landbouw en verkeer vallen niet onder het Europese handelssysteem ETS. Deze sectoren samen moeten in 2030 de CO2-uitstoot met 30% reduceren ten opzichte van het basisjaar 2005.

X Noot
4

COM(2017) 753

X Noot
5

Kamerstuk 22 112, nr. 2503

X Noot
6

Het Right2Water-initiatief verzoekt de Commissie om «wetgeving voor te stellen om het recht van mensen op water en zuivering van water, zoals erkend door de Verenigde Naties, uit te voeren en de voorziening van water en zuivering van water als cruciale openbare diensten voor iedereen te bevorderen».

Naar boven