21 501-08 Milieuraad

Nr. 725 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2018

Op donderdag 12 april 2018 vindt in Luxemburg de Raad Algemene Zaken plaats. Deze brief gaat in op de agenda, die volledig is gewijd aan het Cohesiebeleid en de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESI-fondsen).

Het Bulgaars Voorzitterschap heeft twee hoofdonderwerpen geagendeerd:

  • 1. Een discussie over de strategische context en prioriteiten van het Cohesiebeleid na 2020.

  • 2. Een informatief punt met betrekking tot de communicatie over het Cohesiebeleid.

Post 2020

De Europese Commissie heeft aangekondigd eind mei 2018 de wetsvoorstellen voor het Cohesiebeleid, en de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen), na 2020 te publiceren. Uw Kamer zal via de gebruikelijke weg over deze voorstellen, die onderdeel uitmaken van een pakket aan voorstellen voor het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK), worden geïnformeerd. Het Voorzitterschap heeft de lidstaten gevraagd om door middel van een discussie in te gaan op de volgende onderwerpen: de investeringsprioriteiten, de reikwijdte en de efficiëntie van het Cohesiebeleid post 2020. Dit zijn punten waarop door lidstaten, waaronder Nederland, ook reeds expliciet is ingegaan tijdens de Raad Algemene Zaken van 15 november 2017 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 704), waardoor de betekenis van deze Raadsbijeenkomst met betrekking tot het Commissievoorstel naar verwachting beperkt is.

In de huidige programmaperiode (2014–2020) zijn de ESI-fondsen, door middel van een focus op 11 thematische doelstellingen, gericht op de realisatie van de doelstellingen geïdentificeerd in de Europa 2020 strategie. Voor de programmaperiode post 2020 ontbreekt een dergelijke overkoepelende strategie.

Nederland zal er tijdens de Raad voor pleiten om de doelstellingen en prioriteiten van de ESI-fondsen post 2020 te koppelen aan maatschappelijke uitdagingen. Het gaat daarbij om uitdagingen die effectiever op Europese, dan alleen op nationale, regionale of lokale schaal, aangepakt kunnen worden. Bijvoorbeeld vraagstukken op het gebied van human capital, migratie, duurzaamheid en technologieontwikkeling. Daarbij zou wat het kabinet betreft in het bijzonder het aandeel klimaatrelevante uitgaven (de zogenoemde «mainstreaming» doelstelling onder het huidige MFK is 20% van alle uitgaven) binnen het toekomstige cohesiebeleid verhoogd moeten worden. Veel van de uitdagingen worden op alle niveaus gevoeld, van mondiaal tot lokaal en moeten grensoverschrijdend worden aangepakt en het leidmotief zijn voor alle EU-investeringsinstrumenten na 2020. Nederland is dan ook voorstander van synergie tussen de verschillende ESI fondsen en het zoveel mogelijk aansluiten van de doelstellingen en prioriteiten van de ESI-fondsen op de missies van het Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. Hiermee wordt samenhang tussen de verschillende instrumenten gewaarborgd, versnippering voorkomen en overlap tegengegaan.

In het licht van nieuwe uitdagingen, zoals migratie en veiligheid, en de gewijzigde Europese situatie, o.a. als gevolg van Brexit, zijn hervormingen en bezuinigingen binnen het Cohesiebeleid noodzakelijk. Om een hogere Nederlandse bijdrage als gevolg van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk te vermijden en om ruimte te bieden aan nieuwe prioriteiten, streeft het kabinet naar substantiële bezuinigingen binnen traditionele beleidsterreinen als het cohesiebeleid. Het kabinet is zodoende voorstander van een sterkere focus van het cohesiebeleid op de minst ontwikkelde lidstaten, waarbij het cohesiebeleid wel ten goede moet blijven komen aan de EU-27. Daarnaast kunnen hogere nationale cofinancieringspercentages voor alle lidstaten bijdragen aan kostenbesparingen. Verdere focus op minder thema's zal de effectiviteit van het Cohesiebeleid verhogen. EU-breed zou een grotere nadruk op innovatie ten behoeve van bedoelde maatschappelijke uitdagingen moeten worden gelegd, omdat inspanningen op het gebied van innovatie leiden tot meer grensoverschrijdende spill-overs waarmee eveneens sprake is van Europese toegevoegde waarde. Ook zou een sterkere koppeling moeten worden gemaakt tussen de ontvangst van ESI-fondsen en de implementatie van structurele hervormingen in het kader van het Europees Semester. Naast deze koppeling met het Semester heeft het kabinet de Commissie opgeroepen om een mogelijke koppeling van EU-fondsen, waaronder de ESI-fondsen, met migratie en de naleving van rechtsstatelijkheidsbeginselen te onderzoeken.

Een andere mogelijkheid om de besteding van de ESI-fondsen efficiënter te maken is vereenvoudiging van de regels en het aanbrengen van meer proportionaliteit in de controles. In de voorgaande en huidige programmaperiode geldt voor alle lidstaten hetzelfde verantwoordingsregime. De omvang van de fondsen, de ervaring met publieke investeringen en de (kwaliteit van de) tenuitvoerlegging verschilt echter enorm per lidstaat. Dit betekent dat de verantwoordingslasten voor sommige lidstaten, waaronder Nederland, buiten proportioneel hoog zijn. De introductie van meer proportionaliteit in de controles, waarbij lidstaten bij het voldoen aan bepaalde criteria in aanmerking kunnen komen voor een verlicht verantwoordingsregime, kan in Nederland leiden tot een sterk verminderde controledruk zonder het risico op onrechtmatige besteding van de Europese middelen te vergroten.

Communicatie

Tijdens het Cohesiedeel van de Raad Algemene Zaken d.d. 25 april 2017 heeft Eurocommissaris Creţu, verantwoordelijk voor regionaal beleid, een communicatiestrategie gepresenteerd om de zichtbaarheid van resultaten van het Cohesiebeleid te vergroten. Deze communicatiestrategie bevat diverse acties die de Commissie en de lidstaten, op vrijwillige basis, kunnen uitvoeren om de zichtbaarheid van de resultaten van het Cohesiebeleid te verbeteren.

In Nederland wordt op verschillende wijze gecommuniceerd over de ESI-fondsen: op projectniveau, op programmaniveau en door de programma’s gezamenlijk. Ten aanzien van de gezamenlijke activiteiten wil ik met name wijzen op de website Europaomdehoek.nl waarop voor iedereen met ESI-fondsen gefinancierde projecten te volgen zijn, en op de Europa om de hoek Kijkdagen, open dagen waarop projecten hun deuren openen voor het publiek. Voor de toekomst wordt gezocht naar mogelijkheden om de Kijkdagen te combineren met andere evenementen met een passende doelgroep, zoals Het Weekend voor de Wetenschap.

Tijdens de Raad zal de Europese Commissie een update geven van stand van zaken van de communicatieacties.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven