21 501-08 Milieuraad

Nr. 672 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2017

Hierbij stuur ik uw Kamer het verslag van de Energieraad die op 27 februari 2017 onder Maltees voorzitterschap plaatsvond in Brussel.

Vicepresident Sefcovic (Energie Unie) presenteerde aan de Raad het tweede jaarlijkse rapport over de «Staat van de Energie Unie» en gaf daarbij aan dat 2017 het jaar van de implementatie moet worden. Hij benadrukte het belang van de Integrale Nationale Energie- en Klimaatplannen (INEK) en riep lidstaten op tijdig een eerste concept in te dienen.

Na een introductie door Eurocommissaris Canete (klimaat en energie) wisselde de Raad vervolgens van gedachten over de acht wetgevende voorstellen uit het Winterpakket: vier samenhangende voorstellen over het marktontwerp van de elektriciteitsmarkt, een verordening voor de governance van de Energie Unie en herziening van de richtlijnen voor hernieuwbare energie (RED), energie-efficiëntie (EED) en energieprestaties van gebouwen (EPBD). De EPBD valt primair onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Nederland heeft wat betreft het Winterpakket uitgesproken ambitieus in te zetten op emissiereductie en dit zo kosteneffectief mogelijk te willen doen. De voorgestelde minimumdoelen voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie worden nog bestudeerd. Nederland onderstreepte daarnaast het belang van het marktontwerp voor de elektriciteitsmarkt en de inzet op een ambitieus en flexibel governancemodel. Voor verdere informatie over de kabinetsinzet ten aanzien van nationale doelen voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in 2030 verwijs ik naar mijn brief over diverse moties in relatie tot de Energieagenda, die ik parallel naar uw Kamer stuur.

Ten slotte werd de Raad onder het punt diversen door het Maltese voorzitterschap geïnformeerd over de stand van zaken rondom de triloog-onderhandelingen over de herziening van de Richtlijn energielabelling en de herziening van de Verordening betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Verordening 94/2010. Naar aanleiding van een brief1 van de voorzitter van de EP-commissie voor industrie, onderzoek en energie (ITRE) vroegen verschillende lidstaten de Commissie om een helder standpunt over het juridische kader voor Nord Stream 2. Verder informeerde de Tsjechische delegatie de Raad over de aankomende bijeenkomst van het European Nuclear Energy Forum op 22 en 23 mei 2017 in Praag en informeerde de Commissie de Raad over de Ocean Energy Roadmap, overeengekomen tijdens het Ocean Energy Forum van november 2016.

Tijdens het informele lunchdebat gingen lidstaten nader in op het voorstel voor de governance van de Energie Unie.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE: VERSLAG ENERGIERAAD 27 februari 2017

State of the Energy Union Report

Presentatie van de Europese Commissie

Vicepresident Sefcovic presenteerde aan de Raad het tweede jaarlijkse rapport over de «Staat van de Energie Unie» en bedankte lidstaten voor de gastvrijheid tijdens zijn Energie Unie tour. Het rapport beschrijft de stand van zaken ten aanzien van de voorgang en implementatie van de doelen van de Energie Unie. In grote lijnen is het beeld dat de EU vooruitgang boekt wat betreft marktintegratie en de transitie naar een koolstofarme economie, maar dat er ook uitdagingen liggen op het terrein van interconnectie en het behalen van de energie- en klimaatdoelen voor 2020. Vicepresident Sefcovic benadrukte dat 2017 het jaar van de implementatie moet worden. Een snelle adoptie van het Winterpakket is daarbij van belang. De EU kan zo leiderschap tonen – aan burgers en aan investeerders – en vooruitgang boeken op het gebied van economische groei, voorzieningszekerheid en het klimaat. Vicepresident Sefcovic benadrukte het belang van de Integrale Nationale Energie en Klimaatplannen (INEK) en riep lidstaten op tijdig een eerste concept in te dienen.

Er vond geen discussie plaats over de Staat van de Energie Unie.

Winterpakket

Gedachtewisseling

De Raad wisselde van gedachten over de acht wetgevende voorstellen uit het Winterpakket: vier samenhangende voorstellen over het marktontwerp van de elektriciteitsmarkt, een verordening voor de governance van de Energie Unie en herziening van de richtlijnen voor hernieuwbare energie (RED), energie-efficiëntie (EED) en energieprestaties van gebouwen (EPBD). Het Maltese voorzitterschap vroeg lidstaten om hun reactie op hoofdlijnen te geven en om daarbij in te gaan op de vraag of en zo ja hoe de onderhandelingen over het pakket nog in 2017 afgerond kunnen worden, hoe het beste gebruik te maken van regionale samenwerking en hoe te zorgen voor samenhang in de uitkomst.

Eurocommissaris Canete stelde dat regionale samenwerking door alle voorstellen heen loopt en van groot belang is. Hij noemde daarnaast specifiek het belang van het energie-efficiëntiedoel van 30% in 2030 en een marktbenadering voor het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie. Hij stelde dat de voorstellen een regionale en Europese dimensie aan energieleveringszekerheid geven, dat consumenten daarbij op de eerste plaats komen en dat energiearmoede geadresseerd moet worden.

Lidstaten reageerden vervolgens op het pakket als geheel en op de voor hen belangrijkste onderdelen daarvan. Over het algemeen willen lidstaten zich inzetten voor de doelen van het Parijs Akkoord en de Energie Unie en werd het belang van de conclusies van de Europese Raad van oktober 2014 en maart 2015 benadrukt. De meeste lidstaten ondersteunden derhalve het Winterpakket als geheel maar plaatsten kanttekeningen daar waar de voorstellen wat hen betreft afwijken van de Raadsconclusies of waar wat hen betreft te veel van de nationale bevoegdheden overgeheveld worden naar het Europese niveau. Enkele lidstaten – met name Polen, maar ook Hongarije en Slowakije – waren kritisch over het pakket als geheel en stelden dat het lidstaten te weinig ruimte laat om op nationaal niveau de energiemix te bepalen, inclusief opties als kolen. Diverse andere lidstaten noemden ook het recht de eigen energiemix in te vullen maar hebben hierbij juist een meer ambitieus transitiepad voor ogen. Net als Nederland benadrukten onder meer Oostenrijk, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en België het belang van een kosteneffectieve invulling van de energietransitie.

Wat betreft de governance van de Energie Unie stelden onder meer Duitsland en Denemarken dat een stevig governancemodel met bindende regels nodig is om te zorgen dat de gezamenlijke doelen gehaald worden. Vele lidstaten, waaronder Spanje, Litouwen, Estland, het Verenigd Koninkrijk en ook Nederland, gaven daarbij aan dat op nationaal niveau wel enige flexibiliteit nodig is. De meeste lidstaten vinden de deadline van 1 januari 2018 voor het eerste concept van de Integrale Nationale Energie- en Klimaatplannen ambitieus maar gaan aan de slag.

Wat betreft de herziening van de richtlijnen voor energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en energieprestaties van gebouwen brachten lidstaten verschillende punten naar voren. Diverse Oost-Europese landen en Italië gaven aan dat bij de energieprestaties van gebouwen meer rekening gehouden moet worden met nationale omstandigheden. Enkele lidstaten, waaronder België en Roemenië, gaven specifiek aan problemen te zien bij het energie-efficiëntiedoel van 30%, terwijl Frankrijk stelde dat het hogere doel past bij de ambitie van het Parijs Akkoord. Spanje en Portugal brachten naar voren dat meer aandacht en steun nodig is voor energie-efficiëntie op de korte termijn, mede in het kader van het draagvlak en de aanpak van energiearmoede. Het merendeel van de lidstaten stond achter de beoogde doelen voor hernieuwbare energie en benadrukte het belang van een effectieve markt. Wel waren de meeste lidstaten, waaronder ook Nederland, ontevreden met de bepaling dat subsidiesystemen verplicht open moeten staan voor buitenlandse projecten. Diverse lidstaten gingen daarnaast in op de duurzaamheidscriteria voor biomassa. Zweden stelde dat groei van alle duurzame vormen van biomassa gestimuleerd moet worden. Tsjechië gaf aan dat investeringen in de eerste generatie biomassa ook beschermd dienen te worden.

Het marktontwerp van de elektriciteitsmarkt werd door diverse lidstaten, net als Nederland, genoemd als prioriteit: een goed functionerende interne energiemarkt is de basis voor voorzieningszekerheid, duurzaamheid en betaalbaarheid van de energievoorziening. Met name de lidstaten met een hoog aandeel hernieuwbaar vermogen in de energiemix zien de noodzaak tot het verbeteren van de flexibiliteit in het systeem, maar kijken net als Nederland wel met een kritische blik naar het overhevelen van nationale verantwoordelijkheden naar het regionale niveau en naar de bevoegdheden van ACER (Agency for the Cooperation of Energy Regulators). Regionale samenwerking werd meer in den brede wel ondersteund door alle lidstaten. De meningen verschilden over nationaal ingrijpen in de markt, specifiek in het geval van gereguleerde prijzen voor eindgebruikers en de vormgeving van capaciteitsmechanismen. Tsjechië was net als Nederland voorstander van zo min mogelijk verstoring van de markt. Diverse andere Oost-Europese lidstaten wilden echter meer mogelijkheden tot nationaal ingrijpen behouden. Het versterken van de rechten van de consument werd in algemene zin door lidstaten als positief ervaren.

In het kader van regionale samenwerking benadrukten Mediterrane landen, waaronder Spanje, Portugal, Italië, Griekenland en Cyprus, de beperkte interconnectie (aansluiting op het Europese net), waardoor de doelen van de Energie Unie voor hen niet even makkelijk te behalen zijn. Portugal pleitte zelfs voor een bindend doel voor interconnectiviteit. Ierland benadrukte de specifieke afhankelijkheid van de Britse markt. De Baltische staten gaven aan meer verbinding met de Europese energiemarkt en minder met de Russische markt na te streven.

Met betrekking tot de onderhandelingen over het volledige Winterpakket gaf het merendeel van de lidstaten aan dat afronding in 2017 zeer ambitieus zou zijn. Eurocommissaris Canete gaf in een reactie aan dat investeerders en stakeholders snel duidelijkheid nodig hebben en dat het EP toegezegd heeft in november tot een standpunt te komen. De EP-verkiezingen zullen in 2019 plaatsvinden. Om het proces te versnellen zal de Commissie in gesprek gaan met lidstaten met zorgen of specifieke wensen. Het Maltese voorzitterschap concludeerde dat nationale omstandigheden goed meegenomen moeten worden en dat tegelijkertijd snelheid gemaakt moet worden. In juni streeft het voorzitterschap naar een gezamenlijk standpunt van de Raad op de voorstellen voor energie-efficiëntie en energieprestaties van gebouwen.

Diversenpunten

De Raad werd door het Maltese voorzitterschap geïnformeerd over de stand van zaken rondom de triloog-onderhandelingen over de herziening van de Richtlijn energielabelling en de herziening van de Verordening betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Verordening 94/2010. Het voorzitterschap wil in maart op beide voorstellen tot een compromis komen en gaf aan dat hierbij nog enige flexibiliteit van lidstaten gevraagd zal worden. Naar aanleiding van een brief van de voorzitter van de EP-commissie voor industrie, onderzoek en energie (ITRE) vroegen Litouwen, Denemarken, Zweden, Roemenië en Estland de Commissie om een helder standpunt over de noodzakelijkheid van en, meer in het bijzonder, het juridische kader voor Nord Stream 2. De Commissie gaf aan grote twijfels te hebben over de noodzaak van de extra aanvoercapaciteit die met het project wordt gerealiseerd. Over het juridische kader zal de Commissie contact opnemen met de Duitse toezichthouder, omdat die naar haar mening als eerste aan zet is aangezien Nord Stream 2 in Duitsland aanlandt. Op die manier wil de Commissie voorkomen dat een juridisch vacuüm ontstaat. Verder informeerde de Tsjechische delegatie de Raad over de aankomende bijeenkomst van het European Nuclear Energy Forum op 22 en 23 mei 2017 in Praag en informeerde de Commissie de Raad over de Ocean Energy Roadmap die is overeengekomen tijdens het Ocean Energy Forum van november 2016.


X Noot
1

Brief D(2017)8704 «Diversification of energy routes and suppliers: an essential complementary measure for the success of the EU Energy Union objectives» 23-02-2017.

Naar boven