Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 21501-08 nr. 654 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 21501-08 nr. 654 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2016
Graag informeer ik u over de uitkomsten van de Buitengewone Milieuraad die op 30 september 2016 plaatsvond in Brussel.
Ik ben verheugd over de bereikte resultaten. De unanieme instemming van 28 lidstaten met het besluit om het Parijs Akkoord goed te keuren en te ratificeren toont aan dat de Unie eensgezind is in haar externe optreden en het Parijs Akkoord zeer serieus neemt. Naast instemming over ratificatie bereikte de Raad overeenstemming over de conclusies ter voorbereiding op de 22e Conferentie van Partijen bij het klimaatverdrag, COP 22 in Marrakesh.
Ratificatie Parijs Akkoord
Op 3 september 2016 brachten China en de Verenigde Staten het mondiale proces voor inwerkingtreding van het Parijs Akkoord in een stroomversnelling door het Akkoord te ratificeren. Dit heeft na een zeer snel coördinatie- en onderhandelingsproces tot een unaniem akkoord van de lidstaten geleid over het besluit tot de sluiting (de ratificatie), namens de Europese Unie, van het Parijs Akkoord. Het besluit geeft ruimte om als Unie separaat, en eerder dan collectief met alle lidstaten tegelijk mogelijk zal zijn, te ratificeren.
De Raad heeft met het besluit een verklaring aangenomen waarin onderstreept wordt dat dit besluit geen precedent is voor andere ratificatieprocessen en dat het niet vooruitloopt op de essentiële rol die nationale parlementen hebben bij de ratificatieprocessen van lidstaten, dat de ratificatie door de Unie en de deelname door de Unie aan de eerste bijeenkomst van partijen bij het Parijs Akkoord (CMA1) geen invloed heeft op de competentieverdeling tussen de lidstaten en de Unie en dat de Europese Commissie en de lidstaten op de gebruikelijke wijze blijven samenwerken in het UNFCCC onderhandelingsproces. Tevens refereert de verklaring aan de conclusies van de Europese Raad van oktober 2014 met betrekking tot het 2030 klimaat- en energiekader en wordt bevestigd dat lidstaten aan de Europese Raad kunnen vragen elementen van dat kader te agenderen.
Inmiddels heeft het Europees parlement op 4 oktober ingestemd met het door de Raad voorgestelde besluit en is het besluit op 5 oktober definitief geworden waarna de Unie en 7 lidstaten (Frankrijk, Duitsland, Portugal, Slowakije, Oostenrijk, Malta en Hongarije, op 7 oktober gevolgd door Polen) hun instrumenten van bekrachtiging in New York hebben gedeponeerd. Daarmee is op 5 oktober aan de voorwaarden voor inwerkingtreding van het Parijs Akkoord voldaan. Het UNFCCC secretariaat heeft inmiddels officieel bevestigd dat het Akkoord op 4 november 2016 in werking zal treden. Dat het Parijs Akkoord al elf maanden na het bereiken van het akkoord in werking kan treden is een sterk signaal richting overheden, bedrijven, investeerders en burgers, dat de betrokken landen staan voor het Akkoord.
Conclusies ter voorbereiding van COP22
De Raad nam zonder discussie conclusies aan ter voorbereiding op de 22e Conferentie van Partijen bij het klimaatverdrag, COP22 in Marrakesh.
De conclusies verwelkomen onder andere het besluit van de Raad tot ratificatie van het Parijs Akkoord door de EU en steunen een inclusieve benadering zodat ook landen die nog niet hebben kunnen ratificeren kunnen deelnemen en bijdragen aan de verdere uitwerking van het akkoord. De conclusies benadrukken het belang van een gebalanceerde implementatie van de afspraken van Parijs en van uitvoering van de Sustainable Development Goals voor het behalen van de doelen van het Parijs Akkoord. De conclusies refereren aan het implementatietraject dat de EU al heeft ingezet met de door de Commissie gedane voorstellen in het kader van het 2030 klimaat- en energiepakket en benadrukken de toezegging om ervaringen te delen en steun te verlenen bij de ontwikkeling en implementatie van ambitieus klimaatbeleid.
Over COP22 onderstrepen de conclusies dat het een «actie- en implementatie COP» is waar de voortgaande mondiale betrokkenheid bij ambitieuze klimaatacties getoond moet worden. De COP moet daarnaast voortgang boeken bij de uitwerking van de gedetailleerde implementatieregels van Parijs, zich voorbereiden op inwerkingtreding van het akkoord en zorgen voor gebalanceerde implementatie van mitigatie, adaptatie en ondersteuning. Daarbij horen een snelle afronding van de evaluatie van het internationale Warschau Mechanisme voor verlies en schade en het Adaptatiecomité, het operationaliseren van het Parijs Comité voor Capaciteitsopbouw en de verdere ontwikkeling van het raamwerk voor transparantie van acties en ondersteuning. De conclusies benadrukken het belang van versterkte klimaatactie vóór 2020 en onderstrepen de rol van multilaterale samenwerking onder het klimaatverdrag en vrijwillige samenwerking door middel van de Global Climate Action Agenda, waaronder die van decentrale overheden, steden en bedrijven. Tevens wordt de rol van koolstofbeprijzing genoemd en worden de initiatieven op dat terrein verwelkomd.
Tot slot kijken de conclusies uit naar ambitieuze resultaten onder het Montreal Protocol met betrekking tot fluorkoolwaterstoffen (HFK’s), steunen de conclusies de onderhandelingen van ICAO over het aannemen van een Global Market Based Mechanism (waar inmiddels een akkoord is bereikt) en dringen de conclusies er bij de IMO op aan emissies van internationale zeevaart zodanig aan te pakken dat ook deze sector zijn eerlijke aandeel in de mondiale mitigatie inspanning gaat bijdragen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-08-654.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.