21 501-08 Milieuraad

Nr. 544 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 januari 2015

Bijgaand bied ik u het verslag aan van de Milieuraad die op 17 december in Brussel werd gehouden.

Tijdens de Milieuraad bereikte de Raad een politiek akkoord over de voorstellen voor monitoring, rapportage en verificatie van maritieme CO2-emissies (MRV), vermindering van het verbruik van lichte plastic draagtassen, de ratificatie van de tweede verbintenisperiode van het Kyoto Protocol en een algemene oriëntatie op de richtlijn voor middelgrote stookinstallaties. Ook is tijdens de Milieuraad stilgestaan bij de voortgang van het afvalpakket en het voorstel van de Commissie voor het terugtrekken van de mededeling circulaire economie.

De volgende Milieuraad zal plaatsvinden op 6 Maart te Brussel. Dit zal ik met u bespreken tijdens het voorafgaande AO dat uw Kamer heeft geagendeerd op 4 maart.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Verslag

Op 17 december vond in Brussel onder het Italiaans voorzitterschap de Milieuraad plaats. Het Italiaans voorzitterschap nam afscheid en het nieuwe voorzitter Letland stelde zich voor.

Namens het Nederlands kabinet waren de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Wilma Mansveld, en de Plaatsvervangend Vertegenwoordiger van Nederland bij de EU, Wepke Kingma, aanwezig. Namens de Commissie waren Eurocommissarissen Arias Cañete (klimaat en energie), Karmenu Vella (milieu, maritieme zaken en visserij) en Neven Mimica (internationale samenwerking en ontwikkeling) aanwezig. Ook was UNEP-directeur Achim Steiner aanwezig voor de bespreking van het post-2015 ontwikkelingsraamwerk.

Monitoring, rapportage en verificatie van maritieme CO2-emissies (MRV)

Het Italiaans Voorzitterschap heeft het voorstel voor monitoring, rapportage en verificatie van kooldioxide-emissies door maritiem vervoer op de Milieuraad geagendeerd voor politieke besluitvorming. Het Voorzitterschap is in de onderhandelingen met het Europees parlement tot een compromis gekomen.

De meerderheid van de lidstaten, waaronder de grote lidstaten, gaven tijdens de Raad aan het compromis te accepteren en tevreden te zijn dat het voorstel zoveel mogelijk aansluit bij de discussie binnen IMO. Enkele zuidelijke lidstaten konden het akkoord niet steunen en prefereerde een mondiale aanpak. Nederland steunde het akkoord maar uitte haar zorgen over de berekening van de energie-efficiëntie tussen schepen en gaf aan dat deze elementen verder uitgewerkt moeten worden om een eerlijke vergelijking te garanderen. Samen met twee andere lidstaten legde Nederland een schriftelijke verklaring af waarin zij dit punt onderstreepten en het belang dat lidstaten een constructieve rol blijven spelen in de IMO onderhandelingen voor een mondiaal systeem.

De Commissie steunde het akkoord dat tussen de Raad en het parlement is bereikt. De Commissie zag het voorstel als een politiek signaal richting de internationale gemeenschap en hoopte dat het akkoord de bespreking binnen het Internationale Maritieme Organisatie (IMO) over een mondiaal MRV systeem zal versnellen.

Vermindering van het verbruik van lichte plastic draagtassen

De Raad stemde in met het politiek akkoord dat het Voorzitterschap met het Europees parlement bereikte over de wijziging van de verpakkingenrichtlijn met het oog op de reductie van het gebruik van plastic tassen.

Plastic tassen komen nu buitenproportioneel veel voor in marien afval en hebben een groot milieu impact. In 2013 heeft de Raad de Commissie gevraagd dit probleem op EU niveau te adresseren. Wegens gebrek aan EU regels voor tassen hebben diverse lidstaten hier op nationaal niveau al maatregelen voor genomen.

De Commissie verwelkomde het compromis en benadrukte dat onder Europese burgers er breed draagvlak is voor het terugdringen van verbruik en zwerfafval van plastic tasjes. Ook biedt het voorstel lidstaten voldoende flexibiliteit bij de implementatie.

Ratificatie van de tweede verbintenisperiode van het Kyoto Protocol

De Raad bereikte een akkoord en stemde in met het ratificatiebesluit van de wijziging van Doha van het Protocol van Kyoto, de gezamenlijke nakoming van opgenomen verplichtingen in dit kader en de deelname van IJsland hieraan. Het ratificatiebesluit zal voor instemming aan het Europees parlement worden voorgelegd.

Om de positie van de EU in de mondiale onderhandelingen te waarborgen moeten lidstaten nationale ratificatieprocedures vóór de klimaattop in Parijs en uiterlijk het derde kwartaal van 2015 afronden.

Middelgrote Stookinstallaties

De Raad bereikte een akkoord over een tekst voor een algemene oriëntatie voor de richtlijn voor middelgrote stookinstallaties. Enkele lidstaten konden niet akkoord gaan met het voorstel in verband met hun nationale energiemix. Een deel van de lidstaten sprak zich uit over het lage ambitieniveau van het voorstel maar steunde het voorstel desondanks.

Nederland onderstreepte dat bronmaatregelen noodzakelijk zijn om grensoverschrijdende luchtvervuiling terug te dringen en de eigen luchtkwaliteit te verbeteren. Nederland vond de bestaande tekst niet ambitieus genoeg en benadrukte dat het compromisvoorstel vermindering van emissies in de komende 15–20 jaren niet stimuleert terwijl de benodigde instrumenten hiervoor wel aanwezig zijn. Nederland onthield zich daarom van stemming. Ook gaf Nederland aan dat zij de brief van België en 10 andere lidstaten aan de Commissie over het afval- en luchtkwaliteitpakket steunt en dat zij hoge verwachtingen heeft van het Commissiewerkprogramma dat 16 december werd gepresenteerd.

De Commissie kondigde aan dat het luchtkwaliteitpakket niet als geheel zal worden teruggetrokken maar dat voor de nationale emissieplafonds (NEC) in 2015 een gewijzigd voorstel zal worden ingediend, samen met de uitwerking van het 2030 klimaat- en energiepakket. De Commissie betreurde dat de positie van de Raad voor middelgrote stookinstallaties minder ambitieus was dan het oorspronkelijke Commissievoorstel. Wel was de Commissie blij dat met het voorstel het deel van de installaties dat nog niet was gereguleerd, nu ook onder EU-wetgeving zal vallen.

Een overkoepelende en transformatieve post 2015-agenda

In aanloop naar onderhandelingen over de post-2015 ontwikkelingsagenda, de opvolger van de huidige Millennium Ontwikkelingsdoelen die dit jaar aflopen, heeft het Voorzitterschap de raadsconclusies voor het onderhandelingsmandaat geagendeerd en de directeur van het VN-Milieuprogramma (UNEP), Achim Steiner, uitgenodigd.

De UNEP-directeur gaf een keynote speech over zijn visie op de post 2015-agenda en het traject naar de Post-2015 Top in september 2015. In zijn speech benadrukte dhr. Steiner dat universaliteit en integratie kernconcepten van de agenda zijn. Hierdoor wordt van ontwikkelde landen verwacht dat ook zij hun ambities zullen verhogen. Ook onderstreepte hij dat milieu in de agenda gewaarborgd moet blijven. Milieumaatregelen zouden gezien moeten worden als aanjager van groei, innovatie en werkgelegenheid.

De Commissie gaf aan dat de raadsconclusies die de Raad van Buitenlandse Zaken en Ontwikkeling op 16 december heeft aangenomen over de post-2015 agenda niet te streng zijn en deze de EU in staat stellen om een constructieve rol te spelen in de onderhandelingen. De EU is immers de grootste donor van ontwikkelingssamenwerking en zou daarmee een «driver of change» moeten zijn. Voor de EU is het van belang om met één stem te spreken en de raadsconclusies geven een duidelijke, gezamenlijke positie. De Commissie gaf verder aan volgend jaar een mededeling te publiceren over de opvolging van de duurzame ontwikkelingsdoelen.

Voortgang inzake het afvalpakket

In verband met de laatste ontwikkelingen rondom het commissiewerkprogramma heeft het Italiaans Voorzitterschap aan het begin van de vergadering een agendapunt toegevoegd over de voortgang van het afvalpakket.

Lidstaten maakten van de gelegenheid gebruik om te reageren op het werkprogramma en de overgrote meerderheid sprak hun teleurstelling uit over het terugtrekken van het afvalpakket. Ook vroegen lidstaten om meer duidelijkheid over hoe de Commissie het standpunt van de Raad en parlement op het commissiewerkprogramma zou betrekken. Daarnaast werd verduidelijking gevraagd over waar een herzien voorstel voor circulaire economie en afval zich op zou richten. Het Voorzitterschap gaf aan dat hard gewerkt is aan het afvalpakket en de tekst over circulaire economie en dat het pakket bijdraagt aan groei, werkgelegenheid en het versterken van het Europees concurrentievermogen. Ook de Europese instellingen hebben dit herhaaldelijk benadrukt.

De Commissie benadrukte dat ze het Europese parlement bij de presentatie aldaar en (de lidstaten tijdens) de Raad nu goed hebben gehoord en dat ze dit zullen betrekken in het vervolg. De Commissie onderstreepte dat grondstofefficiëntie belangrijk is voor de EU en dat een vernieuwd voorstel juist meer ambitieus zou zijn en meer rekening zou houden met de omstandigheden van lidstaten. Een nieuw voorstel zou zich niet alleen richten op afval maar zou de hele productiecyclus betreffen. Daarnaast wil de Commissie blijven investeren in circulaire economie en zal dit ook worden gereflecteerd in het Europese fonds voor strategische investeringen.

Diverse punten

De Raad heeft vooruitgang geboekt in de behandeling van het voorstel voor een marktstabiliteitsreserve (MSR) voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten. Voor de Commissie is de MSR een topprioriteit en zij zal voordat hier overeenstemming over is bereikt tussen de Raad en het Europees parlement geen verdere voorstellen voor versterking en hervorming van het ETS indienen. Er bestond nog geen gemeenschappelijke visie onder lidstaten. Oost-Europese lidstaten spraken zich uit tegen eerdere ingang van de MSR, waaronder enkele lidstaten ook tegen het storten van gebackloade rechten in de reserve. Andere lidstaten, waaronder de grote lidstaten, willen daarentegen juist dat het MSR eerder ingaat (2017) en dat de gebackloade rechten niet terugkomen op de markt maar rechtstreeks in de reserve worden gestort.

De Voorzitter gaf beknopte informatie over enkele recente internationale bijeenkomsten op klimaat- en milieugebied.

  • Op de 6de zitting van het intergouvernementeel comité over Kwik (INC 6) (Bangkok, 3–7 november 2014) zijn vorderingen geboekt t.a.v. onder andere de controle op de internationale handel in kwik en het financieel mechanisme.

  • Bij de 11de bijeenkomst over het verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (CoP11 CMS, Quito, Ecuador, 4–9 november 2014) waren alle door de EU voorgestelde soorten aan de bijlagen toegevoegd, evenals de door andere Partijen voorgestelde soorten.

  • Bij de 10de CoP voor het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag bleek dat het EU voorstel om HFCs onder het Montreal Protocol (MP) te brengen steeds meer steun ontvangt, ook van ontwikkelingslanden. Verwachting is dat in 2015 een amendement van het Protocol zal worden ingediend om HFCs onder de werkingssfeer van het MP te brengen.

  • In Geneve vond de 8ste bijeenkomst over het Verdrag van Helsinki inzake grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen (CoP 8 TEIA) plaats waarbij goede voortgang werd geboekt in de context van Seveso III.

  • Bij de Klimaattop in Lima (CoP 20 CMP 10, 12 december 2014) zijn cruciale stappen gezet richting een mondiaal klimaatakkoord. De EU zal de 40% CO2 reductie doelstelling moeten vertalen in voorgenomen nationaal bepaalde bijdragen (INDCs), hiervoor zal de Commissie in het eerste kwartaal van 2015 een mededeling uitbrengen.

Er was steun voor het REACH-UP initiatief waarin zeven lidstaten (waaronder Nederland) de Commissie opriepen meer haast te maken met een aantal dossiers op het gebied van chemische stoffen. Daarbij werden vooral de hormoonverstorende stoffen en nano-materialen als groot probleem genoemd. Er werd door lidstaten aandacht gevraagd voor het beperken van de impact op het (midden en klein) bedrijfsleven en voor het verbeteren van de kwaliteit van de REACH dossiers. De Commissie kondigde aan in 2016 met wijzigingen te komen die deze zaken aanpakt.

Ook werd gesproken over de notitie die de vier lidstaten (waaronder Nederland) inbrachten om meer aandacht te vragen voor de eliminering van microplastics uit producten. De vier riepen de Commissie op om het voortouw hierin te nemen. In reactie hierop gaf de Commissie aan binnenkort een onderzoek te starten over het vervangen van microplastics in cosmetica en dat zij graag van Lidstaten hoort welke maatregelen zij hier nationaal voor treffen.

De Voorzitter (VZ) stelde vast dat het handvest van Rome inzake natuurlijk en cultureel kapitaal tijdens de bijeenkomst van Natuurdirecteuren is goedgekeurd. Het handvest richt zich op handhaven het culturele en sociale diversiteit, geleverd door ecosystemen en sluit aan bij de vergroening van de EU 2020 strategie en Natura 2000. Het charter zal moeten worden geïntegreerd in sectoraal beleid waarbij biodiversiteit prioriteit moet krijgen in de Europese agenda.

Er werd kort stil gestaan bij een recente uitbraak van veteranenziekte in Portugal waarbij 336 mensen waren getroffen en 12 doden zijn gevallen. De oorzaak van de de uitbraak bleek aerosolen uit koeltorens te zijn. Bestaande BAT referentie (BREF) documenten voor industriële emissies hebben eraan bijgedragen dat het Portugese respons op de uitbraak effectief was. Naar aanleiding hiervan werd verzocht de documenten uit 2001 te updaten en gewezen op dat een update in feite elke 3 jaar moet plaats vinden.

Het Lets Voorzitterschap van de Raad lichte kort haar werkprogramma voor het komende half jaar toe en gaf aan zich te willen richten zich op integraal beleid in het kader van slimme en duurzame groei. Naast groei en banen is «duurzaamheid» van belang. De Milieuraad zal zich in maart buigen over de herziening van de Europa 2020 strategie en het vergroenen van het Europees semester. Ook zal er worden gesproken over hoe de milieudimensie in de post-2015 agenda kan worden versterkt. Daarnaast zullen zij zich richten op onderhandelingen met het Europees parlement over de NEC voorstellen,het marktstabiliteitsmechanisme voor ETS en de voorbereiding van de EU bijdragen aan de internationale klimaatonderhandelingen.

Naar boven