De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Commissie voornemens is om de teelt van maistype 1507
toe te staan;
constaterende dat negentien lidstaten en het Europees Parlement zich tegen de toelating
van deze genmais hebben gekeerd, onder andere omdat er gerede twijfels bestaan omtrent
de effecten van de mais en het bijbehorende pesticide glufosinaat op andere organismen
zoals zoogdieren, vlinders en bijen;
constaterende dat de Kamer middels het aannemen van motie 33 750-XIII, nr. 113 de regering heeft verzocht zich tegen de toelating van deze mais te verzetten;
constaterende dat de Europese Commissie mogelijkheden heeft om het voorstel voor toelating
van de teelt van maistype 1507 in te trekken, waaronder door het vragen van hernieuwd
advies aan de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) over de effecten van het
gebruik van glufosinaat bij deze mais, aangezien dit in de eerdere beoordelingen niet
is meegenomen;
constaterende dat twaalf lidstaten een brief hebben geschreven aan Commissaris Borg
om het voorstel voor toelating van maistype 1507 in te trekken;
constaterende dat de Nederlandse regering deze brief niet heeft ondertekend;
verzoekt de regering, alles op alles te zetten om de toelating van de teelt van maistype
1507 tegen te houden;
verzoekt de regering tevens, in ieder geval een brief aan de Europese Commissie te
sturen waarin wordt opgeroepen om alle mogelijkheden te benutten om het voorstel voor
de toelating van de teelt van de genmais 1507 in te trekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand
Klaver
Van Gerven