21 501-08 Milieuraad

Nr. 451 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2013

Met deze brief bied ik u het verslag aan van de Milieuraad die plaatsvond op 17 december 2012 in Brussel.

Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik uw Kamer op de hoogte te stellen van drie akkoorden in eerste lezing die zijn bereikt onder Cypriotisch EU-Voorzitterschap. Dit zijn akkoorden die zijn bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement over voorstellen van de Europese Commissie. Deze akkoorden worden door de Raad als hamerstuk afgedaan. Ze zijn niet besproken tijdens de Milieuraad van december en komen niet terug in het verslag. Het betreft akkoorden voor de dossiers: MMR (Monitoring and Measuring Regulation, Verordening over monitoring en rapportage van broeikasgasemissies), LULUCF (Land Use, Land Use Change and Forestry, besluit over landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw) en een verordening over de markttoelating van 2-, 3- en 4-wielers (bromfietsen, motoren en quads).

De MMR verordening stelt vast hoe lidstaten hun prestaties ten aanzien van de doelen van het Kyoto Protocol meten en rapporteren. De inhoud van het akkoord sluit nauw aan bij de regels hiervoor die op internationaal niveau onder het klimaatverdrag zijn afgesproken. De nieuwe verordening schrijft wel jaarlijkse rapportages over klimaatfinanciering voor, dit is een hogere frequentie dan onder het mondiale klimaatverdrag is afgesproken. Nederland kan hiermee instemmen omdat Nederland al jaarlijks rapporteert in het kader van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling).

Het besluit van de Raad en het EP over LULUCF stelt vast hoe de effecten van (veranderingen in) landgebruik en bosbouw meegenomen worden in de klimaatboekhouding van lidstaten. Ook hier geldt dat de inhoud nauw aansluit bij de internationale afspraken onder het klimaatverdrag. Het besluit verplicht lidstaten om te rapporteren over de LULUCF acties die ze ondernemen, maar het opstellen van een LULUCF actieplan is niet verplicht. Daarnaast wordt de verplichte boekhouding voor grasland- en akkerlandbeheer stapsgewijs ingevoerd zodat deze niet al in 2013 verplicht is. Hiermee sluit het resultaat aan bij de internationale ontwikkelingen en Nederland kan hiermee tevreden zijn.

In de verordening ten aanzien van de markttoelating van 2-, 3- en 4-wielers worden eisen gesteld aan zowel de veiligheid van deze voertuigen als aan de emissies. (Dit is een ander voorstel dan de voorstellen over CO2-emissies van personenvoertuigen en lichte bedrijfswagens die tijdens de Milieuraad aan de orde zijn geweest). Onder andere worden de Euro normen uitgebreid, dit zijn uitstootnormen voor motorvoertuigen voor onder andere fijn stof en de uitbreiding hiervan moet leiden tot een aanzienlijke verbetering van de luchtkwaliteit. De eisen die vanaf 2020 gelden voor nieuwe motorfietsen zijn vergelijkbaar met de uitstootnormen die nu gelden voor auto’s en nieuwe brommers zullen 95% schoner zijn dan nu. Nederland heeft groot belang bij bronmaatregelen op gebied van de luchtkwaliteit en heeft zich dan ook sterk ingezet voor dit eindresultaat.

Ik verwacht uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Verslag EU Milieuraad 17 december 2012

Samenvatting

Op 17 december vergaderde de Milieuraad in Brussel. Tijdens deze vergadering wisselde de Raad van gedachten over de recente mededeling van de Commissie inzake de jaarlijkse groeianalyse en het tegelijkertijd verschenen voorstel voor een zevende milieuactieprogramma. Daarnaast nam de Raad conclusies aan over de blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren die de Commissie in november uitbracht. De Raad is positief over zowel de blauwdruk water als het voorstel voor een nieuw milieuactieprogramma. Beiden hebben onder andere tot doel de implementatie van het Europese milieubeleid te verbeteren en hieraan hecht de Raad belang. Ook prees de Raad het maatwerk die de blauwdruk water voorstaat. De Raad steunt de prioritaire doelstellingen die de Commissie in het voorstel voor een nieuw milieuactieprogramma op heeft genomen. Ten aanzien van de jaarlijkse groeiraming wil de Raad meer nadruk op duurzaamheid. Vergroening van het belastingstelsel wordt als een belangrijke maatregel gezien om te komen tot een duurzamere economie. Onder diversenpunten is uitgebreid gesproken over de in onderhandeling zijnde voorstellen ter vaststelling van de CO2-emissienormen voor voertuigen voor de periode tot 2020. De posities op dit dossier lopen nog ver uiteen. De Raad heeft kort stilgestaan bij de diverse voorstellen ten aanzien van het EU Emissiehandelsysteem (ETS) en het voorstel voor herziening van de m.e.r.-richtlijn. De overige diversenpunten zijn zonder discussie gepasseerd. Tijdens de lunch heb ik met mijn collega’s gesproken over de klimaatconferentie in Doha en de acties die voor Europa hieruit voortvloeien.

Blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren

De raadsconclusies die het Voorzitterschap aan de Raad voorlegde verwelkomen de blauwdruk water die de Commissie op 14 november publiceerde. De Raad kon de conclusies unaniem steunen, inclusief een zinsnede over het voorkomen van onduurzaam gebruik van water die op verzoek van de Commissie hierin is opgenomen. Over de blauwdruk zelf waren lidstaten zeer positief. De Commissie werd geprezen om de insteek van deze mededeling, die zich richt op maatwerk door vooral uit te gaan van ontwikkeling van (niet bindende) richtsnoeren. Deze moeten lidstaten handvatten geven om diverse lastige onderdelen van het bestaand EU waterbeleid te implementeren. Een aantal lidstaten ging in op de onderwerpen die bij het ontwikkelen van deze richtsnoeren prioriteit zouden moeten krijgen, bijvoorbeeld de berekening van waterbalansen binnen een watersysteem om te zorgen dat de allocatie van water binnen ecologisch verantwoorde marges blijft.

De Commissie overweegt nieuwe regelgeving voor de kwaliteit van gezuiverd rioolwater wanneer dit wordt gebruikt voor irrigatie van landbouwgewassen. Een aantal lidstaten dat kampt met droogteproblematiek wil graag regelgeving op dit terrein. Verder pleitte een aantal lidstaten voor een betere aansluiting tussen doelstellingen voor de chemische waterkwaliteit en het Europese beleid voor toelating van stoffen. Ook integratie van waterdoelen in landbouwbeleid en het verbeteren van financiële instrumenten voor watermaatregelen kreeg veel aandacht.

Ook Nederland heeft zich positief uitgesproken over de blauwdruk water en heeft daarbij aangedrongen op goede prioritering van de hierin genoemde acties. Daarnaast heeft Nederland waardering uitgesproken voor de samenwerking en afstemming die plaatsvindt in de internationale riviercommissies en aangegeven graag in gesprek te willen gaan over de bijdrage die het waterbeleid kan leveren aan duurzame ontwikkeling. Hierbij is het belangrijk kritisch te blijven kijken naar de inhoud en systematiek van het Europees waterbeleid.

Jaarlijkse groeiraming in het kader van het Europees semester

Het Voorzitterschap vroeg de lidstaten in te gaan op de belemmeringen die zij ervaren voor de gang naar een hulpbronefficiënte economie en elementen aan te reiken voor de bredere bespreking van het Europees semester tijdens de Europese Raad in het voorjaar van 2013. Bij de aanvang van de bespreking deelde de Commissie informatie uit over het werk van het High Level Platform dat de komende tijd werkt aan de ontwikkeling van indicatoren voor hulpbronefficiëntie. Veel lidstaten uitten hun waardering voor het werk van dit platform dat moet leiden tot beter inzicht over de voortgang op gebied van economische verduurzaming. Voor wat betreft de maatregelen waarmee deze verduurzaming kan worden gerealiseerd kreeg fiscale vergroening de meeste aandacht. Veel lidstaten zien verschuiving van de belastinggrondslag richting milieudruk en het afschaffen van milieuschadelijke subsidies als onontbeerlijke stappen om te komen tot een duurzame economie.

Een aantal lidstaten kampt momenteel met grote problemen rond werkgelegenheid en zet daarom extra in op het creëren van groene banen. Er was ook aandacht voor de rol van bewustwording in de beïnvloeding van het gedrag van consumenten. Voor wat betreft concrete voorstellen om de rol van duurzaamheid in het Europees semester te versterken is het voorstel gedaan om een vaste bijlage van de jaarlijkse groeianalyse aan dit onderwerp te wijden. Daarnaast is de oprichting van een High Level Group geopperd om zich te buigen over de stappen die noodzakelijk zijn voor vergroening van de economie. Ook over dit voorstel trok de Milieuraad geen conclusies.

Nederland heeft waardering uitgesproken voor de aandacht die duurzaamheid krijgt in het Europees semester en aangedrongen op meer coördinatie vanuit de Commissie bij de verdere implementatie van de routekaart naar een efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Nederland hecht eraan dat externe milieukosten in kaart worden gebracht en doorberekend aan de gebruiker. Nederland is ingegaan op het belang van de overgang naar een circulaire economie en heeft aangeboden om onze ervaringen met het heffen van groene belastingen te delen.

Zevende milieuactieprogramma

Het Voorzitterschap vroeg de lidstaten in te gaan op de negen prioritaire doelen die de Commissie in het voorstel voor een nieuw milieuactieprogramma beschrijft. De lidstaten waren gevraagd aan te geven of deze doelen de lading dekken en voldoende zijn om de Europese beleidsvoornemens voor de periode tot 2020 te halen. De lidstaten reageerden positief op de structuur die de Commissie heeft gekozen voor het milieuactieprogramma en de negen doelen die hierin zijn benoemd kunnen in het algemeen rekenen op draagvlak. Wel zien veel lidstaten graag dat de acties die het programma bevat nader worden geconcretiseerd.

Een aantal lidstaten sprak zorgen uit over het tijdspad voor het vaststellen van het milieuactieprogramma door de Raad en het Europees Parlement. Als de onderhandelingen over het voorstel te lang duren zou de implementatie hiervan kunnen stuiten op een beleidsvacuüm door de wisseling van het Europees Parlement in 2014. Veel lidstaten benadrukte het belang van milieu-investeringen vanuit de verschillende Europese financiële instrumenten (cohesiebeleid, plattelandsontwikkeling). Een aantal lidstaten twijfelde aan de haalbaarheid van specifieke elementen van het voorstel, met name de uitfasering van afvalstortplaatsen zal lastig zijn voor sommige nieuwe lidstaten. Enkele lidstaten pleitte voor een stevigere inzet op gezondheid, onder andere via het Europese stoffenbeleid.

Nederland heeft waardering uitgesproken voor de aandacht die de Commissie besteed aan implementatie, integratie van milieudoelen in andere beleidsterreinen, innovatie en internationale samenwerking. Nederland gaf aan behoefte te hebben aan meer concreetheid en zal bij de nadere invulling van de acties in het milieuactieprogramma aandringen op een gedegen effectbeoordeling en onderbouwing voor de gekozen uitwerking, waaronder de instrumentkeuze.

Diversenpunten

EU emissiehandelsysteem ETS

De Commissie gaf een terugkoppeling uit de ICAO Council (International Civil Aviation Organization) waar gesproken wordt over een mondiaal emissiehandelssysteem voor de luchtvaart. Deze internationale ontwikkeling is aanleiding geweest om de inwerkingtreding van het ETS met een jaar uit te stellen voor vluchten van en naar landen buiten de Europese Economische Ruimte.

Vervolgens informeerde de Commissie de Raad over het verslag van de Europese koolstofmarkt waarin voorstellen zijn opgenomen om het EU ETS structureel te versterken en het voorstel dat de Commissie heeft gedaan om een aantal rechten tijdelijk uit de markt te halen (backloading). Polen presenteerde cijfers aan de Raad over de gevolgen van backloading voor de lidstaten. Volgens deze cijfers hebben enkele lidstaten financieel nadeel doordat de toename in de koolstofprijs teniet wordt gedaan door de afname in te veilen rechten in de beginperiode. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door backloading maar ook doordat deze Lidstaten sowieso al minder veilen; zij hebben in de ETS richtlijn de mogelijkheid gekregen om in de elektriciteitssector veilen in te faseren. Een lidstaat bracht in dat de Poolse cijfers, als deze juist zijn, zorgen baren. Een andere lidstaat bracht in dat het belangrijk is om via het ETS meer inkomsten te genereren die in hernieuwbare energie kunnen worden geïnvesteerd.

De Commissie gaf aan dat de door Polen gepresenteerde cijfers op onjuiste uitgangspunten zijn gebaseerd. Als enige lidstaat kon Nederland al steun aan het voorstel tot backloading geven als eerste stap op weg naar een structurele versterking van het ETS. Nederland ziet een hogere jaarlijkse aanscherping van het ETS plafond als mogelijk instrument om het ETS te versterken. Nederland heeft gepleit voor een zorgvuldige voorbereiding van Europese besluitvorming over versterking van ETS, inclusief een consultatie met belanghebbenden. Hierbij heeft Nederland aangegeven dat het definitieve Nederlandse standpunt afhankelijk zal zijn gesprekken met belanghebbenden en de Tweede Kamer.

Verordeningen CO2-normen voor personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen

Het Voorzitterschap presenteerde de voortgang van onderhandelingen in de Raad over twee voorstellen van de Commissie waarmee emissienormen voor 2020 worden vastgesteld voor personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen en gaf daarna lidstaten het woord over deze voorstellen. Met Nederland hebben enkele andere landen gepleit voor aanscherping van de normen voor lichte bedrijfsvoertuigen omdat nu blijkt dat de indicatieve normen die hiervoor eerder zijn afgesproken all in 2014 worden gehaald. Veel andere lidstaten verzette zich hier echter tegen, met als belangrijkste argument dat autoproducenten geen rekening hebben kunnen houden met strengere normen. Een aantal lidstaten pleitte voor het invoeren van een inhaalslag in de periode na 2020. Nederland ziet dit als een mogelijke terugvaloptie, maar wil dan wel dat werk aan de normen voor deze periode snel gestart wordt. Ook voor personenauto’s ziet Nederland graag dat op korte termijn indicatieve normen worden ontwikkeld.

Klimaatconferentie in Doha

Tijdens de lunch is gesproken over de uitkomsten van de klimaatconferentie die van 26 november tot 7 december plaatsvond in Doha, Qatar. Nederland heeft deze gelegenheid aangegrepen om de ambities van de regering op het gebied van klimaat toe te lichten en aan te dringen op een pro-actieve Europese rol bij de ontwikkeling van een nieuw juridisch bindend mondiaal klimaatinstrument. Voor Nederland is van belang dat dit instrument zodanig wordt ingericht dat het aantrekkelijk is voor veel verschillende partijen (zowel ontwikkelde landen als ontwikkelingslanden) om mee te doen.

Monitoring- en rapportage mechanisme

Het Voorzitterschap gaf een korte toelichting op de succesvolle afronding van de onderhandelingen over het voorstel van de Commissie voor een verordening over monitoring en rapportage van broeikasgasemissies (akkoord in eerste lezing).

Landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF)

Het Voorzitterschap gaf een korte toelichting op de succesvolle afronding van de onderhandelingen over het voorstel van de Commissie voor een besluit over de opname van (veranderingen in) landgebruik en bosbouw in de klimaatboekhouding (akkoord in eerste lezing).

LIFE verordening

Het Voorzitterschap informeerde de Milieuraad over de voortgang van de onderhandelingen ten aanzien van het voorstel tot herziening van de LIFE verordening. De Raad heeft inmiddels op hoofdlijnen overeenstemming bereikt, maar onderhandelingen met het Europees Parlement worden pas voortgezet nadat het overkoepelende meerjarig financieel kader is vastgesteld. Op verzoek van de Voorzitter vond over dit onderwerp geen discussie plaats.

Richtlijn prioritaire stoffen in water

Het Voorzitterschap informeerde de Raad over de belangrijkste openstaande punten in de onderhandeling tussen Raad en Europees Parlement over de herziening van de richtlijn prioritaire stoffen. Het belangrijkste punt is het voorstel van de Commissie om drie geneesmiddelen onder te brengen in de richtlijn. Het Europees Parlement heeft als compromis voorgesteld deze stoffen wel in de richtlijn op te nemen maar pas op een later tijdstip normen hieraan te koppelen. Onder Iers Voorzitterschap zullen gesprekken plaatsvinden tussen Raad en Europees Parlement met als doel om te komen tot een akkoord in eerste lezing. Op verzoek van de Voorzitter vond over dit onderwerp geen discussie plaats.

M.e.r.-richtlijn

Het Voorzitterschap gaf een korte terugkoppeling van de start van de onderhandelingen over het voorstel tot herziening van de m.e.r.-richtlijn. Ondanks het verzoek van het Voorzitterschap om tijdens deze Raad af te zien van discussie hebben drie lidstaten geïntervenieerd om zorgen uit te spreken over de uitvoerbaarheid van de richtlijn. In maart 2013 zal de Raad verder debatteren over dit voorstel.

Naar boven