Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2012
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft mij schriftelijk verzocht te
reageren op berichtgeving in de Volkskrant van 6 november jl. over het Europese emissiehandelssysteem
(ETS) voor de luchtvaart.
De berichtgeving is gebaseerd op een interview van de Volkskrant met Eurocommissaris
voor klimaatzaken Connie Hedegaard. Ik constateer dat de uitspraken van de Eurocommissaris
corresponderen met de lijn die de Europese Commissie en de lidstaten al langer uitdragen.
We hechten belang aan een mondiale aanpak van de CO2 uitstoot door de luchtvaartsector
met het oog op een gelijk speelveld binnen de sector en op de effectiviteit van de
reductie van emissies. De Europese richtlijn voor emissiehandel biedt ruimte voor
aanpassingen van het systeem voor de luchtvaart in het geval derde landen maatregelen
nemen tegen CO2 uitstoot of als gekomen wordt tot een mondiale oplossing. Dit is conform
het bestaande beleid ten aanzien van ETS Luchtvaart en conform hetgeen mijn voorganger
uw Kamer steeds heeft bericht.
Inmiddels kan ik u mededelen dat tijdens de vergadering van de Council van de VN-organisatie voor burgerluchtvaart (ICAO) van vrijdag 9 november jl. is gesproken
over marktconforme maatregelen ten behoeve van de reductie van de CO2 uitstoot door
de internationale burgerluchtvaart. Hierbij is onder meer afgesproken dat tijdens
de driejaarlijkse vergadering van de ICAO Assemblee in september 2013 een aantal concrete
zaken ter besluitvorming voor zal liggen, waaronder:
-
– De keuze uit één van de drie voorliggende opties voor een mondiaal systeem inclusief
een helder tijdpad voor de invoering hiervan;
-
– Een raamwerk voor marktconforme maatregelen die nationaal/regionaal kunnen worden
ingevoerd in afwachting van de implementatie een mondiaal systeem.
Om de besluitvorming in de ICAO Council over bovenstaande onderwerpen in goede banen te leiden zal een zogenaamde High Level Policy Group worden ingesteld. De EU zal hierin ook vertegenwoordigd worden.
Met deze afspraken tijdens de ICAO Council vergadering van afgelopen vrijdag gaat een langgekoesterde wens van de EU in vervulling:
concrete voortgang in het proces om te komen tot mondiale reductie van CO2 uitstoot.
Internationaal bestaat veel weerstand tegen de plaatsing van de luchtvaart onder het
EU ETS. De spanning hierover zou toenemen naarmate de handhaving van dit systeem voor
luchtvaart per april 2013 naderbij zou komen. Het is niet de wens van de Europese
Unie dat internationale spanning over het EU ETS een voorspoedig proces om binnen
ICAO tot een mondiaal systeem te komen in de weg staat.
Gezien de afspraken in de ICAO Council van afgelopen vrijdag, heeft de Europese Commissie voldoende vertrouwen in spoedige
besluitvorming over een mondiaal systeem binnen ICAO. Daarom is de Commissie bereid
om in overleg met de lidstaten en het Europees Parlement te komen tot een voorstel
dat beoogt de ETS-verplichtingen (CO2-monitoring en inleveren emissierechten) voor de periode van een jaar – en onder strikte
voorwaarden – tijdelijk uit te stellen voor vluchten van en naar landen buiten de
Europese Economische Ruimte. Op deze manier beoogt de EU een concrete bijdrage te
leveren aan een constructief proces richting de ICAO Assemblee van september 2013.
Het voorstel van de Commissie zal geen betrekking hebben op de verplichtingen van
ETS Luchtvaart voor intra-Europese vluchten.
In het voorstel van de Commissie, en bij de bespreking daarvan met de lidstaten, zal
onder meer aandacht worden besteed aan de juridische implicaties voor handhaving-
en uitvoeringsorganisaties (in Nederland: de Nederlandse Emissieautoriteit, NEa),
de effecten op het EU ETS en voor praktische zaken zoals de wijze van omgang met emissierechten
die luchtvaartmaatschappijen reeds in hun bezit hebben. De NEa zal de betrokken luchtvaartmaatschappijen
tijdig duidelijkheid geven over de consequenties van dit besluit.
Zodra daar aanleiding toe is, zal ik uw Kamer nader informeren.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W. J. Mansveld