21 501-08 Milieuraad

Nr. 401 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2012

Van 20 tot en met 25 november 2011 vond in Bergen (Noorwegen) de tiende Conferentie van Partijen van de Convention on Migratory Species of Wild Animals plaats (CMS; Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten).

In deze brief informeer ik u over de resultaten van deze conferentie.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft u hier eerder kort over geïnformeerd, Kamerstuk 21 501-08 nr. 393.

Algemeen CMS

De CMS richt zich op de bescherming van migrerende soorten, zoals vogels, zeeschildpadden, vissen en trekkende zoogdieren zoals walvisachtigen, antilopen, olifanten en vleermuizen. De conventie heeft 26 dochterovereenkomsten welke 7 wettelijk bindende dochterverdragen en 19 Memoranda of Understanding (MoU’s; niet wettelijk bindende instrumenten) omvatten. Nederland is aangesloten bij vier dochterverdragen1 en twee MoU’s.2 Bij de CMS zijn 116 Partijen (115 landen en de EU) aangesloten.

Uitkomsten van de tiende conferentie van partijen van de CMS

Tijdens de conferentie in Bergen zijn 28 resoluties aangenomen, variërend van bescherming van specifieke migrerende soorten en hun leefomgeving tot de strategie en begroting van de Conventie. Deze zijn inmiddels, op twee na, geplaatst op de website van de CMS (www.cms.int). In februari zullen alle resoluties op de website zijn geplaatst.

Bescherming van diersoorten

Er zijn enkele soorten aan de lijsten met te beschermen soorten toegevoegd, waaronder de sakervalk en de roodpootvalk alsmede enkele niet in Europa voorkomende soorten. Genoemde vogelsoorten zijn reeds beschermd op grond van de Vogelrichtlijn.

Mariene biodiversiteit

Verschillende resoluties betreffen trekkende mariene soorten. De inhoud van de reeds bestaande COP9-resolutie inzake onderwatergeluid is aangevuld met onder meer het belang van nader onderzoek naar de effecten van geluid bij aanleg van windparken. Ook over het gebruik van kiewnetten zijn afspraken gemaakt, gericht op het tegengaan van bijvangsten, in eerste instantie door nader onderzoek naar de ernst van het probleem en naar mitigerende maatregelen. Voorts is een werkplan inzake walvisachtigen aangenomen alsook een resolutie inzake schadelijk afval in zee.

Door verschillende Partijen zijn drie Memoranda of Understanding ondertekend. Nederland tekende, onder andere met de Europese Unie, de nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor trekkende haaien. De komende jaren zal voor deze soortgroep een Actieprogramma worden opgesteld. Deze soorten komen onder meer voor in de wateren in en rondom het Caribische deel van het Koninkrijk. Bij de uitwerking van het Actieprogramma zal de Nederlandse opstelling dan ook met name vanuit de belangen in deze regio worden bepaald. Het beheerplan voor de mariene biodiversiteit en visserij in de Exclusieve Economische Zone rondom het Caribische deel van het Koninkrijk geeft hiervoor de kaders aan.

Ecologische netwerken

Nieuw was tijdens de conferentie de aandacht voor ecologische netwerken. De EU heeft besluitvorming hierover verwelkomd als een nieuwe stap in de bescherming van trekkende soorten. Bij ecologische netwerken voor trekkende diersoorten gaat het bijvoorbeeld om los van elkaar liggende «stapstenen» op de trekroutes van vogels (bijv. van Waddenzee tot Westafrikaanse kust). De EU en Nederland geven hier invulling aan middels Natura 2000 en de EHS. In grote delen van de wereld bestaan dergelijke programma’s niet. De COP roept landen op om het concept toe te passen in bestaande CMS-instrumenten en -initiatieven. Het is nodig om langs de gehele migratieroutes te investeren in de leefomgeving van soorten. De EU en Nederland hebben er belang bij dat ook niet-EU-landen investeren in ecologische netwerken en de leefomgeving van soorten. Het bereiken van Natura 2000-doelen hangt bijvoorbeeld mede af van de lotgevallen van «onze» trekvogels in het buitenland.

Trekkende «landvogels»

Nieuw was ook de aandacht voor trekkende «landvogels» (niet-watervogels). De aandacht voor deze soorten is er op gericht om naast trekkende watervogels ook bedreigde «landvogels», voornamelijk zangvogels, te beschermen. Veel van deze soorten zijn sterk achteruitgegaan door veranderde ecologische omstandigheden in de winterkwartieren in Afrika.

Voor watervogels bestaat reeds een succesvol instrument (AEWA), maar voor «landvogels» niet. Er wordt een Actieplan opgesteld waarover in 2014 (COP11) nadere besluitvorming moet plaatsvinden.

Organisatie

De CMS is een groeiende conventie, zowel wat betreft het aantal samenwerkingsovereenkomsten als wat betreft het aantal aangesloten landen. De ontwikkeling van beschikbare middelen houdt echter geen gelijke tred met de groei van het werk. Tijdens de conferentie zijn afspraken gemaakt over prioriteiten voor de komende negen jaar, gericht op meer efficiëntie zonder dat aan effectiviteit wordt ingeboet. Zo zal in de komende drie jaar meer worden samengewerkt binnen de «CMS-familie» (= CMS met dochterovereenkomsten) op een praktisch niveau, o.a. door één website voor de «CMS-familie» op te zetten en het nieuwe Strategisch Plan breed, met betrokkenheid van de dochterovereenkomsten, voor te bereiden. Ook zal een analyse worden uitgevoerd naar de beschikbare middelen en de mogelijkheden tot synergie met andere internationale natuurverdragen zoals CBD, Ramsar en CITES (o.a. op het gebied van aanwezigheid in de regio, monitoring en rapportage).

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker


X Noot
1

AEWA (trekkende watervogels), EUROBATS (trekkende vleermuizen), ASCOBANS (trekkende kleine walvisachtigen) en de overeenkomst inzake zeehonden in de Waddenzee («Wadden Sea Seals»).

X Noot
2

Het MoU inzake trekkende haaien en het roofvogel-MoU.

Naar boven