21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

FU VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 7 september 2023

De leden van de vaste commissie voor Financiën1 hebben naar aanleiding van het verslag over de Eurogroep en Ecofinraad van 15 en 16 juni 20232 op 17 juli 2023 een brief gestuurd aan de Minister van Financiën met vragen van de leden van de FVD-fractie. De leden van de BBB-fractie hebben zich bij bepaalde vragen aangesloten.

De Minister heeft op 30 augustus 2023 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, De Man

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Minister van Financiën

Den Haag, 17 juli 2023

De leden van de vaste commissie voor Financiën hebben kennisgenomen van het verslag over de Eurogroep en Ecofinraad van 15 en 16 juni 2023.3 De leden van de FVD-fractie hebben naar aanleiding hiervan een aantal vragen en opmerkingen bij verschillende onderwerpen uit het verslag, hierna onderverdeeld met kopjes. De leden van de BBB-fractie sluiten zich specifiek aan bij de vragen over de internationale rol van de euro, digitale euro-voortgang project, herziening Europese Begrotingsraamwerk en de vragen over het Single Currency-Pakket.

Internationale rol van de euro

De leden van de FVD-fractie merken op dat onlangs is aangekondigd dat Rusland, Brazilië, China en India (BRICS-landen) een gezamenlijke, door goud gedekte munt willen introduceren. Staat deze ontwikkeling en het effect daarvan op (de waarde van de internationale rol van) de euro op de agenda tijdens de gedachtewisseling over dit onderwerp en zo niet, bent u bereid dit punt te agenderen? Voorts vragen deze leden of u het beperken van inflatie ook ziet als een manier om de internationale rol van de euro te versterken.

Digitale euro – voortgang project

Kunt u reflecteren op het effect van de invoering van de digitale euro naast contant geld op de totale geldhoeveelheid? Is er rekening gehouden met het effect hiervan op de inflatie? Is het mogelijk om de digitale euro dusdanig vorm te geven dat programmeerbaarheid ook in de toekomst niet mogelijk/uitgesloten is? Dus dat de broncode niet aangepast kan worden net zoals bij Bitcoin het geval is, aldus vragen deze leden.

Financiële steun aan Oekraïne

De leden van de FVD-fractie verzoeken u om inzichtelijk te maken hoeveel Nederland zal bijdragen aan het totaal van 50 miljard euro? Welke meerwaarde heeft de Nederlandse bijdrage aan deze faciliteit, naast onze nationale uitgave van honderden miljoenen euro’s aan Oekraïne? Er wordt volgens deze leden gesteld dat er tot 2027 financiële steun gegeven wordt aan Oekraïne. Kunt u aangeven waar deze verwachting op is gebaseerd? Is er een scenario-analyse geweest waarbij verschillende mogelijke uitkomsten van de oorlog en de financiële effecten daarvan naast elkaar zijn afgewogen? Zo ja, kan deze analyse gedeeld worden met de Eerste Kamer? Voorts verzoeken de leden van de FVD-fractie u om uw afweging om in te stemmen met deze steunfaciliteit nader toe te lichten, gezien het feit dat er in Nederland steeds meer mensen niet kunnen rondkomen. Wat maakt dat hier geen prioriteit ligt, zo vragen deze leden. Aan de steun zijn voorwaarden verbonden ten aanzien van goed bestuur, corruptiebestrijding en de rechtsstaat. Kunt u deze voorwaarden concreter toelichten? Voorts vragen deze leden hoe wordt gecontroleerd of Oekraïne zich aan deze voorwaarden houdt en wat de sancties zijn wanneer blijkt dat niet aan deze voorwaarden voldaan wordt?

Herziening Europees Begrotingsraamwerk

Op welke manier wordt de waarborging van nationale soevereiniteit meegenomen bij de bespreking van de herziening van het Europees Begrotingsraamwerk? Kunt u een nadere toelichting geven op de opties die het kabinet onderzoekt voor «een sterkere rol voor het Europees Begrotingscomité»?

Single Currency-Pakket

De Europese lidstaten krijgen de taak om toegankelijkheid van contant geld en de mogelijkheid tot betaling in contant geld te waarborgen. Er is momenteel een wetsvoorstel in voorbereiding dat de limiet voor contante betalingen terugbrengt naar 3.000 euro. Ligt het in de lijn der verwachting dat deze limiet in de toekomst zo blijft of zal dit nog verder wordt verlaagd?

Ecofinraad Werkprogramma

De leden van de FVD-fractie merken op dat gesteld wordt dat het re-industrialiseren van Europa een prioriteit is. De afgelopen tijd hebben deze leden juist een golf van de-industrialisatie waargenomen, met name veroorzaakt door de hoge energiekosten als gevolg van de boycot van Russisch gas. Hoe reflecteert u op deze ontwikkeling en welke plannen liggen er om deze ontwikkeling tegen te gaan?

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 1 september 2023.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Van Ballekom

BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCÏEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2023

Hierbij zend ik u de beantwoording van de schriftelijke vragen van de BBB- en FVD-fracties over het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad vergaderingen van 15 en 16 juni 2023. Deze vragen werden ingezonden op 17 juli 2023 met kenmerk 173406.01U.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

173406.01U

(ingezonden op 17 juli 2023)

Antwoorden van de Minister van Financiën op vragen van de FVD- en BBB-facties van de Eerste Kamer over het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 15 en 16 juni 2023.

Internationale rol van de euro

Vraag 1

De leden van de FVD-fractie merken op dat onlangs is aangekondigd dat Rusland, Brazilië, China en India (BRICS-landen) een gezamenlijke, door goud gedekte munt willen introduceren. Staat deze ontwikkeling en het effect daarvan op (de waarde van de internationale rol van) de euro op de agenda tijdens de gedachtewisseling over dit onderwerp en zo niet, bent u bereid dit punt te agenderen?

Antwoord 1

De recente aankondiging van een aantal BRICS-landen om alternatieven voor met name de dollar te ontwikkelen voor hun internationale betalingsverkeer is reeds aan de orde gekomen in de Eurogroep van 13 juli 2023 bij de bespreking over de internationale rol van de euro.4 Daar kwam onder meer aan de orde dat Rusland meer gebruik maakt van de renminbi sinds het begin van de Russische oorlog tegen Oekraïne en landen met sterke banden met Rusland en China grotere goudreserves aanleggen. Ook is ter sprake gekomen dat enkele BRICS-landen de intentie hebben uitgesproken om meer gebruik te gaan maken van alternatieven voor de dollar.

Vraag 2

Voorts vragen deze leden of u het beperken van inflatie ook ziet als een manier om de internationale rol van de euro te versterken.

Antwoord 2

De euro – en het internationale gebruik ervan – is gebaat bij consistent en voorspelbaar monetair beleid, waardoor huishoudens, bedrijven en financiële instellingen vertrouwen kunnen hebben in de munt en de waardevastheid daarvan. Borgen van prijsstabiliteit staat dan ook centraal in het ECB mandaat. Tegen de achtergrond van de oplopende inflatie heeft de ECB de afgelopen tijd het monetair beleid verkrapt door de beleidsrente te verhogen en aankoopprogramma’s af te bouwen. Aan de andere kant voerde de ECB ruimer monetair beleid toen de inflatie voor de pandemie meerjarig onder de inflatiedoelstelling van 2% lag.

Digitale euro – voortgang project

Vraag 3

Kunt u reflecteren op het effect van de invoering van de digitale euro naast contant geld op de totale geldhoeveelheid?

Antwoord 3

De bekendste bestaande vormen van geld zijn contant geld (publiek, chartaal geld) en banktegoeden (privaat, giraal geld, dat in feite een vordering is op een commerciële bank). De totale hoeveelheid publiek geld in het financieel systeem wordt door de vraag van consumenten gedreven. Er ligt geen restrictie op de totale hoeveelheid bankbiljetten en munten.

Voor de digitale euro voorzien de voorstellen van de Europese Commissie5 wel in een limiet, waarvan de hoogte kan worden vastgesteld door de ECB. Deze limiet heeft tot doel om een ongewenst grote uitstroom van private deposito’s bij de banken te voorkomen, om zo de financiële stabiliteit te beschermen. Feitelijk zal de limiet een bovengrens stellen aan de totale hoeveelheid digitaal publiek geld in omloop. Of de totale hoeveelheid publiek geld zal toenemen, hangt af van de voorkeuren van consumenten. Consumenten kunnen vanuit hun private banksaldo giraal geld omwisselen voor publieke digitale euro’s, wat zou leiden tot een stijging in de totale hoeveelheid publiek geld in omloop. Consumenten kunnen echter ook hun contant geld omwisselen voor digitale euro’s, waardoor er per saldo geen nieuw publiek geld bij komt. Het is aan consumenten zelf om te bepalen of ze de digitale euro willen gebruiken en op welke wijze ze die willen verkrijgen.

Vraag 4

Is er rekening gehouden met het effect hiervan op de inflatie?

Antwoord 4

Een digitale euro kan via verschillende indirecte kanalen de economie en dus de inflatie beïnvloeden. Het netto-effect is moeilijk te voorspellen, maar de verwachting is dat de digitale euro geen significante impact zal hebben op de inflatie, zolang er bij de vormgeving in bepaalde waarborgen wordt voorzien.

De impact van een digitale euro op de inflatie hangt onder meer af van de gevolgen die de mogelijke introductie van de digitale euro heeft voor de financieringscondities van banken. Deposito’s vormen een stabiele en belangrijke financieringsbron voor banken. Wanneer depositohouders hun deposito’s omzetten naar digitale euro’s, zullen banken dit moeten opvangen door andere vormen van financiering aan te trekken of door de rente op deposito’s te verhogen, om depositovlucht te ontmoedigen. De financieringskosten voor banken kunnen hierdoor toenemen, wat een drukkend effect kan hebben op de kredietverlening aan de reële economie. Bij een ongewenst grote uitstroom van private deposito’s, door de verschuiving van giraal geld (deposito’s bij de banken) naar digitale euro’s, zou een verkrapping van financieringscondities kunnen ontstaan. Dat zou leiden tot een lagere inflatie als gevolg van verminderde economische activiteit.

Om het hiervoor beschreven effect te beperken en te voorkomen dat de digitale euro een te grote impact heeft op de inflatie, heeft de Europese Commissie in haar voorstellen opgenomen dat de ECB een limiet kan stellen aan het aantal digitale euro’s dat per persoon kan worden aangehouden (holding limit).

Vraag 5

Is het mogelijk om de digitale euro dusdanig vorm te geven dat programmeerbaarheid ook in de toekomst niet mogelijk/uitgesloten is? Dus dat de broncode niet aangepast kan worden net zoals bij Bitcoin het geval is, aldus vragen deze leden.

Antwoord 5

De wetsvoorstellen van de Europese Commissie leggen een juridische basis voor de vormgeving, uitgifte en distributie van een digitale euro. Zonder akkoord van de Raad van de EU en het Europees Parlement over deze wetsvoorstellen ten aanzien van een digitale euro, kan de ECB niet besluiten tot invoering van de digitale euro.

De vergelijking met Bitcoin gaat hierbij niet op omdat de digitale euro geen cryptomunt wordt. Een digitale euro wordt immers door de centrale bank gegarandeerd. Cryptomunten daarentegen worden niet gedekt of beheerd door een centrale instelling.

Het voorstel van de Europese Commissie waarin vereisten voor de vormgeving van een digitale euro zijn opgenomen, schrijft expliciet voor dat een digitale euro niet programmeerbaar mag zijn. Op basis van dit voorstel is een digitale euro met bestedingsvoorwaarden of een looptijd (vervaldatum) daarom niet mogelijk. Dat betekent dat overheden niet kunnen bepalen waar gebruikers van de digitale euro deze digitale euro wel of niet aan kunnen uitgeven. De ECB kan dit ook niet vastleggen in het ontwerp van de munt.

Het kabinet steunt het voorstel van de Europese Commissie dat de digitale euro niet programmeerbaar kan zijn en zal zich er tijdens de onderhandelingen nadrukkelijk voor inzetten dat dit onderdeel blijft van de voorgestelde verordening.

Financiële steun aan Oekraïne

Vraag 6

De leden van de FVD-fractie verzoeken u om inzichtelijk te maken hoeveel Nederland zal bijdragen aan het totaal van 50 miljard euro?

Antwoord 6

De Europese Commissie (de Commissie) stelt een faciliteit voor met een maximale omvang van 50 miljard euro bestaande uit een flexibele combinatie van steun die niet terugbetaald hoeft te worden en leningen.6 De niet-terugbetaalbare steun wordt gefinancierd via de EU-begroting en dus via de EU-afdrachten. De leningen worden gefinancierd middels een garantie binnen de zogeheten headroom van het Eigenmiddelenbesluit. In het voorstel gaat de Commissie voorlopig uit van 33 miljard euro leningen en 17 miljard euro niet-terugbetaalbare steun.7 De precieze budgettaire gevolgen voor Nederland zijn afhankelijk van de uiteindelijke verhouding hiertussen. De kosten voor Nederland voor extra afdrachten bedragen ca. 5,9% van het geheel, gebaseerd op het relatieve aandeel van Nederland in de bni-afdracht in 2023. Op basis van de indicatieve verdeling van 33 miljard euro leningen en 17 miljard euro niet-terugbetaalbare steun komt de Nederlandse bijdrage op circa 1 miljard euro aan EU-afdrachten voor de periode 2024–2027 en een garantie op de Rijksbegroting van circa 1,9 miljard euro. In het scenario dat 50 miljard euro volledig wordt ingezet als niet-terugbetaalbare steun zijn de kosten voor Nederland circa 2,9 miljard euro aan EU-afdrachten voor de periode 2024–2027.

Vraag 7

Welke meerwaarde heeft de Nederlandse bijdrage aan deze faciliteit, naast onze nationale uitgave van honderden miljoenen euro's aan Oekraïne?

Antwoord 7

Het is voor Oekraïne existentieel dat het zich kan blijven verweren tegen de huidige, en mogelijke toekomstige, Russische agressie. Het succes van Oekraïne om dit te kunnen blijven doen bepaalt de Europese en daarmee de Nederlandse veiligheid op fundamentele wijze. Het demissionaire kabinet is daarom voornemens Oekraïne te blijven steunen op alle nodige terreinen.

De noden van Oekraïne vragen om meer structurele, uitgebreide steun die niet door één lidstaat kan worden verschaft. De EU biedt de mogelijkheid om samen met andere lidstaten ondersteuning aan Oekraïne te leveren op een meer gecoördineerde, gestructureerde en voorspelbare wijze. Steun via de EU draagt bovendien bij aan een eerlijkere «burden sharing» tussen lidstaten. De EU kan daarnaast haar leencapaciteit inzetten om op gunstige voorwaarden leningen te verstrekken aan Oekraïne en de kosten van rente hierover te dekken. De financieringstechniek van garanties via de headroom8 is in deze context efficiënter vergeleken met bilaterale garanties van de lidstaten aan de EU-begroting.

Vraag 8

Er wordt volgens deze leden gesteld dat er tot 2027 financiële steun gegeven wordt aan Oekraïne. Kunt u aangeven waar deze verwachting op is gebaseerd?

Antwoord 8

Het huidige Meerjarig Financieel Kader (MFK) loopt van 2021 tot en met 2027. Het voorstel voor de Oekraïnefaciliteit maakt onderdeel uit van het voorstel voor de herziening van het MFK en volgt dezelfde looptijd. Het is nu nog niet te voorspellen hoe de oorlog in Oekraïne zal verlopen en welke noden er na 2027 zijn. Eventuele nieuwe Europese steunpakketten maken onderdeel uit van de onderhandelingen over het volgende MFK.

Vraag 9

Is er een scenario-analyse geweest waarbij verschillende mogelijke uitkomsten van de oorlog en de financiële effecten daarvan naast elkaar zijn afgewogen? Zo ja, kan deze analyse gedeeld worden met de Eerste Kamer?

Antwoord 9

De voorgestelde omvang van de Oekraïnefaciliteit is onder andere gebaseerd op de update van de Rapid Damage and Needs Assessment van de Wereldbank, de Europese Commissie, de VN en de Oekraïense autoriteiten in maart 2023.9Dit rapport maakt een inschatting van de noden voor herstel en wederopbouw na één jaar oorlog (van februari 2022 tot en met februari 2023). De update van de Needs Assessment geeft aan dat na één jaar oorlog de totale noden voor herstel en wederopbouw zijn opgelopen tot ten minste USD 411 miljard, een stijging van USD 62 miljard t.o.v. de eerste Rapid Damage and Needs Assessment (USD 349 miljard) die in augustus 2022 werd gepubliceerd.10 Deze analyses zijn reeds publiekelijk toegankelijk.

Logischerwijs blijven de Oekraïense vooruitzichten met onzekerheid omgeven vanwege onduidelijkheid over het oorlogsverloop.

Vraag 10

Voorts verzoeken de leden van de FVD-fractie u om uw afweging om in te stemmen met deze steunfaciliteit nader toe te lichten, gezien het feit dat er in Nederland steeds meer mensen niet kunnen rondkomen. Wat maakt dat hier geen prioriteit ligt, zo vragen deze leden.

Antwoord 10

De beoordeling en afwegingen ten aanzien van het voorstel voor de Oekraïnefaciliteit, en de bijbehorende voorgestelde wijziging van het Meerjarig Financieel Kader, is opgenomen in de BNC-fiches die het parlement hierover heeft ontvangen.11

Vraag 11

Aan de steun zijn voorwaarden verbonden ten aanzien van goed bestuur, corruptiebestrijding en de rechtsstaat. Kunt u deze voorwaarden concreter toelichten?

Antwoord 11

Noodzakelijke randvoorwaarden voor de steun aan Oekraïne uit hoofde van de voorgestelde faciliteit zijn dat Oekraïne de instandhouding en eerbiediging van doeltreffende democratische mechanismen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat voortzet, en dat het de eerbiediging van de mensenrechten blijft garanderen, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren.

Naast de noodzakelijke randvoorwaarden worden, in een door Oekraïne nog op te stellen hervormings- en investeringsagenda (het Oekraïneplan), aanvullende voorwaarden opgenomen voor de uitkering van steun. Dit betreft voorwaarden gekoppeld aan de verschillende doelstellingen van de faciliteit, voorwaarden met betrekking tot essentiële vereisten en voorwaarden met betrekking tot de implementatie van het Oekraïneplan. Hier gaat het onder andere over het opzetten van systemen om onregelmatigheden, fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen en te corrigeren bij het gebruik van de in het kader van de faciliteit verstrekte middelen.

Vraag 12

Voorts vragen deze leden hoe wordt gecontroleerd of Oekraïne zich aan deze voorwaarden houdt en wat de sancties zijn wanneer blijkt dat niet aan deze voorwaarden voldaan wordt?

Antwoord 12

De Europese Commissie (de Commissie) monitort in het voorstel gedurende de gehele duur van de steun uit de faciliteit de vervulling van de in vraag 11 genoemde voorwaarden voordat er betalingen vanuit de faciliteit worden verricht. Als de Commissie in een beoordeling concludeert dat niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan de Commissie betalingen opschorten totdat Oekraïne naar behoren heeft gemotiveerd dat het de nodige maatregelen heeft genomen. Bij haar beoordeling zal de Commissie rekening houden met de omstandigheden in Oekraïne en met de gevolgen van de oorlogssituatie.

Daarnaast richt de Commissie in het voorstel een auditcomité op om de financiële belangen van de Unie te beschermen. Deze bestaat uit onafhankelijke leden aangewezen door de Commissie. Ook kan de Commissie hiervoor vertegenwoordigers van lidstaten en andere donoren uitnodigen. Het comité zal rapporteren aan de Commissie over eventuele zorgen of gevallen van mismanagement van financiering. Daarnaast kan het auditcomité aanbevelingen maken aan Oekraïne over de omgang met fraude, corruptie en belangenverstrengeling. Het comité onderhoudt tevens een dialoog en samenwerking met de Europese Rekenkamer en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

In de kaderovereenkomst die de Commissie volgens het voorstel afsluit met Oekraïne over de uitvoering van de faciliteit worden ook specifieke afspraken vastgelegd wat betreft controle, rapportage en audit van middelen in het kader van de faciliteit. Daarnaast brengt de Commissie jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de verwezenlijking van de doelstellingen van de Oekraïnefaciliteit.

Herziening Europees Begrotingsraamwerk

Vraag 13

Op welke manier wordt de waarborging van nationale soevereiniteit meegenomen bij de bespreking van de herziening van het Europees Begrotingsraamwerk?

Antwoord 13

De wetgevende voorstellen voor de herziening van het Europees begrotingsraamwerk hebben als doel om schuldhoudbaarheid te waarborgen en daarmee economische groei en stabiliteit in alle lidstaten te bevorderen. De lidstaten beschouwen hun economisch en begrotingsbeleid als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en coördineren dit beleid binnen de Raad van de Europese Unie (de Raad), zo volgt uit artikel 121(1) van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Ook is in artikel 126 van dit verdrag afgesproken dat lidstaten buitensporige tekorten vermijden. Het Europees begrotingsraamwerk is een van de manieren om invulling te geven aan deze afspraken. Ook met de voorgestelde wijzigingen houden de lidstaten veel ruimte voor het voeren van hun eigen begrotingsbeleid en economisch beleid. Lidstaten besluiten zelf over de samenstelling van hun begroting, dus over de hoogte, de oorsprong en de bestemming van de inkomsten en de uitgaven. Daarbij houden lidstaten wel rekening met de aanbevelingen van de Raad over het te voeren economische beleid (de landspecifieke aanbevelingen), gelet op de afspraak om dit als aangelegenheid van gemeenschappelijke belang te beschouwen en het in de Raad te coördineren. In het geval van een buitensporig tekort kan de Raad aanvullende stappen zetten om een land te bewegen de budgettaire aanbevelingen op te volgen. Maar de precieze samenstelling van de begroting blijft voorbehouden aan de lidstaat zelf. De Europese Commissie stelt met de voorstellen voor de herziening van het begrotingsraamwerk voor om het nationaal eigenaarschap te vergroten, door lidstaten plannen op te laten stellen voor zowel hun begrotingsbeleid als het economisch beleid met voorgenomen publieke investeringen en hervormingen. Meer nationaal eigenaarschap moet leiden tot een betere opvolging van de aanbevelingen van de Raad. In een plan wordt een uitgavenpad vastgelegd dat moet leiden tot een geloofwaardige daling van de schuld. Binnen dat uitgavenpad bepalen lidstaten zelf welke uitgaven ze doen. Ook bepalen ze zelf hoe hoog de overheidsinkomsten zijn, aangezien het uitgavenpad corrigeert voor structurele wijzigingen in de overheidsinkomsten. De voorgenomen publieke investeringen en hervormingen in een plan moeten aansluiten bij de belangrijkste uitdagingen zoals vastgesteld binnen het Europees Semester, en bij de algemene prioriteiten van de Unie. Ook dit is een invulling van de coördinatie van het economisch beleid die volgt uit het Verdrag.

Vraag 14

Kunt u een nadere toelichting geven op de opties die het kabinet onderzoekt voor «een sterkere rol voor het Europees Begrotingscomité»?

Antwoord 14

Het kabinet zet in op een sterkere adviserende rol voor het Europees begrotingscomité (European Fiscal Board, EFB) in de beoordeling van de naleving van de regels, die past binnen de institutionele rolverdeling tussen de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie zoals vastgelegd in het Verdrag betreffende de Werking van de EU (VWEU). In het huidige raamwerk publiceert de EFB een jaarlijks adviesrapport over evaluatie van de implementatie van de regels, waarin de EFB terugblikt op de voorgaande begrotingscyclus, dus tijdens de implementatie van het begrotingsramwerk in plaats van alleen achteraf. Het kabinet is er voorstander van om de EFB een grotere adviesrol te geven in de lopende begrotingscyclus. Zo zou de EFB onafhankelijk advies kunnen geven over de (de-)activatie van ontsnappingsclausules, en over de beoordeling van de aanwezigheid van buitensporige tekorten.

Single Currency-pakket

Vraag 15

De Europese lidstaten krijgen de taak om de toegankelijkheid van contant geld en de mogelijkheid tot betaling in contant geld te waarborgen. Er is momenteel een wetsvoorstel in voorbereiding dat de limiet voor contante betalingen terugbrengt naar 3.000 euro. Ligt het in de lijn der verwachting dat deze limiet in de toekomst zo blijft of zal dit nog verder wordt verlaagd?

Antwoord 15

Het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen bevat een artikel met daarin een limiet voor contante betalingen vanaf 3.000 euro.12 Indien dit artikel in de voorgestelde vorm wordt aangenomen, zal een verandering van de limiet een wetswijziging vereisen.

Ecofinraad Werkprogramma

Vraag 16

De leden van de FVD-fractie merken op dat gesteld wordt dat het re-industrialiseren van Europa een prioriteit is. De afgelopen tijd hebben deze leden juist een golf van de-industrialisatie waargenomen, met name veroorzaakt door de hoge energiekosten als gevolg van de boycot van Russisch gas. Hoe reflecteert u op deze ontwikkeling en welke plannen liggen er om deze ontwikkeling tegen te gaan?

Antwoord 16

Er zijn verschillende uitdagingen voor de Europese industrie, zoals subsidies in derde landen, hoge inflatie en hoge energieprijzen. Op dit moment lijkt echter geen sprake van de-industrialisatie. Wel zijn gevallen bekend, binnen en buiten Nederland, waarin investeringsbeslissingen worden uitgesteld of opgeschort. De hoge energieprijzen en subsidies in derde landen, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheden van de Inflation Reduction Act (IRA), hebben mogelijk aan deze beslissingen bijgedragen. Er zijn tegelijkertijd veel initiatieven om het EU vestigingsklimaat te versterken, waaronder het bevorderen van de interne markt, een gelijk speelveld met bijvoorbeeld het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) en een groen industriebeleid. Ook heeft de EU meer budget voor klimaatinvesteringen dan de VS, en heeft de Europese Commissie het Green Deal Industrial Plan aangekondigd met de daaruit voortvloeiende initiatieven van de Net Zero Industry Act en de Critical Raw Materials Act. Nationaal dragen onder meer het klimaatfonds en de initiatieven onder het nationaal groeifonds bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor de industrie. Daarnaast heeft de EU met het REPowerEU pakket zich tot doel gesteld de afhankelijkheid van Russische fossiele energiebronnen zo snel mogelijk af te bouwen door juist de energietransitie voor industrie en andere consumenten te versnellen en een veerkrachtiger energiesysteem tot stand te brengen. Daarnaast zijn in de EU en nationaal afgelopen jaar meerdere noodmaatregelen genomen om de (gevolgen van) de hoge energieprijzen en het wegvallen van de toelevering van Russisch gas te mitigeren.


X Noot
1

Samenstelling:

Kroon (BBB) (ondervoorzitter), Van Wijk (BBB), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Martens (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Karimi (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD) (voorzitter), Van de Sanden (VVD), Vogels (VVD), Bovens (CDA), Bakker-Klein (CDA), Aerdts (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (Ja21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

X Noot
2

Kamerstukken I 2022–23, 21 501-07, FR.

X Noot
3

Kamerstukken I 2022–23, 21 501-07, FR.

X Noot
4

Zie ook het verslag van de Eurogroep/Ecofinraad van 13 en 14 juli 2023.

X Noot
5

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro, COM(2023) 369; en Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verrichting van digitale-eurodiensten door betalingsdienstaanbieders die zijn opgericht in lidstaten die de euro niet als munt hebben en houdende wijziging van Verordening (EU) 2021/1230 van het Europees Parlement en de Raad, COM(2023) 368. Zie ook het BNC-fiche over de voorstellen: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2023/06/28/fiche-1-digitale-euro.

X Noot
6

BNC-fiche Voorstel verordening instelling Oekraïne-faciliteit https://open.overheid.nl/documenten/6707d267–7fc9–40a0–9f26-f85885c01793/file.

X Noot
7

COM(2023)338 Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2023:338:FIN.

X Noot
8

Dit betreft de budgettaire ruimte tussen het uitgavenplafond van de EU-begroting zoals vastgelegd in het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het Eigenmiddelenplafond zoals vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit (EMB). In het EMB worden de inkomsten van de Uniebegroting geregeld. Het MFK betreft de uitgavenkant. Het EMB-plafond maximeert het financiële beroep dat de Unie mag doen op lidstaten en ligt hoger dan het MFK-plafond. Deze marge, oftewel de headroom, dient als zekerheid voor de markt dat de Unie kan voldoen aan de aflossings- en renteverplichtingen op leningen die zij aangaat.

X Noot
11

Zie BNC-fiche Herziening verordening Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027 https://open.overheid.nl/documenten/4fd2457f-1534–4b3e-ae6b-d22c336badd6/file en BNC-fiche Voorstel verordening instelling Oekraïne-faciliteit https://open.overheid.nl/documenten/6707d267–7fc9–40a0–9f26-f85885c01793/file.

X Noot
12

Kamerstukken II 2022/23, 36 228, nr. 2.

Naar boven