21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 968 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2012

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en de Ecofin Raad van 3 en 4 december 2012 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën, J. R. V. A. Dijsselbloem

Geannoteerde agenda ten behoeve van de Eurogroep en Ecofin Raad van 3 en 4 december 2012 te Brussel

1. Cyprus

Document: n.v.t.

Aard bespreking: Bespreking

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

De Eurogroep zal spreken over de stand van zaken met betrekking tot de steunaanvraag van Cyprus in juni jl. De afgelopen maanden is de Trojka een aantal keer met een missie op Cyprus geweest. Zodra de uitkomsten van de missies bekend worden, en officiële documentatie vanuit de Trojka beschikbaar komt, zal in de Eurogroep over de voorwaarden voor een steunprogramma gesproken worden, en kan Nederland hierover een positie innemen.

2. Portugal

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Tijdens de Eurogroep zal de Trojka naar verwachting een briefing geven over de eerste uitkomsten van de zesde monitoringsmissie aan Portugal die op dat moment net zal zijn afgerond. De volledige voortgangsrapportage zal nog niet beschikbaar zijn en besluitvorming over de volgende tranche uit het leningenprogramma is dan ook niet voorzien. Wanneer een volledig voortgangsrapport van de Trojka beschikbaar is, kan Nederland een positie innemen over de uitkering van de volgende tranche. Nederland wacht deze documentatie dan ook af. Wanneer de volledige documentatie beschikbaar is zal de Tweede Kamer zoals gebruikelijk over de inhoud van de voortgangsrapportage en de inzet van Nederland ten aanzien van de uitkering van de volgende tranche geïnformeerd worden.

3. Conceptverordeningen ter versterking van begrotingsdiscipline en toezicht op basis van artikel 136 VWEU (twopack)

Document:

Aard bespreking: (mogelijk) politiek akkoord

Besluitvormingsprocedure: Gewone wetgevingsprocedure (gekwalificeerde meerderheid in de Raad, medebeslissingsrecht Europees Parlement).

Toelichting: De Ecofin Raad bespreekt mogelijk de voortgang bij de onderhandelingen met het Europees Parlement (EP) over de twee toezichtsverordeningen («twopack») voor eurolanden. Deze conceptverordeningen vormen de basis voor een verdere versterking van met name de budgettaire afspraken binnen de Eurozone, bovenop het al aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. De Ecofin Raad nam over deze verordeningen in februari jl. een gemeenschappelijk standpunt in. Het EP stelde op 13 juni jl. definitief zijn amendementen vast, waarna de onderhandelingen tussen Raad en EP van start gegaan zijn. Er is sprake van de gewone besluitvormingsprocedure (codecisie) met het EP.

De onderhandelingen met het EP hebben de eindfase bereikt. Mogelijk kan in december een overeenkomst tussen Raad en EP worden bereikt. Vrijwel alle openstaande punten zijn opgelost, waarbij het EP op meerdere punten tegemoet is gekomen. In bepaalde besluitvormingsmomenten in de verordening die ziet op toezicht op (concept) nationale begrotingen en het versterken van begrotingsdiscipline, zal het EP bijvoorbeeld meer en frequenter geïnformeerd worden over de implementatie van de verordening.

Op een beperkt aantal zaken dient nog overeenstemming te worden bereikt. Belangrijkste openstaande punt is de mate waarin in de preambule van een van de twopackverordeningen, vooruitgelopen dient te worden op bepaalde vervolgstappen die zouden kunnen bijdragen aan het vervolmaken van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Zo wenst het EP in de preambule onder meer wenselijkheid van een op korte termijn te presenteren routekaart richting Eurobonds vast te leggen, en wenst het EP de introductie van Eurobonds middels een Europees schuldaflossingsfonds.

Nederland vindt het van belang dat niet te ver wordt afgedreven van de kern van de verordeningen van het twopack. De verordeningen hebben primair tot doel het toezicht door de Commissie op (concept) nationale begrotingen en op eurolanden met grote problemen met de financiële stabiliteit, te vergroten. Nederland is niet bereid in het kader van deze verordeningen toezeggingen te doen over de (toekomstige) introductie van Eurobonds.

4. Herziening Richtlijn markten voor financiële instrumenten en de Verordening markten voor financiële instrumenten

Document: Herziening Richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/39/EC van het Europees Parlement en de Raad (MiFID2) en de Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening [EMIR] betreffende OTC-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (MiFIR)

Aard van bespreking: algemene inzet

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting: De herziening van de richtlijn markten voor financiële instrumenten en de invoering van de verordening markten voor financiële instrumenten heeft tot doel de integriteit van de financiële markten te waarborgen, marktfragmentatie tegen te gaan en de belangen van beleggers te beschermen. Zo wordt de handel in derivaten gereguleerd door eisen te stellen aan de transparantie voor en na de handel en de introductie van de verplichting om derivaten op een gereguleerd handelsplatform te verhandelen alsmede om transacties in deze financiële instrumenten centraal af te wikkelen («clearen»). Daarnaast wordt de geautomatiseerde handel in financiële instrumenten waarbij gebruik wordt gemaakt van algoritmes, zoals bij high frequency trading (HFT), gereguleerd ter beheersing van de risico’s die samenhangen met het gebruik van deze technologie. Verder wordt een nieuw handelsplatform geïntroduceerd: de georganiseerde handelsfaciliteit (OTF). Deze maatregel beoogt de handel in financiële instrumenten steeds meer via gereguleerde handelsplatformen te laten plaatsvinden. De voorstellen om de belangen van beleggers te beschermen, gaan naar het oordeel van Nederland niet ver genoeg. Nederland bepleit de introductie van een Europees provisieverbod voor beleggingsondernemingen. Provisies kunnen ertoe leiden dat een financiële product wordt geadviseerd of verkocht waarvoor die onderneming een hoge provisie ontvangt, terwijl mogelijk een ander product – met een lagere of geen provisie – beter is voor de klant. Een beleggingsonderneming dient daarom alleen nog rechtstreeks door de klant te worden beloond voor verleende diensten zodat daarbij andere belangen geen rol meer kunnen spelen.

5. Kapitaaleisenrichtlijn IV (CRD IV): mogelijke bespreking voortgang triloog

Document: nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: het voorzitterschap zal de Ecofin over de voortgang van de triloog onderhandelingen informeren.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Ecofin Raad van 2 mei jl. heeft reeds een uitvoerige discussie gehouden over dit onderwerp. De General Approach van de Raad was tijdens de Ecofin Raad van 15 mei jl. vastgesteld. Het hoofddoel van CRD IV is de vertaling van de Basel III afspraken in Europese wet- en regelgeving. Nederland vindt het belangrijk dat de Basel III afspraken zo volledig mogelijk en uniform in de EU geïmplementeerd worden maar hecht tegelijkertijd aan voldoende ruimte om systeem- en macro-prudentiële risico’s nationaal te kunnen adresseren. Daarnaast hecht Nederland aan adequate vormgeving van eisen op het gebied van tegenpartijrisico en liquiditeit.

6. Toezichtmechanisme voor banken

Document:

  • EC-voorstel voor een verordening ter oprichting van een Europese bankentoezichthouder bij de ECB

  • EC-voorstel ter aanpassing van de bestaande verordening voor de European Banking Authority (EBA) aan de nieuwe toezichtsituatie

Aard bespreking: Mogelijk vaststellen algemene oriëntatie (general approach)

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting: Bij dit agendapunt wordt mogelijk een general approach van de Raad vastgesteld ten aanzien van de voorliggende conceptverordeningen voor een Europees toezichtmechanisme voor banken, op basis waarvan de Triloog met het Europees Parlement en de Europese Commissie wordt gestart.

Na de gedachtewisseling tijdens de Ecofin Raad van 13 november wordt er momenteel verder gesproken over een aantal openstaande beleidsmatige alsmede juridische kwesties. Er is nog veel werk te doen voor een akkoord bereikt kan worden. Het gaat met name om de volgende zaken: i) taak- en werkverdeling tussen de ECB en nationale toezichthouders, ii) de voorwaarden waaronder niet euro-lidstaten kunnen opteren mee te doen aan het bankentoezicht, iii) de aanpassingen die nodig zijn om ook de EBA goed te laten blijven functioneren en iv) de tijdlijn voor aanname en feitelijke inwerkingtreding van beide verordeningen en de gefaseerde invoering van het bankentoezicht.

Nederland beoordeelt de voorliggende compromisvoorstellen op basis van de inzet zoals weergegeven in de kabinetsappreciatie van de voorstellen van 1 oktober jl. Daarbij vindt Nederland het onder meer van belang dat ondanks een noodzakelijke werkverdeling tussen de ECB en nationale toezichthouders om het toezicht goed te laten functioneren, de ECB eindverantwoordelijk zal zijn voor alle banken. Ten aanzien van de toezichttaken die de ECB krijgt, acht Nederland het belangrijk dat zolang resolutie van banken met enkel nationale middelen wordt gefinancierd, lidstaten de bevoegdheid houden om zelf additionele kapitaalbuffers te stellen zoals SIFI-buffers; de ECB zou dan enkel dienen in te grijpen indien een nationale toezichthouder geen of te lage additionele buffers zou opleggen aan systeemrelevante instellingen. Daarnaast vindt Nederland het ten behoeve van behoud van de interne markt belangrijk dat er een aantrekkelijke mogelijkheid is voor niet euro-lidstaten om mee te doen aan het bankentoezicht, waarbij ook stemrecht hoort binnen de nieuwe raad van toezicht binnen de ECB. De EBA speelt een belangrijke rol bij het harmoniseren van toezichtpraktijken binnen de EU en daarmee behoud van de interne markt. In de wijzigingsvoorstellen moet de rol van de EBA dan ook sterk blijven om divergentie tussen de eurozone en rest van de EU te voorkomen. Tot slot is het van belang dat het toezicht zo snel als mogelijk wordt ingevoerd, maar dit kan niet ten koste gaan van de kwaliteit. Daarom moet de ECB conform de conclusies van de Europese Raad in oktober na het aannemen van de verordeningen de tijd krijgen om het toezicht in de praktijk te operationaliseren. Volgens Nederland moet de ECB starten met toezicht op Europees gesteunde banken. Daarbij is het belangrijk dat de kwaliteit van het toezicht gewaarborgd is voordat meer banken, zoals alle systeemrelevante banken, onder het Europese toezicht komen. De geschetste tijdlijnen in de concept verordeningen zijn hiertoe te krap.

7. BTW- Quick Reaction Mechanism (QRM) oriënterend debat

Document: nog niet bekend

Aard bespreking: Oriënterend debat

Besluitvormingsprocedure: nvt- oriënterend debat

Toelichting: De aanleiding voor dit oriënterend debat is om de opvatting te vernemen van de Ministers of zij akkoord kunnen gaan met de besluitvormingsprocedure zoals in het voorstel voor een QRM is neergelegd. Het is een besluitvormingsprocedure van artikel 291 van het TFEU en de mogelijkheid voor de Commissie om ogv art 5 (8) van de Comitologie verordening (EU) nr. 182/2011 bij spoedeisende situaties te kunnen handelen.

In lijn met de BNC fiche over kan Nederland instemmen met het voorstel van de Commissie COM(2012)428 d.d. 31 juli 2012.

Nederland is een groot voorstander van effectieve fraudebestrijding. Diverse lidstaten worden met btw-fraude geconfronteerd, maar op dit moment treffen de lidstaten veelal nationale maatregelen. Ook Nederland heeft al diverse malen een derogatie moeten aanvragen en heeft (vooruitlopend daarop) eenzijdig een verleggingsregeling geïntroduceerd. De voorgestelde maatregel voor een snellereactiemechanisme zorgt voor een EU-brede aanpak en een betere juridische inbedding en wordt daarom door Nederland gesteund.

8. Financiële sectorbelasting

Document: Richtlijnvoorstel COM 2012/631

Aard bespreking: Stand van zaken

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Tijdens de Ecofin Raad van 9 oktober werd duidelijk dat tien lidstaten (België, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Slowakije en Spanje) nauwere samenwerking wilden aangaan op het gebied van de financiële sectorbelasting. In later stadium heeft Estland zich ook voor nauwere samenwerking uitgesproken waardoor de teller op elf lidstaten is gekomen. In reactie op dit verzoek heeft de Commissie een voorstel gedaan tot autorisatie van de nauwere samenwerking.

Er is tijdens de Raad van 13 november over dit onderwerp van gedachten gewisseld. Nederland heeft toen aangegeven zich te willen aansluiten bij de nauwere samenwerking op het gebied van een financiële sector heffing op voorwaarde dat de Nederlandse pensioenfondsen hiervan gevrijwaard blijven, er geen disproportionele samenloop is met de huidige bankenbelasting en de inkomsten terugvloeien naar de lidstaten.

Op verzoek van verschillende Lidstaten heeft de Commissie aangegeven zich in te spannen om zo snel mogelijk een conceptvoorstel voor te leggen voordat er gestemd wordt over de autorisatie. De verwachting is dat dit concept voorstel medio december openbaar wordt gemaakt. De regering wenst het conceptvoorstel te toetsen aan de hierboven genoemde voorwaarden. De bevindingen van deze toetsing zullen via een BNC fiche met de Kamer gedeeld worden, ter voorbereiding van bespreking in een AO Ecofin Raad voorafgaand aan een stemming over dit onderwerp in de Raad. Tijdens de Ecofin Raad van 4 december zullen de lidstaten wederom geïnformeerd worden over de laatste stand van zaken op dit dossier.

9. Alert Mechanism Report

Document: Alert Mechanism Report van de Commissie

Aard bespreking: Bespreking

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

De Ecofin Raad spreekt over het Alert Mechanism Report in het kader van het Europees Semester 2013, inclusief het scorebord voor het signaleren van onevenwichtigheden van de Macro-economische Onevenwichtighedenprocedure (MEOP). De Commissie presenteert welke landen op basis van het aantal brandende lampjes op het scorebord een diepteanalyse zullen krijgen. De Ecofin Raad zal naar aanleiding hiervan nog geen besluiten hoeven nemen. Naar verwachting zullen in maart volgend jaar de diepteanalyses worden gepubliceerd. Naar aanleiding van de uitkomsten daarvan zal de Raad kunnen besluiten bij welke landen overgegaan wordt tot een Buitensporige Onevenwichtighedenprocedure.

10. Annual growth survey

Document: Annual Growth Survey van de Commissie

Aard bespreking: Bespreking

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

De Ecofin Raad zal spreken over de Annual Growth Survey van de Europese Commissie, met daarin onder andere de jaarlijkse prioriteiten voor het versterken van de groei in de EU, en een actualisering van de implementatie van de Europa 2020 strategie. Er zullen geen besluiten worden genomen. In aanloop naar de Voorjaarsraad waarin volgend jaar de prioriteiten voor groei officieel vastgelegd worden, zal de Ecofin naar verwachting nog een keer over de Annual Growth Survey spreken en conclusies aannemen.

11. Toekomst EMU

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: De Ecofin Raad staat mogelijk stil bij de discussie die tijdens de aankomende Europese Raad van 13-14 december a.s. gevoerd zal worden over de toekomst van de EMU. Tijdens deze Europese Raad van 18 en 19 oktober jl. presenteerden de Voorzitter van de Europese Raad (ER) Van Rompuy, ECB-voorzitter Draghi, Eurogroepvoorzitter Juncker en Commissievoorzitter Barroso een tussenrapport over de toekomst van de Economische Monetaire Unie. De Europese Raad heeft ER-Voorzitter Van Rompuy vervolgens gemandateerd om bepaalde elementen uit dit rapport nader uit te werken met betrekking tot het eindrapport over de toekomst van de EMU, dat op de Raad Algemene Zaken van 10 december a.s. en de Europese Raad van 13 en 14 december a.s. besproken zal worden. Het gaat hierbij onder meer om het uitwerken van ideeën over een begrotingscapaciteit voor de eurozone en het aangaan van contractuele relaties tussen de eurolanden en het EU-niveau. Zie hiervoor ook het verslag van de Europese Raad van 18 en 19 oktober jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 689).

De Nederlandse inzet tijdens de Ecofin zal gebaseerd zijn op onder meer de Kamerbrief over de toekomst van de EMU van 7 september 2011 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 839), de Kamerbrief over Europese economische stabiliteit en groeivermogen (Kamerstuk 21 501-07 nr. 847) en de appreciatie van het tussenrapport toekomst EMU zoals verzonden aan de Kamer op 15 oktober jl. (Kamerstuk 21 501-20 nr. 688).

Los hiervan zal Nederland in elk geval tijdige duidelijkheid over de publicatie van het eindrapport benadrukken, zodat deze betrokken kan worden in de discussies met de Kamer in de standpuntbepaling richting de Europese Raad van december. Onduidelijk is of het rapport al beschikbaar zal zijn tijdens de Ecofin van 4 december. Zodra het rapport beschikbaar is, zal het kabinet deze van een spoedige appreciatie voorzien.

12. Implementatie Stabiliteits- en Groeipact

Document:

Aard bespreking: Aanname Raadsbesluit

Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid

Toelichting: De buitensporigtekortprocedure (edp) van Malta werd ingesteld door een Raadsbeslissing van 7 juli 2009, waarbij een deadline van 2010 werd gesteld voor correctie van het buitensporige tekort. Op 16 februari 2010 werd vastgesteld dat Malta effectief gevolg had gegeven aan de aanbeveling om het buitensporig tekort te corrigeren, maar dat door een onverwachte economische gebeurtenis met ernstige gevolgen voor de overheidsfinanciën de deadline met 1 jaar kon worden uitgesteld. In de hernieuwde aanbeveling werd de deadline voor correctie van het buitensporige tekort verlengd naar 2011. Het overheidstekort is in 2011 uitgekomen op 2,7% bbp. Daarnaast laten de najaarsramingen van de Europese Commissie zien dat het buitensporige tekort op een duurzame wijze is gecorrigeerd omdat ook de komende jaren het overheidstekort de 3% referentiewaarde niet zal overschrijden. Zo laten de Commissieramingen zien dat het tekort naar verwachting zal uitkomen op 2,6% bbp in 2012, 2,9% bbp in 2013 en 2,6% bbp in 2014. Op basis van deze resultaten is de Commissie met een voorstel gekomen om de buitensporigtekortprocedure voor Malta te beëindigen (abrogeren).

13. Presentatie Jaarverslag van de Europese Rekenkamer over de EU begroting 2011

Document: «Jaarverslag van de Europese Rekenkamer over de uitvoering van de EU begroting 2011» (http://eca.europa.eu/portal/pls/portal/docs/1/18176746.PDF)

Aard bespreking: Presentatie

Besluitvormingsprocedure: De Europese Rekenkamer presenteert het Jaarverslag over de EU begroting 2011. Er wordt geen beslissing genomen tijdens deze Ecofin Raad. De Ecofin van februari 2013 beslist over het Dechargeadvies van de Raad met gekwalificeerde meerderheid. Vervolgens beslist het Europees Parlement of zij overgaat tot het verlenen van kwijting aan de Europese Commissie.

Toelichting: Voor Nederland is het Jaarverslag van de Europese Rekenkamer een belangrijk element in de standpuntbepaling ten aanzien van Decharge van de EU begroting, meer specifiek het Dechargeadvies van de Raad. Het kabinet kijkt bij de beoordeling naar meerdere zaken: is het aantal fouten toegenomen of afgenomen? Wat is het financieel belang dat hiermee gemoeid is? Is er verbetering zichtbaar in de beheers- en verantwoordingssystemen? Deze afweging is aan de orde bij de Ecofin Raad van februari 2013. Het kabinet zal daarbij een zeer kritische houding aannemen. De Europese Rekenkamer geeft over het jaar 2011 wederom geen goedkeurende verklaring af (Déclaration d’Assurance). Het gemiddelde foutenpercentage van de EU begroting 2011 berekent de Europese Rekenkamer op 3,9% (onrechtmatig besteed) waarmee een materieel belang gemoeid is van circa 5 miljard euro. Over 2010 waren deze cijfers respectievelijk 3,7% en 4,5 miljard euro. De geconstateerde fouten zijn materiële fouten, zoals het niet voldoen aan de aanbestedingsregels, ontoereikende bewijsstukken of het declareren van niet-subsidiabele kosten en/of projecten. Ongeveer 80% van de EU begroting wordt uitgegeven onder het beheer van de lidstaten zelf, waar circa 90% van de fouten te vinden zijn. De begrotingscategorie «Cohesie/Energie/Vervoer» laat over 2011 een verbetering zien, waarbij echter Regionaal beleid nog altijd het grootste probleem vormt (6% materiële fouten). Daarnaast zijn er verslechteringen zichtbaar in andere categorieën zoals Landbouw (4% materiële fouten) en Onderzoek (3% materiële fouten). Wat betreft de werking van de beheers- en verantwoordingssystemen is het beeld «gedeeltelijk doeltreffend». Het kabinet is teleurgesteld en bezorgd dat de Europese Rekenkamer wederom moet concluderen dat er te veel fouten zijn gemaakt en een fors deel van de Europese middelen dus niet rechtmatig is besteed. Het kabinet streeft naar meer transparantie bij de controle op de besteding van EU-middelen. Een beter beheer van en verantwoording over de besteding van de Europese middelen blijft prioriteit houden voor dit kabinet. Zoals hierboven aangegeven is besluitvorming over Decharge aan de orde bij de Ecofin Raad van februari 2013.

Naar boven