21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 942 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2012

Op 4 juli jongstleden heb ik met de vaste Kamercommissie Financiën en de vaste Kamercommissie voor Europese Zaken overleg gevoerd over de invulling van de behandelprocedures inzake EFSF/ESM-besluiten (Kamerstuk 21 501-07, nr. 937). Vooruitlopend op een nader uit te werken protocol, zoals door mij tijdens het overleg is toegezegd, waarin de vormgeving van de parlementaire betrokkenheid bij ESM-besluiten zal worden vastgelegd, wil ik door middel van deze brief helder op een rij zetten hoe de behandelprocedures er na dit algemeen overleg uitzien.

De onderstaande procedureafspraken komen in de plaats van de voorgestelde afspraken zoals opgenomen in mijn brief van 18 januari 2012 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 877). Het betreft enerzijds een actualisatie van de voorgestelde afspraken, waarin de aanvullingen en mijn toezeggingen in het algemeen overleg van 4 juli jl., zijn verwerkt en anderzijds een uitbreiding van de procedureafspraken met onderwerpen en aangelegenheden die niet aan de orde kwamen in het eerdergenoemde voorstel. Het doel van deze brief is voor alle betrokkenen duidelijk te maken hoe in voorkomende gevallen de behandeling en de procedure in elkaar steken. De formalisering van deze afspraken zal op een later moment, in overleg met de Kamer plaatsvinden in een informatieprotocol.

Voordat ingegaan wordt op de vormgeving van de parlementaire betrokkenheid is het nogmaals belangrijk te vermelden dat de hoofdregel ten aanzien van alle EFSF/ESM- besluiten is dat deze zo veel mogelijk vooraf in het openbaar zullen worden besproken met de Tweede Kamer.

Besluitvorming over inzet van EFSF/ESM-faciliteiten voor financiële bijstand

Het EFSF en het ESM kennen de volgende vormen van financiële bijstand:

  • 1. Preventieve financiële bijstand;

  • 2. Financiële bijstand voor de herkapitalisatie van financiële instellingen;

  • 3. Financiële bijstand in het kader van een macro-economisch aanpassingsprogramma;

  • 4. Aankoop van obligaties op de primaire markt;

  • 5. Operaties op de secundaire markt.

Voor de besluitvorming over de inzet van deze faciliteiten kunnen de volgende stappen worden onderscheiden:

  • Over elk verzoek voor financiële bijstand door een euro-lidstaat vanuit het EFSF of ESM zal de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd. Wanneer het verzoek betrekking heeft op operaties op de secundaire markt zal dit vertrouwelijk geschieden.

  • De relevante documenten op basis waarvan de Eurogroep (bij EFSF-besluit) of Raad van Gouverneurs van het ESM (bij ESM-besluit) kan besluiten tot steunverlening zullen zodra deze beschikbaar zijn aan de Tweede Kamer worden gezonden. Afhankelijk van de inhoud en de afspraken die hierover zijn gemaakt met de betreffende lidstaat kan een beroep worden gedaan op de Kamer om vertrouwelijk met de verstrekte informatie om te gaan. Zoals afgesproken tijdens het algemeen overleg op 4 juli jl. zal altijd worden aangegeven waarom een document vertrouwelijk is. De aanbieding van omvangrijke en/of technische documenten zal vergezeld gaan van een leeswijzer. Tot de relevante documenten behoren in ieder geval het Memorandum of Understanding en de Financial Assistance Facility Agreement. Wanneer de vertrouwelijkheid van de relevante documenten is komen te vervallen, zal de Kamer hiervan in kennis worden gesteld.

  • Het kabinet zal uiterlijk binnen zeven kalenderdagen na ontvangst van deze documenten haar positie bepalen en kenbaar maken aan de Kamer.

  • Indien de relevante documenten niet later dan drie werkdagen voor het voorziene moment van besluitvorming door Eurogroep of Raad van Gouverneurs van het ESM worden ontvangen dan is er voor de Kamer gelegenheid om voorafgaand aan dit besluitvormingsmoment met de minister van Financiën hierover van gedachten te wisselen.

  • Indien de relevante documenten later dan drie werkdagen voorafgaand aan het voorziene besluitvormingsmoment worden ontvangen, dan zal Nederland een parlementair voorbehoud maken. Dit houdt de verplichting in geen onomkeerbare besluiten te nemen voordat hierover overleg heeft plaatsgevonden met de Kamer.

  • De Kamer kan in dat geval tot drie werkdagen na het besluitvormings-moment schriftelijk laten weten hierover binnen een week te willen overleggen met de minister van Financiën. Indien de Kamer dit nalaat wordt het parlementaire voorbehoud als opgeheven beschouwd.

  • Indien het besluitvormingsmoment van de Eurogroep of Raad van Gouverneurs van het ESM valt in een recesperiode van de Kamer, dan gelden de drie werkdagen waarbinnen de Kamer dient aan te geven hierover met de minister van Financiën te willen overleggen in principe vanaf het moment dat het reces is geëindigd. Indien spoedige besluitvorming is vereist kan bij langdurige recesperiodes zoals het zomerreces van deze regel worden afgeweken.

  • Indien bij de verlening of tenuitvoerlegging van financiële bijstand vanuit het ESM gebruik zou (kunnen) worden gemaakt van de spoedstemprocedure (zoals voorzien in artikel 4 lid 4 van het ESM-Verdrag) dan zal de minister van Financiën direct de Tweede Kamer over de redenen die de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank hiervoor aanvoeren informeren. Indien mogelijk zal voorafgaand aan het voorziene besluitvormingsmoment met de Tweede Kamer overleg plaatsvinden. Onder de veronderstelling dat het in gevallen waarin deze procedure wordt toegepast niet mogelijk is een parlementair voorbehoud te maken zal de minister van Financiën een standpunt innemen en hierover de Kamer schriftelijk informeren.

Monitoring uitvoering van financiële bijstand

Wanneer overgegaan wordt tot verlening van financiële bijstand zal in de uitvoeringsfase de volgende procedure gelden:

  • In geval van financiële bijstand in het kader van een macro-economisch aanpassingsprogramma zendt de minister van Financiën een appreciatie van de periodieke voortgangsrapportage van de Trojka toe aan de Tweede Kamer. In deze appreciatie gaat de minister van Financiën ook in op de voornaamste conclusies van de voortgangsrapportage. Toezending van de appreciatie zal geschieden voordat de Eurogroup Working Group (in geval van EFSF) of de Raad van Bewindvoerders (in geval van het ESM) besluit over de uitkering van een volgende tranche.

  • In geval van operaties op de secundaire markt zal de minister van Financiën wekelijks de Tweede Kamer schriftelijk vertrouwelijk informeren over de omvang van de aankopen van obligaties zonder te benoemen in welke specifieke markt is geïntervenieerd. Na afloop van de interventies op de secundaire markt zal de minister de Tweede Kamer (zodra de informatie niet meer vertrouwelijk of marktgevoelig is) in een openbare brief uitgebreider informeren over deze interventies.

  • In andere gevallen zal de minister periodiek de Tweede Kamer informeren over de uitvoering van de financiële bijstand in ieder geval voorafgaand aan de uitkering van een volgende tranche.

  • Indien het voornemen bestaat een faciliteit voor financiële bijstand te beëindigen of stop te zetten (bijvoorbeeld in verband met het niet voldoen aan de gestelde condities) dan geldt dezelfde procedure als bij verzoeken voor financiële bijstand: de relevante documenten dienen minimaal drie werkdagen voor het voorziene besluitvormingsmoment aan de Tweede Kamer te kunnen worden verzonden anders zal gebruik gemaakt worden van een parlementair voorbehoud.

Parlementaire betrokkenheid bij besluiten aangaande de werking van het ESM

Ten aanzien van besluiten over de (operationele) vormgeving van het ESM zijn de behandelprocedures als volgt:

  • De minister van Financiën zal de Tweede Kamer vooraf informeren over eventuele voorgenomen veranderingen in het dividend- en rentebeleid van het ESM alsmede voorgenomen veranderingen in het instrumentarium van het ESM.

  • Opvragingen van (niet-gestort maatschappelijk) kapitaal dienen geautoriseerd te worden door beide Kamers. Indien er onvoldoende tijd is om een kapitaalopvraging middels een (incidentele) suppletoire begroting te verwerken, zal begrotingsautorisatie zo spoedig mogelijk achteraf plaatsvinden.

  • Een eventuele ophoging van het maatschappelijk kapitaal vereist een wijziging van het ESM-Verdrag en derhalve de voorafgaande instemming van beide Kamers. In voorkomende gevallen zal de minister van Financiën een incidentele suppletoire begroting aan de Kamers voorleggen.

De minister van Financiën, J. C. de Jager

Naar boven