21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 908 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2012

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de extra Ecofin van 2 mei 2012 en de Eurogroep en Ecofin Raad van 14 en 15 mei 2012 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën, J. C. de Jager

Geannoteerde Agenda ten behoeve van de extra Ecofin Raad van 2 mei 2012 en de Eurogroep en Ecofin Raad van 14 en 15 mei 2012 te Brussel

Extra Ecofin Raad 2 mei 2012

1. Kapitaaleisenrichtlijn (CRD IV) en kapitaaleisenverordening (CRR)

Document: Richtlijn CRD IV: http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/12/st08/st08468.en12.pdf

Verordening CRR:http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/12/st08/st08467.en12.pdf

Aard bespreking: besluitvorming over algemene inzet.

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting: Het Deense voorzitterschap beoogt in de Ecofin Raad overeenstemming te bereiken tussen de lidstaten over de algemene inzet ten behoeve van de kapitaaleisenrichtlijn (CRD IV) en de kapitaaleisenverordening (CRR), waarna met het Europees Parlement tot een eindversie gekomen zal worden.

Het hoofddoel van CRD IV en CRR is de vertaling van de Bazel III afspraken in Europese wet- en regelgeving. Nederland vindt het belangrijk dat de Bazel III afspraken zo volledig mogelijk en uniform in de EU geïmplementeerd worden maar hecht tegelijkertijd aan voldoende ruimte om systeem- en macro-prudentiële risico’s nationaal te kunnen adresseren. Daarnaast hecht Nederland aan adequate vormgeving van eisen op het gebied van tegenpartijrisico en liquiditeit. Naast deze onderwerpen zullen de definitie van kernkapitaal, de behandeling van financiële conglomeraten en de wijze waarop de eis inzake de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen wordt vormgegeven worden besproken.

2. Internationale klimaatfinanciering

Document: Ecofin Draft Council Conclusions. Niet openbaar.

Aard bespreking: aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting: De lidstaten van de EU hebben in de context van mondiale klimaatafspraken toegezegd 7,2 miljard euro te mobiliseren aan korte termijn klimaatfinanciering (periode 2010–2012) voor urgente aanpassing- en mitigatieacties in ontwikkelingslanden. De raadsconclusies benadrukken dat ondanks de moeilijke economische situatie, de lidstaten van de EU goed op weg zijn met het naleven van deze toezegging. Over de rapportage periode 2010 t/m 2011 is er 4,68 miljard euro gemobiliseerd.

Afgezien van een bevestiging van de gedane toezeggingen rondom korte termijn klimaatfinanciering wijzen de raadsconclusies naar het belang van het opschalen van internationale klimaatfinanciering richting het doel van 100 miljard US dollar in 2020, in de context van betekenisvolle mitigatie acties van met name opkomende economieën en transparante rapportage over deze acties. Opschaling moet wel passen binnen de kaders van noodzakelijke budgettaire consolidatie. Tevens wordt ook op de eigen verantwoordelijkheid van opkomende economieën en ontwikkelingslanden gewezen, bijvoorbeeld door hun investeringsklimaat voor duurzame investeringen te verbeteren. Vervolgens moedigen de raadsconclusies aan het IMO en ICAO te komen tot mondiale afspraken rondom het beprijzen van emissies van lucht- en zeevaart. Ten slotte wordt ook de voorziene oprichting van het interim bestuur en secretariaat van het Groene Klimaatfonds verwelkomd.

Eurogroep en Ecofin Raad van 14 en 15 mei 2012

1. Griekenland

Document: n.v.t.

Aard bespreking: n.v.t.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Tegen de achtergrond van de Griekse algemene verkiezingen van 6 mei a.s. zal de Eurogroep van 14 mei a.s. naar verwachting spreken over de situatie in Griekenland en specifiek de uitkomst van de afgeronde PSI operatie. De omruil van de obligaties onder Grieks recht is reeds afgerond. De omruil van de obligaties onder buitenlands recht gaat in verschillende stappen. Een deel van de obligaties onder buitenlands recht is ook reeds omgeruild. Voor een laatste groep obligatiehouders onder buitenlands recht is de deadline voor aanmelding recentelijk uitgesteld tot 20 april a.s. Tijdens de Eurogroep van 14 mei a.s. zal bekend zijn in hoeverre ook deze laatste groep obligatiehouders tot omruil is overgegaan. Het totale deelnamepercentage van 95,7% waar tijdens de Eurogroep van 12 maart jl. (zie Kamerbrief met kenmerk BFB2012–7398M) van werd uit gegaan kan nog hoger worden.

2. Kwetsbare lidstaten

Document: n.v.t

Aard bespreking: n.v.t.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Tijdens de Eurogroep zal naar verwachting gesproken worden over de situatie in enkele kwetsbare lidstaten. Tijdens de Eurozonetop van 26 oktober 2011 werd in dit kader specifiek verwezen naar Spanje en Italië. Tijdens de Eurozonetop van 26 oktober 2011 is bepaald dat de Commissie zal rapporteren over de vorderingen die in Italië worden gemaakt met het implementeren van de toegezegde maatregelen op zowel begrotingsgebied als bij de structurele hervormingen. De Commissie zal naar verwachting ook rapporteren over de implementatie tijdens deze Eurogroep. Naar verwachting zal de Eurogroep ook stil staan bij de situatie in Spanje. Tijdens de Eurogroep van 12 maart jl. is Spanje opgeroepen om in 2012 een extra budgettaire inspanning te leveren van 0,5% BBP nadat bekend werd dat het tekort in 2011 hoger bleek uit te vallen. De Eurogroep acht dit nodig om het begrotingstekort in 2013 onder de 3% BBP te brengen. Op 30 maart jl. heeft de Spaanse regering haar begroting gepresenteerd. De Commissie zal beoordelen of deze begroting, zowel kwantitatief als kwalitatief, voldoende aanvullende maatregelen kent om op het pad te blijven naar een begrotingstekort van 3% BBP of lager in 2013. Deze beoordeling is op dit moment nog niet beschikbaar. Nederland heeft altijd benadrukt dat het essentieel is dat landen zelf de maatregelen treffen die nodig zijn om het vertrouwen van de markten te behouden.

3. Verordening kredietbeoordelaars (CRA III)

Document: COM2011(747) (te vinden op:

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=201043) en COM2011(746) (te vinden op: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=201042)

Aard bespreking: besluitvorming over algemene inzet

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid van stemmen

Toelichting: Naar verwachting zal de Ecofin Raad spreken over de verordening inzake kredietbeoordelaars (CRA III). Het gaat hier om het vaststellen van een algemene inzet van de Raad, waarna via de gewone besluitvormingsprocedure (codecisie) met het Europees Parlement tot een eindversie gekomen zal worden. Nederland verwelkomt in algemene zin de voorstellen van de Commissie op het gebied van kredietbeoordelaars, met name om over-afhankelijkheid te verminderen en transparantie te verbeteren. Er zijn nog verschillende punten waar discussie over is, zoals bijvoorbeeld het systeem van rotatie. Met betrekking tot de verplichte rotatie van kredietbeoordelaars is Nederland niet op voorhand tegenstander van een dergelijk systeem. Nederland heeft echter wel zorgen bij de wijze waarop het rotatiesysteem is vormgegeven en is van mening dat diepgaander onderzoek naar effecten en risico’s ervan wenselijk is. De Nederlandse inzet heb ik u meegedeeld in het BNC-fiche (Kamerstukken 2011–2012, 22 112 nr. 1298) dat reeds met u besproken is in het Algemeen Overleg van 16 februari 2012.

4. Ageing Report 2012

Document: Ageing Report 2012

Aard bespreking: n.v.t.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Tijdens de Ecofin Raad wordt over het Ageing Report 2012 gesproken. Het Ageing Report is een technische exercitie van de Europese Commissie in samenwerking met de lidstaten waarbij lange termijnprojecties worden gemaakt van de leeftijdsafhankelijke overheidsuitgaven (dus uitgaven met een demografische component erin) over de periode 2010–2060. De analyse van leeftijdsafhankelijke uitgaven begint met nieuwe inschattingen van bevolkingsontwikkelingen (zoals de ontwikkeling van de levensverwachting) van Eurostat en inschattingen van de ontwikkeling van de potentiële economische groei op lange termijn. Hierbij wordt verondersteld dat de Europese economieën langzaam uit het dal van de crisis opklimmen en de groei van de arbeidsproductiviteit convergeert naar 1,5% per jaar. Vervolgens worden projecties gemaakt van de leeftijdsafhankelijke uitgaven onder de veronderstelling van constante arrangementen. In het Ageing Report wordt zo gekeken naar de ontwikkeling van publieke uitgaven aan pensioenen zoals de AOW in Nederland, zorguitgaven, maar ook naar de uitgaven aan onderwijs en werkloosheidsuitgaven.

In het Ageing Report wordt niet gekeken naar de inkomstenkant op lange termijn en ook niet naar uitgaven zonder demografische component (zoals bijvoorbeeld defensie of openbaar bestuur). Het bevat dan ook geen inschatting van het houdbaarheidstekort. De actuele pensioenhervorming van Nederland is eveneens niet meegenomen in de sommen van de Europese Commissie omdat voor alle landen geldt dat alleen rekening wordt gehouden met hervormingen die bij wet zijn vastgelegd. In Nederland moet de Eerste Kamer nog een oordeel uitspreken.

Het rapport laat zien dat Nederland nog altijd in de kopgroep zit van de landen waarbij de vergrijzingkosten oplopen. Voor Nederland stijgen de leeftijdsafhankelijke uitgaven met 8,6 procentpunt BBP tussen 2010 en 2060; het gemiddelde van de eurozone bedraagt 4,5%. Deze oploop is wel iets lager dan bij de vorige studie uit 2009 waar deze over de periode 2007–2060 werd geschat op 9,4 procentpunt BBP. Verschillen komen deels door beleid (bijvoorbeeld het effect van het afschaffen van de AOW partnertoeslag e.d.), deels door een ander tijdvak (startjaar 2010 in plaats van 2007) en deels door kleine verschillen in methodologie.

Het rapport toont op een geavanceerde manier de impact van vergrijzing bij ongewijzigd beleid onder de veronderstelling van constante arrangementen. Door dit uniform te doen voor alle Europese lidstaten vervult de Europese Commissie een belangrijke rol. Uit het rapport wordt duidelijk dat nagenoeg alle Europese lidstaten rekening moeten houden met een oploop van de overheidsuitgaven als gevolg van vergrijzing. Voor toekomstbestendige macro-economische stabiliteit zijn houdbare overheidsfinanciën van belang.

5. EU ontwerpbegroting 2013

Document: EU ontwerpbegroting 2013

Aard bespreking: presentatie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Tijdens dit agendapunt zal de Commissie tijdens de Ecofin Raad de ontwerpbegroting voor de Europese Unie voor 2013 presenteren. De Tweede Kamer zal hierover binnenkort nader worden geïnformeerd.

6. Toekomst van de BTW

Document: Ecofin Draft Council Conclusions.

Aard bespreking: aanname raadsconclusies.

Besluitvormingsprocedure: consensus.

Toelichting: Op de Ecofin Raad van 15 mei 2012 worden raadsconclusies over de toekomst van de btw aangenomen. Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies.

De conclusies verwelkomen de opzet en de prioriteitstelling van de Commissie en verzoeken de Commissie rekening te houden met het regelmatig rapporteren over de voortang en met de betreffende prioriteitenstelling.

Hoofdprioriteit is een meer robuust en fraudebestendig btw systeem, gelet op het substantiële verlies door fraude. Bij de intensivering van fraude aanpak, bijvoorbeeld via Eurofisc of aanvullende maatregelen zoals het Quick reaction mechanisme, moet rekening worden gehouden met kostenefficiëntie, proportionele administratieve lasten, wetgeving over data bescherming en respect voor de grenzen van bevoegdheden van lidstaten.

De conclusies onderkennen de noodzaak voor een eenvoudiger systeem, maar dat eenvoud voor het bedrijfsleven niet mag leiden tot toename van uitvoeringslasten van de nationale autoriteiten. Ook dient verder worden te gaan met het ontwikkelen van een EU webportal, in nauwe samenwerking met de lidstaten en consultatie van stakeholders.

Daarnaast zetten de conclusies in op een meer efficiënt btw systeem. De Raadsconclusies stemmen in met de noodzaak om de huidige regels met betrekking tot overheden te onderzoeken in situaties waar concurrentieverstoring optreedt met de private sector. De Raad zal de bevindingen van de voorgestelde 2012 beoordeling naar de huidige tariefstructuur onderzoeken in het licht van de door de Commissie aangegeven principes.

Tenslotte dient het btw systeem op de interne markt toegesneden te worden. Het oorsprongland beginsel als definitief systeem wordt in de nabije toekomst losgelaten. De Raadsconclusies verzoekt de Commissie verder te gaan met onderzoek naar verbetering van het huidige bestemmingsland beginsel waarbij aandacht wordt gegeven aan de rol die de one-stop-shop hierin kan vervullen en de risico’s van nieuwe vormen van fraude en eliminatie van bestaande vormen van fraude.

Naar boven