21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 906 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2012

De vaste commissie voor Financiën heeft per brief van 4 april 2012 verzocht om een schriftelijke reactie op de brief van de Algemene Rekenkamer van 27 februari 2012 inzake publieke controle op het ESM (Kamerstuk 21 501-07 nr. 886). In reactie bericht ik u graag het volgende.

Tijdens de verdragsonderhandelingen over het ESM heeft Nederland zich sterk gemaakt voor het verwezenlijken van gedegen publieke externe controle over het ESM. Nederland heeft met deze inzet resultaat geboekt: nationale rekenkamers van de ESM landen zullen vanaf de inwerkingtreding van het ESM-verdrag gezamenlijk met de Europese Rekenkamer en andere instellingen middels de Board of Auditors (extern Audit Comité) opereren als een ESM-specifieke supranationale publieke controle-instantie. Na ratificatie is er bovendien de mogelijkheid dit nader uit te werken in de nog overeen te komen statuten ofwel «by laws». Deze kunnen pas formeel vastgesteld worden zodra het ESM van kracht is op grond van een meerderheidsbeslissing van de Raad van Gouverneurs. De regering heeft zich en blijft zich maximaal inspannen, zoals aangegeven in de reactie op de twee aangenomen moties Schouten/Dijkgraaf en de motie Schouw c.s.1 om volwaardige publieke externe controle in dit kader te realiseren.

In mijn hoedanigheid als lid van de Raad van Gouverneurs, zet ik mij met enkele gelijkgestemde lidstaten ervoor in om de bevoegdheden van de Board of Auditors nader uit te werken in de «by-laws». Hierbij is steun van andere nationale rekenkamers even belangrijk. De Algemene Rekenkamer en ik delen hetzelfde doel van goede publieke externe controle op het ESM.

De minister van Financiën, J. C. de Jager


X Noot
1

Kamerstukken II 2011/12, 21 501-20, nr. 619 en nr. 618.

Naar boven