21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 890 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2012

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en de Ecofin Raad van 12 en 13 maart 2012 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën, J. C. de Jager

1. Griekenland

Document: n.v.t

Aard bespreking: n.v.t.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Afhankelijk van de extra ingelaste Eurogroepen op 1 en 9 maart zal er ook tijdens deze Eurogroep mogelijk gesproken worden over het aanvullende programma voor Griekenland dat tijdens de Eurozonetop van 26 oktober jl. is overeengekomen. De Tweede Kamer zal hierover via Kamerverslagen op de hoogte worden gehouden.

2. Portugal

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t

Toelichting: De monitoringsmissie van de Trojka is van 15 tot 27 februari 2012 in Lissabon geweest voor de derde voortgangsrapportage. Na afronding van de missie heeft de Trojka een statement gepubliceerd met de voornaamste uitkomsten van de missie. Hieruit blijkt dat Portugal in voldoende mate op schema ligt. De volledige voortgangsrapportage is op dit moment nog niet beschikbaar. Zodra deze beschikbaar komt zal de Tweede Kamer over de inhoud en de Nederlandse positie ten aanzien van de volgende tranche uit het leningenprogramma worden geïnformeerd via een kamerbrief.

3. Mandaat spaartegoedenrichtlijn met derde landen

Document: niet openbaar

Aard bespreking: aanname

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Op de Ecofin Raad van 13 maart 2012 zal mogelijk een mandaat worden aangenomen dat de Europese Commissie in staat stelt om onderhandelingen te openen met de derde landen (Zwitserland, Liechtenstein, Monaco, Andorra en San Marino) om de verdragen met deze landen over de toepassing van de spaartegoedenrichtlijn aan te passen aan de laatste ontwikkelingen in de EU.

De spaartegoedenrichtlijn heeft als doel het verzekeren van een belastingheffing op inkomsten uit spaartegoeden die zich bevinden in een andere lidstaat. Op grond van deze richtlijn informeren de meeste belastingdiensten van de EU lidstaten elkaar over grensoverschrijdende rentebetalingen aan natuurlijke personen binnen de EU. Luxemburg en Oostenrijk (voorheen ook België, tot 1 januari 2010), hebben, ter wille van hun bankgeheim, voor de optie gekozen om geen informatie uit te wisselen maar een bronheffing op de rentebetaling in te houden.

De lidstaten die informatie uitwisselen, verkrijgen hun informatie van de marktdeelnemers die de rente uitbetalen. Zo dienen banken informatie te verstrekken over de grensoverschrijdende rentebetalingen aan natuurlijke personen. In oktober 2009 is de spaartegoedenrichtlijn geëvalueerd, waaruit bleek dat de spaartegoedenrichtlijn in bepaalde gevallen niet werkte. Om deze reden stelt de Commissie een hernieuwde robuuste richtlijn voor met het oog om de omzeiling van de richtlijn tegen te gaan. Deze aanpassingen dienen ook te worden doorgevoerd in spaartegoedenverdragen die gesloten zijn met de derde landen. Om deze reden vraagt de Commissie hiervoor mandaat. Nederland kan instemmen met het mandaat aan de Commissie om met de derde landen te onderhandelen.

4. Financiële transactiebelasting

Document: Richtlijnvoorstel COM 2011/594

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Tijdens de Ecofin Raad van 13 maart zal een debat gehouden worden over de stand van zaken omtrent de financiële transactiebelasting. De Commissie heeft een voorstel gedaan om een financiële transactiebelasting te introduceren voor de EU. In grote lijnen worden hierdoor financiële transacties belast met 0,1% mits uitgevoerd door financiële instellingen. Derivaten worden belast tegen 0,01%. De Commissie schat een opbrengst van 57 miljard euro. Het kabinet is een voorstander van een financiële transactiebelasting op mondiaal niveau en onderzoekt nog de economische gevolgen van een Europese financiële transactiebelasting FTT.

5. Follow-up G20-bijeenkomst voor ministers van Financiën en centralebankpresidenten van 25–26 februari

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t

Toelichting: Op 25 en 26 februari jl. vond een G20-bijeenkomst voor ministers van Financiën en centralebankpresidenten plaats. De Europese inbreng hierbij was vooraf gecoördineerd middels een Terms of Reference. Bij de vergadering is afgesproken dat de monitoring van beleidsafspraken uit het Cannes Action Plan versterkt zal worden. Ten aanzien van uitbreiding van IMF-middelen is afgesproken dat hier bij de G20-bijeenkomst in april verder over wordt gesproken. De G20-landen willen de besprekingen over de Europese firewall in maart afwachten. De G20-landen spraken ook hun voornemen uit om de in 2010 afgesproken quota- en governanceherzieningen in het IMF eind 2012 volledig uit te voeren. Daarnaast hebben de landen de intentie om verder te gaan met de implementatie van financiële regelgeving, voedsel- en goederenprijzen en groene groei.

6. Buitensporigtekortprocedure: opschorting Cohesiefondsen Hongarije

Document: Commissievoorstel voor een besluit van de Raad voor het opschorten van committeringen van Cohesiefondsen aan Hongarije. Zie:

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2012:0075:FIN:EN:PDF

Aard bespreking: besluitvorming

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting: De Ecofin Raad spreekt over het opschorten van de committeringen van Cohesiefondsen aan Hongarije. De Ecofin Raad concludeerde op 24 januari jl., op aanbeveling van de Commissie, dat Hongarije onvoldoende actie heeft genomen om een correctie van het buitensporige tekort te realiseren. Hongarije moest in 2011 het tekort terugbrengen tot onder de 3% BBP. Het nominale saldo is teruggebracht tot onder de 3% BBP in 2011, maar dit kwam door eenmalige maatregelen. Het structurele saldo liet in 2011 nog steeds een tekort zien van 5% BBP. Ook schiet het nominale saldo zonder aanvullend beleid weer terug naar de 3,7% BBP in 2013. Er is dus geen sprake van een duurzame correctie van het buitensporige tekort. Hongarije zit al sinds 2004 in de buitensporigtekortprocedure.

Op basis hiervan stelt de Commissie nu aan de Ecofin Raad voor om te besluiten om voor 2013 een deel van de aan Hongarije toegezegde Cohesiefondsen op te schorten. Dit kan op basis van gemaakte afspraken in Cohesiefondsverordening (nr. 1084/2006). De Commissie stelt voor om 50% van de committeringen die voor Hongarije voor 2013 staan gepland, met een maximum van 0,5% BBP, op te schorten. In het geval van Hongarije betekent dit dat maximaal 600 miljoen aan committeringen zou worden opgeschort volgens het voorstel.

Dit geld kan evenwel in de loop van 2012 alsnog worden vastgelegd voor 2013, als Hongarije binnen uiterlijk zes maanden laat zien dat alsnog in afdoende mate maatregelen worden genomen om het buitensporige tekort te corrigeren. Zo niet, dan kan de Commissie later in het jaar voorstellen de periode voor de opschorting van de Cohesiefondsen te verlengen en mogelijk ook voorstellen het totale bedrag aan opgeschorte Cohesiefondsen te verhogen.

De mogelijkheid om Cohesiefondsen op te schorten nadat de Raad concludeert dat een lidstaat te weinig corrigerende actie heeft genomen in het kader van de buitensporigtekortprocedure, is een afspraak die al bestond voordat het Stabiliteits- en Groeipact in 2011 is aangescherpt. Deze mogelijkheid is echter nooit eerder aangegrepen door de Commissie en de Raad. Het is belangrijk dat de totale set aan Europese budgettaire afspraken, oud en nieuw, nu gehandhaafd wordt. Nederland kan het Commissievoorstel steunen.

De Raad zal met gekwalificeerde meerderheid het Commissievoorstel moeten steunen. Op dit moment is nog onduidelijk of deze gekwalificeerde meerderheid gehaald wordt. Sommige lidstaten hebben moeite met de mogelijkheid om Cohesiefondsen op te schorten, omdat deze optie alleen lidstaten kan raken die Cohesiefondsen ontvangen: niet alle lidstaten ontvangen deze fondsen.

7. Alert Mechanism Report – macro-economische onevenwichtighedenprocedure

Document: n.v.t.

Aard bespreking: aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting: Op 14 februari werd het Alert Mechanism Report van de Commissie gepubliceerd, met daarin de eerste versie van het scorebord voor het signaleren van onevenwichtigheden in de Macro-Economische Onevenwichtighedenprocedure (MEOP). De Ecofin Raad zal conclusies aannemen over dit rapport.

Naar aanleiding van het scorebord, en een kwalitatieve economische en financiële beoordeling hiervan, heeft de Commissie in het Alert Mechanism Report bekend gemaakt welke landen de Europese Commissie aan een diepteanalyse onderwerpt. Dit zijn België, Bulgarije, Denemarken, Spanje, Frankrijk, Italië Cyprus, Hongarije, Slovenië, Finland, Zweden, en het Verenigd Koninkrijk. Voor Nederland «branden lampjes» bij 1) verandering in exportmarktaandeel, 2) private sector schuld en 3) publieke sector schuld. De Europese Commissie constateert dat de grootste risico’s voor Nederland liggen op het gebied van de private sector schuld, in het bijzonder in relatie tot de huizenmarkt.

Er zullen op basis van het Alert Mechanism Report tijdens deze Ecofin Raad nog geen nadere besluiten genomen worden. Dit gebeurt pas in juni, nadat de Europese Commissie haar diepteanalyses heeft afgerond. Dan zal wellicht worden besloten om enkele landen die een diepteanalyse kregen aanbevelingen te geven en zo nodig in een Buitensporige Onevenwichtighedenprocedure te plaatsen. Alleen landen in deze procedure kunnen een sanctie krijgen, mocht het door het land zelf opgestelde actieplan volgens de Raad niet voldoen om de onevenwichtigheden aan te pakken.

Nederland heeft altijd gepleit voor een strenge, onafhankelijke monitoring door de Europese Commissie. Macro-economische onevenwichtigheden op de lange termijn kunnen niet alleen schadelijk zijn voor landen zelf, maar ook risico’s met zich mee brengen voor andere landen. Nederland is daarom verheugd dat de Commissie zo ambitieus met deze procedure aan de slag is gegaan, en kan het rapport verwelkomen.

8. Follow-up Europese Raad van 1 en 2 maart 2012

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Op 1 en 2 maart jl. heeft de Europese Raad plaatsgevonden. Tijdens de Ecofin Raad zal hier een terugkoppeling over gegeven worden.

Naar boven