21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 888 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2012

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Ecofin Raad van 21 februari 2012 te Brussel.

De voorlopige agenda van de Eurogroep en Ecofin Raad van 12 en 13 maart a.s. te Brussel is nog niet bekend.

De minister van Financiën, J. C. de Jager

Verslag van de Ecofin Raad van 21 februari 2012 te Brussel

De Ecofin Raad is een algemene inzet overeengekomen voor de triloog met het Europees Parlement en de Europese Commissie over de twee verordeningen ter versterking van de begrotingsdiscipline. Deze twee voorstellen zijn er mede op aandringen van Nederland gekomen en zien o.a. toe op een versterking van de rol van de Europese Commissie, in lijn met de ideeën die het kabinet begin september heeft gepresenteerd (Zie brief «Visie toekomst Economische en Monetaire Unie», d.d. 7 september 2011). Daarnaast heeft Nederland, samen met het Verenigd Koninkrijk en Zweden, tegen de Dechargeprocedure over de EU begroting 2010 gestemd en een gezamenlijke stemverklaring afgegeven. Aangezien het besluit over de dechargeprocedure met gekwalificeerde meerderheid wordt genomen, is de procedure desalniettemin aangenomen. Ook zijn er tijdens de Ecofin Raad conclusies aangenomen ter voorbereiding op de Europese Raad van 1 en 2 maart a.s. die de prioriteiten die de Commissie heeft vastgelegd in de Annual Growth Survey benadrukken, net als de noodzaak van bdugettaire consolidatie. Ook zijn de Terms of Reference ter voorbereiding van de G20 bijeenkomst van 25 en 26 februari 2012 en de begrotingsrichtlijnen voor 2013 aangenomen. Het belangrijkste element van deze richtlijnen voor de begroting 2013 is dat deze begroting de bezuinigingsinspanningen van lidstaten moet reflecteren. Ten slotte is nog gesproken over het Alert Mechanism Report van de Commissie in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure.

Het officiële verslag van het Deense voorzitterschap is te vinden op:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/128102.pdf

1. Voorstel voor verordeningen ter versterking van de begrotingsdiscipline en toezicht

Tijdens de Ecofin Raad is een algemene inzet voor de onderhandelingen met het Europees Parlement overeengekomen over het voorstel van de Europese Commissie voor twee verordeningen ter versterking van de begrotingsdiscipline en toezicht. Nu de Raad akkoord is, kunnen de onderhandelingen met het Europees Parlement van start gaan, waarna de Raad en het Europees Parlement door middel van de gewone wetgevingsprocedure tot een akkoord moeten komen. Naar verwachting zal het Europees Parlement in maart of april zijn algemene inzet bekendmaken, waarna het streven is dat het Europees Parlement en de Raad voor de zomer een akkoord bereiken.

De algemene inzet van deze twee verordeningen is in lijn met de Nederlandse wens om de begrotingsdiscipline in de eurozone te versterken. De algemene inzet bij de eerste verordening behelst (i) de mogelijkheid voor de Commissie om een lidstaat te verzoeken de nationale conceptbegroting te herzien wanneer deze significant lijkt af te wijken van de verplichtingen van het SGP, (ii) de verplichting om onafhankelijke groeiramingen te gebruiken als basis voor nationale begrotingen, (iii) de mogelijkheid om landen die in een buitensporigtekortprocedure zitten elk half jaar te vragen te rapporteren over de voortgang met betrekking tot het verminderen van het buitensporig tekort en (iv) dat de Commissie verdere aanbevelingen kan doen wanneer de aanbevelingen in een buitensporigtekortprocedure niet lijken te worden opgevolgd. In de buitensporigtekortprocedure kan de Commissie op dit moment alleen formeel ingrijpen wanneer de Commissie van mening is dat een lidstaat niet heeft voldaan aan de eisen van de buitensporigtekortprocedure. Hierna volgt gelijk een Commissievoorstel voor een financiële sanctie. De afspraak in deze verordening biedt de Commissie echter de mogelijkheid om al in de fase wanneer er sprake is van dreiging dat een lidstaat niet gaat voldoen aan de eisen van een buitensporigtekortprocedure, een formele aanbeveling te geven om orde op zaken te stellen.

Een aantal afspraken uit het verdrag voor stabiliteit, bestuur en coördinatie in de EMU wordt ook vastgelegd in de verordening die ziet op versterkt toezicht op concept nationale begrotingen en op lidstaten in een buitensporigtekortprocedure. Een voorbeeld hiervan zijn de gemaakte afspraken in het verdrag over het economische partnerschapprogramma (waarin lidstaten die in een buitensporigtekortprocedure komen moeten aangeven hoe een duurzame correctie van het buitensporige tekort gerealiseerd gaat worden) en de coördinatie tussen de Commissie en de eurolanden van de plannen die eurolanden hebben met betrekking tot de uitgifte van overheidsschuld in het aankomende jaar.

De tweede verordening betreft het versterken van het budgettaire en economische toezicht voor eurolanden die te maken hebben met, of bedreigd worden door, grote problemen ten aanzien van hun financiële stabiliteit. De algemene inzet behelst dat de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid kan besluiten een lidstaat aan te bevelen voorzorgsmaatregelen te nemen of om een concept macro-economische aanpassingsprogramma te maken. Dit komt in plaats van het eerdere voorstel dat de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid kan besluiten een lidstaat aan te bevelen financiële steun te vragen. Echter, de Raad kan nu wel besluiten dat een land een macro-economisch aanpassingsprogramma moet opstellen, wat een voorwaarde is voor het ontvangen van financiële steun. De grootste toegevoegde waarde van deze verordening is dat er voor het eerst concrete mogelijkheden worden geschapen voor de Commissie om zelfstandig lidstaten aan scherper toezicht te onderwerpen, ook wanneer er in die lidstaten (nog) geen sprake is van financiële steun vanuit EFSF, EFSM, ESM of IMF.

2. Decharge over de EU begroting 2010

Nederland heeft, samen met het Verenigd Koninkrijk en Zweden, tegen de Dechargeprocedure over de EU begroting 2010 gestemd en een gezamenlijke stemverklaring afgegeven. Het is voor het eerst dat drie landen tegenstemmen. Nederland is teleurgesteld dat de verbeteringstrend zoals ingezet sinds 2006 is gestagneerd en dat er zelfs sprake is van een lichte terugval: het gemiddelde foutenpercentage is gestegen. In de gezamenlijke stemverklaring met het Verenigd Koninkrijk en Zweden wordt aangedrongen op het doorvoeren van verbeteringen door middel van meer transparantie, beter financieel management door lidstaten, betere handhaving door de Europese Commissie en een op risico´s gebaseerde auditstrategie van de Commissie. Aangezien het besluit over de dechargeprocedure met gekwalificeerde meerderheid wordt genomen, is het Dechargeadvies van de Raad desalniettemin aangenomen. Daarnaast heeft Nederland het verzoek gedaan om voortaanhet jaarverslag van de Europese Rekenkamer ineen openbaargedeelte van de zitting van de Ecofin Raad te behandelen, om zo de transparantie te vergroten. Jaarlijks presenteert de Europese Rekenkamer zijn jaarverslag in november.Hiermee is gehoor gegeven aan het verzoek van de Tweede Kamer (Kamerstuk 33 001 nr. 12). Een besluit om al dan niet over te gaan tot openbare discussie over dit jaarverslag, moet met gekwalificeerde meerderheid worden genomen. Nederland zal in overleg met het inkomend voorzitterschap (Cyprus) hierop in de loop van 2012 terugkomen. Nederland hecht eraan dat publieke middelen rechtmatig en doeltreffend worden besteed.

3. Macro-economische onevenwichtigheden: Alert Mechanism Report

De Ecofin Raad heeft gesproken over het Alert Mechanism Report, dat de Commissie op 14 februari jl. heeftgepubliceerd. In het Alert Mechanism Report staat de eerste versie van het scorebord voor het signaleren van onevenwichtigheden van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure. In dit rapport is bekend gemaakt welke landen op basis van het scorebord en een kwalitatieve economische en financiële beoordeling van de Commissie aan een diepteanalyse zullen worden onderworpen. Hoewel er voor Nederland «lampjes branden» bij (i) de verandering in exportmarktaandeel, (ii) private sector schuld en (iii) publieke sector schuld, wordt Nederland door de Commissie niet verder onder de loep genomen.

De Ecofin Raad heeft, zoals verwacht, nog geen besluiten genomen; dit gebeurt pas nadat de Commissie de diepteanalyses heeft uitgevoerd. In juni a.s. zal de Raad naar verwachting aanbevelingen aan landen kunnen doen, en indien noodzakelijk, besluiten bij welke landen overgegaan zal worden tot een buitensporige onevenwichtigheden procedure. Alleen landen in een buitensporige onevenwichtighedenprocedure kunnen een sanctie krijgen indien het door het land zelf opgestelde actieplan niet in voldoende mate de onevenwichtigheden aanpakt.

4. Overig

Zoals gebruikelijk zijn een aantal punten als hamerstuk toegevoegd aan de agenda. Het gaat om de volgende punten: (i) een verordening die de regels voor short selling en credit default swaps harmoniseert, (ii) een richtlijn die zeer kleine bedrijven ontziet van de verplichting tot verslaglegging van de financiën en (iii) Raadsconclusies over klimaatfinanciering, die met name de afspraken verwelkomen die gemaakt zijn tijdens de klimaattop in Durban in november 2011. Daarnaast zijn er enkele punten op de agenda zonder verdere discussie aangenomen. Het gaat hier om de Raadsconclusies over het Europees semester en het Europlus Pact ter voorbereiding van de Europese Raad van 1 en 2 maart a.s., de Terms of Reference ter voorbereiding op de G20 bijeenkomst van 25 en 26 februari 2012 en de begrotingsrichtlijnen voor 2013.

Naar boven