21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 880 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2012

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Ecofinraad van 24 januari 2012 te Brussel.

De voorlopige agenda van de Eurogroep en Ecofin Raad van 20 en 21 februari te Brussel is nog niet bekend.

De minister van Financiën, J. C. de Jager

Verslag van de Ecofin Raad van 24 januari 2012 te Brussel

De Ecofin Raad stond vooral in het teken van de huidige financiële en economische situatie en het uitvoeren en implementeren van governance maatregelen, zoals het voorstel voor twee verordeningen ter versterking van de begrotingsdiscipline en toezicht, de implementatie van de buitensporigtekortprocedures van het Stabiliteits- en Groeipact en het europees semester dat in januari van start is gegaan. Tevens heeft de Raad overeenstemming bereikt over de inzet omtrent de verordening voor het centraal verevenen van «over the counter» derivaten. Verder is kort gesproken over het werkprogramma van het Deense voorzitterschap voor de eerste helft van 2012, de follow-up van de G20 vergadering van 19 en 20 januari jl. in Mexico en de herziene Code of Conduct van het Stabiliteits- en Groeipact.

Het officiële verslag van de Ecofin Raad door het voorzitterschap vindt u via onderstaande link:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/127516.pdf

1. Concept verordeningen ter versterking van begrotingsdiscipline en toezicht op basis van artikel 136 VWEU (two-pack)

De Ecofin Raad heeft twee verordeningen voor versterking van de begrotingsdiscipline en toezicht, die de Europese Commissie in november 2011 presenteerde voor het eerst besproken. De eerste verordening is vooral gericht op het versterken van de begrotingsdiscipline en schept de mogelijkheid voor de Commissie om concept nationale begrotingen van eurolanden te beoordelen en extra eisen te stellen aan eurolanden die dreigen af te wijken van de regels die gelden in de correctieve arm van het Stabiliteits- en Groeipact. De discussie ging hier met name over de vraag of onder deze verordening alle eurolanden hun concept begrotingen moeten voorleggen aan de Europese Commissie of dat dit alleen geldt voor landen in een buitensporigtekortprocedure. Een meerderheid van de lidstaten, inclusief Nederland, is voorstander van beoordeling van de concept nationale begrotingen van alle eurolanden, niet alleen die in een buitensporigtekortprocedure.

De tweede verordening is gericht op versterken van het budgettaire en economische toezicht voor eurolanden die te maken hebben met, of bedreigd worden door, grote problemen ten aanzien van hun financiële stabiliteit. De grootste toegevoegde waarde van deze verordening is dat er voor het eerst concrete mogelijkheden worden geschapen voor de Commissie om zelfstandig lidstaten aan scherper toezicht te onderwerpen, ook wanneer er in die lidstaten (nog) geen sprake is van financiële steun vanuit het Europese noodfonds en/of het IMF. Bij deze verordening stond de vraag centraal of het wenselijk is dat de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid een lidstaat kan aanbevelen financiële steun te zoeken. Nederland, evenals enkele andere lidstaten, kan dit voorstel van de Commissie in grote lijnen steunen. Echter, Nederland acht het van belang dat bij de bestaande besluitvormingsprocedures omtrent financiële steun wordt aangesloten en zal er op inzetten dat de verordening geen afbreuk doet aan de unanieme besluitvormingsprocedure omtrent financiële steun zoals vastgelegd in de EFSF richtsnoeren en het ESM Verdrag.

De uitwerking van deze twee verordeningen hangt samen met de onderhandelingen over het verdrag ter versterking van de economische unie en het ESM Verdrag. Deze twee verordeningen zullen samen met het nieuwe verdrag de basis gaan vormen voor een verdere versterking van de governance binnen de EU.

2. Implementatie buitensporigtekortprocedures Stabiliteits- en Groeipact

De Ecofin Raad heeft gesproken over de lopende buitensporigtekortprocedures van België, Malta, Cyprus, Hongarije en Polen in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Dit zijn landen waarvan de Commissie naar aanleiding van de economische ramingen van november 2011 heeft geconstateerd dat deze landen nog onvoldoende corrigerende actie hadden genomen om de buitensporige tekorten op een duurzame manier terug te brengen. Voor België, Malta, Cyprus en Polen heeft de Ecofin Raad geconcludeerd dat zij voldoende actie hebben ondernomen nadat Commissaris Rehn in november 2011 heeft laten weten dat in deze landen meer maatregelen nodig waren om de doelstellingen uit de buitensporigtekortprocedure te halen.

Met betrekking tot Hongarije heeft de Ecofin Raad, na een voorstel van de Europese Commissie, geconcludeerd dat Hongarije geen afdoende maatregelen heeft genomen om het overheidstekort duurzaam onder de 3% BBP te brengen. In juli 2009 is afgesproken dat het Hongaarse begrotingstekort in 2011 onder de 3% zou zijn. Het is gebleken dat het Hongaarse begrotingssaldo in 2011 een overschot liet zien, dit blijkt echt niet duurzaam aangezien het overschot veroorzaakt wordt door een eenmalige overdracht van pensioen activa naar de staat. De Commissie zal nu scherpere aanbevelingen aan Hongarije richten. Er kunnen geen sancties tegen Hongarije ondernomen worden in de buitensporigtekortprocedure, aangezien Hongarije geen lid is van de eurozone. Echter, als Hongarije zich niet houdt aan de aanbevelingen van de Commissie kunnen wel de vastleggingen voor Hongarije uit het EU Cohesiefonds worden opgeschort.

3. Europees semester

De Ecofin Raad heeft van gedachten gewisseld over de Annual Growth Survey van de Commissie, waarbij de focus lag op het bevorderen van economische groei en werkgelegenheid op de korte en middellange termijn, zonder voorbij te gaan aan de nodige budgettaire consolidatie om het vertrouwen van de markten te behouden en te zorgen voor duurzame overheidsfinanciën. De prioriteiten die de Annual Growth Survey analyseert zijn het streven naar begrotingsconsolidatie, de kredietverschaffing aan de economie normaliseren, het promoten van groei en concurrentievermogen, het tegengaan van werkloosheid, de sociale consequenties van de crisis en het moderniseren van de overheid. Zie voor een uitgebreid verslag de kamerbrief «Jaarlijkse analyse van prioriteiten voor groeiversterking van de Europese Commissie (Annual Growth Survey)» (d.d. 23 december 2011). Op de Europese Raad van 1 en 2 maart, zal de Raad de implementatie van de landenspecifieke aanbevelingen onder het Europese semester van 2011 beoordelen. Tevens zal een toelichting worden geven voor het Europese semester van 2012.

4. Voorstel voor verordening voor het centraal verevenen van «Over the Counter» (OTC) derivaten

De Ecofin Raad heeft overeenstemming bereikt over de inzet voor de (laatste) politieke trioloog met het Europese Parlement en de Europese Commissie over de verordening voor het centraal verevenen van «over the counter» derivaten. EMIR geeft invulling aan de G20 afspraak om waar mogelijk «over-the-counter» derivatentransacties via een centrale tegenpartij te laten vereffenen. Op deze manier wordt voor individuele marktpartijen het tegenpartij risico weggenomen met als doel de markt als geheel stabieler maken. Daarnaast zullen derivatentransacties voortaan moeten worden gerapporteerd, zodat de toezichthouders een beter beeld kunnen krijgen van de posities in de markt. Tijdens de Ecofin is een procedure afgesproken waarin nationale toezichthouders en de European Securities and Markets Authorith (ESMA) in een collegemodel toezicht gaan houden op centrale tegenpartijen.

5. Werkprogramma Deens voorzitterschap

Tijdens de Ecofin Raad is kort stilgestaan bij het Deense werkprogramma voor de Ecofin Raad van de komende zes maanden. Het Deense voorzitterschap heeft haar prioriteiten toegelicht. Het werkprogramma van de Ecofin Raad staat vooral in het teken staat van maatregelen die reeds in gang zijn gezet in antwoord op de huidige financiële en economische crisis.Het Deense voorzitterschap zal zich inzetten voor een effectieve implementatie van de versterkte economic governance, met name de implementatie van de afspraken gemaakt op de Europese Raad van 9 december 2011 met betrekking tot een internationale overeenkomst en de twee voorstellen van de Europese Commissie ten behoeve van de versterking van de economische beleidscoördinatie van 23 november 2011. Daarnaast zal onder het Deense voorzitterschap de nieuwe procedure voor macro-economische onevenwichtigheden van start gaan. Ook blijft het versterken van regelgeving en toezicht van de financiële sector prioriteit en hoopt het voorzitterschap de samenwerking op het gebied van belastingen te versterken. De lidstaten hebben hun steun uitgesproken voor het werkprogramma.

6. Follow-up G20 vergadering ministers van financiën en centrale bank presidenten

De Ecofin Raad besprak de uitkomsten van de follow-up van G20 bijeenkomst in Mexico-Stad van 19 en 20 januari jl. De EU-inbreng is vooraf afgestemd in een Terms of Reference. Nederland kon zich hier goed in vinden. De belangrijkste punten hiervan waren dat, ten eerste, de EU heeft benadrukt dat grote stappen zijn ondernomen om de crisis te bestrijden. Verder is de afgesproken bijdrage van eurolanden en niet-eurolanden aan een versterking van de middelen van het IMF naar voren gebracht, gepaard aan een oproep aan andere G20-landen en financieel sterke IMF-leden om hetzelfde te doen. De EU heeft opgeroepen om concrete actie te ondernemen in het kader van het Framework for Strong, Sustainable and Balanced Growth, waarbinnen de G20-landen aan economische beleidscoördinatie doen

7. Herziene Code of Conduct Stabiliteits- en Groeipact

De Ecofin Raad heeft gesproken over de herziene Code of Conduct van het Stabiliteits- en Groeipact. De Code of Conduct is een document waarin de afspraken uit het SGP nader (technisch) worden uitgewerkt en waarin wordt vastgelegd welke informatie lidstaten precies moeten aanleveren in het jaarlijks in te leveren Stabiliteitprogramma. Nu het SGP met de aanname van het governancepakket is herzien, dient ook de Code of Conduct te worden aangepast. Alle landen, behalve één, konden instemmen met de herziene Code of Conduct. Één lidstaat kon niet instemmen met de formule voor de berekening van de middellangetermijn doelstelling. De Ecofin Raad concludeerde dat de Commissie en het EFC de berekening van de middellangetermijn doelstelling opnieuw zullen bekijken.

Naar boven