21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 878 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2012

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Eurogroep van 23 januari 2012 te Brussel. Het Verslag van de Ecofin Raad van 24 januari jl. zal u zo snel mogelijk worden toegezonden.

De minister van Financiën

J.C. de Jager

Verslag van de Eurogroep van 23 januari 2012 te Brussel

Tijdens de Eurogroep is gesproken over het aanvullende pakket voor Griekenland en PSI en de stand van zaken omtrent Italië en Spanje. Daarnaast is het ESM Verdrag overeengekomen en is er gesproken over het verdrag aangaande budgettaire stabiliteit en economische coördinatie. Verder is kort gesproken over het EFSF en de procedure omtrent de benoeming van een nieuw bestuurslid van de ECB.

1. Stand van zaken Griekenland

Tijdens de Eurogroep is gesproken over de stand van zaken omtrent het aanvullende programma voor Griekenland dat tijdens de Eurozonetop van 26 oktober 2011 is overeengekomen. De Eurozone top van 26 oktober jl. bepaalde dat Griekenland met zijn private crediteuren overeenstemming moet bereiken over een obligatieomruil (PSI) die, door middel van een afschrijving op obligaties in handen van private crediteuren met 50%, zal moeten leiden tot een daling van de Griekse schuld naar 120% BBP in 2020, wat overeenkomt met een houdbare schuld volgens het IMF. De onderhandelingen tussen Griekenland en de private crediteurs zijn nog gaande en in het finale stadium, ter afronding van deze onderhandelingen heeft de Eurogroep Working Group opdracht gekregen deze onderhandelingen te monitoren. De verantwoordelijkheid voor de herstructurering blijft, conform de internationale praktijk, bij Griekenland. Nederland heeft benadrukt dat niet alleen de reductie van de schuld belangrijk is, maar dat ook structurele hervormingen nodig zijn om schuldhoudbaarheid te bereiken. Voor het succesvol afronden van de PSI is het dus van essentieel belang dat Griekenland de noodzakelijke budgettaire consolideringsmaatregelen, het verbeteren van de belastinginning, en structurele hervormingen met kracht ter hand neemt. Voor Nederland en ook andere eurolanden is het daarom essentieel dat er overeenstemming wordt bereikt met Griekenland over de voorwaarden van het tweede programma, voordat er geld beschikbaar wordt gesteld zoals voor de zogenoemde «sweeteners» en het herkapitaliseren van banken.

2. Stand van zaken EFSF

Tijdens de Eurogroep is gesproken over de recente afwaardering van de kredietwaardigheid van het EFSF door Standard & Poor’s (S&P). Er is geconstateerd dat er geen directe gevolgen zijn geweest van de afwaardering op de rente die het EFSF moet betalen, en dat de capaciteit van het EFSF hierdoor ook niet is aangetast. Wat Nederland betreft vergroot deze ontwikkeling wel het belang om over te gaan op het ESM, aangezien het ESM een efficiëntere kapitaalstructuur heeft en deze minder afhankelijk is van de kredietwaardigheid van de deelnemende lidstaten. Zoals vermeld in het verslag van de Europese Raad van 8 en 9 december zal in maart 2012 de gecombineerde capaciteit van het EFSF en het ESM geëvalueerd worden.

3. ESM Verdrag

Tijdens de Eurogroep is overeenstemming bereikt over het ESM verdrag, na de aanpassingen in het verdrag naar aanleiding van de bijeenkomsten van regeringsleiders en staatshoofden van 21 juli en 8 en 9 december 2011. Door deze wijzigingen beschikt het ESM net als het EFSF o.a. over instrumentarium om in de secundaire markten te interveniëren en leningen beschikbaar te stellen aan lidstaten voor bankherkapitalisaties. Tevens is overeenstemming bereikt over de besluitvormingsprocedure in eventuele noodsituaties, waar Finland een voorbehoud had gemaakt rond besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid. Op de Europese Raad van 8 en 9 december 2011 werd afgesproken dat in eventuele noodsituaties, wanneer de Europese Commissie en de ECB concluderen dat de financiële en economische houdbaarheid van de eurozone wordt bedreigd, de mogelijkheid bestaat dat er met een gekwalificeerde meerderheid van 85% besloten kan worden tot het verlenen van financiële steun in plaats van op basis van onderlinge overeenstemming. Dit werd afgesproken onder voorbehoud van het Finse parlement, aangezien nagegaan moest worden of deze procedure juridisch verenigbaar is met de Finse grondwet. Tijdens de Eurogroep is een oplossing voor deze situatie gevonden. Er wordt nu naast elke lening waarover bij gekwalificeerde meerderheid wordt beslist in het kader van de noodprocedure, een extra potje gecreëerd waarin geld wordt gestort vanuit de reguliere middelen van het ESM om eventuele tegenvallers op de verstrekte lening uit op te vangen. Dit potje moet voorkomen dat er extra geld wordt opgevraagd door het ESM bij eventuele tegenvallers. Als er uiteindelijk unanimiteit is kunnen de middelen uit het potje weer terugvloeien naar de algemene middelen van het ESM. Daarnaast is afgesproken dat er een kruisverwijzing komt tussen het ESM en het nieuwe Verdrag. Lidstaten moeten het Verdrag voor versterkte begrotingsdiscipline uiterlijk 1 maart 2013 hebben geratificeerd en het principe van begrotingsevenwicht uiterlijk 1 jaar na inwerkingtreding van het verdrag (waarbij de streefdatum is 1 januari 2014) hebben opgenomen in de nationale wetgeving om aanspraak te kunnen blijven maken op middelen uit het ESM. Dit is in lijn met de Nederlandse inzet dat akkoord over een permanent noodfonds afhankelijk moet zijn van substantiële en betekenisvolle stappen in het voorkomen van dergelijke crises in de toekomst. Nu kunnen spoedig de nationale ratificatieprocedures van start gaan en wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het ESM in juli 2012.

4. Verdrag aangaande budgettaire stabiliteit en economische coördinatie

De Eurogroep heeft gesproken over het verdrag voor een versterkte economische unie. Tijdens de Europese Raad van 9 december jl. spraken 26 lidstaten de intentie uit deel te nemen aan een nieuw verdrag waarin aanvullende en bindende afspraken worden gemaakt op het gebied van budgettaire discipline en de coördinatie van economisch beleid. Voor een uitgebreide uiteenzetting van het verdrag verwijs ik u naar de brief inzake «Verdrag voor een versterkte economische unie» (d.d. 18 januari 2012; Kamerstuk 21 501-20, nr. 603). Er zijn belangrijke stappen gezet richting de finalisering van het Verdrag. Er is bijvoorbeeld afgesproken dat het Europese Hof van Justitie moet kunnen nagaan of de deelnemende landen op nationaal niveau een adequate invulling geven aan de eis om het principe van begrotingsevenwicht in nationale wetgeving om te zetten en dat het Hof de mogelijkheid heeft om financiële sancties op te leggen indien dit principe niet adequaat in nationale wetgeving is omgezet. Daarnaast is overeengekomen dat, zoals ook hierboven vermeld, er een link wordt gelegd tussen begrotingsdiscipline en het eventueel ontvangen van steun uit het ESM. Dit verdrag bepaalt dat er een omgekeerde gekwalificeerde meerderheid nodig is bij alle stappen in de buitensporig tekort procedure, dus o.a. ook voor het starten van een buitensporig tekortprocedure bij een tekort van meer dan 3% en gaat daarmee verder dan het six-pack waarbij deze en andere stappen nog met een gewone gekwalificeerde meerderheid werden gezet. Nederland blijft inzetten op omgekeerde gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming ook op basis van ongewenste schuldontwikkelingen. Dit zou op zich in lijn zijn met de versterkte aandacht voor het schuldcriterium en de operationalisatie daarvan in het six-pack (de zogenaamde schuldenbenchmark van 1/20e reductie per jaar tot 60%) en het doet ook recht aan de zorgen over de publieke schulden in Europa. De zogenoemde schuldenbenchmark is overigens ook in het nieuwe Verdrag opgenomen om het belang daarvan te onderstrepen. Een ander punt dat nog ingevuld moeten worden zijn hoeveel landen het verdrag moeten ratificeren om het van kracht te laten worden.

De informele Europese Raad van 30 januari a.s. zal het verdrag verder bespreken met het oog op de finalisering van de tekst zodat het verdrag tijdens de Europese Raad van 1 en 2 maart 2012 kan worden ondertekend. Mocht dit te ambitieus blijken, dan zal een finaal akkoord naar verwachting tijdens de Europese Raad van maart worden bereikt.

5. Stand van zaken kwetsbare lidstaten

Tijdens de Eurogroep is gesproken over de stand van zaken omtrent Italië en Spanje. De Commissie en de eurozone lidstaten hebben geconcludeerd dat beide landen goede stappen zetten met de implementatie van de aangekondigde maatregelen. Op de Eurozone top van 26 oktober jl. heeft Italië aangekondigd in 2013 begrotingsevenwicht te zullen realiseren, en heeft het tevens een pakket structurele hervormingen aangekondigd om de potentiele groei te verhogen. De Italiaanse premier en minister van Financiën lichtte de stappen die daartoe genomen zijn en nog zullen worden genomen nader toe. De Italiaanse senaat en het parlement hebben ingestemd met de maatregelen die op de Eurzone top van 26 oktober jl. zijn aangekondigd. De kort daarna aangetreden regering-Monti heeft vervolgens een additioneel pakket aan maatregelen gepresenteerd. De Italiaanse regering wil in korte tijd het pakket stimuleringsmaatregelen invoeren. De Italiaanse Ministerraad heeft jl. vrijdagavond een omvangrijk pakket liberaliseringsmaatregelen aangenomen, bedoeld om de Italiaanse economie weer groeivermogen te geven. Het pakket is vervat in een wetsdecreet; het parlement heeft nu 60 dagen om dit in wet om te zetten.

De Eurogroep heeft ook gesproken over de beleidsagenda van de recent aangetreden Spaanse regering. Op 20 december kondigde minister-president Rajoy reeds aan dat in de begroting van 2012 16,5 miljard euro aan bezuinigingsmaatregelen zal worden opgenomen. In reactie op de tegenvallende begrotingstekort van 2011 heeft de Spaanse regering aangekondigd vast te blijven houden aan de tekortdoelstelling voor 2012 zoals die in het Stabiliteitsprogramma is opgenomen van 4,4% BBP en in ieder geval 15 miljard euro te zullen consolideren. De Eurogroep en de Europese Commissie hebben deze maatregelen overwegend positief ontvangen.

6. Benoemingsprocedure ECB Bestuurslid

De Eurogroep heeft gesproken over de procedure omtrent de opvolging van de Spanjaard González-Páramo, die zich bezig houdt met bankbiljetten, marktoperaties (tot februari 2012), onderzoek, risico management en statistieken. De Ecofin Raad van 21 februari a.s. zal een kandidaat voordragen, die door de Europese Raad door middel van een schriftelijke procedure zal worden benoemd. Hiervoor zal eerst nog het Europese Parlement en de Raad van bestuur van de ECB worden geraadpleegd.

Naar boven