21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 762 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2010

Tijdens het debat over de Algemene Financiële Beschouwingen van 29 september jl. (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2010–2011, nr. 5, blz. 31–63) heeft de Kamer mij informatie gevraagd over de consolidatiepakketten in verschillende eurolanden.

Door middel van deze brief informeer ik u over de huidige stand van zaken met betrekking tot de meerjarige consolidatiepakketten van Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje. Daarnaast gaat deze brief in op de consolidatiemaatregelen van het Verenigd Koninkrijk.

Veel landen hadden voor de zomerperiode al significante maatregelen aangekondigd die beoordeeld zijn door de Commissie. Afhankelijk van de landenspecifieke omstandigheden zoals de economische en budgettaire uitgangspositie, verschillen de consolidatiemaatregelen in snelheid en omvang.

Het op een zinvolle manier vergelijken van consolidatiepakketten in verschillende lidstaten is niet eenvoudig. Zo verschilt de concrete invulling van de aangekondigde consolidatiepakketten en nemen sommige lidstaten ook endogene verbeteringen van het saldo als gevolg van verwacht groeiherstel na de crisis mee. De consolidatie genoemd in deze brief heeft betrekking op de structurele discretionaire maatregelen die lidstaten aangekondigd hebben voor de komende jaren. Tot slot is van belang dat een aantal lidstaten geen meerjarig begrotingskader hanteert en op elk moment additionele ombuigingen kan aankondigen mocht de doelstelling buiten bereik dreigen te komen.

Consolidatiemaatregelen (exclusief het terugdraaien van stimuleringspakketten) in verschillende lidstaten.

 

% van BBP in eindjaar

Periode

Duitsland

1,0

2011–2014

Frankrijk

2,3

2011–2013

Ierland

7,5

2010–2014

Italië

1,6

2010–2012

Oostenrijk

0,7

2011–2013

Portugal

4,2

2010–2013

Spanje

6,0

2010–2013

VK

7,6

2010–2015

Duitsland

Duitsland consolideert vanaf 2011 jaarlijks een bedrag oplopend tot € 26,6 miljard in 2014 (1% BBP in 2014). Hiervan is € 19 miljard bezuinigingen en ongeveer € 8 miljard hogere lasten, waarmee de verhouding bezuiniging tot lastenverzwaringen uitkomt op ongeveer 70:30. In overeenstemming met de bepalingen van het grondwettelijke schuldanker zal het tekort in de periode tot 2011 – 2014 worden teruggebracht tot 0,9% BBP. Duitsland heeft in 2009/2010 gestimuleerd. Dit pakket loopt na 2010 af en de besparing die dat oplevert komt bovenop de geplande consolidatie.

De uitgavenverlagingen omvatten efficiencykortingen bij de federale overheid en de arbeidsmarktbemiddeling, besparingen op de ambtenarensalarissen (2,5% door het niet verhogen van de kersttoelage) en het Elterngeld (loonaanvulling na geboorte). Vanaf 2011 worden ook de lasten verhoogd, uiteindelijk in 2014 tot een totaal van € 8 miljard per jaar. Zo worden de energiebedrijven aangeslagen voor de winsten die voortvloeien uit de beoogde verlenging van de productie van kernenergie, moeten meer bedrijven milieubelastingen gaan betalen en wordt Deutsche Bahn verplicht tot de jaarlijkse uitkering aan de staat van een dividend van € 500 miljoen. Ook wil de regering een vliegbelasting invoeren. Voor het bedrijfsleven is daarmee sprake van gerichte lastenverzwaringen.

Frankrijk

Eind september heeft de Franse minister van Financiën de begroting voor 2011 gepresenteerd. De begroting voor 2011 bevat een verdere invulling van maatregelen die Frankrijk al eerder dit jaar had aangekondigd. Samen met een belangrijke, reeds door het parlement en de senaat goedgekeurde, pensioenhervorming bedraagt de consolidatie oplopend structureel € 45 miljard in 2013 (2,3% BBP). De verhouding tussen consolidatie aan de uitgaven- en inkomstenkant bedraagt (exclusief de pensioenhervorming) ongeveer 60:40.

Frankrijk heeft aan de uitgavenzijde een totaalpakket van 150 kleinere maatregelen begroot waardoor er een consolidatie plaatsvindt van structureel ruim € 14 miljard in 2013. Hieronder valt onder andere het verkleinen van de loonkosten voor de overheid, het verminderen van de afdrachten van de centrale overheid aan de lokale overheden en het bevriezen van de rijksuitgaven in reële termen tussen 2010 en 2013 (behalve voor rente op schuld en de pensioenen van ambtenaren). Aan de inkomstenkant stelt de regering voor om de aftrekposten te verminderen waardoor structureel € 10 miljard in 2013 wordt behaald.

De pensioenhervorming die reeds goedgekeurd is door de senaat zorgt ervoor dat de pensioengerechtigde leeftijd geleidelijk verhoogd wordt van 60 naar 62 jaar en de leeftijd voor het verkrijgen van een volledig pensioen geleidelijk verhoogd wordt van 65 naar 67 jaar. Deze pensioenhervorming telt op tot structureel € 20 miljard in 2013; het realiseren daarvan is dus essentieel voor het realiseren van de aangekondigde bezuiniging van 2,3% BBP.

Ierland

Ierland heeft in een vroegtijdig stadium gereageerd op de sterk verslechterende begroting door al in 2009 significante additionele consolidatiemaatregelen te nemen. Deze maatregelen zijn niet verwerkt in bovenstaande tabel. De additionele maatregelen zoals gespecificeerd vanaf 2010 tellen op tot een structurele consolidatie van € 6 miljard in 2014 (3% BBP in 2014). Vervolgens zal Ierland medio november een meerjarige begroting voor de jaren 2011–2014 presenteren. De Ierse regering heeft recentelijk al aangekondigd dat de structurele consolidatie die behaald moet worden in 2014 € 15 miljard bedraagt (ongeveer 7,5% BBP in 2014); dit is inclusief de in 2010 reeds gespecificeerde maatregelen. De verwachting is dat de consolidatie tot en met 2014 overwegend betrekking zal hebben op uitgaven.

Aan de uitgavenkant consolideert Ierland onder andere door het verlagen van sociale uitkeringen en uitgaven aan sociale huisvestiging, verlaging van de kinderbijslag, verlagingen van uitgaven aan werkzoekenden en in het bijzonder voor jongeren tot en met 24 jaar, een 10% daling in de uitgaven voor wegonderhoud, een progressieve daling van de lonen in de publieke sector oplopend tot 15% voor inkomens vanaf € 200 000 en tot meer dan 20% voor het salaris van de premier. Verder wordt het aantal overheidsfunctionarissen beperkt en worden de uitgaven van de rijksoverheid verlaagd met name op de terreinen van gezondheidszorg en onderwijs. Wat betreft inkomstenverhogende maatregelen heeft Ierland onder andere een belasting ingevoerd van € 15 per ton voor fossiele brandstoffen met een verwacht effect van € 330 miljoen per jaar.

Italië

Italië heeft in mei dit jaar een ombuigingspakket aangekondigd oplopend tot € 24 miljard in 2012 (1,6% BBP). Het pakket komt bovenop de maatregelen die al verwerkt waren in de begroting voor 2010 die onder andere het geleidelijk terugdraaien van stimuleringsmaatregelen bevat. Het nieuwe pakket is op 29 juli door het Italiaanse parlement goedgekeurd. De verhouding tussen maatregelen aan de uitgavenkant en maatregelen aan de inkomstenkant is ongeveer 60:30.

De consolidatie van Italië richt zich zodoende grotendeels op de uitgavenkant. De belangrijkste maatregelen zijn het bevriezen van de ambtenarensalarissen voor de komende drie jaar, het korten van de budgetten van alle ministeries met 10%, het beperken van de financieringsstromen naar lokale overheden en het uitstellen van infrastructurele projecten. Verder richt een deel van dit pakket zich op het tegengaan van belastingontduiking met een verwacht effect van 0,5% BBP in 2012. Daarnaast heeft Italië wijzigingen in het pensioenstelsel aangekondigd: zo wordt de pensioenleeftijd van mannen en vrouwen in de publieke sector gelijkgetrokken naar 65 jaar in 2016 (vrouwen kunnen nu op 60 jarige leeftijd met pensioen) en wordt de pensioenleeftijd vanaf 2015 gekoppeld aan de levensverwachting.

Oostenrijk

Oostenrijk heeft net als Duitsland een relatief goede budgettaire uitgangspositie. Om deze reden is de benodigde budgettaire inspanning kleiner in Oostenrijk dan in andere landen. De maatregelen die Oostenrijk tot dusver heeft aangekondigd zorgen volgens het IMF voor een structurele consolidatie van ruim € 2 miljard in 2013 (0,7% BBP in 2013) waarbij de verhouding tussen maatregelen aan de uitgaven- en inkomstenzijde 60:40 is. Een verdere invulling van de consolidatie in de komende jaren zal gepresenteerd worden in de begroting voor 2011.

Op centraal niveau heeft het Oostenrijkse parlement in mei nieuwe middellange termijn uitgavenkaders vastgesteld. De kaders zijn van toepassing op ongeveer 80% van alle uitgaven in de periode 2011–2014. Verder worden van publieke zorgverzekeringsinstellingen besparingen verwacht op het gebied van medische onkostenvergoedingen met een effect van 0,2% BBP in 2013. Andere maatregelen, zoals een bankenbelasting met een effect van € 500 miljoen (een kleine 0,2% BBP in 2013), moeten nog uitgewerkt worden.

Portugal

Het Portugese stabiliteitsprogramma van dit jaar gaat uit van een structurele saldoverbetering van 4,2% BBP in 2013 ten opzichte van 2010, exclusief het terugdraaien van stimuleringsmaatregelen met een geraamd effect van 0,8% BBP. In mei dit jaar en in de begroting voor 2011 heeft Portugal een verdere invulling gegeven van de consolidatie door onder andere maatregelen die reeds aangekondigd waren naar voren te halen.

Het totaalpakket aan maatregelen over de periode 2010 tot en met 2013 is gelijk verdeeld over zowel de inkomsten- als de uitgavenkant. Aan de uitgavenzijde worden met name maatregelen getroffen om de kosten van de centrale overheid te beperken en worden lokale en regionale overheden gekort. Het gaat dan onder andere om het bevriezen van pensioenuitkeringen, het verlagen van uitgaven aan medische zorg en sociale uitkeringen, het herorganiseren van delen van de overheid, en het verlagen van uitgaven van de centrale overheid naar de lokale overheden op het gebied van onderwijs en administratie. Daarnaast dalen de lonen van politici en ambtenaren progressief vanaf salarissen boven de € 1 500 per maand en wordt het aantal ambtenaren beperkt. Op het gebied van lastenverzwaring worden maatregelen genomen zoals een verhoging van de BTW van 21 naar 23%, verlaging van een aantal aftrekposten voor de inkomstenbelasting, verhoging van de winstbelasting en verhoging van de bijdragen van werknemers aan het sociale zekerheidsstelsel.

Spanje

Spanje consolideert vanaf 2010 en behaalt een structurele consolidatie van € 67,5 miljard in 2013 (6% BBP in 2013) . Deze consolidatie bestaat uit een significant pakket van maatregelen dat verwerkt was in de begroting en het stabiliteitsprogramma voor 2010, de additionele consolidatie die Spanje aankondigde in mei dit jaar en de recent bekend geworden maatregelen uit de begroting voor 2011. De verhouding tussen maatregelen aan de uitgaven- en inkomstenkant bedraagt in het totale pakket van consolidatie ongeveer 80:20. Daarnaast draait Spanje in deze periode de stimuleringsmaatregelen terug.

Aan de uitgavenkant zijn belangrijke maatregelen het verlagen van de ambtenarensalarissen in 2010 en bevriezing in 2011, verlaging van de ministeriële begrotingen met 16%, uitstel van indexering van de pensioenen, het korten van de decentrale, autonome regio’s, het afschaffen van de subsidie voor nieuwe ouders, en het verlagen van uitgaven aan de landbouwsector. Aan de inkomstenkant verhoogt Spanje de BTW en accijnzen en schaft het de € 400 korting per belastingbetaler af; deze maatregelen zorgen voor een structurele consolidatie van 1,3% BBP in 2013. Verder bevat de begroting voor 2011 belastingverhogingen voor inkomens boven de € 120 000.

Voor Spanje is het van belang dat tevens structurele maatregelen worden genomen om de concurrentiepositie te verbeteren: in dat kader worden de arbeidsmarkt en de financiële sector hervormd en worden onderhandelingen gevoerd over de verhoging van de pensioenleeftijd.

Verenigd Koninkrijk

De voorgaande regering van het Verenigd Koninkrijk heeft in maart 2010 maatregelen aangekondigd die leiden tot een structurele saldoverbetering van 6% BBP in 2014/2015. Daarbovenop heeft de nieuwe regering in de begroting van juni 2010 additionele maatregelen aangekondigd waardoor het Verenigd Koninkrijk een structurele consolidatie van € 137 miljard in 2014/2015 behaalt (7,6% BBP in 2014/2015). Daarnaast draait het VK stimuleringsmaatregelen terug met een omvang van ongeveer € 8 miljard. De verhouding tussen maatregelen aan de uitgaven- en inkomstenkant is ongeveer 75:25 in het totaalpakket aan consolidatie vanaf 2010 tot en met 2014/2015.

Uitgavenverlagende maatregelen zijn onder andere verlaging van een aantal sociale uitkeringen, beperking van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, het korten van bijdragen aan de sociale woningbouw en de bevriezing van een groot deel van de salarissen in de publieke sector voor de komende twee jaar. Aan de inkomstenkant wordt onder andere het algemene BTW tarief verhoogd van 17,5% naar 20%, en gaat de vermogenswinstbelasting van 18% naar 28%. Daarnaast wordt de pensioengerechtigde leeftijd in 2020 verhoogd naar 66 jaar.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De minister van Financiën,J. C. de Jager

Naar boven