21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 758 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2010

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de laatste bijeenkomst van de Van Rompuy werkgroep en de Ecofin Raad van 18 en 19 oktober 2010 te Luxemburg. De voorlopige agenda van de Eurogroep en de Ecofin Raad van 16 en 17 november te Brussel is nog niet bekend.

Kort voor het AO en de Ecofin Raad zal zoals gebruikelijk de geannoteerde agenda aan uw Kamer worden gezonden.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Verslag van de Van Rompuy Werkgroep, de Eurogroep van 18 oktober en de Ecofin Raad van 19 oktober 2010 te Luxemburg

Op maandag 18 oktober vond de Eurogroep en de laatste bijeenkomst van de Van Rompuy werkgroep plaats voordat het eindrapport naar de Europese Raad van 28 en 29 oktober zal worden gestuurd. Op dinsdag 19 oktober kwam de Ecofin Raad bijeen. Minister de Jager was namens Nederland aanwezig.

De bijeenkomst van de ministers van Financiën stond hoofdzakelijk in het teken van het eindrapport van de van de Van Rompuy werkgroep. Daarnaast is er tijdens de Ecofin Raad een akkoord bereikt over de Alternative Investment Fund Managers (AIFM) richtlijn. Dit onderwerp is op het laatste moment toegevoegd aan de agenda. Ook is het voortgangsrapport over heffingen en belastingen van de financiële sector dat aan de Europese Raad zal worden verzonden zonder discussie aangenomen. Wat betreft de fiscale onderwerpen is er een akkoord bereikt over de BTW derogatie richtlijn ter bestrijding van fraude met mobiele telefoons en is de discussie over de administratieve samenwerkingsrichtlijn uitgesteld naar de Ecofin Raad van 17 november. De peer review sessie van Duitsland en Italië is op het laatste moment van de Eurogroepagenda gehaald en zal in november plaats vinden.

Het officiële verslag van het Voorzitterschap vindt u via onderstaande link:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ecofin/117223.pdf

Van Rompuy werkgroep

Tijdens de laatste bijeenkomst van de Werkgroep van Rompuy zijn een aantal belangrijke knopen doorgehakt. Een belangrijk punt is de mate geweest waarin de nieuw voorgestelde sancties in het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) automatisch zouden kunnen worden opgelegd. Ook is besloten over sancties als sluitstuk van de nieuwe onevenwichtighedenprocedure. Daarnaast is gediscussieerd over een toekomstig crisisresolutiemechanisme.

Over veel aanbevelingen ter versterking van de economische en budgettaire beleidscoördinatie in de E(M)U is tijdens eerdere bijeenkomsten van de Werkgroep al consensus bereikt, zodat deze tijdens de bijeenkomst van 18 oktober jl. niet of nauwelijks meer aan de orde zijn geweest:

  • Binnen het SGP zal de preventieve arm worden versterkt. Het pad richting de middellangetermijndoelstelling (MTO) zal nauwkeuriger worden gemonitord. Bij langdurige en significante afwijking van de MTO of van het aanpassingspad richting de MTO, zal voor het eerst een sanctiemogelijkheid worden geïntroduceerd;

  • binnen het SGP zal meer aandacht komen voor schuld. Lidstaten kunnen op basis van ongewenste schuldontwikkelingen in een excessieve schuldprocedure terecht komen. Hierbij zal een kwantitatieve regel voor de gewenste afname van de schuld worden vastgesteld, waarbij ruimte zal worden gelaten voor het meewegen van de economische omstandigheden.

  • ook over niet-financiële sancties zijn afspraken gemaakt. Zo kunnen de Commissie en de ECB een missie uitvoeren in lidstaten die zich niet aan de SGP-regels houden waarna aan de Raad zal worden gerapporteerd;

  • het recht op EU-fondsen zal conditioneel worden gemaakt aan het voldoen aan de SGP-vereisten. Afgesproken is dat een zo breed mogelijk pallet aan EU fondsen hiervoor in aanmerking zal komen, en dat concrete afspraken hierover uiterlijk met ingang van de nieuwe Financiële Perspectieven in 2014 moeten zijn vastgelegd;

  • er komt een formele onevenwichtighedenprocedure, met zowel een preventieve signaleringsfase als een correctieve fase waarin lidstaten concrete aanbevelingen krijgen om (potentieel) schadelijke macro-economische onevenwichtigheden te doen verminderen;

  • middels de introductie van het EU-semester krijgen de Commissie en de Raad mogelijkheden om ongewenste budgettaire ontwikkelingen in een lidstaat in een vroegtijdiger stadium te signaleren en de lidstaat hierop aan te spreken;

  • er zullen minimumeisen worden gesteld aan lidstaten op het gebied van nationale budgettaire raamwerken. Ook de statistiekvereisten waaraan lidstaten moeten voldoen zullen waar nodig verder worden aangescherpt.

Tijdens deze bijeenkomst van de Werkgroep resteerden nog een aantal belangrijke onderwerpen. Ten eerste is gesproken over de mate waarin SGP-sancties in de toekomst semi-automatisch toegepast zullen worden. In het eindrapport is opgenomen dat nieuwe sancties in zowel de preventieve als in de correctieve arm van het SGP door middel van omgekeerde meerderheidsbesluitvorming kunnen worden opgelegd. Een voorstel van de Commissie voor een sanctie kan daarbij alleen door de Raad worden tegengehouden wanneer een gekwalificeerde meerderheid van de Raad zich tegen dit voorstel verzet. Tegen de wens van Nederland in, heeft de werkgroep besloten de rol van de Raad voordat deze sancties in beeld komen te vergroten worden vergroot ten opzichte van het Commissievoorstel. Concreet zal de Raad eerst moeten beoordelen of een lidstaat voldoende corrigerende actie heeft ondernomen, voordat sancties middels omgekeerde meerderheidsbesluitvorming kunnen worden opgelegd. Ondanks pogingen van Nederland het Commissievoorstel te volgen bleek er onvoldoende steun van andere lidstaten op dit punt.

Wat betreft de op te richten onevenwichtighedenprocedure spreekt het rapport zich uit voor de mogelijkheid van sancties voor eurolidstaten die zich meermalig niet aan de aanbevelingen houden om schadelijke macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone te verminderen. Niet alle lidstaten waren hier voorstander van, maar met steun van Nederland is besloten dat sancties het sluitstuk moeten worden van deze procedure.

Tijdens de Werkgroep is tevens gepraat over oprichten van een onafhankelijke Groep van Wijzen, die achteraf de werkwijze van de Raad en de Commissie rondom bijvoorbeeld de implementatie van het SGP zou kunnen beoordelen. Veel lidstaten verzetten zich echter tegen een dergelijk mandaat. Vanuit dat perspectief kan Nederland leven met het uiteindelijke besluit geen Groep van Wijzen op te richten, aangezien de toegevoegde waarde ervan zonder adequaat mandaat beperkt zou zijn.

Tot slot is gesproken over een op te richten crisisresolutiemechanisme. In een eerder stadium is afgesproken dat op termijn een robuust crisisresolutiemechanisme in de eurozone noodzakelijk is, maar dat meer tijd wenselijk is om de modaliteiten hiervan nader te bepalen. Deze afspraak is in lijn met het Nederlands standpunt dat eerst afspraken gemaakt dienen te worden over het versterken van de budgettaire en economische beleidscoördinatie in de EMU voordat in detail gesproken kan worden over een permanent crisisresolutiemechanisme. Het eindrapport bevat een passage over de relevante issues op dit punt zoals de rol voor het IMF en de private sector bij een toekomstig crisisresolutiemechanisme. In het rapport is tevens vastgesteld dat een dergelijk mechanisme in ieder geval sterke prikkels moet bevatten voor het voeren van een verantwoord budgettair en macro-economisch beleid.

Op verzoek van enkele lidstaten bevat het eindrapport een verwijzing naar een Verdragswijziging indien dit noodzakelijk zou zijn om een permanent crisisresolutiemechanisme mogelijk te maken. In het geval een Verdragswijziging noodzakelijk zou zijn voor het overeenkomen van een permanent crisisresolutiemechanisme, is volgens het rapport ook het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een lidstaat die herhaaldelijk de spelregels van het SGP overtreedt, een mogelijkheid (dit is immers niet mogelijk zonder Verdragswijziging).

Eurogroep en Ecofin Raad

1. AIFM-richtlijn

De ministers van Financiën hebben op basis van unanimiteit een akkoord bereikt over het richtlijnvoorstel ter regulering van alternatieve beleggingsfondsen (o.a. hedgefondsen, private equity fondsen en vastgoedfondsen). De richtlijn introduceert onder andere één geharmoniseerd Europees regime voor niet-Europese fondsen. Nu er een akkoord is bereikt in de Ecofin Raad is het aan het Europees Parlement dit voorstel te bekrachtigen. Zo kan de richtlijn in de eerste lezing worden afgerond. Minister de Jager heeft namens Nederland aangegeven tevreden te zijn met het evenwichtige akkoord.

2. Administratieve samenwerkingsrichtlijn

Er is tijdens de Ecofin Raad gesproken over een richtlijnvoorstel over de administratieve samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de lidstaten. De bestaande richtlijn, die dateert uit 1977, voldoet niet meer. Door de globalisering zijn lidstaten voor een juiste heffing van de verschuldigde nationale belastingen en de bestrijding van belastingontwijking en fraude voor een groot deel afhankelijk van de inlichtingen van andere lidstaten. Bij de behandeling van de administratieve samenwerkingsrichtlijn staat de vraag centraal welke inkomenscategorieën (salaris, pensioenen, directeursbeloningen e.d.) op automatische basis kunnen worden uitgewisseld.

Minister de Jager heeft namens Nederland benadrukt dat hij in grote lijnen positief staat tegenover de nieuwe richtlijn aangezien het bijdraagt aan de bestrijding van (grensoverschrijdende) belastingontduiking en fraude. Tegelijkertijd heeft hij ook bezwaren tegen dit voorstel geuit omdat het onevenwichtige informatiestromen tussen lidstaten met zich meebrengt. Daarom is Nederland niet akkoord gegaan met het huidige voorstel en heeft gepleit voor wederkerigheid. Het Belgisch voorzitterschap hoopt nu tijdens de Ecofin Raad van 17 november een akkoord over de richtlijn te kunnen bereiken.

3. Derogatie anti- BTW-frauderichtlijn voor mobiele telefoons

De Ecofin Raad heeft een akkoord bereikt over het verlenen van derogaties aan een aantal landen (Duitsland, Italië, Oostenrijk en het VK) om een antifraude maatregel in de BTW op mobiele telefoons te treffen, respectievelijk te verlengen.  Op basis van deze zogenoemde verleggingsregeling verschuift de af te dragen BTW van de verkopende partij naar de kopende partij. De kopende partij kan deze BTW in beginsel op zijn eigen aangifte in aftrek brengen. De af te dragen BTW en af te trekken BTW zitten zo in één hand, waardoor bepaalde soorten misbruik worden voorkomen.

4. Implementatie Stabiliteits- en Groeipact; beoordeling effectieve actie in Litouwen en Roemenië

De Ecofin Raad heeft, in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact, de effectieve actie van Litouwen en Roemenië beoordeeld. Op 16 februari hebben beide lidstaten aanbevelingen ontvangen van de Commissie om vóór 16 augustus maatregelen te nemen om de overheidstekorten tijdig terug brengen tot beneden de 3% doelstelling uit het Pact. De deadline hiervoor is 2012. De Commissie heeft een analyse gemaakt van de maatregelen die Litouwen en Roemenië genomen hebben. Op basis van de huidige stand van zaken hebben beide landen effectieve actie genomen en is de Commissie van oordeel dat er geen verdere stappen nodig zijn in de procedure. De Ecofin Raad heeft zich zonder verdere discussie achter de conclusies van de Commissie geschaard.

5. Follow-up van de Informele Ecofin Raad van 30 september en 1 oktober 2010

Er is tijdens de Ecofin Raad heel kort terug geblikt op de Informele Ecofin Raad van 30 september en 1 oktober te Brussel. Tijdens deze bijeenkomst zijn hoofdzakelijk de volgende onderwerpen aan de orde geweest: de voortgang van de hervormingen in de financiële sector (waaronder IASB, credit rating agencies (CRA’s), financieel toezicht in de EU en de VS, Basel III en bankenbelasting); governance hervormingen in het IMF en de G20 en de recente economische en financiële ontwikkelingen.

6. Voorbereiding van de G20

Op 21 tot 23 oktober vindt in Korea de bijeenkomst van G20 Ministers van Financiën plaats. Op 11 en 12 november komen de regeringsleiders van de G20-landen samen. Er is in de Ecofin Raad, die zich voornamelijk richt op de eerste bijeenkomst, overeenstemming bereikt over de gezamenlijke inzet van de EU deelnemers. Er zijn hiertoe zonder veel discussie Terms of Reference (ToR) aangenomen. Er zal worden gesproken over het G20 Framework for Strong, Sustainable and Balanced Growth, hervorming van de internationale financiële instellingen, en verdere versterking van het financiële systeem.

7. Rapport effectiviteit investeringen hoger onderwijs

De Ecofin Raad heeft zonder verdere discussie korte raadsconclusies aangenomen over de uitkomsten van een studie van de Commissie en het Economic Policy Committee (EPC) over de efficiëntie en de effectiviteit van publieke uitgaven in het hoger onderwijs. Het rapport concludeert dat het met name in tijden van budgettaire consolidatie belangrijk is om zo productief mogelijke uitgaven na te streven. De conclusies merken daarnaast op dat er in Europa een grote behoefte bestaat aan hoog gekwalificeerde arbeid en dat onderwijsbeleid hierin een grote rol heeft. De conclusies roepen de Commissie in dit kader op om de bevindingen ten aanzien van de efficiëntie en effectiviteit van publieke uitgaven in het hoger onderwijs mee te nemen in het kader van de uitwerking van de Europa 2020 strategie.

8. Budgettaire raamwerken: uitwisseling best practices

Er zijn tijdens de Ecofin Raad eveneens raadsconclusies aangenomen over de uitkomsten van de best practices exercitie over nationale budgettaire raamwerken die heeft plaatsgevonden in het EPC. Ook hier was er geen discussie tussen de lidstaten. In de raadsconclusies wordt opgeroepen tot het geven van een meer regulier karakter aan peer reviews over budgettaire raamwerken, zoals afgesproken tijdens de Ecofin Raad van 18 mei. Tijdens deze exercitie is gekeken naar Nederland, Zweden en Oostenrijk om een aantal gemeenschappelijke succesfactoren te onderscheiden.

9. Voorbereiding van de Europese Raad: heffingen en belastingen in de financiële sector

De Ecofin Raad heeft zonder discussie ingestemd met het voortgangsrapport van de Commissie en het EFC over heffingen en belastingen in de financiële sector. Het rapport zal aan de Europese Raad van 28 en 29 oktober verstuurd worden.

De Ecofin Raad heeft op verzoek van de Europese Raad van juni 2010 onderzoek verricht naar de mogelijkheden voor heffingen en belastingen voor de financiële sector. Een aantal lidstaten heeft inmiddels nationale bankenbelastingen ingevoerd of aangekondigd. Om te zorgen dat het level playing field voor banken die actief zijn in meerdere Europese lidstaten behouden blijft, adviseert de Ecofin op korte termijn een minimum aan coördinatie van deze nationale initiatieven. Ook moet er aandacht blijven voor het voorkomen van een stapeling van maatregelen (o.a. strengere kapitaaleisen, nieuw depositogarantiestelsel) om de kredietverstrekking aan burgers en bedrijven op peil te houden.

Naar boven