21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

32 429 G-20

Nr. 742 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2010

Hierbij zend ik u in één document de verslagen van de volgende internationale vergaderingen:

  • het verslag van de vergadering van de Eurogroep en Ecofin Raad van 7 en 8 juni 2010 te Luxemburg.

  • Het verslag van de Van Rompuy werkgroep van 7 juni te Luxemburg

  • Mede namens de Minister van Economische Zaken, het verslag van de G20 top van Ministers van Financiën te Busan van 4 en 5 juni1

Het volgende AO Ecofin met uw Kamer is gepland op woensdag 30 juni a.s. Het is mogelijk dat er op dat moment nog geen agenda beschikbaar is. Indien er nog geen agenda beschikbaar is, zult u een geannoteerde agenda ontvangen met daarin de belangrijkste te verwachten onderwerpen.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Hierbij ontvangt u een gecombineerd verslag van de Eurogroep en Ecofin Raad (7 en 8 juni), van de Van Rompuy Task Force (7 juni) en van de G20 bijeenkomst in Busan (4 en 5 juni).

Verslag Eurogroep en Ecofin Raad

Algemeen

Op 7 en 8 juni vonden de Eurogroep en de Ecofin Raad plaats in Luxemburg. Minister De Jager was namens Nederland aanwezig. Het was de laatste Ecofin Raad van het Spaanse voorzitterschap. België neemt vanaf 1 juli gedurende 6 maanden het voorzitterschap over.

Ecofin Raad heeft de aanbeveling van de Eurogroep over toetreding van Estland tot de eurozone onderschreven. De EFSF is tijdens deze Eurogroep bijeenkomst officieel opgericht (Kamerbrief BFB/2010/654M). In de Ecofin Raad heeft over een aantal onderwerpen raadsconclusies aangenomen die verder niet zijn besproken, de zogenaamde A-punten. Het gaat om de verordening inzake statistische gegevens bij buitensporige tekorten; het leenmandaat van de EIB; de verordening administratieve samenwerking en fraudebestrijding; het rapport over de gedragscodegroep voor bedrijven en over de pensioenrapporten van EPC en SPC. Voor een korte toelichting per punt verwijs ik u naar de Geannoteerde Agenda die uw Kamer hierover op 25 mei heeft ontvangen.

Het officiële verslag van het Voorzitterschap vindt u via onderstaande link:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/115006.pdf

IMF Art IV consultatie aan het eurogebied

De directeur van het IMF, Dominique Strauss-Kahn, heeft tijdens de Eurogroep de conclusies gepresenteerd van de Art. IV consultatie aan het eurogebied. De eurolanden hebben van gedachten gewisseld naar aanleiding van deze conclusies. De conclusies sluiten aan bij de analyses van de Europese Commissie en benadrukken het belang van budgettaire consolidatie, het verbeteren van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, en de hervorming van het financiële toezicht. Daarnaast heeft het IMF ook aangegeven dat het belangrijk is dat de governance van met name het eurogebied wordt versterkt.

Mid-term budgetary review

De mid-term budgetary review (MTBR) is een jaarlijks terugkerende gebeurtenis. De Ministers van de Eurogroep bespreken hierbij de recente budgettaire ontwikkelingen en de gevolgen hiervan voor de eurozone. Lidstaten zijn het er over eens dat verdere gecoördineerde consolidatienodig is. Hierbij moet rekening worden gehouden met de verschillen tussen de lidstaten. Ministers hebben onderstreept dat nationale budgettaire strategieën gericht moeten zijn op het bereiken van een overschot op de begroting op de middenlange termijn. Voor het bereiken van de budgettaire doelstellingen in 2010 en 2011 moeten er waar nodig, aanvullende maatregelen genomen worden. Het terugdringen van buitensporige tekorten zou ingebed moeten zijn in een brede middenlange termijnstrategie (MTO). Ook is het belangrijk dat de nationale budgettaire raamwerken versterkt worden en dat hervormingen worden doorgevoerd in pensioenstelsels, arbeidsmarkten, productmarkten en de dienstensector. Hierdoor kan het groeipotentieel van de Europese economie worden verstevigd.

European Financial Stability Facility

De Eurogroep is op 7 juni overgegaan tot de officiële oprichting van de European Financial Stability Facility (EFSF). Hierover heeft uw Kamer separaat een brief ontvangen op 8 juni (BFB/2010/654M).

SGP-implementatie

Tijdens dit agendapunt heeft de Ecofin Raad een raadsopinie aangenomen met betrekking tot het stabiliteitsprogramma dat Cyprus had ingediend. Hierover vond vrijwel geen discussie plaats. Daarnaast hebben verschillende lidstaten tijdens dit agendapunt een toelichting gegeven op hun voorgenomen aanvullende consolidatiemaatregelen. Naast Spanje en Portugal hebben ook verschillende andere lidstaten, waaronder Italië, Denemarken en Duitsland, een toelichting op de recentelijk aangekondigde consolidatiemaatregelen gegeven.

Spanje en Portugal waren naar aanleiding van de onrust op de financiële markten gevraagd om een pakket met aanvullende consolidatiemaatregelen samen te stellen en te presenteren. Beide lidstaten hebben dit voor medio mei gedaan. De Commissie meldde hierover dat zij de maatregelen geschikt acht en benadrukte het belang voor beide partijen van het snel terugdringen van het tekort. De beoordeling van de genomen maatregelen in het kader van de buitensporigtekortprocedures zal plaatsvinden in de Ecofin Raad van 13 juli a.s.

De ministers, waaronder Minister De Jager, hebben net als op de buitengewone bijeenkomst van de Ministers van Financiën op 9 mei, het grote belang van budgettaire consolidatie en van het doorvoeren van structurele hervormingen nogmaals benadrukt.

Voorbereiding Europese Raad 17 en 18 juni

Geïntegreerde richtsnoeren

De Ecofin Raad heeft een rapport aangenomen met aanbevelingen aan de Europese Raad over de geïntegreerde richtsnoeren. De Europese Raad zal het rapport naar verwachting op 17 juni goedkeuren. De geïntegreerde richtsnoeren vormen een meerjarig kader voor structurele hervormingen die passen in de Europa 2020 strategie. De Europese Raad zal vervolgens jaarlijks, zowel op nationaal als op Europees niveau, de voortgang van de implementatie van de richtsnoeren toetsen. Hierbij zal gekeken worden naar macro-economische en structurele ontwikkelingen, waaronder concurrentievermogen. Ook zal er aandacht worden besteed aan nationale knelpunten.

Europa 2020

Daarnaast heeft de Ecofin Raad conclusies aangenomen over de invulling van de Europa 2020 strategie. Hierover heeft vrijwel geen discussie meer plaatsgevonden. De doelen van Europa 2020 richten zich op R&D en innovatie, klimaat, arbeidsparticipatie, onderwijs en sociale inclusie. De conclusies stellen de hoofddoelen van de Europa 2020 strategie vast. Vervolgens dienen lidstaten deze nationaal kwantitatief in te vullen. In Nederland zal dit gedaan worden door het nieuwe kabinet. De conclusies zullen bekrachtigd worden in de Europese Raad.

Voortgang financiële regulering

De Ecofin Raad heeft een rapport aan de Europese Raad goedgekeurd over de voortgang van de versterking van de financiële regulering. Er heeft een gedachtewisseling tussen de lidstaten plaatsgevonden waarbij met name de onderwerpen financieel toezicht (de oprichting van drie Europese toezichthouders en de European Systemic Risk Board (ESRB)), crisismanagement, de AIFM-richlijn en bankenbelasting aan de orde zijn gekomen. De lidstaten, de Commissie en de ECB hebben opnieuw benadrukt dat er snel vooruitgang geboekt moet worden op deze terreinen. Uw Kamer informeerde tijdens het Algemeen Overleg van 2 juni naar de voortgang van het proces van financiële regulering. Over die voortgang en het Nederlandse standpunt heeft u op 18 mei separaat een kamerbrief ontvangen (FM/2010/4250 M); deze gaat tevens in op de tijdlijn die is voorzien.

Het Spaans voorzitterschap hecht veel waarde aan het zetten van stappen voor het verbeteren van het financieel toezicht en zal zich hiervoor blijven inzetten in de nog lopende onderhandelingen met het Europees Parlement. België, die het voorzitterschap na 1 juli zal overnemen, onderkent eveneens het belang van het verbeteren van financieel toezicht. Op dit moment worden onderhandelingen gevoerd tussen de Commissie, de Raad en het Europees Parlement. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, hebben benadrukt dat het belangrijk is dat lidstaten zich in deze onderhandelingen constructief opstellen zodat de hervorming van het toezicht in 2011 kan worden doorgevoerd. Minister de Jager heeft het belang benadrukt van een snelle oprichting van de European Systemic Risk Board (ESRB).

Nederland heeft zijn steun uitgesproken voor het voorliggende voortgangsrapport van de Commissie. Minister De Jager heeft ook aangegeven dat hij hoopt dat er tijdens de G20-top vanuit Europa gepleit zal blijven worden voor een bankenbelasting, ondanks dat hiervoor tijdens de G20 Ministers van Financiën geen unanieme steun kon worden behaald. Er lijkt een groeiende consensus te ontstaan Europese lidstaten over de invoering van een bankenbelasting, maar een akkoord is nog niet bereikt. Minister De Jager heeft eveneens aangegeven dat bankgeheim en belastingontduiking thema’s zijn die Nederland graag op internationaal niveau aangepakt ziet.

Budgettaire exit strategieën.

De Ecofin Raad heeft een rapport aan de Europese Raad goedgekeurd waarin de stand van zaken wat betreft budgettaire exit strategieën. Budgettaire consolidatie en het nemen van structurele hervormingsmaatregelen zou, waar nodig, versneld moeten worden om het vertrouwen in de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te vergroten.

Voorbereiding G20

Er heeft een korte terugkoppeling plaats gevonden van de G20 top in Busan, Korea, die 4 en 5 juni heeft plaatsgevonden. De Ecofin Raad heeft besloten om een Terms of Reference (ToRs) te versturen aan de Europese Raad (17 en 18 juni) ter voorbereiding op de G20 in Toronto, Canada (26 en 27 juni). Deze ToRs zullen de inzet van de EU in Toronto bevatten. Nederland zal, net als in Busan, aanwezig zijn bij de G20 bijeenkomst. De focus van de G20 zal liggen op de verankering van het economische herstel inclusief de verbetering van de financiële en budgettaire situaties, beleidsadviezen voor sterke en duurzame groei en hervorming van de regulering van de financiële sector. De Commissie heeft benadrukt dat het van belang is voor het herstel van vertrouwen dat er in Toronto concrete resultaten worden behaald.

Convergentierapporten van de ECB en de Europese Commissie

In de Eurogroep en de Ecofin Raad is gesproken over de euro-invoering in Estland. De Eurogroep heeft een aanbeveling aangenomen van de Commissie waarin geconcludeerd wordt dat Estland voldoet aan de eisen voor euro-invoering. De Ecofin Raad heeft deze aanbeveling onderschreven. De Europese Raad van 17 juni zal de aanbeveling naar verwachting bekrachtigen. Nederland is van mening dat landen die voldoen aan de criteria toe kunnen treden tot de euro. Tijdens de Ecofin Raad van juli zal een definitief besluit genomen worden met betrekking tot euro-invoering in Estland.

Verslag Van Rompuy Task Force

Op 7 juni vond aansluitend aan de Eurogroep de tweede vergadering van de «Van Rompuy Werkgroep» plaats. In de eerste vergadering was overeenstemming bereikt over de onderwerpen die door de werkgroep zullen worden uitgediept: versterken van budgettaire discipline binnen het Stabiliteits- en Groeipact (SGP), het monitoren van divergenties, ontwikkelen van een effectief crisis mechanisme en het verbeteren van de macro-economische governance.

De Werkgroep heeft concrete voorstellen besproken met betrekking tot de eerste twee onderwerpen waarop naar verwachting snel voortgang zal kunnen worden gemaakt. Lidstaten hebben hun voorstellen gepresenteerd en er was brede consensus over een aantal onderwerpen die moeten worden uitgewerkt.

Versterken van budgettaire discipline

Alle lidstaten waren het er over eens dat er moet worden gewerkt aan versterking van de instrumenten van het SGP. Zowel de preventieve als de correctieve arm van het SGP moet worden versterkt zodat er, indien nodig, al in een vroeg stadium kan worden ingegrepen als de situatie in een lidstaat verslechtert. Vier verbeterpunten werden aangedragen: 1) het invoeren van een Europees semester 2) slimmere sancties 3) meer aandacht voor schuld 4) belang van betrouwbare statistische gegevens.

Op het gebied van de preventieve arm zal in de eerste plaats worden gekeken naar de mogelijkheden voor het opzetten van een Europees semester waarbij lidstaten in het voorjaar een overzicht presenteren van ondermeer de onderliggende aannames met betrekking tot de budgettaire plannen voor het komende jaar. Duidelijk is gesteld dat het hier niet gaat om een gedetailleerde controle van de Commissie op nationale begrotingsplannen.

Het tweede element waar lidstaten het over eens waren is dat er slimmere sancties moeten komen, die eerder in het proces kunnen worden ingezet dan nu mogelijk is; er moet meer hiërarchie komen in de zwaarte van de sancties. Als lidstaten eenmalig de regels van het Pact overtreden, dan moeten snel, lichte sancties kunnen worden ingezet. Deze moeten kunnen worden verzwaard als lidstaten herhaaldelijk de aanbevelingen van de Commissie negeren en zodoende het tekort of de schuld verder oploopt. De Werkgroep heeft aan de Commissie gevraagd om op basis van de ideeën uit de discussie van deze bijeenkomst en de eerder ingezonden input van lidstaten, te komen met voorstellen voor nieuwe «slimmere» sancties.

Lidstaten waren het er ook over eens dat er meer aandacht moet komen voor schulden van lidstaten. Tot nu toe is er alleen een buitensporigtekortprocedure voor landen gestart met een begrotingstekort hoger dan3% BBP. In de toekomst zal er moeten worden nagedacht om ook een procedure ook te starten bij een schuld van meer dan 60% BBP, ook als het tekort kleiner dan 3% BBP is.

Als laatste element hebben de lidstaten aangegeven dat het belangrijk is dat alle lidstaten betrouwbare statistische gegevens aanleveren. Onafhankelijkheid van statistische bureaus werd daarbij genoemd als belangrijke randvoorwaarde.

Nederland kan zich vinden in bovenstaande elementen. Minister de Jager heeft in de Werkgroep aanvullend op deze vier elementen ook aangegeven dat het wat Nederland betreft erg belangrijk is dat we meer aandacht besteden aan de Middellange Termijn Doelstellingen (MTO’s). Er zou nagedacht kunnen worden over sancties die kunnen worden ingezet als landen hun MTO niet halen of niet in voldoende mate richting de doelstelling bewegen. Daarnaast heeft de minister ook benadrukt dat Nederland graag zou zien dat er een meer rules-based systeem komt voor de toepassing van sancties.

Monitoring van divergenties

Tijdens deze bijeenkomst waren lidstaten het er over eens dat uitsluitend solide budgettair beleid niet voldoende is. Er is gebleken dat er grote macro-economische onevenwichtigheden bestaan binnen het eurogebied en dat deze vanwege marktreacties schadelijk kunnen zijn voor de economische ontwikkeling van lidstaten. Het probleem is niet geheel symmetrisch; de Commissie wees er reeds eerder op dat het probleem voor tekortlanden nijpender is dan voor overschotlanden.

De Commissie heeft reeds het nodige werk verricht om de oorzaken van onevenwichtigheden in kaart te brengen. Daarbij besteedt zij vooral aandacht aan het uiteenlopen van loonontwikkelingen en ontwikkelingen in de productiviteit. Ook de private kredietverstrekking kan een belangrijke drijfveer zijn achter het ontstaan van onevenwichtigheden. Verder geldt inhaalgroei in landen die bezig zijn te convergeren eveneens als mogelijke oorzaak.

Lidstaten hebben zich uitgesproken voor een betere monitoring van divergenties. Nederland kan zich daarbij aansluiten. Wel acht Nederland het van belang dat de oorzaken van de oplossingsrichtingen uiteindelijk aansluiten bij de oorzaken van de divergenties. Aangezien er niet één oorzaak is, kan waarschijnlijk ook niet met een type oplossing worden volstaan.

Op dit moment bestaat er nog geen formele procedure voor het monitoren danwel adresseren (in Europa) van onevenwichtigheden. De Werkgroep heeft aan de Commissie gevraagd om indicatoren op het gebied van macro economische onevenwichtigheden, zoals op gebied van concurrentiekracht, te ontwikkelen en instrumenten aan te dragen voor het monitoren van deze indicatoren. Deze moeten een vroegtijdig waarschuwingssignaal afgeven en een belangrijke aanvulling zijn op de regels van het Pact.

Nederland kan zich goed vinden in deze aanpak als basis om in Europees verband de divergenties tussen lidstaten te adresseren. Het wacht de voorstellen van de Commissie op het gebied van de relevante indicatoren en instrumenten af. Deze voorstellen zullen waarschijnlijk voor september komen.

Proces

Van Rompuy zal in de Europese Raad van 17 en 18 juni tussenrapportage doen van het werk van de Task Force. De verwachting is dat de Europese Commissie na de ER zal komen met de voorstellen waar de Werkgroep om heeft gevraagd. De volgende Van Rompuy Werkgroep zal plaatsvinden op 12 juli. In oktober zal de werkgroep met een eindrapportage komen, in de aanloop daarnaar zijn nog een aantal bijeenkomsten voorzien.

Verslag G20 Ministers van Financiën

Minister Van der Hoeven nam namens Nederland deel aan de vergadering van de G20 Ministers van Financiën en Centrale Bank Presidenten in Busan, Zuid-Korea (4–5 juni). Deze bijeenkomst diende ter voorbereiding van de G20 top in Toronto (26–27 juni). De slotverklaring is bijgevoegd1.

Deze verklaring is mijns inziens gebalanceerd, en bevat een groot deel van de Nederlandse inzet. Nederland had op punten wel wat verder willen gaan. Dit was echter lastig omdat het een voorbereidende bijeenkomst was: een aantal afspraken wordt de komende weken nog aangescherpt en vervolgens voorgelegd aan de G20 regeringsleiders. Daarnaast liggen de deadlines voor de hervormingen van de financiële sector regulering en het IMF veelal in november 2010.

De belangrijkste agendaonderwerpen waren: i) het economische herstel en budgettaire consolidatie; ii) het raamwerk voor sterke, duurzame en gebalanceerde groei; en iii) de hervorming van de financiële regulering inclusief de bankenbelasting. De geagendeerde hervorming van de internationale financiële instellingen kwam nauwelijks aan bod.

Wat betreft het eerste onderwerp heeft Nederland gepleit voor een driesporen beleid voor het verankeren van het economische herstel:

i) budgettaire consolidatie in ontwikkelde landen; ii) versterking van de economische groei, o.a. door structurele hervormingen, versterking van de concurrentieposities en het inzetten van informatietechnologie als motor van economische groei; en iii) de blijvende noodzaak om de financiële stabiliteit te garanderen. Alle drie de sporen moeten gevolgd worden, en niet slechts één. De deelnemers deelden deze positie, en dit wordt ook gereflecteerd in de slotverklaring.

De eerste fase van het proces om het beleid van elkaar de maat te nemen, onder de noemer van het raamwerk voor sterke, duurzame en gebalanceerde groei, wordt naar verwachting in Toronto afgerond met de aanname van een mandje van beleidaanbevelingen. Uit de analyse van het IMF bleek dat een gecoördineerde uitvoering van de beleidsaanpassingen door alle G20 landen tot een hogere welvaart en werkgelegenheid zou leiden. Nederland heeft zich ingezet voor een zo ambitieus en transparant mogelijk proces, met een voorkeur voor een ambitieus groeiscenario en beleidaanbevelingen op landenniveau. De consensus lijkt zich naar een dergelijke aanpak te bewegen, waarbij de vertaalslag van een mandje van aanbevelingen naar landspecifieke aanbevelingen tussen de G20 toppen in Toronto en Seoul ingevuld zal worden.

Verder heeft Nederland gepleit voor een krachtige G20 boodschap op het gebied van de hervorming van financiële regulering. De hervormingsagenda van de vorige G20 bijeenkomsten dient op tijd afgerond en consistent geïmplementeerd te worden. Eén van de belangrijkste beslissingen betreft de versterking van de kapitaal- en liquiditeitseisen voor financiële instellingen. De deadline voor een beslissing hierover is vervroegd naar november 2010, en ik ben tevreden over het belang dat in het communiqué gehecht wordt aan dit onderwerp.

Nederland heeft zich ingezet voor een bankenbelasting, waarbij er gelet wordt op de effecten op de kredietverlening, het cumulatieve effect van de hervormingen van de regulering van de financiële sector en het level playing field. Door de verschillende ervaringen van de G20 landen tijdens de crisis en de verschillen in regelgeving en bestaande resolutiemechanismen en depositogarantiestelsels, was er geen unanieme steun voor het instrument van de bankenbelasting. Wel zijn alle G20 landen van mening dat de financiële sector moet betalen voor het redden van financiële instellingen. Afgesproken is om samen principes op te stellen hoe deze «rekening» betaald gaat worden door de financiële sector.

Verder heeft Nederland zich hard gemaakt voor het Koreaanse initiatief om ontwikkeling een agendaonderwerp voor de Seoul top te maken en het op de agenda zetten en houden van inclusive finance in 2010 en daarna.

Tot slot heeft Nederland zich sterk gemaakt voor het tegengaan van het opwerpen van nieuwe handels- en investeringsbarrières.

Dit is opgenomen in het communiqué, waarbij de minister voor Economische Zaken er persoonlijk voor gezorgd heeft dat het communiqué niet alleen rept van handelsbarrières, maar ook van het tegengaan van protectionisme op het gebied van investeringen.


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven