21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 679
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2009

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 9 en 10 november 2009 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Geannoteerde agenda Ecofin Raad 9 en 10 november 2009 te Brussel

1. Follow-up Europese Raad en G20

Document: n.v.t.

Aard bespreking: Terugkoppeling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

In de twee weken voor de Ecofin Raad van 10 november vindt er zowel een Europese Raad als ook een G20 van ministers van Financiën en presidenten van de centrale banken plaats. De Europese Raad vindt plaats op 29 en 30 oktober 2009 en de G20 van ministers van financiën en presidenten van de centrale banken wordt gehouden op 6 en 7 november 2009. In de Ecofin Raad zal in ieder geval een terugkoppeling plaatsvinden over het verloop en de uitkomsten van beide vergaderingen. Eventueel zal gesproken worden over discussies die de Ecofin Raad moet gaan voeren als uitkomst van (één van) de vergaderingen.

2. Houdbaarheid van de overheidsfinanciën

Document: Sustainability Report 2009

http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/publication15998_ en.pdf

http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/publication15996_ en.pdf

Aard bespreking: Aanname van Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: Consensus

De Ecofin Raad zal spreken over het houdbaarheidsrapport van de Europese Commissie. In dit rapport is een inschatting gemaakt van wat de gevolgen van de vergrijzing zouden zijn voor de langetermijnhoudbaarheid van de overheidsfinanciën indien geen aanvullende maatregelen worden genomen. Dit rapport wordt om de drie jaar opgesteld en is op 14 oktober 2009 uitgekomen. Het vorige rapport dateert dus uit 2006. Naast de bespreking van het rapport zal de Ecofin Raad conclusies aannemen over het belang van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

Op basis van een raming van de inkomsten en uitgaven in de komende decennia berekent de Commissie in het houdbaarheidsrapport voor iedere lidstaat het zogeheten houdbaarheidstekort. Dat is het bedrag dat vanaf nu jaarlijks extra bezuinigd zou moet worden om te voorkomen dat de stijging in de kosten van de huidige voorzieningen door de vergrijzing leidt tot een almaar oplopende schuld. De Europese Commissie heeft het houdbaarheidstekort voor Nederland nu becijferd op 6,9% van het BBP. Op basis van de berekende houdbaarheidstekorten deelt de Commissie de lidstaten in groepen in. Er worden drie classificaties gemaakt: low, medium en high risk. Nederland wordt samen met 12 andere lidstaten aangemerkt als high risk.

Dit soort langetermijnanalyses zijn altijd met veel onzekerheid omgeven. Het maken van een dergelijke internationale vergelijking is daarom erg lastig. Bovendien wordt dezelfde methodiek gebruikt voor alle EU-lidstaten, waardoor belangrijke landenspecifieke factoren buiten beschouwing blijven. De volgende twee factoren zijn bijvoorbeeld niet meegenomen in het rapport, maar zijn wel relevant voor de vergelijking van de Nederlandse positie ten opzichte van het buitenland:

– Nederland kent relatief hoge tweede pijlerpensioenen. Hierdoor zal een groot deel van het houdbaarheidsgat gedicht worden, omdat gepensioneerden indirecte belastingen zullen betalen over de consumptie uit deze pensioenen.

– Nederland neemt op dit moment houdbaarheidsmaatregelen die nog niet meegenomen zijn in de analyse. Het houdbaarheidsgat zal door deze maatregelen 1,3 procentpunt kleiner worden, waardoor Nederland sowieso in medium risk categorie uitkomt.

Ondanks dat de cijfers met veel onzekerheid omgeven zijn en dat er landenspecifieke factoren zijn die in deze generieke methodiek niet meegenomen kunnen worden, kan Nederland de algemene lijn in het rapport onderschrijven. Deze houdt in dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën een belangrijke uitdaging vormt voor de EU-lidstaten en dat het belangrijk is dat er houdbaarheidsmaatregelen worden genomen.

In het voorjaar van 2010 zal het CPB ook een studie publiceren over vergrijzing en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. De analyse van het CPB is specifiek voor Nederland en zal een meer nauwkeurige inschatting geven van de houdbaarheid van de Nederlandse overheidsfinanciën.

3. Betere regelgeving: terugdringen van regeldruk

Document: Raadsconclusies Ecofin

Aard bespreking: Aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting:

De Ecofin Raad zal Raadsconclusies met betrekking tot administratieve lastenreductie (AL-reductie) aannemen. Nederland kan de concept raadsconclusies die voorliggen ondersteunen. De Raadsconclusies bespreken de voortgang van het Administratieve Lasten Actieprogramma van de Commissie en verwelkomen tevens de Mededeling1 van de Commissie over het AL Actieprogramma met daarin onder andere de nieuwe voorgestelde sectorale reductieplannen.

Nederland verwelkomt deze sectorale reductievoorstellen, omdat Nederland hier al lang voor pleit. De voorstellen vormen een concretisering van de reductiedoelstellingen die de Commissie eerder in het kader van het AL Actieprogramma heeft geformuleerd en dragen bij aan een duidelijke monitoring van de voortgang van het Actieprogramma. Tevens wordt er in de Mededeling een stand van zaken gegeven van de reductievoorstellen binnen de 13 prioritaire gebieden die onderdeel zijn van het AL Actieprogramma. Ook doet de Commissie aanbevelingen voor uitbreiding van het Actieprogramma voor de toekomst.

In de Mededeling van de Commissie is een aantal Nederlandse reductievoorstellen opgenomen, voortkomend uit het pakket met 62 reductievoorstellen dat Nederland heeft gepresenteerd ter voeding van het EU Betere Regelgeving programma. Dit is voor Nederland zeer positief. In de raadsconclusies wordt de Commissie ook opgeroepen meer voorstellen van lidstaten op te nemen in het AL actieprogramma en het Actieprogramma te verbreden naar meer prioritaire gebieden.

4. Administratieve Samenwerkingsrichtlijn

Aard bespreking: Algemene benadering

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting:

Op de Ecofin Raad van 10 november zal de algemene benadering over de Administratieve Samenwerkingsrichtlijn besproken worden.

De Europese Commissie heeft een herziene richtlijn over de administratieve samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de lidstaten voorgesteld. De richtlijn ziet op het uitwisselen van fiscale informatie. Door de globalisering zijn lidstaten voor een juiste heffing van de verschuldigde nationale belastingen en de bestrijding van belastingontwijking en fraude voor een groot deel afhankelijk van de inlichtingen van andere lidstaten. De bestaande richtlijn voor administratieve samenwerking daterende uit 1977 voldoet niet meer. Om deze reden wordt een gemoderniseerde Richtlijn over de administratieve samenwerking voorgesteld.

Nederland staat in grote lijnen positief tegenover de nieuwe richtlijn, aangezien meer transparantie door een verbeterde administratieve samenwerking tussen de lidstaten van groot belang is voor de bestrijding van (grensoverschrijdende) belastingontduiking en fraude.

5. Herziening richtlijnen structuur en tarieven van de accijns op tabaksproducten

Aard bespreking: Politiek akkoord

Besluitvormingsprocedure: Raad: eenparigheid. EP: raadpleging.

Toelichting:

Het Zweedse voorzitterschap heeft het richtlijnvoorstel «herziening richtlijnen 92/79/EEG, 92/80/EEG en 95/59/EEG» geagendeerd. Het richtlijnvoorstel voorziet in een aantal belangrijke wijzigingen van deze richtlijnen over de structuur en tarieven van de accijns op tabaksproducten, teneinde de bestaande voorschriften te moderniseren, te vereenvoudigen en gezondheidsoverwegingen beter in het beleid te integreren. Het Zweedse voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord.

Voor Nederland is het compromis aanvaardbaar. Het lijkt een balans te bieden tussen de voor- en tegenstanders van verhoging van de minimumtarieven op tabaksproducten. Nederland heeft in dit kader het voorzitterschap opgeroepen voorzichtig te zijn met wijzigingen. Zo zou Nederland niet kunnen aanvaarden dat er een maximum ingevoerd zou worden voor de minimumtarieven, zowel om principiële als pragmatische redenen. Zo zouden lidstaten de vrijheid moeten behouden om nationaal de hoogte van de minimumaccijns te bepalen, met inachtneming van de minimumniveaus die zijn vastgelegd op Europees niveau.

Het grootste discussiepunt lijkt het accijnstarief voor rooktabak. Een enkele lidstaat vindt de voorgestelde tarieven voor rooktabak te laag en wijst op problemen ten aanzien van smokkel. Er zijn enkele andere lidstaten die juist lagere tarieven wensen. Het Zweedse voorzitterschap heeft aangegeven spoedig met een nieuw voorstel te komen, waarbij het compromis slechts beperkt gewijzigd zal worden. Het Zweedse voorzitterschap zal een nader voorstel doen voor de minimumtarieven voor rooktabak.

6. Political guidelines betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft postdiensten

Document: Politieke richtlijnen (political guidelines) (doc 14 981/09)

Aard bespreking: aanneming political guidelines voor Richtlijn 2006/112/EG

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit.

Toelichting:

De huidige vrijstelling van bepaalde door de openbare postdiensten verrichte diensten van de BTW-richtlijn en de vrijstelling van leveringen van postzegels dateren van de jaren 1970. Ondertussen is de postsector enorm veranderd en leidt de invulling door de lidstaten van de huidige vrijstelling tot een ongelijk speelveld.

Het Zweedse voorzitterschap heeft nu politieke richtlijnen opgesteld om zodoende uiterlijk in juni 2010 tot een overeenkomst in de Raad te komen. Deze politieke richtlijnen richten zich op het belang van (snelle) besluitvorming over de BTW-behandeling van postdiensten. Daarbij stelt het Zweedse voorzitterschap voor dat alle postdiensten zijn belast, met daarnaast een optie voor de lidstaten om de openbare postdiensten vrij te blijven stellen.

Nederland onderschrijft het belang van snelle besluitvorming en kan tevens instemmen met het voorstel om alle postdiensten tegen het normale BTW-tarief te belasten met daarnaast de optie. Een dergelijk optie voldoet aan de Nederlandse doelstelling van een gelijk speelveld, mits het toepassingsgebied van de optionele vrijstelling in alle daarvan gebruik makende lidstaten zodanig gelijk en eenduidig is dat een bevoordeling van nationale postdiensten niet langer tot de mogelijkheden behoort. De in het verleden gehanteerde Nederlandse lijn voor het verplicht belasten van alle postdiensten in alle lidstaten tegen het verlaagde tarief is een onhaalbare kaart gebleken. Nederland zet daarom nu in op een gelijke invulling van de «universele postdienst» in alle lidstaten om zo voor de liberalisering van de postmarkt een gelijk speelveld te creëren.

7. Economische situatie

Hoewel dit onderwerp deze keer niet expliciet op de agenda van de Ecofin Raad staat, is het gebruikelijk de Kamer te informeren over de huidge economische situatie in, voornamelijk, het eurogebied.

Het derde kwartaal is mondiaal duidelijk een beter kwartaal dan het tweede kwartaal. Verassende cijfers kwamen uit de VS, waar het BBP in het derde kwartaal, na vier kwartalen krimp, met 3,5% is gestegen ten opzichte van het vorige kwartaal (geannualiseerd). Een belangrijke reden voor deze positieve groei is een sterke toename in de particuliere consumptie. De cijfers van de BBP-groei in het eurogebied in het derde kwartaal zijn nog niet bekend. De verwachting is dat dit cijfer ook positiever uit zal komen dat het cijfer van het tweede kwartaal. Het aantal nieuwe industriële orders in het eurogebied steeg in augustus met 2% vergeleken met juli. Ook de industriële productie steeg gedurende deze periode met 0,9%.

Daarnaast heeft de euro aan waarde gewonnen ten opzichte van de dollar. De euro-dollarkoers noteerde op 28 oktober 1,48. Ook won de euro aan waarde ten opzichte van het Britse Pond en de Chinese Renminbi. De inflatie in het eurogebied kwam in september uit op – 0.3%. De ECB geeft aan dat inflatieverwachtingen nog altijd goed zijn verankerd. Ook liggen de grondstofprijzen al geruime tijd op een hoog niveau; de olieprijs kwam op 28 oktober uit op 77,5 USD voor een vat ruwe olie.

Het consumenten- en producentenvertrouwen laat een gemengd beeld zien. De Economic Sentiment Indicator van de Europese Commissie steeg in september in zowel het eurogebied als in de EU. Echter, de Nederlandse consumenten waren in oktober iets somberder gestemd dan in september; het vertrouwen, zoals gemeten door het CBS, daalde van – 17 tot – 19. De werkloosheid in het eurogebied blijft toenemen en kwam in augustus uit op 9,6%. Nederland heeft volgens de definitie van statisch bureau Eurostat nog wel de laagste werkloosheid van het eurogebied, namelijk 3,5%. Spanje kende de hoogste werkloosheid met 18,9%.

Veel economische instellingen zoals het IMF en de OESO hebben hun voorspellingen opwaarts bijgesteld, al blijven er neerwaartse risico’s wat betreft het herstel van de Europese economie. Op 9 november zal de Europese Commissie naar verwachting haar Najaarsvoorspellingen presenteren.


XNoot
1

«Communication from the Commission to the Council and the European Parliament. Action Programme for Reducing Administrative Burdens in the EU. Sectoral Reduction Plans and 2009 Actions» (COM(2009) 544 final).

Naar boven