21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 665
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2009

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Eurogroep en Ecofin Raad van 6 en 7 juli 2009 te Brussel. De voorlopige agenda van de informele Ecofin Raad van 2 september 2009 te Brussel is nog niet bekend. Kort voor het AO en de Ecofin Raad zal zoals gebruikelijk, de geannoteerde agenda aan uw Kamer worden gezonden.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Verslag Eurogroep en Ecofin Raad van 6 en 7 juli

Algemeen

Op 6 en 7 juli vonden de Eurogroep en Ecofin Raad plaats in Brussel. Namens Nederland was minister Bos bij de vergadering aanwezig. Hieronder vindt u een toelichting van de bespreking per agendapunt, het Raadsverslag van de vergadering met daarin alle conclusies en afspraken kunt u vinden via de volgende link: http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pre ssdata/en/ecofin/109 064 .pdf

1. Economische situatie

Tijdens de Eurogroep is zoals gewoonlijk gesproken over de economische situatie, in het bijzonder de impact van de crisis op de potentiële groei en de prijsontwikkelingen in het eurogebied. Ministers bespraken of en in welke mate de neergang van de economische groei ook de potentiële groei zou beïnvloeden. In de voorjaarsvoorspellingen van de Commissie wordt voor 2009 verwacht dat het BBP in het eurogebied zal krimpen met 4%, in 2010 zal er naar verwachting weer enig herstel zijn. Eurostat maakte op 8 juli bekend dat het BBP van het eurogebied in het eerste kwartaal van 2009 gekrompen is met – 2,5% (k-o-k). Ook krijgen alle landen inmiddels te maken met oplopende werkloosheidscijfers. Op 2 juli maakte Eurostat bekend dat de werkloosheid in het eurogebied in mei het hoogste niveau in tien jaar heeft bereikt; 9,5%. Nederland heeft volgens de definitie van Eurostat nog steeds de laagste werkloosheid; 3,2 %.

Om het risico van schade aan de potentiële groei op de lange termijn te beperken is het belangrijk dat er wordt nagedacht over mogelijke beleidsreacties. Op basis van een paper van de Commissie hebben de ministers van de eurozone hier tijdens de eurogroep over gesproken. Onder de wenselijke beleidsreactie vallen volgens de Commissie maatregelen voor het functioneren van de financiële markten, meer flexibele arbeidsmarkten, stimuleren van marktwerking (vooral in de dienstensector), lagere administratieve lasten en investeringen in R&D en innovatie. Om structurele effecten van de economische crisis tegen te gaan, is het belangrijk dat de hervormingsagenda succesvol wordt doorgezet. In dit verband is het ook zaak dat protectionistische maatregelen worden voorkomen.

Ook werd de ontwikkeling van de inflatie besproken, gelet op de recente uitkomst van -0,1% (juni). Dit is voor het eerst dat er negatieve inflatie is in het eurogebied. In navolging van de ECB was de Eurogroep van mening dat er echter geen sprake is van deflatie, maar van desinflatie. Redenen hiervoor zijn onder andere de verwachte invloed van de stimuleringsmaatregelen en het feit dat een groot deel van de neerwaartse druk op de prijzen te maken heeft met gedaalde energieprijzen. De olieprijzen zijn echter sinds het dieptepunt van maart inmiddels verdubbeld. Voor de tweede helft van 2009 verwacht de Europese Commissie weer positieve inflatie.

2. Governance IMF

Tijdens de Eurogroep is van gedachten gewisseld over de governance van het IMF. Het IMF heeft een belangrijke rol toebedeeld gekregen in de financiële crisis. Om deze rol effectief te kunnen vervullen, neemt ook de roep om hervorming van de representatie bij het IMF toe. Deze discussie gaat niet alleen over de stoelenverdeling in de IMF Board, maar ook over de selectie van het Senior Management bij het IMF, de quotaverdeling, het oprichten van een Ministeriële Raad en de verlaging van de gekwalificeerde meerderheid.

De Eurogroep heeft gediscussieerd over de grootte en samenstelling van de IMF-Board, en in het bijzonder over de mogelijkheden om de huidige status quo te handhaven of een eurostoel in te voeren. Uit de discussie bleek dat veel eurolanden deelden het gevoel dat, hoewel Europa op basis van de huidige IMF-quota niet wezenlijk oververtegenwoordigd is in de board, de politieke druk van buiten op Europa sterk toegenomen is. Nederland is voorstander van één Europese stoel in het IMF, mits de stem van de kleinere lidstaten voldoende doorklinkt in de posities van de Europese vertegenwoordiging, minister Bos heeft dit in de vergadering ook benadrukt. Tijdens de discussie bleek echter dat een aantal grote landen niet bereid is om nu al naar één Europese stoel te gaan en een voorkeur te hebben voor bijvoorbeeld drie stoelen. Deze lidstaten zouden graag zien dat er drie stoelen voor de Eurogroep en twee stoelen voor de overige Europese landen zouden komen. Een aantal landen, waaronder Nederland, steunde dit niet. Minister Bos heeft aangegeven dat Nederland geen voorstander is van tussenoplossingen. Nederland hecht sterk aan het voldoende doorklinken van de Nederlandse stem in de IMF-Board. De minister gaf aan dat Nederland een eventuele aanpassing van de board samenstelling beschouwt als onderdeel van een pakket waarvan ook de eventuele oprichting van een nieuwe IMF-raad, de quota review, verlaging van het quotum voor meerderheidsbeslissingen en andere governance hervormingen deel uit maken.

3. Werkprogramma van de Ecofin

Het Zweedse Voorzitterschap heeft het werkprogramma van de Ecofin Raad voor de tweede helft van 2009 gepresenteerd. Het Voorzitterschap gaf aan dat er een half jaar van grote uitdagingen en belangrijke momenten voor de deur staan. Vijf thema’s zijn hierbij voor de Zweden prioritair: verbetering van de financiële infrastructuur; op orde brengen van de openbare financiën; arbeidsmarkthervormingen; klimaat en Lissabon na 2010.

Ook zal Zweden er alles aan doen om de G20 bijeenkomsten dit najaar goed voor te bereiden zodat de Europese inbreng optimaal is en deze goed wordt afgestemd tussen lidstaten.

In de eerste plaats wil het voorzitterschap voortgang boeken op het gebied van financieel toezicht en stabilisering van de financiële markten. Ook de situatie op de arbeidsmarkten is voor het Zweedse voorzitterschap een prioriteit. De EU krijgt te maken met hogere werkloosheid. Er moet een manier gevonden worden om extra arbeidsplaatsen te creëren zonder dat er te veel druk op de overheidsfinanciën komt. Door stimuleringsmaatregelen en de gevolgen van de huidige crisis zijn er op het gebied van de overheidsfinanciën ook grote uitdagingen ontstaan. De Zweden zullen veel aandacht besteden aan de noodzakelijke exit-strategieën die ertoe moeten leiden dat lidstaten weer terugkeren naar houdbare overheidsfinanciën. Hierbij is het raamwerk dat het Stabiliteits- en Groeipact biedt cruciaal. De Zweden benadrukken dat naleving van de regels van het Stabiliteits- en Groeipact in het belang is van de geloofwaardigheid van de Unie en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn. Naast de crisisgerelateerde onderwerpen willen de Zweden ook veel werk verzetten op het gebied van financiering van internationaal klimaatbeleid. In de aanloop naar de onderhandelingen in Kopenhagen eind dit jaar, zal er een gezamenlijk Europees standpunt worden bepaald waar het gaat om de financiering van het klimaatbeleid, inclusief de interne lastenverdeling.

Verder acht het Voorzitterschap een discussie over de Lissabon-agenda na 2010 van groot belang. Ten behoeve van internationale discussies in het kader van de G20 geeft het Zweedse voorzitterschap aan zich in te zullen spannen om te komen tot gezamenlijke en goed onderbouwde EU standpunten.

De Commissie reageerde met het uitspreken van haar steun aan het werkprogramma van het Zweedse Voorzitterschap. Er moet komend half jaar nagedacht worden over hoe de EU gezamenlijk op een duurzame wijze uit deze crisis kan komen en hoe in de toekomst een dergelijke crisis te voorkomen. Op het gebied van toezicht op de financiële sector zal de Commissie dit najaar met de eerste wetsvoorstellen komen. Ten aanzien van het level playing field voor de financiële sector werd geconstateerd dat het gesprek tussen de Ecofin Raad en de IASB uitermate nuttig was geweest. De Commissie suggereerde dat de Ecofin Raad de IASB vaker zou kunnen uitnodigen aangezien wederzijds informeren zijn vruchten zal afwerpen. Meerdere ministers onderschreven het nut van een dergelijk gesprek op reguliere basis. Ook de ECB en alle lidstaten onderschreven de prioriteiten die de Zweden met hun werkprogramma zetten en wensten het Voorzitterschap veel succes met de uitvoering.

4. Implementatie van het Stabiliteits- en Groeipact

Er is in de Eurogroep en in de Ecofin Raad gesproken over de buitensporigtekortprocedures enerzijds en recent beschikbaar gekomen stabiliteits- en convergentieprogramma’s anderzijds. Op de website van de Commissie vindt u alle relevante documenten: http://ec.europa.eu/economy_finance/sg_pact_fiscal_policy/index_en.htm?cs_mid=570

Minister Bos heeft tijdens de Eurogroep aandacht gevraagd voor de divergenties die op dit moment lijken te ontstaan in het budgettaire beleid van Duitsland en Frankrijk. De minister gaf aan dat het wat Nederland betreft belangrijk is dat we gezamenlijk één richting op gaan en geen tegengesteld beleid voeren. De minister wees hierbij met name op Frankrijk en Duitsland die nu allebei een andere kant op lijken te gaan. De minister kreeg steun van de Commissie, die aangaf dat er later dit jaar in de Eurogroep en in de Ecofin Raad over dit onderwerp zal worden gesproken in het kader van de exit-strategieën. Zowel in de Eurogroep als in Ecofin Raad is meerder malen benadrukt dat vooral politieke wil en duidelijke commiteringen van de lidstaten belangrijk zijn om het Stabiliteits- en Groeipact in stand te houden.

Buitensporigtekortprocedures (EDP)

De Ecofin Raad heeft de aanbevelingen en het tijdspad vastgesteld voor de correctie van de buitensporige tekorten van Malta, Polen, Roemenië, Letland en Litouwen. Eerder dit jaar gingen al vier andere lidstaten in de buitensporig tekortprocedure. Vanwege de huidige economische omstandigheden hoeven niet alle landen hun tekorten binnen één jaar te corrigeren. Voor Malta is dit wel het geval. Malta moet haar tekort in 2010 weer onder de 3% referentiewaarde hebben gebracht. Litouwen en Roemenië hebben de tijd tot 2011, Polen en Letland tot 2012. In het najaar zullen nog een aantal lidstaten, waaronder Nederland in een buitensporigtekortprocedure terecht komen. De Ecofin Raad heeft ook besloten dat de deadline voor correctie van het tekort van Hongarije met twee jaar verlengd zal worden: dit was 2009 en is nu 2011 geworden. De voorwaarden voor de lening die aan Letland is verstrekt in het kader van de Balance of Payment steun zal deze week aangepast worden aan de aanbevelingen in het kader van EDP.

Stabiliteits- en convergentieprogramma’s

De Ecofin Raad heeft raadsconclusies aangenomen over de aanbevelingen met betrekking tot de stabiliteitsprogramma’s van Oostenrijk, België, Slovenië en Slowakije en het convergentieprogramma van Roemenië.1 Deze landen hebben hun updates later ingeleverd in verband met bijzondere omstandigheden (regeringswissel/verkiezingen). De Commissie heeft België gevraagd om een aanvulling aan te leveren op het ingeleverde programma. In het programma van België ontbraken gegevens waardoor het niet goed mogelijk was de budgettaire situatie te beoordelen. De aanvulling van België zal in september waarschijnlijk worden ingediend samen met de nieuwe begroting voor 2010.

De aanbevelingen van de Commissie richten zich over het algemeen op de lange termijn houdbaarheid en de te nemen structurele maatregelen. Bij de huidige programma’s heeft de Commissie ook gekeken naar de maatregelen die zijn genomen in het kader van het Europees Economisch Herstelplan. De Commissie heeft over het algemeen aangegeven dat landen zouden moeten beginnen met het terugdraaien van de genomen stimuleringsmaatregelen zodra economisch herstel intreed. Dit is naar verwachting vanaf de tweede helft van 2010, een aantal lidstaten moet gezien de economische situatie echter al eerder beginnen. Alle betrokken lidstaten hebben politiek commitment uitgesproken om de aanbevelingen na te leven.

5. Procycliciteit

Onder dit agendapunt zijn raadsconclusies aangenomen met daarin beleidsopties voor het tegengaan van procycliciteit. De conclusies kunt u vinden via http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/109 050 .pdf

In de conclusies worden vier beleidsopties genoemd om het probleem van procycliciteit aan te pakken: 1) macro-prudentiële analyse 2) dynamic provisioning/ anti-cyclische kapitaalbuffers 3) accounting regels 4) beloningsbeleid. Het voorzitterschap benadrukte meteen aan het begin van de discussie dat de conclusies een zeer goede basis bieden voor verdere werkzaamheden. Een aantal lidstaten benadrukte het belang van een level playing field op het gebied van acocunting standaarden. Het is belangrijk dat de EU lidstaten hierbij niet alleen intern alles op orde hebben maar dat er ook in de G20 naar gestreefd wordt met andere partners een level playing field op dit gebied bewerkstelligen. Door verschillende lidstaten is ook het belang van verdere stappen op het gebied van beloningsbeleid en anti-cyclische buffers onderschreven. De Commissie zal in september met voorstellen komen.

Over het onderwerp dynamic provisioning is op verzoek van enkele lidstaten kort gesproken. Eén lidstaat zou graag zien dat kapitaaleisen tijdelijk naar beneden worden bijgesteld om extra kredietverlening voor banken mogelijk te maken. Dit is echter een heikel punt, gezien het feit dat te lage kapitaaldekking ook mede wordt gezien als een van de oorzaken van de financiële crisis. Gezien de complexiteit van de materie zijn lidstaten overeengekomen dat er op basis van een onderzoek van de Commissie in de Ecofin Raad van oktober verder gesproken zal worden over dit onderwerp.

6. Follow-up Europese Raad

Bij dit agendapunt heeft het voorzitterschap kort toegelicht wat de volgende stappen moeten zijn op basis van de conclusies van de Europese Raad juni. Zoals bekend richten deze stappen zich vooral op verdere uitwerking van het raamwerk voor Europees financieel toezicht. Medio september worden de voorstellen van de Commissie hierover verwacht. Deze zullen zich vooral richten op aanpassing van de Capital Requirements Directive, beloningsstructuren en verdere uitwerking van het micro- en macro prudentieel toezicht. De Commissie benadrukte hierbij dat zij er op zullen letten dat hierbij niet de budgettaire autonomie van lidstaten wordt aangetast.

Daarnaast zullen er in navolging van de Europese Raad ook verdere stappen moeten worden genomen op het gebied van klimaat, met name de interne lastenverdeling. In aanloop naar de onderhandelingen van Kopenhagen is het belangrijk dat de Europese lidstaten het hierover eens wroden zodat de EU op dit dossier haar voortrekkersrol kan behouden.

7. Voorbereiding G20

Er is kort van gedachten gewisseld over de voorbereiding van de G20 top in Pittsburgh komende september. Het voorzitterschap gaf aan in aanloop naar de G20 een gezamenlijk EU standpunt te willen bepalen. Hiervoor is een extra Ecofin Raad ingelast op 2 september. De belangrijkste onderwerpen tijdens de Ecofin Raad van 2 september zullen zijn:

– economische situatie; in ieder geval zal er een update gegeven worden van de economische situatie;

– exit-strategieën moeten worden besproken met het oog op het herstel van een houdbare situatie bij de openbare financiën;

– maatregelen voor verder herstel van de financiële sector. Er zal geanalyseerd moeten worden welke maatregelen nog genomen moeten worden.

– mondiale onevenwichtigheden: met het oog op het voorkomen van problemen in de toekomst moeten de mondiale onevenwichtigheden besproken worden. Ook in IMF verband zal hierover verder gesproken moeten worden;

– voorkomen van protectionistische maatregelen.

Naast deze vooruitblik was er een korte terugkoppeling van de deputies meeting die onlangs plaatsvond. Hier is over een aantal onderwerpen gesproken die prioritair zouden moeten zijn op de agenda van de komende G20 in Pittsburgh, zoals economische ontwikkelingen, maatregelen voor de financiële sector en IMF-governance. Er moet een sterke focus komen op de implementatie van de afspraken die tijdens de London Summit zijn gemaakt. Dit komt overeen met de Nederlandse lijn.

Ministeriële bijeenkomst met de Mediterrane Unie

Na de Ecofin Raad heeft de ministeriële bijeenkomst met de Mediterrane Unie plaatsgevonden. De discussie stond in het teken van het te voeren beleid om de gevolgen van de crisis te beperken. Van de zijde van de Europese Unie zijn de inspanningen het afgelopen half jaar met name geconcentreerd om het financiële stelsel in stand te houden en vervolgens maatregelen te nemen om de economie op een zinvolle manier te stimuleren. Het opnieuw gezond maken van de financiële instellingen is een basisvoorwaarde om het investeringsniveau te herstellen zowel in de EU als ook in het mediterrane gebied. Lidstaten waren het erover eens dat voorkomen moet worden dat er protectionistische maatregelen worden genomen. Verder moet de onderlinge samenwerking worden verbeterd en de handelsbetrekkingen worden geïntensiveerd. Blijvend herstel eist ook terugkeer naar houdbare overheidsfinanciën, het aanpakken van mondiale onevenwichtigheden en verbeteren van de werking van de publieke instellingen. De mediterrane landen spraken de hoop uit dat het herstel in Europa niet te lang op zich laat wachten omdat dit van belang is voor de ontwikkeling van de gehele mediterrane regio.

De Commissie gaf verder nog een overzicht van de genomen maatregelen het afgelopen half jaar en blikte vooruit op de agenda van het komende half jaar, langs de lijnen van het eerder uiteengezette werkprogramma zoals gepresenteerd door het Zweedse voorzitterschap.

FEMIP lunch

Tijdens de relatief korte lunchbijeenkomst onder leiding van EIB President Maystadt zijn verschillende documenten aangenomen: FEMIP jaarverslag van 2008, de follow-up van de conferenties in 2009 en de plannen voor de komende bijeenkomsten zijn allen goedgekeurd. Verder is ook het operationele plan 2009–2011 goedgekeurd en de herziening van de opzet van de komende FEMIP comité bijeenkomsten.


XNoot
1

Landen die de euro voeren moeten volgens het SGP een stabiliteitsprogramma inleveren. Landen die geen lid zijn van het eurogebied leveren een convergentieprogramma in.

Naar boven