21501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 659
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2009

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 8 en 9 juni 2009 te Luxemburg.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

GEANNOTEERDE AGENDA EUROGROEP EN ECOFIN RAAD VAN 8 EN 9 JUNI 2009

1. Economische situatie en financiële marktontwikkeling

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: discussie over de economische situatie en financiële marktontwikkeling

Toelichting: Tijdens dit agendapunt zal er gesproken worden over de situatie op de financiële markten en de effecten van de huidige crisis op de reële economie. Het BBP van het eurogebied is in het eerste kwartaal met 2,5% gekrompen in vergelijking met het laatste kwartaal van 2008. Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie met bijna 5%. De kwartaalkrimp was het sterkst in Duitsland; 3,8%. De Nederlandse economie ging op kwartaalbasis met bijna 3% achteruit.

De inflatie in het eurogebied bleef in april gelijk op 0,6% (jaarbasis) vergeleken met maart. De belangrijkste oorzaak van de lage inflatie is de sterk gedaalde olieprijs. De afgelopen maand is de olieprijs weer wat gestegen en ligt nu rond de $ 60 per vat. In vier eurolanden is de inflatie nu negatief; Ierland, Spanje, Luxemburg en Portugal. De inflatie in Nederland is in april gedaald tot 1,8%. Het verschil met de andere eurolanden komt vooral doordat de ontwikkeling van de olieprijs in Nederland later doorwerkt in de energieprijzen dan in de rest van het eurogebied. De verwachting is dat inflatie in de zomermaanden negatief uit zal komen, maar de ECB heeft aangegeven vast te zullen houden aan de inflatiedoelstelling van dichtbij maar onder de 2% en verwacht geen deflatie voor het eurogebied in zijn geheel.

De ECB maakte op 7 mei bekend de rente te verlagen naar 1,0% en kondigde aan voor het eerst rechtstreeks te gaan interveniëren in de Europese kapitaalmarkt door «covered bonds» te kopen. Dit zijn obligaties met hypotheken of andere bezittingen als onderpand, die gelden als een veilige activasoort in relatie tot andere commerciële activa. Details over deze voorgenomen operatie zijn nog niet duidelijk; op 4 juni komt de ECB met meer details.

In het eurogebied steeg de werkloosheid (seizoensgecorrigeerd) tot 8,9% in maart. Nederland heeft volgens de definitie van Eurostat nog steeds de laagste werkloosheid; 2,8%. Binnen de EU doet de hoogste werkloosheid zich voor in de lidstaten Spanje (17,4%), Letland (16,1%) en Litouwen (15,5%).

Het vertrouwen in de economie van het eurogebied is licht gestegen; de Economic Sentiment Indicator (ESI), een index die het vertrouwen van consumenten en producenten in de economie van de eurozone weergeeft, is in april voor het eerst in bijna twee jaar toegenomen. De ESI steeg van 64,7 in maart naar 67,2 in april. Deze stijging werd veroorzaakt door meer vertrouwen in de industrie en onder consumenten. Het vertrouwen van de service sector bleef nagenoeg onveranderd.

Sinds begin maart zijn de aandelenmarkten opgekrabbeld. Deze opwaartse trend wordt ondersteund door winsten bij een aantal Europese en Amerikaanse banken en verzekeraars. De gevolgen van de recessie in de reële economie worden nu langzaam zichtbaar op de balansen. Dit betekent dat financiële instellingen extra voorzieningen moeten opbouwen om verwachte verliezen in de toekomst op te kunnen vangen.

2. International Accounting Standards

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: bespreking van de ontwikkelingen op het gebied van accountingstandaarden IFRS en US GAAP en de rol van de IASB hierin

Toelichting: De IASB zal in de Ecofin Raad haar werkplan toelichten.

De FASB (US GAAP standard setter) heeft recent enkele regels van US GAAP aangepast. Zo is er (1) meer guidance gegeven wanneer gebruik gemaakt moet worden van eigen visie (management’s view) om marktwaarden in illiquide markten uit te rekenen én (2) zijn de afschrijvingsregels (impairmentregels) aangepast. De IASB heeft 7 april jl. aangegeven dat de FASB guidance met betrekking tot marktwaardewaardering aansluit op IFRS, waarmee (1) de betere guidance per direct is ingevoerd. Voor Nederland draait het er op dit moment dan ook met name om dat de IASB en FASB (2) de impairmentregels verbeteren en harmoniseren.

Nederland steunt het werkplan van de IASB naar aanleiding van de recente wijzigingen van de FASB. De IASB heeft de regels met betrekking tot marktwaardewaardering inmiddels aangesloten op de FASB regels en is voortvarend bezig met het wijzigen van impairmentregels. Hierbij heeft de IASB als doel om het level playing field tussen Europese beursgenoteerde financiële instellingen en Amerikaanse beursgenoteerde financiële instellingen in boekjaar 2009 te herstellen. Dit sluit aan op de wensen van Nederland met betrekking tot de boekhoudstandaarden.

3. Europees Toezicht

Document: Concept-Raadsconclusies (nog niet beschikbaar)

Communicatie van de Commissie over Europees financieel toezicht (COM(2009) 252 final)

http://ec.europa.eu/internal_market/finances/doc s/committees/supervision/communication_may2009/C-2009_715_en.p df

Aard van bespreking: Aanname van Raadsconclusies

Besluitvorming: unanimiteit

Toelichting: De Commissie heeft in april een algemeen werkplan gepresenteerd tot versterking van de financiële sector. Belangrijk onderdeel hiervan was de uitwerking van de aanbevelingen uit het rapport van de Larosière. Op 27 mei heeft de Commissie een mededeling over financieel toezicht in de EU gepubliceerd. Het doel is dat in de Ecofin Raad conclusies worden aangenomen over de wijze waarop de Systemic Risk Board (ESRB) en het European System of Financial Supervisors (ESFS) er uit komen te zien.

In algemene zin bestaat brede overeenstemming om in Europa het macro-prudentieel toezicht te versterken. Er wordt echter nog gesproken over de details omtrent de (juridische) vormgeving, samenstelling en plaatsing van dit nieuwe orgaan. Ook is er steun voor het oprichten van een Europees systeem van financieel toezicht. Het belangrijkste discussiepunt daarbij is in hoeverre sprake kan zijn van bindende mediatie door een Europees orgaan. Nederland heeft daar altijd sterk voor gepleit, omdat dit een noodzakelijke voorwaarde is voor goede Europese samenwerking. In aanvulling daarop zou ook begonnen moeten worden met het maken van afspraken over burden sharing.

De belangrijkste punten voor Nederland tijdens de discussie zijn dat het ESRB een slagvaardig orgaan moet zijn met een duidelijke focus op macro-prudentiële risico’s en kwetsbaarheden in het financieel stelsel als geheel. Verder moet de analyse onafhankelijk en gezaghebbend zijn en moet er duidelijke follow-up gegeven worden aan risicowaarschuwingen. Via een General Council zullen alle toezichthouders en centrale banken adequaat vertegenwoordigd zijn. Om de werkzaamheden effectief vorm te geven, wordt de analyses en discussie voorbereid door een steering committee met een beperkte omvang. Om de onafhankelijkheid van ECB te waarborgen, zou het ESRB niet onder de ECB geplaatst moeten worden, maar een eigen juridische status moeten krijgen. Uiteraard moet daarbij goede samenwerking en betrokkenheid van de ECB wel geregeld zijn.

4. Implementatie van het Europees Economisch Herstelplan (EERP)

Document: Rapportage van de Ecofin Raad aan de Europese Raad (nog niet beschikbaar)

Aard van bespreking: bespreking voortgang implementatie EERP

Toelichting: Tijdens de Ecofin Raad zal gesproken worden over de implementatie van het Europees Economisch Herstelplan (EERP) en een inventarisatie van de voortgang die lidstaten hebben gemaakt bij de implementatie hiervan.

Naar verwachting zal worden vastgesteld dat budgettair beleid nu een belangrijke bijdrage levert aan de economische activiteit. De totale budgettaire impuls bedraagt, over 2009 en 2010 genomen, zo’n 5% van het BBP, waarvan discretionair beleid zo’n 1,8% vertegenwoordigt. Dit betekent dat de lidstaten hun afspraak om 1,2% van het BBP op nationaal niveau te stimuleren als onderdeel van de EERP, ruim halen.

Er kan echter vastgesteld worden dat er sterke verschillen tussen de lidstaten zijn, zowel wat betreft de uitgangspositie als de budgettaire reactie op de crisis. De lidstaten vinden over het algemeen een goede balans tussen de individuele behoefte aan stimulering enerzijds, en budgettaire consolidatie anderzijds. Een verdere budgettaire stimulans is nu niet noodzakelijk; de aandacht moet nu uitgaan naar consolidatie van de overheidsfinanciën. Lidstaten lijken voor de korte termijn grotendeels de juiste dingen te doen en fouten uit vorige crises niet te herhalen. Een groot aantal lidstaten heeft sterk geïntervenieerd om de financiële sector te ondersteunen, hoewel deze sector nog steeds onder druk staat. Een punt van aandacht blijft echter wel het aanpakken van structurele problemen en het versterken van de economie op de langere termijn. Een belangrijk aandachtspunt is het terugdraaien van tijdelijke maatregelen, zowel met het oog op de overheidsfinanciën als om te voorkomen dat tijdelijke maatregelen noodzakelijke aanpassing in de weg staan.

5. Steunmaatregelen voor banken

Document: Rapportage van de Ecofin Raad aan de Europese Raad (nog niet beschikbaar)

Aard van bespreking: bespreking effectiviteit van genomen steunmaatregelen

Toelichting: De Ecofin Raad zal richting de Europese Raad rapporteren over de effectiviteit van de steunmaatregelen. Hiertoe heeft de Ecofin Raad een rapport opgesteld dat tijdens de vergadering zal worden vastgesteld.

Op 19/20 maart heeft de Europese Raad de Ecofin Raad gevraagd een beoordeling te geven van de effectiviteit van de genomen steunmaatregelen en de stand van zaken op de financiële markten. Verzocht is om aan de Europese Raad van juni 2009 te rapporteren. Tijdens de Ecofin Raad van juni 2009 wordt daarom gesproken over het desbetreffende rapport van de Ecofin Raad over de effectiviteit van de steunmaatregelen. Dit rapport is gebaseerd op het rapport over de effectiviteit van de steunmaatregelen van de EFC-task force, die hier speciaal voor is ingesteld.

In de rapportage zal waarschijnlijk worden gesteld dat de steunmaatregelen, te weten de herkapitalisaties en de garantieregelingen, van groot belang zijn geweest om de negatieve ontwikkelingen een halt toe te roepen en hebben bijgedragen aan toegankelijke financiering voor banken. Een groot aantal lidstaten heeft steunmaatregelen geïmplementeerd. De steunmaatregelen hebben de financiële markten gestabiliseerd. Daar de situatie op de financiële markten nog niet volledig genormaliseerd is en de economische vooruitzichten niet goed zijn, blijft de situatie echter onzeker.

6. Internationale architectuur voor de financiering van klimaat

Document: Concept-Raadsconclusies (nog niet beschikbaar)

Aard van bespreking: Aanname Raadsconclusies

Besluitvorming: unanimiteit

Toelichting: De Ecofin Raad van 9 juni zal Raadsconclusies aannemen over de financiële aspecten van een mondiaal klimaatakkoord.

In december 2009 zal de 15e sessie van de Conferentie van de Partijen bij het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (COP 15) en de vijfde sessie van de Bijeenkomst van Partijen bij het Kyoto-protocol (COP/MOP5), plaatsvinden in Kopenhagen. In de maand juni wordt de voorbereiding van de klimaatconferentie in Kopenhagen in verschillende Raadsformaties besproken omvoortbouwend op de Raadsconclusies van maart 2009 – een nieuwe stap te zetten in de EU-positiebepaling gericht op realisering van een samenhangend, alomvattend, efficiënt en effectief pakket van afspraken in Kopenhagen.

Ook in de Ecofin Raad zal gesproken worden over de financiële architectuur voor klimaatbeleid. Mogelijk zal de lastenverdeling van de financiële bijdrage aan het mondiale klimaatbeleid besproken worden. Hierbij ligt het vooralsnog voor de hand dat het systeem dat zal worden afgesproken gebaseerd zal zijn op de mondiale verdeelsleutel. Wat betreft de mondiale verdeelsleutel is Nederland van mening dat de EU deze in komende tijd verder moet uitwerken in de vorm van concrete gewichten voor de sleutel in plaats van alleen principes.

In die onderhandelingen zal Nederland zich ook verder inzetten voor een balans tussen (1) bindende en eerlijk verdeelde emissiereductiedoelen voor ontwikkelde landen, (2) adequate mitigatieacties van ontwikkelingslanden en (3) financiering, capaciteitsopbouw en technologieontwikkeling en overdracht door ontwikkelde landen ten behoeve van mitigatie en adaptatie in ontwikkelingslanden. Nederland is – in lijn met de EU – bereid een eerlijk aandeel (naar vermogen en verantwoordelijkheid) te leveren aan een Kopenhagenakkoord, zowel ten aanzien van de doelstelling om uitstoot te verminderen, als van de financiering. Nederland vindt dat nationale mitigatiestrategieën, ofwel low carbon development strategies (LCDS) een centrale rol moeten krijgen in het klimaatbeleid van ontwikkelingslanden. Daarnaast zet Nederland in op het zo snel mogelijk ontwikkelen van een mondiale koolstofmarkt om te zorgen voor een kosteneffectieve aanpak van het klimaatprobleem.

7. Goed bestuur in belastingzaken

Document: Concept-Raadconclusies (nog niet beschikbaar)

Commissiemededeling goed bestuur in belastingzaken (9281/09 FISC 57)

http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/09/st09/st092 81.en09.pdf

Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Tijdens de bijeenkomst van de Ecofin Raad van 5 mei jl. heeft de Europese Commissie een mededeling gepresenteerd over de bevordering van goed bestuur in belastingzaken, in de Ecofin Raad van juni zal hierover verder worden gesproken.

De Commissie wil met de mededeling over goed bestuur pogen een Europees vervolg te geven aan de in de G20 uitgesproken intenties dat actie moet worden ondernomen tegen niet-coöperatieve jurisdicties (waaronder belastingparadijzen). In de mededeling inventariseert de Commissie de mogelijke beleidssporen en wil aan de hand hiervan een beleidsmatige discussie starten over de bevordering van goed bestuur in belastingzaken. De Commissie doelt hiermee op de bevordering van transparantie, uitwisseling van informatie en eerlijke belastingconcurrentie. Zo wil de Commissie een discussie aangaan over de versnelling van lopende interne (EU) initiatieven op dit terrein (zoals de wijziging van de spaartegoedenrichtlijn, de richtlijn bijstand bij invordering en de administratieve bijstandsrichtlijn) en op welke wijze de Europese Gemeenschap en haar lidstaten de principes van goed bestuur in belastingzaken buiten de Europese Unie kunnen bevorderen. Nederland kan instemmen met raadsconclusies waarin de lidstaten worden opgeroepen de interne (EU) initiatieven te versnellen en voor het overige worden aangemoedigd op een later moment een algemeen beleidsdebat hierover te voeren.

8. Wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft belastingfraude bij invoer en andere grensoverschrijdende handelingen

Document: Proposal for a Council Directive amending Directive 2006/112/EC on the common system of value-added tax as regards tax evasion linked to import (doc 10162/09)

Aard bespreking: aannemen richtlijn tot wijziging Richtlijn 2006/112/EG

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit.

Toelichting: Het betreft hier het vastleggen van minimumvoorwaarden betreffende de BTW vrijstelling bij invoer gevolgd door een intracommunautaire levering.

Het Tsjechisch Voorzitterschap heeft het oorspronkelijk voorstel van de Commissie dat dit onderwerp en de grensoverschrijdende hoofdelijke aansprakelijkheid bevatte, opgesplitst. Het deel van het oorspronkelijk voorstel dat mogelijk naar de Ecofin Raad wordt doorgezet betreft dus qua maatregel alleen het vastleggen van minimumvoorwaarden in de richtlijntekst van artikel 143 (d) betreffende de BTW vrijstelling bij invoer gevolgd door een intracommunautaire levering, terwijl de Ecofin Raad zich voor wat betreft de andere onderdelen van het Commissie voorstel committeert aan een spoedige verdere behandeling.

De reden voor de aanpassing is dat deze vrijstelling werd gebruikt voor de start van een BTW-carrousel in landen die geen of nagenoeg geen eisen stelden aan deze vrijstelling bij invoer. De nu in het voorstel gestelde minimumeisen betreffende het BTW-identificatienummer van de importeur of diens fiscaal vertegenwoordiger, het BTW-identificatienummer van de afnemer in de andere lidstaat waaronder de intracommunautaire verwerving plaatsvindt en de lidstaat van invoer kan om bewijzen vragen van de intentie tot vervoer van de goederen naar een andere lidstaat. Het betreft minimumvoorwaarden, waardoor lidstaten vrij zijn om meer eisen te stellen, zoals bijvoorbeeld een borgstelling. Nederland steunt het voorstel zoals deze nu is vormgegeven (doc. 10 162/09) om de voorwaarden bij invoer duidelijker vast te leggen, zodat alle lidstaten eenduidig gaan handelen en met een beperkte maatregel toch bijgedragen kan worden aan de bestrijding van BTW-carrouselfraude. In Nederland leidt dit voorstel niet tot extra administratieve lasten, omdat deze eisen al worden gesteld.

9. Technische aanpassingen BTW-richtlijn 2006

Document: Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van enkele bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (doc 9651/09)

Aard bespreking: politieke afronding

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Dit richtlijnvoorstel wordt mogelijk op de agenda van de Ecofin Raad gezet voor een politiek akkoord. Het richtlijnvoorstel voorziet in de volgende technische wijzigingen van de BTW-richtlijn 2006:

– Het aftrekrecht wordt beperkt voor de BTW bij aankoop van onroerende goederen die gemengd (zowel zakelijk als privé) worden gebruikt. Door een arrest van het Hof van Justitie (betreffende de Nederlandse zaak Charles en Charles-Tijmens) is er momenteel voor die goederen volledige aftrek mogelijk bij de aankoop, gevolgd door latere heffingen over het privégebruik van dat goed. Door de wijziging van de richtlijn wordt teruggekeerd naar de situatie van voor het arrest.

– Ook wordt het BTW-regime voor de levering van gas via het distributienetwerk verruimd tot alle leveringen via gasleidingen/gastransportschepen.

– Verder ziet het voorstel in een opname in de richtlijn van de BTW-vrijstelling voor de aankopen voor officieel gebruik door Europese instellingen ex artikel 171 van het EG-verdrag die nu in het Protocol is geregeld, alsmede van aan Bulgarije en Roemenie bij hun toetreding verleende machtigingen.

Nederland kan instemmen met het voorstel tot wijziging.

Naar boven