21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 657
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2009

Tijdens het AO van 23 april jl. werd om toezending verzocht van de verordening t.a.v. credit rating agencies (CRA’s) en de andere stukken die nog niet beschikbaar waren. De verordening t.a.v. CRA’s is bijgevoegd1 en de overige stukken zullen te zijner tijd middels de griffie naar u worden toegezonden.

Op 23 april jl. heeft het Europees Parlement de verordening t.a.v. CRA’s aangenomen met 569 voorstemmen, 47 tegenstemmen en 4 onthoudingen. In deze brief zal ik op verzoek van uw Kamer kort ingaan op deze verordening en de wijze waarop wordt omgegaan met credit ratings uit derde landen.

1. Algemeen oordeel

Ik ben tevreden over deze verordening. In zeer korte tijd is van het Commissievoorstel een goed werkbare verordening gemaakt die de kwaliteit van het credit rating proces zal verbeteren en op termijn zal bijdragen aan het herstel van vertrouwen in de financiële sector. De verordening voldoet in hoge mate aan de Nederlandse inzet: uitgebreide regelgeving met streng toezicht, waarbij een aantal vereisten is afgestemd op de omvang en het bereik van de activiteiten van de CRA. Hierdoor wordt de toetreding van nieuwe CRA’s zo min mogelijk belemmerd, zodat we niet nog afhankelijker worden van de grote partijen.

2. Derde landen

De heer Bashir (SP) informeerde naar de vestigingseis voor CRA’s uit derde landen. Op dit terrein is sprake van een sterke verbetering. Het Commissievoorstel ging nog uit van een situatie waarin credit ratings uit derde landen niet gebruikt konden worden en CRA’s derhalve zouden worden verplicht in de EU een vestiging te openen voor hun wereldwijde rating activiteiten. De verordening bevat nu twee mechanismen om het gebruik van credit ratings uit derde landen onder strikte waarborgen mogelijk te maken:

a) endorsement

b) certificatie gebaseerd op equivalentie.

De grote CRA’s kunnen alleen gebruik maken van endorsement, waarbij ze een credit rating van een aan hen verbonden buiten Europa gevestigde CRA onder strikte voorwaarden kunnen goedkeuren als ware het een door henzelf afgegeven credit rating. De Europese vestiging blijft echter volledig verantwoordelijk voor deze credit rating en garandeert dat het proces waarmee deze tot stand is gekomen voldoet aan eisen die minstens zo strikt zijn als relevante artikelen uit de verordening.

Voor kleine CRA’s uit derde landen is hiernaast een certificatiemechanisme toegevoegd dat is gebaseerd op equivalentie. De Europese Commissie beoordeelt of de regelgeving en het toezicht in het derde land equivalent zijn. Dit heeft voor kleine CRA’s het voordeel dat ze kunnen worden vrijgesteld van zowel de zware vestigingseis in de EU als bijna alle organisatorische eisen van de verordening. Dit zal de toetredingsbarrières verlagen zonder dat de kwaliteit van credit ratings onder druk komt te staan (aangezien deze CRA’s in het derde land al aan equivalente regelgeving voldoen).

Dit systeem is belangrijk omdat de credit rating business een wereldwijde bedrijfstak is en bovendien net in de G20 is gesproken over regulering en toezicht. Het zou vreemd zijn als de Europese Unie dan haar eigen regels zou stellen zonder rekening te houden met het feit dat CRA’s al gereguleerd zijn in derde landen.

Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Financiën,

W. J. Bos


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven