21501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 655
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2009

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de informele Ecofin van 3 en 4 april 2009. De voorlopige agenda van de Ecofin Raad van 5 mei 2009 te Brussel is bekend. Kort voor het AO en de Ecofin Raad zal zoals gebruikelijk, de geannoteerde agenda aan uw Kamer worden gezonden.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Verslag Eurogroep en Ecofin Raad van 3 en 4 april

Algemeen

Op 3 en 4 april 2009 vonden de Eurogroep en informele Ecofin Raad plaats in Praag. Tijdens deze vergadering van de informele Ecofin Raad waren ook de presidenten van de nationale banken aanwezig.

Implementatie Stabiliteits- en Groeipact

De ministers bespraken de economische situatie, de stimuleringsmaatregelen die in de context daarvan zijn genomen, en het belang van houdbare overheidsfinanciën. Voor wat betreft dat laatste is het van belang dat beleid gepaard gaat met geloofwaardige exit strategieën en budgettaire consolidatie. Voor de lidstaten die in 2008 reeds door de 3%-grens heen gingen en die nu in een buitensporige tekort procedure komen, publiceerde de Commissie op 24 maart aanbevelingen. Dit gaat om Frankrijk, Spanje, Griekenland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk.

De aanbevelingen sporen de lidstaten aan om actie te gaan ondernemen om in een bepaald jaar weer onder de 3% tekortgrens te komen. Dit jaar is specifiek per lidstaat. Bij de formulering van die aanbevelingen is rekening gehouden met de specifieke economische omstandigheden van deze lidstaten evenals met hun budgettaire positie. Ook werd rekenschap gegeven van het feit dat veel lidstaten in een buitensporig tekort raakten als gevolg van speciale economische omstandigheden; zij krijgen dan ook langer dan de gebruikelijke periode van 1 jaar om het tekort te herstellen.

De aanbeveling aan Frankrijk en Spanje is om in 2012 weer onder de 3% tekortgrens te zakken. Voor Ierland en het Verenigd Koninkrijk is dat 2013. Griekenland krijgt 2010, aangezien Griekenland al langer een buitensporig tekort heeft. De Ecofin Raad kon zich vinden in de aanbevelingen van de Europese Commissie. Aangezien deze Ecofin Raad informeel was, zullen de raadsbesluiten, aanbevelingen en opinies formeel worden aangenomen op de bijeenkomst van de JBZ-Raad op 27 april a.s. Tijdens die Raad zal ook de Raadsopinie worden aangenomen over het stabiliteitsprogramma van Cyprus.

Economische situatie. situatie financiële markten en debriefing G20

De Ecofin Raad heeft vervolgens gesproken over de financiële markten, alsook de algehele economische situatie. Lidstaten constateerden gezamenlijk dat de terugval in de wereldhandelsvolumes en de impact van de economische terugval op de arbeidsmarkt belangrijke aandachtspunten zijn. Een aantal lidstaten maakte melding van sterk teruglopende orderportefeuilles van bedrijven, vooral in de industrie, gecombineerd met een sterk oplopende werkloosheid gedurende het huidige en het komende jaar.

De Europese Centrale Bank merkte op dat de cijfers in eerste kwartaal van 2009 mogelijk slechter zullen zijn vergeleken met de cijfers voor het vierde kwartaal van 2008. In het tweede kwartaal van 2009 zal moeten blijken of de economische situatie stabiliseert of dat er sprake zal zijn van een verdere verslechtering van de economie. De inflatieverwachtingen op de middellange termijn zijn nog altijd in lijn met de definitie van prijsstabiliteit die de ECB hanteert. Ondanks dat de prijsstijgingen in de komende maanden dicht bij nul zullen zitten, is de verwachting dat deze in de loop van het jaar weer zullen oplopen.

Een aantal lidstaten benadrukte dat het herstellen van vertrouwen de sleutel is tot het mitigeren van de negatieve effecten van de crisis en aanwakkeren van het economisch herstel. Verschillende elementen kunnen hier aan bijdragen.

In het kader van het Europees economisch herstelprogramma hebben de Europese lidstaten de afgelopen tijd maatregelen genomen om de economieën te stimuleren. Het vertrouwen in het optreden van de overheid kan verder versterkt worden door deze maatregelen te combineren met geloofwaardige exit-strategieën. Hiermee wordt duidelijk dat de nationale overheden sterk hechten aan de langetermijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Middels deze weg kan het budgettaire raamwerk bijdragen aan het herstellen van het vertrouwen.

Het aanpakken van de problemen in de financiële sector is een cruciaal element in het herstellen van vertrouwen. Dit gebeurt via vele kanalen, bijvoorbeeld door de herkapitalisatie van banken of door het afgeven van garanties door overheden. Door verschillende landen werd tevens het belang van het aanpakken van impaired assets benadrukt.

Het is voorts belangrijk dat een internationaal gelijk speelveld blijft gewaarborgd en dat de schijn van protectionisme wordt bestreden. In dit kader was er gedurende de Ecofin Raad een breed draagvlak voor een oproep aan het IASB om nauw samen te werken met de FASB om mogelijke divergenties in accountingstandaarden tussen de Verenigde Staten en Europa tegen te gaan zie ook: http://www.mfcr.cz/cps/rde/xbcr/mfcr/statement_informal_ecofin_en_04042009.pdf.

Onder dit agendapunt is verder gesproken over de uitkomsten van de G20-top (London Summit). Het Verenigd Koninklijk gaf in zijn inleiding aan dat het een zeer succesvolle top was geweest. De top heeft een vastberadenheid laten zien om samen te werken. De lidstaten zijn het er over eens dat er belangrijke resultaten zijn geboekt zie ook: http://www.londonsummit.gov.uk.

Enkele lidstaten onderstreepten in de Ecofin Raad het belang van de afspraak in de G20 om extra middelen voor onder andere het IMF ter beschikking te stellen. Ook zetten meerdere lidstaten in de Ecofin Raad zich in de discussie actief af tegen protectionisme. De bovengenoemde oproep van de Ecofin Raad om te zorgen voor internationale convergentie op het gebied van accountingstandaarden sloot goed aan bij de uitkomsten van de G20 op dit gebied.

Voorbereiding voorjaarsvergaderingen IMF en Wereldbank

De Ecofin Raad heeft gezamenlijk de Europese inzet voor de voorjaarsvergaderingen van het IMF en de Wereldbank van 25 en 26 april aanstaande bepaald. Omdat lidstaten het in grote mate eens waren, is over dit onderwerp niet uitgebreid gediscussieerd. Tsjechië zal als Voorzitter van de EU de Europese inzet inbrengen tijdens het International Monetary and Financial Committee (IMFC). De EU zal onder andere een verhoging van de middelen van het IMF ondersteunen en ook is zij voorstander van een versterkte rol van het IMF op het gebied van surveillance en crisispreventie.

In dit kader zal de EU ook de door het IMF op te richten Flexible Credit Line ondersteunen. Naar de mening van de lidstaten, zal deze het IMF in staat stellen om IMF-lidstaten op een snelle en toereikende wijze toegang te geven tot de middelen van het IMF om een crisis te kunnen voorkomen of er tijdig op te kunnen reageren. Juist in de huidige economische omstandigheden is dit erg belangrijk.

Resultaten EU-uitbreiding

Het Tsjechische voorzitterschap heeft op 17 maart jl. een conferentie georganiseerd met als thema «EU-enlargement – five years after.» Tijdens deze conferentie is gesproken over de resultaten van de uitbreiding van de EU van vijf jaar geleden, en de effecten van de uitbreiding op zowel de nieuwe als de oude lidstaten. Enkele uitkomsten van deze conferentie zijn gedurende de Ecofin Raad gepresenteerd door de heer Padoa-Schioppa, de voormalige Italiaanse minister van Financiën.

De Europese Commissie benadrukte het succes van de uitbreiding. De uitbreiding heeft economische winsten gebracht aan zowel de nieuwe als de oude lidstaten.

Daarnaast schetste de Europese Commissie hoe het succes van de uitbreiding nu wellicht werd overschaduwd door de economische tegenwind. Zij besteedde aandacht aan de verschillende faciliteiten die er inmiddels zijn voor steun in deze tijd van crisis. Dit omvat de onlangs verhoogde EU-faciliteit voor betalingsbalansondersteuning, steun via Structuur- en Cohesiefondsen door middel van het naar voren halen van uitbetalingen en het beschikbaar stellen van extra middelen voor bedrijven en financiële instellingen door de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRC).

Staatssecretaris de Jager viel de Commissie bij en gaf aan dat Nederland de uitbreiding van de EU ook als een succes verwelkomt. Hij benadrukte daarbij wel dat niet alle lidstaten en alle uitbreidingsrondes hetzelfde zijn. Elke uitbreidingsronde moet op zijn eigen merites worden beoordeeld.

Europees toezicht: de Larosière

Tijdens de informele Ecofin Raad is uitgebreid gesproken over toekomstige vormgeving van toezicht in Europa, naar aanleiding van het rapport van Jacques de Larosière. Dhr. de Larosière lichtte de belangrijkste uitkomsten van het rapport toe. De Larosière stelt een orgaan voor dat verantwoordelijk zal zijn voor toezicht op macro-financiële stabiliteit (macroprudentieel toezicht): de European Systemic Risk Council (ESRC). Dit orgaan moet macro-financiële informatie analyseren en vervolgens risicowaarschuwingen afgeven, gecombineerd met aanbevelingen om deze risico’s te mitigeren.

Voorts wordt voorgesteld om een European System of Financial Supervision (ESFS) te vormen die voorziet in afstemming van toezichtsbeleid op Europees niveau. Uitvoering van beleid vindt plaats door de nationale toezichthouders, omdat deze meer direct zicht hebben op financiële instellingen. Het ESFS ziet toe op uniforme toepassing van beleid en verzorgt – indien nodig – mediation. Ter ondersteuning van de versterkte rol van het Europees systeem worden de huidige level 3 comités vervangen door autoriteiten.

In de Ecofin Raad was een breed draagvlak voor de notie dat de focus bij toezicht te veel is uitgegaan naar het microniveau en te weinig naar het macroniveau. Daardoor zijn systeemrisico’s, die te maken hebben met de interacties tussen financiële instellingen, onderschat. Een early warning systeem is noodzakelijk. Ook was er breed draagvlak voor het feit dat er hervormingen nodig zijn in financieel toezicht op Europees niveau.

Het oprichten van een Europees orgaan (ESRC) dat zich bezighoudt macrofinanciële stabiliteit werd breed gesteund. Een belangrijke rol binnen een dergelijk orgaan moet worden gespeeld door de centrale banken, evenals de ECB. De aanwezige ministers en presidenten van de centrale banken waren eenduidig over het belang van een goede informatie-uitwisseling tussen de nationale toezichthouders en de ESRC. Ook op micro-prudentieel niveau vond de notie dat de level-3 comites moesten worden versterkt veel steun.

Staatsecretaris de Jager heeft tijdens de discussie over het rapport van de Larosière aangegeven dat Nederland positief is over het rapport en het in grote mate eens is met de gedane aanbevelingen. Het oprichten van een Europees orgaan dat zich bezighoudt met macroprudentieel toezicht is een goede zaak. De afwezigheid van een dergelijk orgaan op dit moment is een omissie in het systeem; dit moet snel worden gecorrigeerd. De Staatsecretaris gaf aan dat dit orgaan wat Nederland betreft aanbevelingen moet kunnen doen aan de EU en aan nationale autoriteiten. Hij gaf verder aan dat Nederland niet denkt dat dit orgaan ook directe aanbevelingen moeten kunnen geven aan individuele financiële instellingen, aangezien dit binnen het domein van micro-prudentieel toezicht ligt. Hiermee sloot de Staatssectetaris aan bij de ECB, die had opgemerkt dat het belangrijk is om een duidelijk onderscheid te blijven maken tussen microen macroprudentiële verantwoordelijkheden.

De Staatsecretaris heeft ook benadrukt dat Nederland voorstander is van het toekennen van bindende bevoegdheden aan het voorgestelde ESFS. De Staatssecretaris merkte tot slot op dat het rapport het opzetten van drie verschillende Europese autoriteiten op het gebied van microprudentieel toezicht op de korte tot middellange termijn aanbeveelt. Zoals bekend is Nederland, ook in Europees opzicht, een voorstander van het op termijn invoeren van een Twin Peaks model.

De aanwezige ministers en presidenten van de centrale banken riepen het Economic and Financial Committee (EFC) en het Financial Services Committee (FSC) op om de voorstellen verder te bediscussieren en om compromissen te vinden op punten waar tussen de lidstaten nog geen volledige overeenstemming bestaat. Op de Ecofin Raad in juni zullen de hervormingen van de toezichtsstructuur in Europa verder worden besproken, al waarna er over dit onderwerp een paper wordt voorbereid voor de Europese Raad van juni.

Naar boven