21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 644
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2009

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 9 en 10 februari 2009 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 9 en 10 februari 2009

Economische situatie en ontwikkeling financiële markten

Tijdens de Ecofin vergadering van 10 februari is de economische situatie en de ontwikkeling op de financiële markten niet expliciet geagendeerd. Hier zal echter zeker over gesproken worden naar aanleiding van de recente voorspellingen van de Europese Commissie en het IMF die sterk neerwaarts zijn bijgesteld.

De Commissie heeft tijdens de vorige Ecofin vergadering haar Interim Voorspellingen gepresenteerd. Hierin zijn de economische vooruitzichten voor het eurogebied naar beneden bijgesteld. De BBP groei voor het eurogebied wordt geraamd op 1,9% in 2009 en 0,4% in 2010. Ook voor Nederland is de economische groei in 2009 naar beneden bijgesteld. De BBP groei in 2009 wordt geraamd op – 2,0% met een licht herstel in de tweede helft van 2009. In 2010 herstelt de economie naar een matige groei van 0,2%. De Commissie verwacht dat de inflatie in het eurogebied snel zal teruglopen naar 1,0% in 2009 en vervolgens zal oplopen tot 1,8% in 2010. In Nederland daalt de inflatie van 2,2% in 2008 naar 1,9% in 2009 en, bij ongewijzigd beleid, naar 1,8% in 2010. Het inflatieverschil met het eurogebied in 2009 kan deels worden verklaard doordat de stijging van de olieprijs in Nederland vertraagd doorwerkt in de gasprijzen. Ook op de arbeidsmarkt heeft de vertragende economie gevolgen. Naar verwachting zal de werkloosheid in het eurogebied oplopen tot 9,3% in 2009 en 10,2% in 2010. De relatief krappe arbeidsmarkt van Nederland presteert beter dan gemiddeld met 4,1% in 2009 en 5,5% in 2010.

Op woensdag 28 januari heeft ook het IMF zijn Interim voorspellingen gepubliceerd. Voor het eurogebied raamt het IMF een krimp van 2% in 2009 en een licht herstel (+ 0,2%) in 2010. Het IMF gaat ook uit van lagere inflatie; voor de ontwikkelde economieën verwacht het Fonds dat de inflatie zal dalen naar 0,25% in 2009 en uit zal komen op 0,75% in 2010. Voor Nederland heeft het Fonds geen nieuwe raming gedaan.

Ten behoeve van de financiële sector zijn onlangs nieuwe steunmaatregelen aangekondigd in lidstaten als het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Frankrijk en Duitsland. Ook Nederland heeft nieuwe maatregelen genomen, omdat goed functionerende financiële markten een voorwaarde zijn voor een gezonde economie, zeker daar de financiële sector in Nederland relatief groot is. Zo heeft de Nederlandse overheid recent overleg gevoerd met banken, verzekeraars en pensioenfondsen om het gebruik van de garantieregeling van 200 miljard euro te stimuleren en heeft zij nieuwe maatregelen getroffen om ING bank te ondersteunen.

Voorbereiding Voorjaarsraad: Europees Herstelplan; Horizontale evaluatie van de herstelprogramma’s

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Oriënterend debat

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Ecofin Raad zal waarschijnlijk in februari spreken over een horizontale evaluatie van de Commissie van de nationale stimuleringsmaatregelen en de budgettaire situatie. Het is echter nog niet duidelijk of de Ecofin Raad hierover conclusies zal aannemen. Wat betreft de budgettaire situatie zijn geen conclusies voorzien. In de komende maanden zullen de Stabiliteits- en Convergentieprogramma’s worden besproken en eventuele beslissingen in het kader van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) worden genomen. De verwachting is dat de eerste set van landen in de Ecofin van maart zal worden besproken.

Nederland vindt dat lidstaten zelf de afweging zouden moeten maken welke maatregelen effectief zijn en in welke mate ze deze nemen, waarbij financiële maatregelen en automatische stabilisatoren niet vergeten moeten worden. Er zijn namelijk duidelijke verschillen tussen lidstaten en budgettair stimuleren is niet voor iedereen verstandig.

Daarnaast moet budgettair beleid passen binnen het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Lidstaten zullen waarschijnlijk een langere correctietermijn voor hun tekort krijgen, dan de gebruikelijke 1 jaar. Nederland vindt het essentieel dat tegenover deze langere correctietermijn een geloofwaardige budgettaire strategie op de middellange termijn staat en zal zich hier in Europa ook hard voor maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door omkeerbare of eenmalige maatregelen te implementeren, door een duidelijke einddatum voor de maatregelen af te spreken, of door het nemen van hervormingen op begrotingsgebied, zoals het invoeren van betere begrotingsregels in lidstaten zelf (zoals meerjarig uitgavenkaders) en het instellen van onafhankelijke instituties (zoals bijvoorbeeld het CPB).

Naast de stimuleringsmaatregelen die de lidstaten zelf nemen is in Europese Raad ook besloten dat er maatregelen op Europees niveau zullen worden genomen (0,3% van het EU BBP). Op 28 januari heeft de Commissie concrete voorstellen gepresenteerd voor investeringen in energie en breedbandprojecten en de daarvoor benodigde financiering via de EU-begroting. Tijdens de komende Ecofin Raad zal gediscussieerd worden over de financiering van deze voorstellen. Nederland hecht hierbij grote waarde aan handhaving van de Financiële Perspectieven.

Voorbereiding Europese Voorjaarsraad: Key Issues Paper

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Oriënterend debat

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Het Tsjechische Voorzitterschap heeft een geannoteerde outline voor het Key Issues Paper (KIP) opgesteld. Dit Key Issues Paper omvat de belangrijkste financieel-economische boodschappen die de Ecofin naar de Europese Raad stuurt. Traditioneel zit er voor de Voorjaarsraad (19 en 20 maart) een sterke component in die gericht is op de aanbevelingen die de Commissie doet in het kader van de Lissabonstrategie. Daarnaast zal er gesproken worden over het Europees Economisch Herstelplan, de economische situatie, de budgettaire situatie en de situatie op de financiële markten. De laatste twee punten die de Tsjechen willen aansnijden zijn de financiële architectuur en het voorkomen van crises in de toekomst. De Ecofin zal op basis van de outline een oriënterend debat houden met het oog op het aannemen van het KIP in de Ecofin van maart. De Ecofin Raad van maart zal het KIP, na bespreking, uiteindelijk naar de Europese Voorjaarsraad sturen.

Voorbereiding Voorjaarsraad: Single Market Review

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Aannemen van Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting:

De Ecofin Raad zal conclusies aannemen over het voortgangsrapport «The Single Market Review: one year on». Deze conclusies zullen waarschijnlijk inhouden dat maatregelen die lidstaten ondernemen in het kader van het aangenomen Europees Economisch Herstelplan de regels van de interne markt moeten respecteren. De belangrijkste beleidsacties voor verdere ontwikkeling van de interne markt zijn onder andere het verbeteren van het consumentenvertrouwen, verlagen van de administratieve lasten voor het MKB, versterken van marktwerking door de gehele economie, het verhogen van de efficiëntie in de financiële dienstverlening, bevorderen van openheid en het creëren van innovatievriendelijke marktcondities. Verder zal verder naar verwachting het belang van een op feiten gebaseerde en resultaatgerichte benadering worden benadrukt.

Voorbereiding Voorjaarsraad: Verlaagde tarieven BTW

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t., maar anders unanimiteit

Toelichting:

Op de Ecofin Raad van 10 februari zal de (politieke) discussie over verlaagde tarieven worden voortgezet. Tijdens de laatste Europese Raad in December is besloten dat de Ecofin Raad het dossier van de verlaagde BTW-tarieven uiterlijk maart 2009 «op moet hebben gelost.» De politieke druk die hieruit is ontstaan heeft het Tsjechische voorzitterschap ertoe aangezet met een «working plan» te komen waarin het gehele proces wordt uitgestippeld tot en met maart. In de afgelopen Ecofin Raad is dit «working plan» door de lidstaten besproken en geaccepteerd.

Het Tsjechische voorzitterschap geeft thans follow-up aan de politieke discussie op de februari Ecofin. Voor zover thans kan worden ingeschat zal daarbij de discussie zich richten op snelle besluitvorming over verlaagde tarieven op lokaal verrichte arbeidsintensieve diensten en het nog te verschijnen «green tax package». Nederland staat positief tegenover de inzet van het Tsjechische voorzitterschap om te komen tot snelle besluitvorming over de verlaagde tarieven op lokaal verrichte arbeidsintensieve diensten waarvan toepassing niet leidt tot een verstoring van de interne markt. Om de besluitvorming over de verlaagde tarieven op arbeidsintensieve diensten enigszins te bespoedigen, is Nederland er voorstander van dit dossier gescheiden van de discussie over het nog te verschijnen «green tax package» van de Europese Commissie te voeren. Nederland roept de Europese Commissie op om zo spoedig mogelijk met haar voorstellen voor een «green tax package» te komen.

(Eventueel) Financiële diensten: Credit Rating Agencies

Document: Definitieve tekst van de Verordening is nog niet beschikbaar; Consultatietekst wel.

Aard bespreking: Gemeenschappelijke aanpak, openbare zitting

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Op het moment van schrijven zijn de definitieve documenten nog niet beschikbaar en is nog niet geheel zeker of dit punt op de agenda zal blijven staan. Er zal eventueel een algemene discussie ontstaan over het traject dat te bewandelen valt. Vanaf eind oktober hebben er 6 expertvergaderingen plaatsgevonden. Dinsdag 27 januari en woensdag 28 januari zullen de laatste vergaderingen plaatsvinden.

De Commissie voorziet een vergunningsplicht voor CRAs die actief willen zijn in de EU. Om daarvoor in aanmerking te komen moet een CRA voldoen aan i) transparantie- en rapportageverplichtingen, ii) corporate governance eisen (onder meer management van belangenconflicten) en iii) kwaliteitsstandaarden inzake het rating proces (bijvoorbeeld monitoring van bestaande ratings). De Commissie heeft voor deze voorwaarden mede gebruik gemaakt van de bestaande standaarden van de IOSCO Gedragscode voor CRAs.

Inhoudelijk gezien is er discussie over de toezichtsstructuur en de reikwijdte van het voorstel. De algemene indruk van dit voorstel is gematigd positief. Het kabinet vindt regelgeving op Europees niveau ten aanzien van CRAs noodzakelijk en wenselijk. De Commissie is bevoegd regelgeving ten aanzien van CRAs voor te stellen. De subsidiariteit wordt positief beoordeeld.

(Eventueel) Financiële diensten: Anti-fraude verdrag met Liechtenstein

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie en raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Op de Ecofin van 10 februari zal de stand van zaken in de onderhandelingen met Liechtenstein over een anti-fraude verdrag aan de orde komen. Doel van het verdrag is het vastleggen van regels voor wederzijdse assistentie bij het bestrijden van fraude en andere illegale activiteiten. Dit was uiteraard vooral een wens van EU-zijde. Een akkoord met Liechtenstein over de start van deze onderhandelingen, in 2006, was destijds verbonden aan de besprekingen over toetreding van Liechtenstein tot Schengen. De onderhandelingen verliepen aanvankelijk bijzonder moeizaam totdat Liechtenstein, na de LGT-bank affaire (cd-rom met zwartbetalers), gedwongen werd zich flexibeler op te stellen. In juni 2008 werden de onderhandelaars van de Europese Commissie en Liechtenstein het eens over een concepttekst, die door de Commissie aan de lidstaten is voorgelegd. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, zijn echter van mening dat de concepttekst dermate grote lacunes bevat dat een effectieve aanpak van de fraude nog steeds niet mogelijk zal zijn. Vooral het gebrek aan mogelijkheden voor Liechtenstein om informatie van stichtingen te kunnen vragen zal tot gevolg hebben dat het akkoord maar in beperkte mate effectief zal zijn.

Nederland is van mening, net zoals meerdere andere lidstaten, dat de huidige tekst van het akkoord ontoereikend is en dat verdere onderhandelingen met Liechtenstein gewenst zijn. Nederland steunt de oproep van het Tsjechisch Voorzitterschap om de Europese Commissie te verzoeken weer te gaan onderhandelen. Het verdergaande verdrag dat de VS met Liechtenstein heeft afgesloten, waarin Liechtenstein wel bereid is gebleken t.a.v. stichtingen de (ook door de EU) gewenste concessies te doen, zou hierbij de basis moeten zijn. Verder speelt er ook een duidelijke politieke dimensie mee. Op dit moment, mede in het licht van de financiële crisis, wordt grote druk op Liechtenstein (en andere tax havens) uitgeoefend om meer openheid van zaken te verlenen. Nu akkoord gaan met de huidige tekst van het anti-fraude verdrag zou betekenen dat de mogelijkheid om Liechtenstein te dwingen meer openheid van zaken te geven voor enige tijd zal zijn verkeken.

Budget van de EU: Dechargeprocedure EU begroting 2007

Document: Jaarverslag Europese Rekenkamer EU begrotingsjaar 2007, openbaar http://eca.europa.eu/portal/pls/portal/docs/1/1571598.PDF

Aard bespreking: aannemen Raadsconclusies voor het dechargeadvies

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De minister zal de Tweede Kamer informeren over de opstelling van Nederland inzake het dechargeadvies dat de Raad jaarlijks aan het Europees Parlement verstrekt. Het Europees Parlement is de dechargeautoriteit voor de Europese begroting. Zij maakt voor het besluit over dechargeverlening gebruik van het jaarverslag van Europese Rekenkamer, het advies van de Ecofinraad en de informatie van de Europese Commissie. De Europese Rekenkamer heeft in haar jaarverslag over 2007 voor de veertiende maal geen positieve betrouwbaarheidsverklaring kunnen geven over de EU-begroting. De voornaamste conclusies van de Europese Rekenkamer zijn:

– voor een deel van de begroting zijn duidelijke verbeteringen zichtbaar, voornamelijk dankzij de inspanningen van de Commissie. Hier blijft het aantal onregelmatigheden binnen de 2% foutmarge. De Rekenkamer geeft een positief betrouwbaarheidsoordeel over circa 43% van de uitgaven in 2007, een lichte stijging ten opzichte van 2006 (40%). Echter, vooral bij de structuurfondsen, plattelandsontwikkeling en in mindere mate bij Intern en Extern Beleid is het aantal onregelmatigheden nog hoog.

– bij de structuurfondsen is het financieel beheer door de lidstaten slechts deels effectief en is de supervisie door de Commissie nog matig effectief: naar schatting had ten minste 11% aan subsidiegelden bij de structuurfondsen niet mogen worden uitbetaald. Er is bij de structuurfondsen (gedeeld beheer met de lidstaten) over de afgelopen jaren weinig vooruitgang zichtbaar.

– de complexiteit van de onderliggende regelgeving voor m.n. het plattelandsontwikkeling en het structuurbeleid is een belangrijke reden dat bij de uitvoering en implementatie veel fouten worden gemaakt.

Nederland betreurt dat de begroting als geheel voor de veertiende keer geen betrouwbaarheidsverklaring van de Europese Rekenkamer heeft kunnen verkrijgen. Nederland is van mening dat in de raadsconclusies naast een duidelijke omschrijving van de problemen en vereenvoudiging van regelgeving, een specifieke oproep tot eigen verantwoordelijkheid van lidstaten voor financieel beheer en verantwoording op nationaal niveau moet worden opgenomen. Zonder een dergelijke omschrijving en zo’n oproep zal het voor Nederland moeilijk zijn om in te stemmen omdat er dan onvoldoende vooruitzicht is op verbetering bij de fondsen in gedeeld beheer. Afhankelijk van de inhoud van het uiteindelijke dechargeadvies zal het Nederlandse standpunt worden bepaald.

Hervorming Internationale Financiële Architectuur»/G20

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: bespreking

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Dit onderwerp staat niet op de agenda van de komende Ecofin, maar er zal zeer waarschijnlijk wel over gesproken worden. De G20-top van 2 april in Londen wordt voorbereid tijdens een bijeenkomst van de G20 ministers van Financiën, die halverwege maart plaatsvindt. Ook zal er in Berlijn een voorbereidende Europese top plaatsvinden met landen die deel zullen nemen aan de G20 top. De bijeenkomst van ministers van Financiën wordt voorbereid in vier G20 werkgroepen.

Tsjechië neemt als EU-voorzitter deel aan de werkgroepen en de G20 op regeringsleiderniveau en aan de ministeriële bijeenkomsten. Nederland steunt een gezamenlijke Europese inbreng in deze bijeenkomsten en ziet voor zichzelf een actieve rol.

Ten aanzien van de eerste 2 werkgroepen (verbetering van regulering en versterking van transparantie; en verbetering van internationale samenwerking en bevorderen van integriteit op financiële markten) geldt dat de G20 een belangrijke rol vervult in het coördineren van alle activiteiten die in verschillende internationale fora worden ontplooid (zoals BCBS, FSF, IAIS, IOSCO, FATF, IMF). Nederland steunt de vooruitgang die op veel terreinen wordt gemaakt, zoals het inderdaad oprichten van colleges voor alle grensoverschrijdende instellingen, verdere afspraken over crisismanagement, de verbeterde samenwerking tussen het IMF en het (uitgebreide) FSF en het ontwikkelen van een early warning systeem. Punten waar aandacht voor gevraagd zal moeten worden, zijn de haalbaarheid en de daadwerkelijke implementatie van bepaalde initiatieven. Vooral bij crisismanagement geldt bijvoorbeeld dat goede afspraken op papier niet altijd voldoende garantie bieden. Er zijn meer waarborgen nodig. Verder is het belangrijk om ook voldoende aandacht te blijven besteden aan maatregelen die de verantwoordelijkheid van de markt zelf vergroten. Dit laatste heeft een morele dimensie, maar heeft ook betrekking op de vraag hoe binnen een financiële instelling het risicomanagement versterkt kan worden. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan versterking van de positie van de chief risk officer of het instellen van een comité binnen een instelling dat toezicht houdt op de belangrijkste blootstellingen en risico’s.

De derde werkgroep houdt zich bezig met IMF-hervormingen. De belangrijkste onderwerpen daarbij zijn toereikendheid IMF-middelen, surveillance, uitleeninstrumenten en vertegenwoordiging. De Nederlandse inzet voor de eerste drie genoemde onderwerpen is uiteengezet in het Nederlandse non-paper van afgelopen november. Verder stelt Nederland zich op het standpunt dat gezien de recent gemaakte afspraken over stemverhoudingen een heropening van de discussie hierover weinig productief is. Bovendien zal een dergelijke discussie het IMF alleen maar afleiden van de hoofdtaak van het IMF: crisisbestrijding.

De vierde werkgroep betreft de hervorming van de Wereldbank en de multilaterale ontwikkelingsbanken, en zal met name gaan over het mandaat, de instrumenten, het kapitaal en de voice & representation van deze instellingen. Nederland zal conform haar huidige beleid inzetten op het belang van de toegevoegde waarde en comparatieve voordelen van de instellingen in een eventuele heroriëntatie van de mandaten en hun instrumenten. Ook dienen de instellingen hun kapitaal op een zo efficiënt mogelijke manier in te zetten om hun doelstellingen te bereiken, en wordt gepleit voor een versterking van de representatieve positie van ontwikkelingslanden in de zeggenschapsverhoudingen van de instellingen.

Short selling

Document: n.v.t.

Aard bespreking: Gemeenschappelijke aanpak

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Door verschillende Europese toezichthouders, inclusief de AFM, zijn er vanaf september 2008 (tijdelijk) maatregelen getroffen met betrekking tot short selling. Het gebrek aan internationale afstemming van genomen maatregelen leidde ertoe dat maatregelen van individuele landen allemaal hun eigen specifieke kenmerken, vrijstellingen en uitzonderingen kenden. In de brief over «Nadere informatie short selling» van 20 januari 2009 (Kamerstukken II 2008/09, 31 371, nr. 86) is aangegeven dat in Europees verband aandacht zal worden gevraagd voor internationale consistentie inzake short selling. Nederland wil de internationale inconsistentie ten aanzien van maatregelen inzake short selling in Ecofin-verband onder de aandacht brengen en erop aandringen dat hier in CESR-verband meer aandacht aan wordt besteed.

Toezeggingen

Een antwoord op de toezeggingen die u zijn gedaan wordt geformuleerd. De antwoorden op uw vraag naar de stimuleringspakketten van andere lidstaten en het effect van het Duitse pakket op de Nederlandse economie worden u later deze week en vóór het Algemeen Overleg toegezonden. Uw vraag naar het effect van bepaalde stimuleringsmaatregelen is zeer moeilijk te beantwoorden. De werkgroep Gerritse kijkt op dit moment naar de effecten van verschillende maatregelen, maar het is onduidelijk op dit moment of het ook mogelijk zal zijn deze effecten exact te kwantificeren. Zodra wij meer informatie hebben zullen wij u hiervan op de hoogte stellen.

Naar boven