21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 630
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2008

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 1 en 2 december 2008 te Brussel. Tevens zend ik u hierbij de concept agenda van de Ecofin van 2 december.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 1 en 2 december 2008

1. Economische situatie

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: niet van toepassing

Toelichting:

Het onderwerp «economische situatie» staat niet separaat geagendeerd voor de komende Ecofin maar hierover zal gedurende verschillende momenten wel gesproken worden. Sinds de publicatie van de Najaarsvoorspellingen van de Commissie is het economische beeld verder verslechterd. Realisatiecijfers voor het derde kwartaal laten voor enkele belangrijke Europese landen (o.a. het Verenigd Koninkrijk en Duitsland) en voor het eurogebied als geheel een krimp zien. Het eurogebied is hiermee officieel in een recessie beland. Ramingen van het IMF laten zien dat voor de Europese Unie in 2009 een krimp van de economie van 0,5% verwacht wordt. Dit is fors lager dan de raming van de Commissie ten tijde van de Najaarsvoorspellingen (+ 0,1%).

De situatie op de financiële markten is nog steeds gespannen. Daar staat tegenover dat de rentes op de interbancaire geldmarkt langzaam maar zeker dalen. De maatregelen van autoriteiten om het financiële systeem te stabiliseren hebben enige tijd nodig om effect te hebben. Momenteel is er nog sprake van de nodige onzekerheid, wat naar verwachting zal leiden tot een daling van de investeringsgroei. Dit is volgens de Commissie de belangrijkste oorzaak van de teruglopende economische groei in de Europese Unie.

In reactie op de verslechterende economie en de daaruit voortvloeiende afnemende inflatiedruk, zijn sinds de Herfstvoorspellingen enkele belangrijke beleidsrentes verlaagd. De ECB heeft de rente op 6 november met 0,5%-punt verlaagd, naar 3,25%. Daarnaast hebben enkele landen stimuleringsmaatregelen gepresenteerd. Nederland hecht eraan dat maatregelen blijven binnen de geldende voorwaarden, zoals de regels van de interne markt en van het Stabiliteits- en Groeipact.

2. Voorbereiding van de bijdrage van de Ecofin aan de Europese Raad: Stimuleringsplan Economische activiteit in Europa

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: opstellen van Raadsconclusies

Toelichting:

De Ecofin Raad zal een bijdrage aan de Europese Raad voorbereiden met betrekking tot de Europese reactie op de financiële crisis en de economische teruggang. Hiertoe wordt door de Europese Commissie een kader uitgewerkt waarin een reeks gerichte korte-termijn initiatieven, met name op het gebied van de Lissabon-agenda, worden gebundeld. Deze initiatieven moeten de negatieve effecten van de financiële crisis op de reële economie tegengaan. Onduidelijk is nog wat deze initiatieven precies zullen inhouden. Nederland wacht de voorstellen van de Commissie af.

Voor zover lidstaten binnen de kaders van de Europese begrotingsregels en het SGP over de budgettaire ruimte beschikken, kunnen zij ervoor kiezen om met concrete maatregelen de economie te ondersteunen. De Raad heeft eerder uitgesproken dat deze maatregelen tijdig, tijdelijk en doelgericht dienen te zijn. Nederland onderschrijft deze mening.

3. Voorbereiding van de bijdrage van de Ecofin aan de Europese Raad: Olie; rapport van de Commissie

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: uitwisseling van visies en mogelijk aannemen Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Ecofin Raad zal een bijdrage aan de Europese Raad voorbereiden over de ontwikkelingen in de oliemarkt, op basis van een rapport van de Commissie. De inhoud van het rapport van de Commissie is op dit moment nog onbekend.

De olieprijs is sinds de piek in juli 2008 van USD 147,72 (per barrel; Brent) sterk gedaald. Op 17 november 2008 bedroeg de prijs van olie USD 50,59. De verwachte lagere economische groei zorgt voor een neerwaartse druk op de vraag naar olie. Ondanks de recente daling van de olieprijs wordt in veel analyses geconcludeerd dat de olieprijs, wanneer de economische situatie enigszins is genormaliseerd, structureel hoog zal blijven. De Herfstvoorspellingen van de Commissie gaan uit van een prijs van gemiddeld USD 104 per vat in 2008, USD 86 in 2009 en USD 90 in 2010.

Tijdens de Europese Raad van 19 en 20 juni zijn verschillende maatregelen besproken als reactie op de destijds hoge olieprijzen. De focus van de voorstellen lag op maatregelen die de juiste prikkels geven om tot aanpassing te komen aan een situatie met een structureel hogere olieprijs. Nadrukkelijk is gesteld dat marktverstorende fiscale en andere beleidsmaatregelen vermeden moeten worden. Dit is in overeenstemming met de Manchester Agreement uit 2005. Frankrijk heeft destijds een BTW-verlaging op brandstoffen voorgesteld. Dit voorstel kon niet op steun van de Europese Raad rekenen aangezien het een verstorende fiscale beleidsmaatregel betreft. Ook Nederland kan een dergelijk voorstel niet steunen. Een verlaagd tarief zou het prijssignaal dat het gevolg is van de discrepantie tussen vraag en aanbod vertroebelen en de noodzakelijke structurele aanpassing vertragen. Het is zeer onwaarschijnlijk dat Frankrijk dit voorstel herhaalt.

Nederland is van mening dat als er straks sprake is van een structureel hogere olieprijs, maatregelen gericht moeten zijn op het leveren van structurele oplossingen als reactie op die hogere olieprijzen. Het vergroten van transparantie op de oliemarkt (met als doel de volatiliteit te verlagen) is één van de mogelijke maatregelen die als zodanig in de conclusies van de Europese Raad van juni 2008 werden genoemd. Nederland is voorstander van een grotere transparantie mits er afdoende waarborgen komen voor de kwaliteit van de data en wanneer de extra administratieve lasten in verhouding staan tot de additionele baten. Andere structurele oplossingen zijn het introduceren van financiële instrumenten die leiden tot verhoogde energie-efficiëntie en het gebruik van alternatieve energiebronnen.

4. Voorbereiding van de bijdrage van de Ecofin aan de Europese Raad: Internationale Financiële Architectuur

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: uitwisseling van visies en mogelijk aannemen Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Ecofin Raad zal een bijdrage aan de Europese Raad voorbereiden met betrekking tot de internationale financiële architectuur. Het voorzitterschap zal tijdens de Ecofin Raad een terugkoppeling geven met betrekking tot de uitkomsten van de G20 top van 15 november.

De slotverklaring van de G20 top komt in grote mate overeen met het Nederlandse standpunt zoals verwoord in het Nederlandse non-paper «Reshaping the international financial system». Het document bevat alle belangrijke elementen om de stabiliteit van het financieel systeem en het toezicht te versterken en wordt door Nederland gesteund.

De slotverklaring bevat aanbevelingen voor elk van de vijf principes waarop de hervormingen betrekking hebben:

i) verhogen transparantie en accountability;

ii) verbeteren van regulering;

iii) bevorderen van de integriteit van financiële markten;

iv) versterken internationale samenwerking;

v) hervormen van de internationale financiële instellingen (IFI’s).

Nederland zal pleiten voor een effectieve en efficiënte implementatie van de aanbevelingen. Aandacht zal daarbij uitgaan naar de concrete, meer gedetailleerde, invulling van de voorstellen, onder andere op het gebied van regulering en risicomanagement, kredietbeoordelingsbureaus en boekhoudregels. Behalve de voortgang in mondiaal en G20 verband, is het overigens ook belangrijk om binnen Europa voortgang te blijven boeken, omdat versterkte samenwerking binnen de EU het meest relevant en op korte termijn het meest effectief kan worden gerealiseerd. Er zijn bovendien al concrete Europese afspraken gemaakt. Internationale initiatieven zoals deze, vormen een aanvulling en mogen geen aanleiding zijn voor vertraging van de samenwerking binnen Europa.

Daarnaast zullen de G20 Ministers van Financiën aanbevelingen gaan formuleren ten aanzien van prikkels die voortkomen uit beloningssystemen, het minder procyclisch maken van regelgeving, het versterken van derivatenmarkten en het verminderen van gerelateerde systeemrisico’s. Verder zullen aan bod komen de hervorming van de mandaten, governance en kapitaalbehoeften van de IFI’s, en het bepalen van de reikwijdte van systeemrelevante instellingen en het gewenste toezicht. Ook worden landen opgeroepen om de inrichting van de toezichtsstructuur te analyseren. Nederland pleit in dat verband vaak voor het bij ons ingevoerde model van «Twin Peaks» van financieel toezicht, waarbij toezicht niet plaats vindt langs de lijn van financiële sectoren (banken, verzekeraars) maar op basis van prudentieel toezicht en gedragstoezicht.

Het merendeel van de Nederlandse aanbevelingen uit het non-paper zijn terug te vinden in de slotverklaring, zoals de verplichte IMF Financial Sector Assessments, het ontwikkelen van mechanismen voor conflictresolutie en bankruptcy laws voor grensoverschrijdende financiële ondernemingen, verbeterde standaarden en toezicht op kredietbeoordelaars, de oprichting van supervisory colleges voor alle grote internationale financiële instituties, het versterken van het internationale crisismanagement en de uitbreiding van het lidmaatschap van het Financial Stability Forum en de versterking van de financiële surveillance van het IMF. De principes zijn grotendeels op hoofdlijnen gedefinieerd. De uitdaging zal de komende periode zitten in de concrete uitwerking van deze principes en de specifieke invulling van bepaalde voorstellen.

5. Kapitaalvereistenrichtlijn

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: bereiken aannemen Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Ecofin Raad zal spreken over de herziening van de kapitaalvereistenrichtlijn en afspraken maken over de algemene benadering hiervan. Al voor het uitbreken van de kredietcrisis werd besloten tot een herziening van de Europese kapitaalvereistenrichtlijn (CRD). Doel van deze herziening was om onduidelijkheden en inconsistenties uit de richtlijn te halen en nadere invulling te geven aan openstaande punten.

Artikel 47(2) van het verdrag vormt de rechtsbasis voor dit herzieningsvoorstel. Het betreft een codecisie voorstel (gekwalificeerde meerderheid) waarmee instemming van het EP vereist is. Met deze voorstellen wordt de richtlijn op bovengenoemde punten aangescherpt en verbeterd. Nederland kan het wijzigingsvoorstel steunen. De voorstellen dienen vervolgens eind oktober 2010 geïmplementeerd te zijn, en treden op 31 december 2010 in werking.

Met het uitbreken van de kredietcrisis werd de reikwijdte van de herziening uitgebreid van het rechtzetten van enkele technische punten, naar een volledige aanscherping van de richtlijn op de onderdelen securitisatie, Europees toezicht, hybride kapitaalsinstrumenten, grote posities, liquiditeit en technische amendementen. Daarnaast zorgen de verbetervoorstellen op het terrein van Europees toezicht er voor dat er een belangrijke stap voorwaarts wordt gezet in de samenwerking en informatie uitwisseling tussen toezichthouders. Nederland kan het herzieningsvoorstel steunen.

6. Solvency II

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: bereiken overeenstemming algemene benadering

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

Voor de Ecofin Raad staat een compromisvoorstel voor de onderhandelingen over de nieuwe verzekeringsrichtlijn Solvency II geagendeerd. Deze richtlijn heeft enerzijds tot doel een betere polishouderbescherming en een verdere integratie van de EU-verzekeringsmarkt te bewerkstelligen en anderzijds niet verder te gaan dan nodig. Gegeven de weerstand van bepaalde lidstaten op bepaalde onderdelen is het inmiddels lastig in te schatten of deze richtlijn al onder het Frans voorzitterschap wordt aangenomen. Aanvankelijk was hierop goede hoop omdat constructief werd gewerkt aan een compromis. Voor Nederland is het huidige compromisvoorstel onaanvaardbaar omdat het oorspronkelijke Commissievoorstel om betere samenwerking tussen toezichthouders te stimuleren uit dit compromisvoorstel is verwijderd. Ten slotte bevat het voorstel nog onvoldoende waarborgen dat er geen nadelige effecten voor de (Nederlandse) pensioenfondsen optreden.

7. Aanpassing richtlijn voor Europees geharmoniseerde beleggingsfondsen

Document: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe-richtlijn) (COM(2008) 458 definitief)

Aard bespreking: Overeenkomen akkoord over voorliggend compromis van voorzitterschap (niet openbaar)

Besluitvormingsprocedure: Co-decisie, gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Ecofin Raad zal een algemene discussie houden over een voorstel tot aanpassing van de richtlijn voor «instellingen voor collectieve belegging effecten» (hierna icbe). De icbe-richtlijn regelt grensoverschrijdende verkoop van op Europees niveau geharmoniseerde beleggingsfondsen. Icbe’s zijn gericht op particuliere beleggers en kennen strikte eisen aan beleggingsstrategieën (geen exotische beleggingstechnieken) en informatieverplichtingen en daarmee een hoge mate van consumentenbescherming. Het Commissievoorstel ter wijziging van deze richtlijn kan binnen de Europese fondsensector leiden tot schaalvoordelen en meer concurrentie en daarmee lagere kosten voor beleggers. Het voorstel stroomlijnt de bestaande paspoortprocedure waarmee protectionisme wordt tegengegaan. Ook bevat het voorstel maatregelen voor betere informatie voor en daarmee hogere bescherming van beleggers. Tot slot repareert het voorstel een aantal juridisch technische fouten in de richtlijn die een correcte werking in de weg zitten.

Nederland kan instemmen met het compromis van het voorzitterschap dat het voorstel van de Commissie voor een gewijzigde icbe-richtlijn verder verbetert en daarom breed draagvlak geniet. Bovenop het reeds goede voorstel van de Commissie bevat het bereikte compromis bepalingen om het bestaande «beheerderspaspoort», waarmee een beheerder fondsen in andere lidstaten kan beheren, beter te laten functioneren in de praktijk. Dit kan de interne markt verder verdiepen en ervoor zorgen dat beleggers in fondsen kunnen beleggen die worden beheerd door gespecialiseerde beheerbedrijven waarop goed toezicht mogelijk is. Het compromis leidt tot een heldere afbakening van verantwoordelijkheden van en samenwerking tussen toezichthouders bij dit paspoort. Daarnaast bevat het compromis een vereenvoudiging van de door de Commissie voorziene procedures daar waar deze te bureaucratisch zijn en stuurt het op volledige harmonisatie van informatie voor beleggers zodat deze producten uit heel Europa goed met elkaar kunnen vergelijken.

8. Deposito Garantiestelsels

Document: nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: bereiken overeenstemming algemene benadering

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad zal worden gesproken over een compromisvoorstel van het Voorzitterschap. Om het vertrouwen in de financiële sector te vergroten is tijdens de Ecofin Raad van 7 oktober afgesproken om in de EU de depositogarantie te verhogen naar ten minste € 50 000. Nederland en veel andere lidstaten hebben aangegeven de garantie te zullen verhogen tot € 100 000. Deze verhoging is van tijdelijke aard. Daarom wordt in Europees verband onderhandeld over een wijziging van de richtlijn 94/19/EC inzake depositogarantiestelsels (DGS). De belangrijkste wijzigingen daarbij betreffen de hoogte van de dekking en de termijn van uitbetalen.

Op dit moment wordt voorgesteld de dekking vast te stellen op € 100 000 vanaf 31 december 2011, op basis van maximumharmonisatie. Daarbij zal de Commissie voor het einde van 2009 onderzocht hebben wat de impact is van deze dekking, of deze hoogte van de dekking nodig is en of harmonisatie noodzakelijk is. Nederland is voorstander van maximumharmonisatie van de dekking. Hiermee worden onbedoelde bijeffecten van verschillende dekking in verschillende landen voorkomen, zoals concurrentie op depositogarantie. Zodoende hecht Nederland veel waarde aan het onderzoek van de Commissie om de hoogte van de dekking te evalueren.

Daarnaast is er voorgesteld om de betalingstermijn aanzienlijk te verkorten. Ook dit aspect van het voorstel is voor Nederland van belang. In de huidige richtlijn heeft de uitvoerder drie maanden de tijd om de tegoeden uit te betalen, met een uitloop tot negen maanden in exceptionele gevallen. Deze lange termijn komt de werking van de garantiestelsels niet ten goede omdat deze periode voor veel consumenten te lang is. Veel consumenten zullen dan, bij vermoedens van problemen bij de financiële instelling, alsnog proberen hun geld veilig te stellen. Zo zou een bank run kunnen ontstaan, welke een DGS juist zou moeten voorkomen. Daarom is het zowel voor consumenten als voor de financiële stabiliteit van groot belang om de betalingstermijn in te korten. Daarbij moet wel uitdrukkelijk rekening worden gehouden met haalbaarheid en realiseerbaarheid van die termijn voor de deelnemers en de uitvoerder van het stelsel.

9. Verlaagde BTW-tarieven

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t., maar anders unanimiteit

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad zal aan de hand van een compromistekst de discussie over verlaagde tarieven worden voortgezet. Tijdens de Ecofin Raad in november is eveneens gesproken over verlaagde tarieven en over de mogelijke budgettaire gevolgen van het huidige voorstel. Een aantal lidstaten is fel tegenstander van dit voorstel. Naar de mening van deze lidstaten dient er eerst een principiële discussie te worden gevoerd, alvorens over concrete compromisteksten te spreken. Er zal tijdens de Ecofin Raad geen beslissing worden genomen.

Nederland is voorstander van de mogelijkheid voor toepassing van verlaagde tarieven voor zover het gaat om lokaal verrichte diensten die de Europese interne markt niet verstoren. Het biedt de lidstaten meer flexibiliteit, mede in het kader van de nationale sociaal-economische politiek. Zodoende worden ook de eigen verlaagde tarieven voor arbeidsintensieve diensten behouden. Er is ook ingezet op de mogelijkheid om educatief materiaal, zowel in boekvorm als op CD-rom of gedownload van internet, onder een verlaagd tarief te brengen. Ook het tarief voor kringloopwinkels is in dat kader een aandachtspunt voor Nederland. Verder staat Nederland open voor de mogelijkheid van het toestaan van andere tarieftoepassingen binnen deze benadering. Wel is Nederland van mening dat een en ander bezien moet worden in het kader van aspecten als effectiviteit, afbakening, budgettaire risico’s en het uitzonderingskarakter van het verlaagde tarief. Mede om die reden is Nederland voorstander van de beperking van ruime posten naar concrete diensten (zoals van persoonlijke verzorging naar kappers en van reparatie van twee- en driewielers naar fietsen). Nederland is tegen de rapportageverplichtingen waarmee een lidstaat een eventuele (gedeeltelijke) toepassing van een verlaagd tarief naar de Commissie moet verantwoorden. Omdat een aantal lidstaten tegen dit voorstel is, dreigt er vertraging op te treden. Gezien de urgentie van dit voorstel voor Nederland, is het voor Nederland acceptabel als de arbeidsintensieve diensten worden losgekoppeld van de overige terreinen waarop verlaagde tarieven van toepassing zouden kunnen zijn en als eerste worden behandeld.

10. BTW op financiële diensten

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Voortgangsrapportage

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap heeft een voortgangsrapportage over het richtlijnvoorstel financiële diensten geagendeerd. De inhoud van de voortgangsrapportage is nog niet bekend. Het richtlijnvoorstel met bijbehorende verordening ziet op een aanpassing van de BTW-richtlijn 2006.

De laatste maanden is intensief onderhandeld over de uitgangspunten en technische aspecten van de definities in het richtlijnvoorstel. Bij deze onderhandelingen is substantiële vooruitgang geboekt. Desondanks bestaat op diverse belangrijke punten de behoefte aan een nadere concretisering. In dit verband wordt opgemerkt dat de inhoud van de verordening – die een niet-uitputtende opsomming van prestaties bevat die onder de BTW-vrijstelling voor verzekerings- en financiële diensten vallen, dan wel hiervan zijn uitgesloten – nagenoeg onbesproken is.

De door de Commissie bij dit voorstel voorgestelde aanpak, die hoofdzakelijk een verduidelijking en vereenvoudiging van de communautaire BTW-wetgeving behelst, wordt door Nederland volledig onderschreven. Deze aanpak zal namelijk méér dan momenteel het geval is leiden tot een uniforme uitleg van de vrijstellingsbepalingen (level playing field).

De voor Nederland in dit voorstel te onderscheiden belangrijke onderwerpen betreffen de mogelijkheid voor financiële dienstverleners te kiezen voor BTW-heffing (verder: optieregeling) en de BTW-vrijstellingen voor vermogensbeheer, outsourcing en EU-samenwerkingsverbanden. Een ander voor Nederland belangrijk aandachtspunt is het voorstel om de BTW-vrijstelling voor beleggingsfondsen in te perken tot door financieel toezicht gereguleerde beleggingsfondsen. Aangezien deze beperking met name nadelig is voor de Nederlandse institutionele fondsenmarkt, stelt Nederland zich op het standpunt dat deze bepaling dient te worden geschrapt.

In deze fase van de onderhandelingen, die wat Nederland betreft zo spoedig mogelijk tot concrete resultaten dienen te leiden, zijn zowel de voorgestelde optieregeling als ook de BTW-vrijstelling voor EU-samenwerkingsverbanden onvoldoende geconcretiseerd. Ook bestaat nog onduidelijkheid over de regeling voor vermogensbeheer en outsourcing. Hierdoor blijven de consequenties voor de uitvoerbaarheid, de administratieve lasten, de handhavingkosten voor de fiscale autoriteiten en de derving van belastinginkomsten onduidelijk. Ook is onvoldoende helder of deze regelingen daadwerkelijk leiden tot een level playing field.

Het voorstel is wat Nederland betreft op dit moment niet rijp voor verdere besluitvorming.

11. Spaartegoedenrichtlijn (herziening)

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: Algemene discussie

Besluitvormingsprocedure: Eventuele Raadsconclusies worden met eenparigheid van stemmen aangenomen.

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap heeft een algemene discussie over de uitgangspunten van de herziening van de spaartegoedenrichtlijn als agendapunt aangemerkt. Tijdens de Ecofin Raad worden eventueel Raadsconclusies over de voortgang van dit onderwerp aangenomen.

De spaartegoedenrichtlijn (2003/48/EG) is op 1 juli 2005 in werking getreden en is drie jaar na inwerkingtreding geëvalueerd door de Europese Commissie. Deze evaluatie heeft onlangs plaatsgevonden met de conclusie dat de spaartegoedenrichtlijn correct werkt binnen de grenzen van haar toepassingsgebied. De Europese Commissie wijst er wel op dat er aanwijzingen zijn dat de spaartegoedenrichtlijn kan worden omzeild. Hierbij kan gedacht worden aan het tussenschuiven van een beleggingsinstrument als «rookgordijn» tussen de rentebetalende instantie en de uiteindelijk gerechtigde. Verder constateert de Europese Commissie dat de gebruikte definitie over rentebetalingen te beperkt is. De Europese Commissie is voornemens om de werking van de spaartegoedenrichtlijn uit te breiden om zo de hierboven beschreven problemen tegen te gaan.

Nederland is het eens met de Europese Commissie dat de werking van de huidige spaartegoedenrichtlijn moet worden uitgebreid, om zo de mogelijke ontwijking ervan tegen te gaan. Wel dient er rekening gehouden te worden met de uitvoerbaarheid en de administratieve lasten van de informatieverstrekkende instanties.

12. Gedragscodegroep

Document: Rapport van de Gedragscodegroep

Aard van de bespreking: voortgangsrapportage

Besluitvormingsprocedure: eenparigheid van stemmen

Toelichting:

De Gedragscodegroep doet van haar bijeenkomsten halfjaarlijks verslag in een voortgangsrapport aan de Ecofin Raad. In het nu aangeboden voortgangsrapport doet de Groep verslag van haar werkzaamheden onder het Franse voorzitterschap. Dit betreft vooral werkzaamheden op het gebied van standstill en het toekomstige werkprogramma. Een aantal (niet Nederlandse) maatregelen is het afgelopen half jaar onder standstill besproken. Van enkele maatregelen is de beraadslaging voltooid en werd een verder onderzoek niet opportuun geacht. Over andere maatregelen zal tijdens het komende half jaar verder worden gesproken. Het rapport meldt tot slot dat de Groep overeenstemming heeft bereikt over procedureregels van de Groep zoals de besluitvormingsprocedures. Dat betekent ook dat het toekomstige werkprogramma is aanvaard.

13. Dechargeprocedure voor het EU begrotingsjaar 2007

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: presentatie door Europese Rekenkamer

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad zal de Europese Rekenkamer (ERK) haar jaarrapport voor het begrotingsjaar 2007 presenteren. Op 10 november jl. publiceerde de ERK haar jaarrapport en hieruit wordt duidelijk dat voor het 14e jaar op rij een negatieve betrouwbaarheidsverklaring (DAS) wordt gegeven. De grootste problemen zijn te vinden bij het plattelandsontwikkelings- en structuurbeleid. In totaal krijgt 57% van de bestedingen een negatieve opinie van de ERK. Uiteindelijk zal de Ecofin Raad begin 2009 een advies geven aan het Europees Parlement, die de uiteindelijke décharge al dan niet kan verlenen. Nederland kan de presentatie van de ERK aanhoren.

In haar rapport geeft de ERK wel een positief oordeel over de posten Administratie, EU-rekeningen en financieel economisch beleid (fouten < 2%). Ook de landbouwuitgaven (exclusief plattelandsontwikkeling) worden positief beoordeeld. De ERK dringt wederom aan op een simplificatie van regelgeving, het stroomlijnen van de controle en een verbetering van toezicht en rapportage (door de lidstaten). De Commissie benadrukt tot op heden vooral het positieve nieuws uit de analyse van de ERK. De Commissie wijst daarnaast op de sterke verbeteringen en de grote hoeveelheid teruggevorderde fondsen.

Na volledige behandeling van het ERK jaarverslag, zal Nederland eind januari zijn standpunt met betrekking tot décharge bepalen. Bij de bepaling van dit standpunt ten aanzien van de décharge zal Nederland onder andere rekening houden met vragen als; of het financieel management is verbeterd, of er minder fouten zijn gemaakt en of de financiële impact van de fouten is afgenomen. Bij het standpunt zullen ook de voortgangsrapportages van Commissie worden meegenomen. Nederland zet daarom voor het déchargeadvies in op stevige conclusies ten aanzien van simplificatie, erkenning van de problemen door de lidstaten en betere nationale controle en verantwoording van lidstaten.

10.11.08

ORDRE DU JOUR PREVISIONNEL CONSEIL AFFAIRES ECONOMIQUES ET FINANCIERES BRUXELLES – 2 décembre 2008

Adoption de l’ordre du jour

Approbation de la liste des points «A»

Préparation du Conseil européen (11–12 décembre)

a) Soutien à l’activité économique en Europe

= Conclusions du Conseil/Contribution du Conseil Ecofin au CE

b) Pétrole: Rapport au Conseil

c) Architecture financière internationale et réponse à la crise financière

= Conclusions du Conseil/Contribution du Conseil Ecofin au CE

– Suivi du sommet du 15 novembre

– Bilan de la mise en œuvre des feuilles de route Ecofin

Services financiers

a) Révision de la directive sur les exigences en capital (CRD) (AL)(délibération publique, en application de l’article 8 du règlement intérieur du Conseil)

= Orientation générale du Conseil

b) Solvabilité II (AL)

= Orientation générale du Conseil

c) Révision de la directive sur les Organismes de Placement Collectif en Valeurs Mobilières (OPCVM) (AL)(délibération publique, en application de l’article 8 du règlement intérieur du Conseil)

= Orientation générale du Conseil

d) Révision de la directive relative aux systèmes de garantie des dépôts (AL)(délibération publique, en application de l’article 8 du règlement intérieur du Conseil)

= Orientation générale du Conseil

Fiscalité

a) Proposition de directive du Conseil modifiant la directive 2006/112/CE en ce qui concerne les taux réduits sur la TVA (AL)

= Orientation générale.

b) (évent.) Proposition de directive et de règlement modifiant la directive 2006/112/CE en ce qui concerne le traitement des services d’assurance et des services financiers

= Rapport au Conseil

c) Fiscalité des revenus de l’épargne

= Conclusions du Conseil/Débat d’orientation

d) Code de conduite sur la fiscalité des entreprises

= Rapport au Conseil/Conclusions du Conseil

Présentation par la Cour des Comptes du Rapport annuel pour l’exercice 2007

Divers

(AL) = acte législatif

p.m.

Eurogroupe – lundi 1 décembre

Petit-déjeuner – mardi 2 décembre

Naar boven