21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 556
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2007

Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Ecofin Raad van 26 en 27 maart 2007 te Brussel1. Overeenkomstig de toezegging van de staatssecretaris van Europese Zaken doe ik u tevens hierbij de agenda van de Informele Ecofin van 20 en 21 april a.s. toekomen2, voor zover thans bekend. Kort voor het AO en de Ecofin zal tevens, zoals gebruikelijk, de geannoteerde agenda aan uw kamer worden gezonden.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Verslag Eurogroep en Ecofin 26 en 27 maart 2007

Eurogroep

De Eurogroep spreekt onder andere over de economische situatie, de stabiliteitsprogramma’s (ter voorbereiding op de Ecofin) en financiële markten integratie.

Recent verschenen economische indicatoren onderschrijven de verwachting van een robuuste groei van de economie in het eurogebied in het lopende jaar. Wat betreft de economische situatie is nog onduidelijk wat de ontwikkelingen op de Amerikaanse huizenmarkt voor invloed hebben op de Europese economie.

Minister Bos geeft aan belang te hechten aan verdere integratie van financiële markten. Integratie levert grotere concurrentiekracht op en maakt dat schokken beter geabsorbeerd kunnen worden. Integratie houdt echter niet per definitie regelgeving in en mag niet ten koste gaan van best practices en prikkels om te komen tot de meest efficiënte oplossingen. In dit verband wijst minister Bos op de wenselijkheid van goedwerkende markten voor staatsleningen, hypotheken, betaaldiensten (SEPA) en effectenafwikkeling (onder andere Target 2 Securities initiatief ECB) en schetst de spanning om daarbij niet tot geforceerde integratie via dwingende regels te komen, omdat dit concurrentie, innovatie en daarmee het voordeel voor de consument kan beperken.

Minister Bos geeft – conform de bestaande praktijk bij het aantreden van nieuwe regeringen – een toelichting op het beleid van het nieuwe kabinet. De minister geeft aan dat de nieuwe Nederlandse regering duidelijke en gedetailleerde afspraken heeft gemaakt over de budgettaire doelstellingen en spelregels. De minister noemt de verwachte daling van de overheidsschuld van 50 naar 40 procent BBP en het geplande overschot van 1 procent in 2011. Om te voorkomen dat Nederland onder de – 3 procent EMU-tekort komt, is de signaalwaarde aangescherpt van 2½ procent, naar 2 procent. Hiermee voldoet het Nederlandse beleid ruimschoots aan de vereisten van het Stabiliteits- en Groeipact. De kern van de huidige begrotingsregels is en blijft het trendmatig begroten, het laten werken van automatische stabilisatoren en gebruik van meevallers om de schuld af te lossen. De conjunctuurneutrale benadering houdt onder andere in dat er geen uitgavenbeperkingen ten opzichte van de kaders worden opgelegd. Door de rente uit het kader te halen, is het risico van pro-cyclisch beleid verder afgenomen. Er worden realistische groeiscenario’s gebruikt, waardoor geen geheime reserves meer worden aangehouden en de budgettaire ruimte en de beleidsprioriteiten bekend zijn. De presentatie wordt met instemming ontvangen.

Ecofin

Stabiliteit- en convergentieprogramma’s

Commissaris Almunia (economische en monetaire zaken) en voorzitter Musca van het EFC (Economic and Financial Committee) presenteren de analyse en de voorgestelde opinies ten aanzien van de stabiliteit- en convergentieprogramma’s van België, Bulgarije, Letland, Roemenië en Spanje. Het convergentieprogramma van Tsjechië en het stabiliteitsprogramma van Oostenrijk zullen later dit jaar behandeld worden. De programma’s van de overige lidstaten zijn in de Ecofin van februari van een Raadsopinie voorzien.

Op hoofdlijnen zijn de analyse en het oordeel positief. Met betrekking tot België is volgens de Europese Commissie en de voorzitter van het EFC vooral het bereiken van de middellange termijn doelstelling zonder eenmalige maatregelen een aandachtspunt. De openbare financiën in Spanje zijn op orde. Aandachtspunten voor Spanje zijn de productiviteit en competitiviteit. Letland wordt aanbevolen pro-cyclisch beleid tegen te gaan en de details van zijn inflatieprogramma bekend te maken. De Ecofin behandelt voor het eerst de convergentieprogramma’s van Bulgarije en Roemenië. De Europese Commissie en de voorzitter van het EFC geven aan dat Roemenië een grotere inspanning moet leveren dan Bulgarije. Beide lidstaten moeten de volgende keer ook gegevens over vergrijzingskosten meenemen, zodat de lange termijn houdbaarheid beter kan worden beoordeeld. De Ecofin neemt de Raadsopinies ten aanzien van België, Bulgarije, Letland, Roemenië en Spanje ongewijzigd aan.

Begrotingsrichtsnoeren

De Ecofin neemt zonder discussie de begrotingsrichtsnoeren voor 2008 aan. Deze begrotingsrichtsnoeren zijn bedoeld om de prioriteiten van de Raad gedurende de begrotingsprocedure 2008 kenbaar te maken aan de Europese Commissie, die het voorontwerp van de begroting opstelt, en het Europees Parlement, die samen met de Raad de begrotingsautoriteit vormt.

Actieplan geïntegreerd Controle Kader

In afwezigheid van Commissaris Kallas (administratieve zaken, audit en fraudebestrijding) licht Commissaris Almunia het voortgangrapport van het Actieplan naar een geïntegreerd controlekader toe. De Commissie ziet voor de nabije toekomst twee prioriteiten:

• Uitwerking van de opzet van de door lidstaten verplicht af te geven jaarlijkse samenvattingen van audit reports, zoals opgenomen in het Financieel Reglement;

• Uitwerking van tolerable levels of risks: hoe kunnen de beperkte beschikbare middelen voor controle zo efficiënt en effectief mogelijk ingezet worden.

Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, spreekt zijn steun uit voor het actieplan. Deze lidstaten benadrukken dat de verantwoordelijkheid niet alleen bij de Commissie ligt, maar ook bij de lidstaten. Een federale structuur is op zich zelf geen voldoende reden om als lidstaat geen bijdrage te leveren. De initiatieven van Nederland, Zweden, Verenigd Koninkrijk en Denemarken verdienen navolging, aldus deze landen. Wat Oostenrijk betreft, is ook deze lidstaat aan het onderzoeken wat binnen de Oostenrijkse wetgeving haalbaar is om de verantwoording van EU-uitgaven te verbeteren.

Minister Bos geeft aan het te betreuren dat deze initiatieven onvoldoende aandacht krijgen in het voortgangsrapport. Deze initiatieven behoeven navolging, want enkel met meer inzet vanuit de lidstaten kan het vertrouwen van de burger in Europa verder worden versterkt. Nederland geeft verder aan samen met de Commissie de prioriteiten tolerable risks en jaarlijkse samenvattingen uit te werken. Het Voorzitterschap Duitsland benadrukt de grote institutionele verschillen tussen de lidstaten. Het Voorzitterschap geeft aan op 5 juni dit onderwerp weer op de agenda te willen hebben.

Grensoverschrijdende overnames in de financiële sector

De Ecofin spreekt over de richtlijn grensoverschrijdende overnames in de financiële sector. Eén lidstaat maakt een algemeen voorbehoud en geeft aan te willen vasthouden aan toestemming van zijn nationale toezichthouder voor verwerving van deelneming boven de 50 procent (op 66 procent en 75 procent). Dit kan onder deze richtlijn niet meer en de reden is dat het onwenselijk is dat lidstaten zelf extra eisen mogen stellen. Dit zou namelijk leiden tot een toename van de administratieve lasten en minder duidelijkheid en zekerheid voor marktpartijen. De lidstaat verzoekt een verklaring aan de notulen van de vergadering te hechten.

De richtlijn zal zorgen voor meer transparantie en consistentie in het proces van goedkeuring van overnames. Grote winstpunten zijn de gesloten lijst met prudentiële criteria waaraan toezichthouders de bedrijfsvoering zullen gaan toetsen en de heldere deadlines. Financiële ondernemingen weten nu wat ze te wachten staat bij een overname. Dit kan gezien worden als een enorme stap vooruit. Overigens zal er voor Nederland weinig veranderen, aangezien Nederland al een goed functionerend en transparant toezichtsmechanisme heeft. Deze transparantie is er in veel andere lidstaten nog niet.

Het Voorzitterschap constateert dat de benodigde gekwalificeerde meerderheid van stemmen voor aanname van het politiek akkoord aanwezig is. De Ecofin bereikt zo een politiek akkoord over de richtlijn grensoverschrijdende overnames in de financiële sector.

Betaaldienstenrichtlijn

De Ecofin bereikt consensus over een politieke oriëntatie over de richtlijn betaaldiensten in de interne markt. Daarmee is een akkoord in zicht in eerste lezing met het Europese Parlement (EP) van de co-decisie procedure. Het Parlement zal plenair stemmen in de week van 23 april. De tekst die is overeengekomen is acceptabel voor het EP. Het EP had liever gezien dat de termijn van kredietverstrekking voor niet-bancaire partijen verkort zou worden van 12 naar 10 maanden. De Commissie en een aantal lidstaten, waaronder Nederland, geven aan liever geen aanpassing van de compromistekst te willen, vooral omdat het compromis moeizaam tot stand is gekomen en een gebalanceerd compromis vormt. Na een lange discussie wordt als geste richting het EP overeengekomen dat de artikelen 5a-d (prudentiele artikelen) en artikelen 60 en 67 expliciet worden opgenomen in artikel 791 (review). Het Coreper bereikte al eerder een precair akkoord op 21 maart jongstleden. De termijn voor kredietverstrekking blijft overeind, vooral omdat het compromis moeizaam tot stand is gekomen en een gebalanceerd compromis vormt.

De minister geeft aan dat de richtlijn voor meer transparantie en betaalgemak zal zorgen. Wel uit de minister zijn zorgen over de vervolgstappen om te komen tot het Single European Payment Area (SEPA) initiatief dat de banken hebben genomen om te komen tot één Europese betaalruimte. Dit initiatief, dat erop gericht is het grensoverschrijdende betalingverkeer concurrerender, eenvoudiger en goedkoper te maken, mag niet tot gevolg hebben dat het nationale betalingsverkeer duurder of minder efficiënt wordt. De minister benadrukt het belang van concurrentie in deze markt en geeft aan zonodig de banken te zullen aanspreken op hun verantwoordelijkheid.


XNoot
1

De Press Release 7245/07 (Presse 50) is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt.

XNoot
2

De agenda van de informele Ecofin van 20 en 21 april a.s. wordt op een later tijdstip aan de kamer gezonden.

XNoot
1

In artikel 79 zegt de Commissie toe na drie jaar te zullen rapporteren over de implementatie van de richtlijn en waar nodig specifieke punten van de richtlijn te herzien.

Naar boven