21501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 492
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2005

Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris, het verslag van de vergadering van de Ecofin Raad van 12 juli 2005 te Brussel. Kort voor het AO en de Ecofin zal tevens, zoals gebruikelijk, de geannoteerde agenda aan uw kamer worden gezonden.

Dit verslag wordt tevens toegezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Verslag Eurogroep en Ecofin 11 en 12 juli te Brussel

Eurogroep

In de Eurogroep is gesproken over de economische situatie, het stabiliteitsprogramma van Portugal, het buitensporige tekort van Italië en de budgettaire situatie in Frankrijk, België, Ierland, Spanje, Luxemburg, en Finland.

Ecofin

Presidency work programme

Voorzitter Brown geeft, in het licht van de vorige week in London gepleegde aanslagen, topprioriteit aan het bestrijden van terrorismefinanciering. Hij spreekt de vastberadenheid uit dat de strijd tegen terrorisme wordt gewonnen. De lidstaten, waaronder Nederland, spreken hun steun uit aan het VK en spreken hun solidariteit uit met de bevolking van London.

Naast de bestrijding van terrorismefinanciering, legt het Britse Ecofin programma nadruk op economische hervormingen en de tenuitvoerlegging van de Lissabon strategie. Tevens richt het programma zich op internationale uitdagingen zoals de voorbereidingen van de VN-top over de «Millennium Development Goals» in september en het onderhouden en versterken van de economische relaties met de belangrijkste internationale partners van de EU. Ook zullen bestaande dossiers zoals BTW-tarieven en de uitvoering van het Groei- en Stabiliteitspact op het programma staan tijdens komende Ecofins. Een aantal lidstaten informeert naar de aanpak van de discussie over Financiële perspectieven. Het Voorzitterschap geeft aan dat hierover door het VK met lidstaten consultaties zullen plaatsvinden om de juiste aanpak te kiezen en voorzitter Brown geeft aan hier in de volgende vergadering over te rapporteren.

Financiering van ontwikkelingssamenwerking

De discussie blijft, op voorstel van voorzitter Brown, beperkt tot procedurele aspecten. Brown stelt namelijk dat de voorbereidende werkzaamheden van de Europese Commissie en het Economisch en Financieel Comité (EFC) nog niet zijn afgerond om nu tot besluitvorming over te gaan en hij stelt voor dat deze werkzaamheden dienen door te gaan. Hij geeft aan dat ten tijde van de informele Ecofin van september dan een passend pakket aan maatregelen voorhanden kan zijn om als Europese bijdrage aan de VN-top over de Millennium Development Goals te kunnen dienen.

Er vindt een beperkte gedachtewisseling plaats over de elementen die onderdeel van zo'n pakket zouden kunnen zijn. Zo roept EFC-voorzitter Koch-Weser in herinnering dat er reeds in de Raad is besloten over de getalsmatige doelstellingen (de belangrijkste is dat gemiddeld 0,56% van het BNI van de EU als ODA zal worden gegeven in 2010). Daarnaast merkt hij op dat door Eurostat nader wordt gekeken naar de internationale financieringsfaciliteit (IFF) en dan met name de vraag op welke wijze deze in het EMU-saldo van een land wordt verwerkt. Een ander mogelijk onderdeel van het EU pakket is het heffen van belasting op vliegtickets. Een EU-wijde invoering loopt waarschijnlijk spaak, zoals tijdens eerdere raadsbijeenkomsten bleek, door sterke tegenstand van een aantal lidstaten. De discussie spitst zich toe op de vraag of een beperkter aantal lidstaten bereid is overeen te komen zo'n belasting in te voeren. Vervolgens is dan de vraag of de bijdrage van de passagiers vrijwillig of verplicht is. Over de G-8 voorstellen voor schuldverlichting merkt Koch-Weser op dat uitwerking en nadere gedachtevorming hierover in het IMF en Wereldbank plaatsvindt. Omdat voor de meeste elementen van het EU-pakket de voorbereidingen nog lopen, geeft Koch-Weser aan dat het EFC de komende tijd met de Europese Commissie naar meer definitieve voorstellen zal toewerken.

Een grote lidstaat merkt op dat de getalsmatige doelstellingen door een aantal landen slechts gehaald kunnen worden indien er overeenstemming kan worden bereikt over nieuwe financieringsinstrumenten. Deze lidstaat roept op tot compromisbereidheid om dat mogelijk te maken. Een andere lidstaat sluit zich hierbij aan en geeft aan dat vooral het door een groep lidstaten vrijwillig invoeren van een verplichte vliegticketbelasting nader onderzocht dient te worden.

De voorzitter concludeerde dat EFC en Europese Commissie verder werken aan concretisering van het EU-pakket.

Economische steun voor de West-Oever en de Gaza-Strook

Brown heeft EIB-president Maystadt gevraagd een presentatie te geven over de mogelijkheden van EIB-steun aan de Palestijnse economie. Maystadt geeft een eerste inschatting en zegt toe later dit jaar mogelijkheden voor concrete initiatieven te zullen presenteren. Aangaande financiering of garanties voor de bancaire sector, bijvoorbeeld om kredietverlening aan het MKB op gang te brengen, geeft Maystadt aan dat reeds overduidelijk is dat naast financiering ook technische assistentie gegeven zal moeten worden om risicobeleid op een hoger plan te brengen. Naast de EIB zal tevens de Europese Commissie vanuit haar begroting bijdragen aan revitalisering van de Palestijnse gebieden Een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, spreekt zich uit voor EIB-betrokkenheid en voorzitter Brown concludeert dat het onderwerp in september of oktober opnieuw aan bod komt.

Routekaart naar een geïntegreerd intern controle systeem

Commissaris Kallas (Begroting) verwijst naar het feit dat voor de 10e keer op rij, de Europese rekenkamer geen positieve betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de uitgaven in 2003 heeft afgegeven. Deze situatie dient veranderd te worden. Om deze reden ligt er een routekaart op tafel om het intern controle systeem van de EU aan te passen, onder andere door involvering van de nationale rekenkamers. In september 2005 dient een expertpanel bijeen te komen om een probleemanalyse te maken. In november moet deze analyse in de Ecofin aan de orde komen. Ook het Europees parlement dient bij dit proces betrokken te worden. Commissaris Kallas noemt aspecten als de single audit en jointly managed funds elementen die expliciet in de discussie meegenomen moeten worden.

De lidstaten geven aan de voorstellen te steunen, maar het tijdpad wordt ambitieus genoemd. Nederland merkt op dat de Europese Commissie eindverantwoordelijke dient te blijven voor de uitgaven. Tevens spreekt Nederland steun uit voor het idee van een betrouwbaarheidsverklaring die nationaal wordt afgegeven op hoog politiek niveau en benadrukt Nederland de onafhankelijkheid van zowel de nationale Rekenkamer als de Europese Rekenkamer. Nederland spreekt expliciete steun en waardering uit voor het principe van de single audit.

De voorzitter sluit af met de opmerking dat kwaliteit belangrijker is dan snelheid. Hij concludeert dat de voorgestelde conclusies over dit onderwerp worden aangenomen en dat dit onderwerp weer terug zal komen tijdens de Ecofin in november.

Stabiliteitsprogramma Portugal

De Ecofin neemt zonder discussie de door de Europese Commissie en het EFC voorbereide Raadsopinie aan over het Portugese stabiliteitsprogramma. De Commissie en EFC-voorzitter Koch-Weser lichten toe dat het Portugese tekort in 2005 een omvang van 6,2% zal hebben. Zonder maatregelen zou het zelfs 6,8% zijn. Zij wijzen erop dat de grote sprong ten opzichte van voorgaande jaren (toen het tekort op 2,9% uitkwam) voornamelijk zijn oorsprong vindt in het niet langer toepassen van eenmalige maatregelen. Zonder die maatregelen zou het tekort in 2003 en 2004 ook reeds meer dan 5 procent hebben bedragen. Zowel de Commissie als het EFC verwelkomen dat Portugal niet langer eenmalige maatregelen inzet. De omvang van het tekort maakt strikte uitvoering in begrotingsjaar 2005 en daadkrachtige terugdringing in latere jaren noodzakelijk. Volgens het stabiliteitsprogramma van Portugal zal het tekort in 2008 beneden 3% komen. Koch-Weser geeft aan dat de deadline voor correctie van het tekort naar verwachting een punt van discussie in de EDP zal zijn, die onder andere tijdens de informele Ecofin zal worden besproken.

Buitensporig tekortprocedure Italië

De Raad neemt zonder noemenswaardige discussie de door de Europese Commissie en in het EFC voorbereide stappen in de buitensporig tekortprocedure aan. Het gaat om de vaststelling dat Italië een buitensporig tekort heeft (artikel 104.6 VEU) en de vaststelling van de aanbevelingen (104.7 VEU). Voorzitter Brown geeft aan dat het gaat om een zogenoemd politiek akkoord en dat er dus in formele zin nog geen besluit is. Dit komt omdat de buitensporig tekortprocedure conform het op 20 maart overeengekomen aangepaste Stabiliteitspact wordt gevoerd, terwijl de relevante verordeningen waarin het aangepaste Pact zijn weerslag vindt, eerst vorige week in het publicatieblad zijn gepubliceerd en daarom pas over enkele weken in werking treden. Brown legt uit dat gelet daarop de formele besluiten overeenkomstig artikel 104.6 en 104.7 eind juli in een andere Raadsformatie als A-punt zullen worden vastgesteld. Dat doet uiteraard niet af aan het feit dat de Ecofin in principe zijn akkoord heeft gegeven.

De Commissie en EFC-voorzitter Koch-Weser gaan in op het feit dat als gevolg van statistische correcties het Italiaanse tekort in 2003 en 2004 boven de 3%-grens van het Stabiliteits- en Groei Pact heeft gelegen. Daarnaast zal het tekort in 2005 naar verwachting circa 4,3% zijn. Commissaris Almunia en Koch-Weser geven aan dat Italië in 2006 en 2007 het structurele tekort moet terugbrengen met ten minste 1,6% teneinde in 2007 onder de 3% te komen. Nederland verwelkomt dat Italië nadrukkelijk het gebruik van eenmalige maatregelen heeft afgezworen. De Commissie en Koch-Weser beargumenteren dat op grond van het nieuwe pact de geconstateerde tekorten niet kleine of tijdelijke overschrijdingen van de 3 procentsgrens zijn. Ze geven aan dat Italië daarmee niet voldoet aan het tekortcriterium uit het Pact. Hetzelfde geldt voor het schuldcriterium (de schuld, die stijgende is, is met meer dan 100% BBP hoger dan de 60%-grens). Commissaris Almunia en Koch-Weser geven tevens aan dat relevante factoren niet in beschouwing worden betrokken conform de regels van het pact. Ze stellen dat, mochten deze wel zijn betrokken, ze niet verzachtend maar verzwarend werken.

Nederland geeft aan dat toepassing van het nieuwe pact bij Italië een test is en dat deze test goed verloopt. Nederland verwelkomt de wijze waarop Italië met de procedure omgaat.

Naar boven