21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 2146 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 10 november 2025.

De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 10 december 2025.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 11 december 2025 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2025

Hierbij bied ik u aan de conceptregeling, houdende wijziging van de Regeling nationale EZ-, LVVN- en KGG-subsidies (RNES), in verband met de verlenging van de subsidiemodules Eurostarsprojecten en Internationaal innoveren, die zijn opgenomen in respectievelijk titel 3.7 en 3.8 van de RNES.

Deze voorlegging geschiedt in het kader van de voorhangprocedure, bedoeld in artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Dit artikel noemt een termijn van 30 dagen en biedt uw Kamer de gelegenheid zich uit te spreken over de ontwerpregeling voordat deze gepubliceerd zal worden.

De vervaldatum van de subsidiemodules Eurostarsprojecten en Internationaal innoveren wordt verschoven naar 1 januari 2031. De subsidiemodules bevatten subsidie-instrumenten voor zogenaamde EUREKA-programma’s die mogelijk worden gemaakt door het EUREKA-netwerk. Het EUREKA-programma is een intergouvernementeel programma van 47 landen en de Europese Unie. De regelingen richten zich op excellente internationale samenwerking op het gebeid van onderzoek en innovatie (O&I).

In 2025 is de Nederlandse deelneming in EUREKA (via de subsidiemodules Eurostarsprojecten en Internationaal innoveren) geëvalueerd. Het onderzoek stelt dat de subsidiemodules doeltreffend en doelmatig zijn. De Eureka-instrumenten geven een positieve en effectieve impuls aan internationale O&I-samenwerking. In relatie tot andere steuninstrumenten hebben de Eureka-instrumenten een uniek karakter omdat ze zowel gericht zijn op O&I als op internationale samenwerking. Wel ligt er duidelijk ruimte voor verdere verbetering van het instrumentarium en het gebruik daarvan waardoor de doelmatigheid van het beleid verder kan worden verhoogd.

Er zal de komende tijd, bij de uitvoering van de instrumenten, verdere invulling worden gegeven aan de adviezen om de doelmatigheid te verhogen. Zo kan de Nationale Technologie Strategie (NTS) benut worden om verdere strategische keuzes te maken en het instrumentatrium langs deze lijnen te herijken.

De Minister van Economische Zaken, V.P.G. Karremans

Naar boven