21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 2071 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2024

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 7 en 8 oktober 2024 in Luxemburg.

De Minister van Financiën, E. Heinen

Verslag Eurogroep en Ecofinraad 7 en 8 oktober 2024

Eurogroep in inclusieve samenstelling

De agenda van de Eurogroep in inclusieve samenstelling is nog gewijzigd na verzending van de geannoteerde agenda1, waarbij het onderwerp «Internationaal dialoog met de Braziliaanse Minister van Financiën» is komen te vervallen. Daarom wordt in dit verslag niet op dit onderwerp ingegaan.

Digitale euro: stand van zaken

In de Eurogroep is van gedachten gewisseld over vervolgstappen in het onderhandelingsproces over wetsvoorstellen voor een mogelijke digitale euro, een elektronische vorm van publiek geld.

De president van de Europese Centrale Bank (ECB), Christine Lagarde, gaf een toelichting bij de voortgang. Zij schetste dat consumenten en bedrijven baat kunnen hebben bij een digitale euro, omdat het een digitaal betaalmiddel betreft dat in heel Europa beschikbaar kan worden. Ze schetste daarnaast de aandachtspunten van banken en betaaldienstverleners, zoals de kosten van de implementatie. De ECB doet verder onderzoek naar de aanhoudingslimieten: de maximale hoeveelheid digitale euro’s die burgers aan kunnen houden. Het doel van de ECB is om de uitkomsten hiervan in het voorjaar van 2025 te presenteren. Daarnaast wees de president van de ECB op het belang dat de bedrijfsmodellen van betaaldienstverleners zo goed mogelijk worden ondersteund en dat een digitale euro kosteneffectief is. President Lagarde lichtte tot slot toe dat de ontwikkeling van een digitale euro nog tijd en werk zal kosten. Daarbij is het van belang om niet achterop te raken bij andere wereldwijde initiatieven voor digitale valuta. De Europese Commissie benadrukte het belang van de digitale euro voor consumenten en concurrentievermogen. De Europese Commissie noemde daarnaast dat de digitale euro het huidige contante geld niet zal vervangen en dat de «offline» betaaltoepassing van een digitale euro voordelen kan bieden. Het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) stelde de waarde te zien van een digitale euro voor het versterken van de autonomie en veerkracht van de EU en voor het verminderen van de afhankelijkheid van buitenlandse partijen.

Nederland noemde in de discussie dat kwaliteit in het proces belangrijker is dan snelheid. Een digitale euro moet voldoen aan de juiste randvoorwaarden, zoals stevige privacy-waarborgen en een proportionele verdeling van kosten. Lidstaten vroegen verder aandacht voor voldoende aansluiting bij de private sector, het voldoende inzichtelijk maken van de voordelen van de munt voor consumenten, de bijdrage die de munt kan leveren aan concurrentievermogen, toepassingen voor zakelijk financieel verkeer en de gevolgen voor niet-eurolanden.

Naast de bespreking in de Eurogroep zijn onder het Hongaarse voorzitterschap ook de raadwerkgroepen over de digitale euro weer hervat. Hierbij hebben de lidstaten van gedachten gewisseld over het gebruik van de digitale euro buiten de Eurozone en over verschillende privacyaspecten van de digitale euro. Ook hier heeft Nederland gepleit voor stevige privacy-waarborgen.

Concurrentievermogen in de eurozone: discussie richting afronding van de werkstroom

Voorzitter van de Eurogroep Paschal Donohoe lichtte toe dat het Europese concurrentievermogen een prioriteit is voor komende jaren. Volgens de voorzitter is het cruciaal dat de Ministers van Financiën een bijdrage leveren en daarmee het debat vormgeven. Tijdens de volgende Eurogroep van 4 november a.s. zal wederom over het onderwerp gesproken worden. Vervolgens zal de Eurogroep naar verwachting met een verklaring komen waarin een reflectie staat van de discussies die in de Eurogroep over dit onderwerp zijn gevoerd.

De Europese Commissie bracht in dat het Europese concurrentievermogen een belangrijk thema zal zijn de komende jaren en dat het daarbij van belang is om prioriteiten te stellen. Ten eerste zou energie een aandachtsgebied moeten zijn. Er is sinds de Russische invasie veel ondernomen, maar een aantal voorstellen is nog niet uitgewerkt. Bovendien blijft de energieprijs in de EU hoog. Ten tweede kan worden gekeken naar versterking van de interne markt en vermindering van administratieve lasten. Het rapport van Letta2 biedt daartoe belangrijke aanknopingspunten. Ten derde kan worden gekeken naar hoe wordt omgegaan met industriebeleid en oneerlijke concurrentie. Daarnaast is het volgens de Europese Commissie van belang om meer privaat kapitaal te mobiliseren.

In de discussie benadrukte een groot deel van de lidstaten, waaronder Nederland, het belang van het versterken van de interne markt, waaronder de kapitaalmarktunie. Daarnaast onderstreepten meerdere lidstaten dat vermindering van regeldruk kan bijdragen aan het versterken van het concurrentievermogen. Verder benadrukten enkele lidstaten, waaronder Nederland, dat het van belang is dat lidstaten structurele hervormingen doorvoeren om productiviteitsgroei te bevorderen.

Kapitaalmarktunie – inventarisatie van de navolging van de overeengekomen initiatieven

De Eurogroep in inclusieve samenstelling (alle 27 EU-lidstaten) sprak wederom over de voortgang bij de ontwikkeling van de kapitaalmarktunie.

De president van de Europese Investeringsbank (EIB) Nadia Calviño lichtte toe hoe de EIB kan bijdragen aan het versterken van de kapitaalmarktunie. De EIB kan volgens haar een rol spelen in het verbeteren van financieringscondities voor het mkb, waaronder door het versterken van Europese groene en digitale obligatiemarkten en het toewerken naar standaardisatie, het dichten van de financieringskloof in de bedrijfs- en innovatiecyclus door het aanjagen van de markt voor durfkapitaal en het mobiliseren van grootschalige investeringen voor EU-prioriteiten via onder andere thematische fondsen.

Verschillende lidstaten benadrukten het belang van de EIB voor het verbeteren van het concurrentievermogen van de EU. Tegelijkertijd benadrukten meerdere landen, waaronder Nederland, het belang van verdere Europese acties ter versterking van de kapitaalmarktunie. Een paar lidstaten wezen hierbij op het verbeteren van de securitisatiemarkt, waarvoor mogelijk al in 2025 een voorstel door de Europese Commissie wordt gedaan.

Nederland bracht in dat het verdiepen en integreren van de kapitaalmarkten een topprioriteit blijft, en kan bijdragen aan het versterken van de concurrentiekracht en economische groei. Daarbij ligt wat Nederland betreft de nadruk op het wegnemen van barrières voor het bevorderen van grensoverschrijdende private investeringen. Nederland staat open voor een grotere rol van de EIB, op basis van reeds aanwezige middelen en daar waar het marktfalen tegengaat en het niet ten koste gaat van investeringen door private partijen.

Spanje deed een voorstel voor competitiveness labs, waarbij een kopgroep van minimaal drie lidstaten, met input van de Commissie, gezamenlijk een idee kan uitwerken en in kleine setting als pilot kan testen. Hiermee kan praktijkkennis worden opgedaan over bijvoorbeeld de benodigde randvoorwaarden. Zo kan mogelijk met meer snelheid dan via het reguliere Europese wetgevingsproces ontwikkeling van de kapitaalmarktunie worden bereikt. Enkele lidstaten verwelkomden dit voorstel, waarbij zij benadrukten dat verdere uitwerking nodig is om het voorstel goed te begrijpen. Nederland toonde zich eveneens bereid tot verdere verkenning van dit idee.

Voorbereiding van de Eurotop in oktober

De Eurogroep sprak kort over de voorbereiding van een mogelijke Eurotop en marge van de vergadering van de Europese Raad op 17 en 18 oktober. De Eurogroepvoorzitter lichtte toe dat mogelijke onderwerpen zijn: concurrentievermogen, de kapitaalmarktunie en de implementatie van het herziene Europese begrotingsraamwerk. Inmiddels is bekend geworden dat de Eurotop geen doorgang heeft gevonden.

Eurogroep in reguliere samenstelling

Voorbereiding van de internationale overleggen, inclusief ontwikkeling van de wisselkoersen

De Eurogroep wisselde van gedachten over de voorbereiding van de jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank. De Raad heeft ingestemd met de EU Terms of Reference voor de G20 Finance Ministers’ and Central Bank Governors» (FMCBG) en de EU-verklaring voor de International Monetary and Financial Committee (IMFC). Het voorzitterschap en de Commissie informeerde de Ministers over de belangrijkste resultaten van de bijeenkomst van de Ministers van Financiën en de gouverneurs van de centrale banken van de G20, die plaatsvond op 25 en 26 juli 2024.

Verder stond de Eurogroep stil bij de ontwikkeling van de wisselkoersen. De ECB lichtte toe dat de wisselkoers van de euro al enige tijd stabiel is. De Yen heeft wel schommelingen meegemaakt na een periode van onderwaardering, observeerde de ECB.

Tot slot stelde de ECB geen (juridische) bezwaren te hebben bij het IMF-voorstel om een deel van de IMF-reserves via een tijdelijke aparte rekening uiteindelijk door te laten vloeien naar de subsidierekening van de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT) van het IMF. De PRGT biedt concessionele financiering aan lage-inkomenslanden met betalingsbalansproblemen. Deze PRGT-leningen worden verstrekt tegen een concessionele rente, zodat de rentelasten beheersbaar blijven en de schuldhoudbaarheid van kwetsbare landen niet onnodig verslechtert. De concessionele rente wordt gefinancierd door landen rentesubsidies te verlenen uit de PRGT-subsidierekening. Door de gestegen rentes en hoge vraag naar PRGT-leningen was de afgelopen jaren een financieringsgat ontstaan op de PRGT-subsidierekening. Nederland steunt de herziening van de PRGT, zodat het IMF in staat blijft deze landen te steunen met financiering en hervormingen. Nederland heeft daarom in de herziening ingezet op het herstellen van het zelfvoorzienend financieringsmodel van de PRGT en voldoende middelen om te voldoen aan de vraag van lage-inkomenslanden.

Ecofinraad

Economisch herstel in Europa: herstel- en veerkrachtfaciliteit

De Europese Commissie heeft een toelichting gegeven op de stand van zaken ten aanzien van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Tot op heden is er € 267 miljard uitgekeerd, wat neerkomt op al ruim 41% van het totale toegezegde bedrag. De Raad stemde verder in met de aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen (HVP) van Litouwen en Portugal. Een toelichting bij de aanpassing van deze uitvoeringsbesluiten is te vinden in de geannoteerde agenda van deze Ecofinraad.3

Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne

De Ecofinraad besprak de economische en financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne en de Europese steunmaatregelen aan Oekraïne. De Commissie en het voorzitterschap gaven een toelichting bij de economische en budgettaire situatie in Oekraïne, waaronder over de uitvoering van de Oekraïnefaciliteit en de voortgang van de uitvoering van de G7-overeenkomst over een lening van ca. 50 miljard dollar aan Oekraïne.

Op 20 september presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor het organiseren van het aandeel van de EU in het G7-akkoord. In dit voorstel stelde de Commissie het EU-aandeel van de leningen te verstrekken via macro-financiële bijstand met een hoogte tot ca. EUR 35 mld. voor de periode 2024–2027. De lening moet worden gedekt en terugbetaald met toekomstige buitengewone inkomsten van bevroren tegoeden van Russische Centrale Bank die ter beschikking worden gesteld aan de EU. In de Ecofinraad uitten lidstaten, waaronder Nederland, brede steun voor het voorstel van de Europese Commissie voor het organiseren van het aandeel van de EU in het G7-akkoord door middel van macro-financiële bijstand. Daarnaast riepen lidstaten op tot snelle voortgang met het pakket, om de leningen nog in 2024 aan Oekraïne beschikbaar te stellen met een eerste verstrekking in 2025. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten daarnaast het belang van eenheid binnen de G7 en de EU.

Op 9 oktober jl. is het voorstel in het Comité van Permanent Vertegenwoordigers formeel bekrachtigd. Met het oog op een snelle goedkeuring, hebben de lidstaten afgesproken dat als het Europees Parlement het voorstel van de Commissie zonder wijzigingen aanneemt, de Raad eveneens zonder aanpassingen zal instemmen met de tekst.

Europees Semester 2024: geleerde lessen

Het Europees Semester is het jaarlijkse proces waarin EU-lidstaten hun economisch beleid, arbeidsmarkten en begrotingsbeleid coördineren.4 De Europese Commissie gaf een toelichting bij de geleerde lessen uit het verloop van het Europees Semester van 2024. De Commissie gaf daarbij aan dat het van belang is dat de landspecifieke aanbevelingen goed aansluiten bij de meerjarige benadering van het herziene Europese begrotingsraamwerk. Verder gaf de Commissie aan dat er het afgelopen jaar speciale aandacht in het Europees Semester was voor het versterken van het concurrentievermogen van de lidstaten en de EU.

Voorbereiding van de internationale overleggen

De Ecofinraad stemde in met de Terms of Reference van de EU en de IMFC-verklaring met het oog op de bijeenkomst van de G20-Ministers van Financiën en gouverneurs van centrale banken op 23–24 oktober 2024 en de jaarlijkse bijeenkomst van het IMF. Het voorzitterschap en de Commissie informeerden de Ministers over de belangrijkste resultaten van de bijeenkomst van de G20-Ministers van Financiën en gouverneurs van centrale banken die plaatsvond op 25–26 juli 2024.

De ECB noemde wederom (in lijn met de bijdrage in de Eurogroep) dat zij het voorstel kan steunen om het subsidiegat in het Poverty Reduction and Growth Trust van het IMF te vullen door middel van interne middelen van het IMF.

Raadsconclusies over klimaatfinanciering voor de conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering

De Raad heeft conclusies5 goedgekeurd met de EU-inzet ten aanzien van klimaatfinanciering voor de klimaattop in Bakoe, Azerbeidzjan, van 11 tot 22 november 2024 (COP29). In de Raadsconclusies wordt benadrukt dat de EU constructief deelneemt aan onderhandelingen over een nieuwe langetermijndoelstelling voor klimaatfinanciering (Net Collective Quantified Goal; NCQG). De conclusies spreken steun uit voor een doelstelling waarin alle financieringsbronnen – nationaal en internationaal, publiek en privaat – complementair zijn en elkaar ondersteunen.

Nederland kan zich goed vinden in de inzet zoals geschetst in de Raadsconclusies en heeft er mee ingestemd. De inzet is in lijn met de kabinetsbrede inzet voor de COP29 zoals vastgelegd in de Kamerbrief over de Milieuraad van 14 oktober.

Conclusies van de herziening van de Europese lijst van niet-coöperatieve jurisdicties voor belastingdoeleinden

De herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties is als hamerpunt aangenomen.6 Deze herziening is opgesteld door de Gedragscodegroep die beoordeelt of landen buiten de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die daar niet aan voldoen komen te staan op de Europese lijst van non-coöperatieve jurisdicties (EU fiscaal zwarte lijst). Daarnaast is er ook een grijze lijst van landen die niet voldoen aan de standaard maar die op hoog politiek niveau hebben toegezegd om binnen een bepaalde periode alsnog aan de standaard te voldoen. De lijst wordt periodiek herzien, doorgaans tijdens de Ecofinraad-vergaderingen van februari en oktober.

De Ecofinraad besloot om Antigua en Barbuda van de EU fiscaal zwarte lijst af te halen. In oktober 2023 werd Antigua en Barbuda, na een negatieve beoordeling van het Global Forum7 van de OESO in verband met de uitwisseling van inlichtingen op verzoek, op de EU fiscaal zwarte lijst geplaatst. Naar aanleiding van wijzigingen van de nationale wet en regelgeving in dat land heeft het Global Forum een aanvullende evaluatie toegezegd. In afwachting van de uitkomst van die evaluatie is Antigua en Barbuda verplaatst naar de EU fiscaal grijze lijst.

De nieuwe EU fiscaal zwarte lijst bestaat uit 11 landen, namelijk de Amerikaanse Maagdeneilanden, Amerikaans Samoa, Anguilla, Fiji, Guam, Palau, Panama, Rusland, Samoa, Trinidad & Tobago, en Vanuatu.

De landen op de EU fiscale grijze lijst hebben toegezegd om binnen een overzichtelijke termijn alsnog te voldoen aan de fiscale standaard. Als dat niet lukt, dan worden de landen op de EU fiscaal zwarte lijst gezet. Curaçao staat op deze grijze lijst omdat het niet volledig kon voldoen aan de norm voor de automatische uitwisseling van informatie. Curaçao heeft op hoog politiek niveau toegezegd dat uiterlijk in het najaar 2024 alsnog zal worden voldaan aan de genoemde standaard. Het Global Forum zal begin november in het jaarlijkse rapport de beoordeling van, onder andere, Curaçao vermelden. Deze beoordeling zal tijdens de volgende aanpassing, de Ecofinraad van februari 2025 van de lijsten, meegenomen worden. Meer informatie over de EU fiscale lijst is te vinden op de website van de Raad van de Europese Unie.8

Bevordering van internationale samenwerking op belastinggebied bij de Verenigde Naties: standpunt van de Europese Unie en haar lidstaten

De Ecofinraad stemde in met de gezamenlijke positie van de EU en de lidstaten over de bevordering van internationale samenwerking op belastinggebied, in aanloop naar de 79ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Nadere informatie over deze positie is te vinden in de geannoteerde agenda van deze Ecofinraad.9

Stand van zaken implementatie regelgeving financiële diensten

Het voorzitterschap van de Raad en de Europese Commissie hebben de Ecofinraad geïnformeerd over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten.10

Naar boven