21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 2046 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2024

Op 5 juni 2024 vond een extra vergadering plaats van de Eurogroep in inclusief format, via videoverbinding. Via deze brief doe ik u hier verslag van. Tijdens de Eurogroep vond een bespreking plaats over aanvullende mogelijkheden om de buitengewone rente-inkomsten over Russische Centrale Banktegoeden in te zetten voor steun aan Oekraïne. Er lag geen besluitvorming voor. De bijeenkomst betrof een informele gedachtewisseling waarbij het doel was om enerzijds lidstaten op de hoogte te brengen van de stand van zaken en anderzijds een beeld te krijgen van de eerste opvattingen.

De voorzitter van de Eurogroep, leden van de G7 en de Europese Commissie gaven tijdens de Eurogroep een update van de recente bespreking van de Ministers van Financiën van de G7. In internationaal verband wordt nagedacht over mogelijkheden om een lening aan Oekraïne te faciliteren, waarbij toekomstige rente-inkomsten van geïmmobiliseerde Russische Centrale Banktegoeden als onderpand worden gebruikt of worden gebruikt om de lening terug te betalen. Deze lening zou op relatief korte termijn een groot bedrag aan financiering beschikbaar kunnen stellen voor Oekraïne. Mogelijk moet voor deze financiering een garantie worden afgegeven door de EU, bijvoorbeeld binnen de zogeheten headroom1 van het Eigenmiddelenbesluit voor de EU-begroting, zoals eerder is gedaan bij de Oekraïne-faciliteit en MFA+. De bespreking volgt op het akkoord dat op 21 mei jl. is bereikt over het voorstel van de Europese Commissie om de buitengewone inkomsten uit de geïmmobiliseerde tegoeden van de Russische Centrale Bank, die worden aangehouden door Europese centrale effectenbewaarinstellingen (CSD’s), jaarlijks ten goede te laten komen aan Oekraïne. Volgens huidige inschatting zal hiermee circa drie miljard euro per jaar beschikbaar zijn voor steun aan Oekraïne, waarbij de precieze inkomsten afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de rentestanden. Hierover is de Kamer geïnformeerd in het verslag van de Raad Algemene Zaken.2

Tijdens de Eurogroep gaf de Europese Commissie de noodzaak aan van blijvende en langdurige steun aan Oekraïne, gezien de financieringsnoden. Bijna alle lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten deze noodzaak. Ook gaf een ruime meerderheid van de lidstaten aan het verder uitwerken van mogelijkheden te steunen. Daarbij werd het belang benadrukt van het samen optrekken met G7-partners. Tegelijkertijd hadden meerdere lidstaten nog vragen over de precieze uitwerking van verschillende mogelijkheden, in het bijzonder over de eventuele risico’s en de juridische aspecten. Nederland bracht in dat de financieringsuitdaging van Oekraïne groot is en dat steun aan Oekraïne noodzakelijk blijft. Nederland gaf verder aan voortgang op uitwerking van de mogelijkheden te verwelkomen en het daarbij van belang te vinden dat dit goed wordt doordacht en de nodige zorgvuldigheid wordt betracht.

Ter conclusie gaf de voorzitter van de Eurogroep aan dat er in de vergadering brede steun was voor het verder verkennen van mogelijke opties, dat daarbij wordt opgetrokken met de G7 en dat aanvullend werk nodig is om details van mogelijke opties uit te werken. Naar verwachting zal tijdens de G7-top in Apulia, Italië (13-14 juni) het onderwerp opnieuw worden besproken. Hier zal waarschijnlijk over worden teruggekoppeld in de Eurogroep of Ecofinraad van respectievelijk 20 en 21 juni aanstaande. U wordt hierover verder geïnformeerd via het reguliere verslag van de Eurogroep en Ecofinraad.

De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg

X Noot
1

Dit betreft de budgettaire ruimte tussen het uitgavenplafond van de EU-begroting zoals vastgelegd in het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het Eigenmiddelenplafond zoals vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit (EMB). Dit EMB-plafond maximeert het financiële beroep dat de Unie mag doen op lidstaten en ligt hoger dan het MFK-plafond. Deze marge, oftewel de headroom, dient als zekerheid voor de markt dat de Unie kan voldoen aan de aflossings- en renteverplichtingen op leningen die zij aangaat.

Naar boven