21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 2011 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2024

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de vergaderingen van de Eurogroep en Ecofinraad van 11 en 12 maart a.s. In aanvulling op de geannoteerde agenda ontvangt u ook de lange termijn visie van het kabinet voor de versterking van de kapitaalmarktunie. Dit document vormt de basis voor de inzet bij de verklaring van de Eurogroep over dit onderwerp.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

Daarnaast heeft uw Kamer op 12 januari 2024 van mijn voorganger, Minister Jetten, de beantwoording van het schriftelijk overleg over de vergaderingen van de Eurogroep en Ecofinraad op 15 en 16 januari ontvangen.1 Bij deze ontvangt u als nazending de onderliggende beslisnota.

De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 11 en 12 maart 2024

Eurogroep

Macro-economische ontwikkelingen en begrotingsbeleid in de eurozone 2025

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling en (mogelijk) aanname verklaring

Besluitvormingsprocedure: indien een verklaring wordt aangenomen zal dit per consensus zijn

Toelichting:

De Eurogroep zal van gedachten wisselen over het geaggregeerde begrotingsbeleid, de zogenaamde fiscal stance, in de eurozone. Vanwege de overgang naar het nieuwe Stabiliteits- en Groeipact zal er dit jaar geen analyse van de Commissie van de stabiliteits- en convergentieprogramma’s van lidstaten plaatsvinden. Wel zal de Commissie, net als vorig jaar, in het lentepakket van het Europees Semester land-specifieke aanbevelingen voor het begrotingsbeleid doen. Deze aanbevelingen functioneren als brug naar de volledige implementatie van het Stabiliteits- en groeipact. Naar verwachting zullen lidstaten in september 2024 hun nationaal begrotingsplan moeten indienen en zal het plan vanaf 2025 in werking treden.

Nederland is van mening dat de begrotingspositie (fiscal stance) voor de eurozone een nuttig concept is om zicht te houden op de budgettaire en economische ontwikkelingen in de eurozone als geheel. Nederland is vooralsnog echter niet overtuigd van het nut om dit concept ook te gebruiken om sturing te geven aan het nationale begrotingsbeleid van de eurozonelidstaten. Het kan immers leiden tot procyclisch begrotingsbeleid in landen met lage en middelhoge schulden, waarbij deze hun economie in goede tijden onnodig stimuleren en bijdragen aan oververhitting van hun economie. Nederland kan indien opportuun het belang van prudent begrotingsbeleid benadrukken. In het verlengde hiervan kan Nederland steun uitspreken voor het openen van buitensporigtekortprocedures dit voorjaar. Mogelijk zal de Eurogroep, net als vorig jaar, een gezamenlijke verklaring aannemen over de oriëntatie van het begrotingsbeleid voor het komende jaar. De inhoud van een dergelijke verklaring is op dit moment nog niet bekend. Gezien nog steeds hoge inflatie en begrotingstekorten in lidstaten zal Nederland zich inzetten voor het opnemen van het belang van prudent begrotingsbeleid in de gezamenlijke verklaring.

Eurogroep (in inclusieve samenstelling)

Toekomst van Europese financiële en kapitaalmarkten

Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder vermelding van «capital markets union».

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep in inclusieve samenstelling zal spreken over de toekomst en de ontwikkeling van de Europese kapitaalmarkten. Daarbij zal ter bespreking een strategische visie van de Eurogroep voorliggen met daarin prioriteiten om de kapitaalmarktunie verder te ontwikkelen. Deze strategische visie kan als input dienen voor de (nieuwe) Europese Commissie. In de afgelopen maanden heeft de Eurogroep conform haar werkprogramma de uitdagingen ten aanzien van de verdieping en integratie van Europese kapitaalmarkten verkend. Hieruit volgt een gedeeld beeld van internationale instellingen, lidstaten en experts dat de knelpunten voor de financiering van de transitie naar een duurzame en digitale economie urgent aangepakt moeten worden.

Het kabinet is van mening dat verdere versterking van de kapitaalmarktunie cruciaal is voor het wegnemen van barrières tot het vrije verkeer van kapitaal in de EU. Een goed functionerende, diepe en geïntegreerde Europese kapitaalmarkt is essentieel voor de benodigde investeringen in duurzaamheid, digitalisering en (economische) veiligheid. Ook bieden efficiënte en toegankelijke kapitaalmarkten burgers en investeerders goede opties voor vermogensopbouw. Bovendien draagt een veerkrachtige kapitaalmarkt bij aan economische en financiële stabiliteit in de Europese Monetaire Unie. Er is al veel werk verzet in de afgelopen jaren, maar de doelstellingen van een daadwerkelijke kapitaalmarktunie zijn nog niet bereikt. Daarvoor is betere aanwending van het beschikbare kapitaal en de aanpak van structurele barrières tot integratie nodig. Deze doelstellingen en aanbevelingen voor verschillende maatregelen die daartoe verkend en genomen kunnen worden, heeft het kabinet in een document uiteengezet dat bij de geannoteerde agenda is gevoegd. Dit document beschrijft de lange termijn visie van Nederland voor de ontwikkeling van de kapitaalmarktunie. Het vormt de basis voor de EU-inzet van het kabinet. De Eurogroep kan wat het kabinet betreft een rol spelen bij de verdere versterking van de kapitaalmarktunie door hiervoor een gezamenlijke visie te ontwikkelen.

Nederland kan tijdens deze bespreking steun uitspreken voor een verklaring van de Eurogroep met een strategische visie op de toekomst van de Europese kapitaalmarkten en maatregelen waarmee stappen gezet worden in lijn met de lange termijn visie van Nederland. Uit deze verklaring dient wat Nederland betreft het belang te spreken van urgentie bij de versterking van die markten. De kapitaalmarkten zijn volgens het kabinet van belang voor de financiering van Europese bedrijven, de transitie naar een duurzame en digitale economie, en een veerkrachtig en veilig Europa. Nederland kan hierbij uitspreken dat in de visie en prioriteiten met name aandacht moet zijn voor structurele barrières die politiek gevoeliger liggen en waarop voortgang in de afgelopen jaren ingewikkelder blijkt. Bijvoorbeeld ten aanzien van de versterking van het Europese toezicht of de barrières door verschillen in nationale juridische en fiscale kaders, evenals de wijze waarop geleidelijk voortgang geboekt kan worden. Nederland kan tevens benadrukken dat deze visie moet oproepen tot een combinatie van maatregelen op zowel Europees als nationaal niveau, om kapitaal aan te wenden voor diepe, liquide markten en om barrières tot verdere integratie weg te nemen voor efficiënte allocatie van kapitaal.

Voorbereiding Eurotop in maart

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

En marge van de Europese Raad van 21 en 22 maart staat een Eurotop gepland. Tijdens deze Eurotop zullen de regeringsleiders zoals gebruikelijk de economische situatie bespreken en van gedachten wisselen over het economisch bestuur en de beleidscoördinatie van de EU. Daarbij zal de voorzitter van de Eurogroep bij deze Eurotop de Europese Raad informeren over de voortgang op een aantal dossiers, in het bijzonder de lopende werkzaamheden van de Eurogroep over de toekomst van de Europese financiële en kapitaalmarkten en over de gesprekken over de mogelijke introductie van een digitale euro. In de Eurogroep van 11 maart zal de voorzitter van de Eurogroep aangeven op welke wijze hij de Europese Raad wil informeren over deze dossiers. Nederland kan de toelichting aanhoren.

Ecofinraad

Sociale investeringen en hervormingen voor veerkrachtige economieën

Document: n.v.t.

Aard bespreking: oriënterend debat met de Ministers verantwoordelijk voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Doel Raadsbehandeling

Het Belgisch Voorzitterschap organiseert een beleidsdebat over de rol van sociale investeringen voor veerkrachtige economieën. Het betreft een gezamenlijke gedachtewisseling met Ecofinraad, waar zowel Ministers van Financiën als Ministers verantwoordelijk voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken bij aanwezig zullen zijn. Naar verwachting beoogt het Voorzitterschap dat leden van beide Raden zich uitspreken over de rol die sociale investeringen kunnen hebben bij het versterken van de productiviteit, het concurrentievermogen en economische groei, en daarmee op termijn op houdbare overheidsfinanciën. Aan de hand van deze discussie gaat het voorzitterschap mogelijk werken aan Raadsconclusies over dit onderwerp, met de ambitie om dit aan te nemen tijdens de Ecofinraad en de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSBVC) van juni.

Inhoud/achtergrond/tijdpad onderhandelingen

Het vorige Spaanse Voorzitterschap en het huidige Belgische Voorzitterschap zijn in september 2023 een gezamenlijk traject gestart over het belang van sociale investeringen. Het Belgisch Voorzitterschap wil naar verwachting goede voorbeelden identificeren van hervormingen en investeringen in het sociale domein die aantoonbaar bijdragen aan de genoemde doelen. Om dit te bereiken werkt het Voorzitterschap aan een rapport dat verwijst naar activerend arbeidsmarktbeleid, bijscholing en goede kinderopvangvoorzieningen die effectief zijn gebleken in het verhogen van de productiviteit en de participatie, en daarmee op termijn kunnen bijdragen aan de schuldhoudbaarheid.

Structurele hervormingen en investeringen spelen breder een rol in de herziening van de Europese begrotingsregels. Specifiek kunnen lidstaten meer tijd krijgen voor hun begrotingsopgave wanneer zij een set hervormingen en investeringen doorvoeren die bijdraagt aan schuldhoudbaarheid, economische groei, de landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester en EU-prioriteiten zoals de Europese pijler voor sociale rechten en de groene en digitale transities.

Inzet Nederland

Het kabinet onderschrijft dat ambitieuze sociale investeringen kunnen bijdragen aan economische groei, hogere productiviteit en een versterking van het concurrentievermogen, die vervolgens bijdragen aan opwaartse sociaaleconomische convergentie, verbeterde schuldhoudbaarheid en maatschappelijke cohesie. Dit zijn elementen die duidelijk opgenomen zijn in de opinie van het Werkgelegenheidscomité (EMCO) en het Sociale Beschermingscomité (SPC) die door de WSBVC van november 2023 is aangenomen.2

Het kabinet erkent dat het nader definiëren van sociale investeringen nuttig kan zijn. In dat kader acht het kabinet het van meerwaarde om het effect van sociale investeringen op schuldhoudbaarheid, productiviteit, inclusieve economische groei en het concurrentievermogen in kaart te brengen en goede voorbeelden uit te wisselen.

De inzet van de Minister van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens het debat zal gericht zijn op het constructief delen, leren en kennis opdoen van goede voorbeelden van effectieve sociale investeringen en hun uitwerking op de productiviteit, concurrentievermogen en economische groei die aantoonbaar bijdragen aan de genoemde doelen, waarbij het kabinet in het bijzonder meerwaarde ziet in activerende arbeidsmarktmaatregelen, om-, her- en bijscholingsmaatregelen en kinderopvangvoorzieningen. Daarbij zal het kabinet kritisch kijken naar een kwantitatieve onderbouwing ten aanzien van het mogelijke effect van sociale investeringen op de schuldhoudbaarheid en de begrotingsopgave van lidstaten.

Implementatie van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (HVF). Naar verwachting zal de Commissie een update geven over de implementatie. Nederland kan de update aanhoren.

De Europese Commissie heeft 21 februari de tussentijdse evaluatie van de HVF gepubliceerd waarin wordt stilgestaan in hoeverre de doelen van de HVF worden bereikt.3 De Ecofinraad zal naar verwachting in april van gedachte wisselen over de uitkomsten van de tussentijdse evaluatie.

Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Ecofinraad heeft al vaker van gedachten gewisseld over de economische en financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne en over Europese steunmaatregelen aan Oekraïne. De aanhoudende oorlog blijft in toenemende mate zijn tol eisen van de Oekraïense samenleving en economie. De behoeften blijven onverminderd groot, onder meer op het gebied van humanitaire hulp, watervoorziening, gezondheidszorg en herstel van infrastructuur. De financiële steun aan Oekraïne is in 2022 en 2023 verstrekt via de EU-begroting en Macro Financiële Bijstand (MFB). In 2023 is er in totaal EUR 18 miljard beschikbaar gesteld voor MFB.

De Russische invasie heeft in Oekraïne grote financiële noden gecreëerd: De Oekraïense overheidsuitgaven zijn gestegen, de belastinginkomsten zijn gedaald en het land heeft geen toegang meer tot internationale kapitaalmarkten. In de meest recente raming schat de Wereldbank (in samenwerking met de Europese Commissie, de Verenigde Naties en Oekraïense autoriteiten) de totale herstel- en wederopbouwnoden op USD 486 miljard voor de komende tien jaar.4 Het resulterend extern financieringstekort wordt door het IMF op USD 121,7 miljard geraamd over de periode van 2023 tot 2027.5 De EU-Oekraïne-faciliteit van EUR 50 miljard voor de periode 2024–20276, 7 en het IMF programma zijn belangrijke onderdelen van de internationale inzet om deze tekorten en noden (deels) te dekken. Kabinetsbeleid is dat Nederland haar «fair share» bijdraagt aan de internationale steuninzet – zowel bilateraal als via de EU en overige multilaterale kanalen – en wij moedigen andere landen aan om dit ook te doen.

De Commissie en internationale financiële instellingen zullen naar verwachting in de Ecofinraad een update geven over de situatie in Oekraïne, het nieuwe dertiende sanctiepakket tegen Rusland dat door de EU is aangenomen, en de (financieel-economische) ontwikkelingen in de EU inclusief de ontwikkelingen op de energiemarkt. Op 23 februari jl. heeft de EU het dertiende Europese sanctiepakket tegen Rusland gepubliceerd. Het pakket bevat met name toevoegingen van personen en instellingen aan de sanctielijsten. Dit pakket leidt niet tot nieuwe regels voor de financiële sector en heeft daarom minder relevantie voor de Ecofinraad. Ook zal de Ecofinraad waarschijnlijk een update krijgen over de voortgang van de implementatie van de Oekraïne-faciliteit Nederland zal hierbij pleiten voor een spoedige uitkering van middelen. Het kabinet zal het belang van sancties uitdragen en zich blijven inzetten voor steun aan Oekraïne op het gebied van humanitaire noden, het eerste herstel en uiteindelijk ook bij wederopbouw.

Terugkoppeling G20-vergadering van Ministers van Financiën en Presidenten van Centrale Banken

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (de Raad) en de Commissie zullen aan de Eurogroep en Ecofinraad een terugkoppeling geven over de eerste G20-bijeenkomst voor Ministers van financiën en presidenten van centrale banken (FMCBG) onder het Braziliaanse G20-voorzitterschap, van 28–29 februari in Sao Paolo. Naar verwachting gaat de G20-vergadering grotendeels over de rol van internationale financiële instellingen (IFI’s) bij i) het bestrijden van honger, armoede en ongelijkheid en ii) duurzame ontwikkeling; twee van de prioriteiten van het Braziliaanse G20-voorzitterschap. De derde prioriteit van het Braziliaanse voorzitterschap is het hervormen van het bestuur van multilaterale organisaties, waarbij de FMCBG zich specifiek zal richten op mogelijke hervormingen bij IFI’s.

Nederland heeft van G20-voorzitter Brazilië geen volledige uitnodiging ontvangen voor deelname aan de G20 en bekijkt nu de mogelijkheden voor deelname aan een aantal specifieke G20-bijeenkomsten en werkgroepen. Uw Kamer wordt hier in een separate brief over geïnformeerd.

Decharge Europese jaarbegroting 2022

Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Council recommendation on the discharge to be given to the Commission in respect of the implementation of the general budget of the European Union for the financial year 2022»

Aard bespreking: gedachtewisseling en aanname Raadsaanbeveling

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Ministers zullen van gedachten wisselen en stemmen over de aanname van de Raadsaanbeveling aan het Europees Parlement voor het verlenen van decharge aan de Europese Commissie over de uitvoering van de Europese begroting 2022.

De Europese Rekenkamer (ERK) schat het foutenpercentage bij de uitgaven over 2022 op 4,2%, dit was in 2021 3,0%.8 De tolerantiegrens ligt op 2,0%. Met name de uitgaven in het kader van vergoedingen op basis van declaraties (ten opzichte van bijvoorbeeld het toekennen van subsidies) kennen een relatief hoog foutenpercentage van 6,0%. Nederland acht het zorgelijk dat nog steeds teveel fouten worden gemaakt in de rechtmatigheid van de uitgaven van de EU-begroting. Positief is de constatering dat er wederom geen onjuistheden zijn opgemerkt ten aanzien van de ontvangsten.

Nederland hecht veel waarde aan de belangrijke en onafhankelijke rol van de ERK als externe auditor van de EU. Het werk van de ERK draagt bij aan de verantwoording, de transparantie en het financieel beheer van de EU en kan zo het vertrouwen van de burgers in de EU vergroten. Nederland vindt dan ook dat het oordeel van de ERK bij het opstellen van het dechargeadvies van de Raad aan het Europees Parlement zwaar mee zou moeten wegen. Om die reden heeft Nederland sinds 2007 tegen de aanname van een positief dechargeadvies gestemd of, in de jaren dat een duidelijke verbetering zichtbaar was in het foutenpercentage van de EU-uitgaven, zich onthouden van stemming. De Raadsaanbeveling reflecteerde volgens Nederland in het verleden doorgaans onvoldoende het oordeel van de ERK.

Nederland heeft zich de afgelopen periode tijdens de besprekingen in de Raad actief ingezet bij het opstellen van de Raadsaanbeveling voor decharge. De aanbevelingen doen volgens Nederland echter onvoldoende recht aan het afkeurende oordeel van de ERK en geven onvoldoende aanknooppunten voor oplossingen om het foutenpercentage te verbeteren.

Overigens hebben verschillende lidstaten, en ook de Europese Commissie zelf, een andere visie dan de ERK over de methode voor het berekenen van het foutenpercentage. De Commissie hanteert een andere methode dan de ERK, waarbij het foutenpercentage wel binnen de materialiteitsgrens valt. Volgens de ERK is bij de methode van de Commissie echter sprake van een onderschatting van het foutenpercentage. Nederland volgt de lezing van de ERK.

Op basis van het voorgaande is er volgens Nederland onvoldoende basis om in te stemmen met de voorliggende Raadsaanbeveling met een positief dechargeadvies aan het Europees Parlement. Het kabinet is dus voornemens om – net als in eerdere jaren – tegen de aanname van deze positieve

Raadsaanbeveling voor decharge te stemmen. Dit jaar is de verwachting dat naast Nederland ook een aantal andere landen tegen het positieve dechargeadvies zullen stemmen. Naar verwachting zal echter een gekwalificeerde meerderheid van de Raad voor het aannemen van een positief dechargeadvies aan het Europees Parlement stemmen. De verwachting is dat een Nederlandse tegenstem de aanname van de Raadsaanbevelingen dus niet zal tegenhouden.

Nederland zal – samen met enkele andere kritische lidstaten – een stemverklaring afgeven waarin de belangrijke en onafhankelijke rol van de Europese Rekenkamer als externe auditor van de EU wordt benadrukt.

Begrotingsrichtsnoer voor Europese begroting 2025

Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Council conclusions on the Budget guidelines for 2025».

Aard bespreking: goedkeuring

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting:

De Raad geeft de Europese Commissie via het begrotingsrichtsnoer sturing bij het opstellen van de Europese (concept)begroting voor 2025. Het richtsnoer is niet juridisch bindend. Besluitvorming in de Raad vindt plaats op basis van consensus. Er is geen rol voor het Europees Parlement. Over de EU-begroting voor 2025 besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid en het Europees Parlement met gewone meerderheid.

In het richtsnoer wordt allereerst het belang van een prudente begroting benadrukt, waarbij tegelijkertijd wordt aangegeven dat er voldoende middelen beschikbaar dienen te zijn om de prioriteiten in de EU te ondersteunen. Daarnaast benadrukt de Raad in het richtsnoer, net als voorgaande jaren, het belang van budgettaire discipline in de EU: de plafonds van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) moeten gerespecteerd worden en er dienen voldoende marges onder de plafonds te resteren om te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden gedurende het jaar. Verder wordt het belang genoemd van betrouwbare en precieze ramingen om de voorspelbaarheid van de afdrachten van lidstaten aan de EU te vergroten. Tevens roept de Raad alle EU-instellingen op om zich te houden aan de afspraken omtrent personeelsformatie en het verlagen van de administratieve uitgaven.

Ook gaan de Raadsconclusies in op EU-steun aan Oekraïne. Er wordt aangegeven dat de EU, samen met haar partners Oekraïne zal steunen zolang als nodig blijkt. Daarnaast worden de conclusies van de Europese Raad van 1 februari jl. aangehaald, onder meer waar deze conclusies aangeven dat de uitgaven aan het EURI instrument (dat de opgelopen rentekosten voor de leningen van het Next Generation EU programma moet dekken) voor circa 50% worden gedekt uit ruimte in de begroting, herprioriteringen en het gebruik van de (niet-thematische) speciale instrumenten.

Nederland is voornemens om in te stemmen met dit begrotingsrichtsnoer van de Raad aan de Commissie. Deze geeft een gebalanceerd beeld van de prioriteiten van de Raad ten aanzien van de Europese begroting voor 2025 en neemt de conclusies van de Europese Raad met betrekking tot de herziening van het Meerjarig Financieel Kader (mid-term review) in voldoende mate mee. Er wordt geen discussie in de Raad verwacht. De Commissie neemt het richtsnoer mee in het voorstel voor de begroting van 2025, dat naar verwachting in juni 2024 verschijnt.

Naar boven