21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1388 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 augustus 2016

Op 7 juli heeft de Europese Commissie op basis van artikel 126(8) van het EU-Werkingsverdrag een aanbeveling aan de Raad gedaan om ineffectieve actie in het kader van de buitensporigtekortprocedure voor zowel Spanje als Portugal vast te stellen. Portugal heeft de deadline van 2015 om het buitensporig tekort te beëindigen niet behaald. Spanje heeft de tussenliggende begrotingsdoelstellingen voor 2015 niet behaald en de verwachting is dat het de deadline van 2016 niet zal behalen. De Ecofinraad van 12 juli heeft formeel ineffectieve actie vastgesteld. Op woensdag 27 juli heeft de Commissie vervolgens een voorstel gedaan om de voorgeschreven boete voor Spanje en Portugal op te heffen. Tevens heeft de Commissie voorgesteld om Portugal één extra jaar, tot het einde van het lopende jaar, te geven om het buitensporig tekort te beëindigen. De Commissie heeft voorgesteld om Spanje twee jaar uitstel te verlenen, waarmee de nieuwe deadline om het buitensporig tekort te beëindigen 2018 zou zijn. Spanje en Portugal dienen uiterlijk 15 oktober te rapporteren hoe zij opvolging geven aan de nieuwe opdracht om het buitensporig tekort te beëindigen. De voorstellen van de Commissie zijn als bijlage bij deze brief gevoegd1. Met deze brief informeer ik u over het proces en het oordeel van het kabinet.

Met de vaststelling door de Ecofinraad van ineffectieve actie in de buitensporigtekortprocedure op 12 juli trad een aantal vervolgstappen in werking. Binnen 20 dagen daarna dient de Commissie een voorstel te doen ten aanzien van een boete. Dit voorstel is aangenomen tenzij de Raad met gekwalificeerde meerderheid besluit om dit voorstel binnen 10 dagen te verwerpen of aan te passen. Daarnaast moet de Raad op voorstel van de Commissie binnen twee maanden een besluit nemen, een zogenaamde aanmaning, op basis van artikel 126(9) van het EU-Werkingsverdrag over een nieuwe opdracht om het buitensporig tekort te beëindigen. Op basis van het EU-Werkingsverdrag wordt hierover gestemd met gekwalificeerde meerderheid. Eurozonelanden hebben zich met het Verdrag voor stabiliteit, coördinatie en governance in de economische en monetaire unie (VSCG) echter vastgelegd om Commissievoorstellen in het kader van de buitensporigtekortprocedure te steunen, tenzij wordt vastgesteld dat een gekwalificeerde meerderheid van hen tegen het voorstel is. Over de voorstellen die nu voorliggen wordt besloten door eurozonelanden, met uitzondering van de lidstaat die het besluit betreft. Verder dient de Commissie een voorstel te doen om bepaalde vastleggingen uit Europese fondsen op te schorten. Daarvoor geldt geen specifieke deadline. De Commissie heeft aangekondigd na dialoog met het Europees parlement met voorstellen hiertoe te komen. Een voorstel hiertoe is aangenomen tenzij de Raad binnen een maand na het voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid besluit om het voorstel te verwerpen. Om het voorstel aan te passen is unanimiteit vereist.

Het kabinet onderschrijft het oordeel dat Spanje en Portugal geen effectieve actie hebben geleverd. Beide landen hebben de vereiste doelstellingen voor het feitelijk begrotingstekort niet behaald. Ook de structurele inspanning is onvoldoende. Het is teleurstellend dat door de Commissie geen gevolg is gegeven aan de vaststelling dat Spanje en Portugal te weinig hebben gedaan om hun begrotingen op orde te krijgen. De voorstellen van de Commissie zijn weliswaar verenigbaar met de regels uit het Stabiliteits- en Groeipact (SGP), maar een steviger pakket was passend geweest. In een tijd van economische groei en herstel is het juist van belang de overheidsfinanciën op orde te brengen. De argumenten die door de Commissie zijn aangedragen om de boetes op te heffen overtuigen in de ogen van het kabinet niet. Zo verwijst de Commissie naar toezeggingen van beide lidstaten om maatregelen te nemen om begrotingsmaatregelen te nemen om te voldoen aan het SGP. Beide lidstaten hebben zich na vaststelling van ineffectieve actie weliswaar gecommitteerd aan het SGP, maar vooralsnog geen nieuwe gedetailleerde structurele maatregelen aangekondigd. Portugal heeft gewezen op het bevriezen van bepaalde uitgaven, wat een impact zou hebben van 0,2% bbp. Deze maatregel was echter al in het stabiliteitsprogramma aangekondigd. Spanje heeft een maatregel aangekondigd om opbrengsten van de vennootschapsbelasting te verhogen, maar het effect hiervan is niet structureel. Tevens is het kabinet van mening dat één jaar uitstel voor Spanje om het buitensporig tekort terug te dringen afdoende zou zijn geweest. Het voorstel gaat immers al uit van een doelstelling voor het feitelijk tekort van 3,1% in 2017. Ook zijn de voorstellen onvoldoende ambitieus voor het lopende jaar, met name voor Spanje. Portugal dient op basis van het voorstel dit jaar consolidatiemaatregelen met een omvang van 0,25% bbp te nemen, voor Spanje vraagt de Commissie dit jaar niet om aanvullende maatregelen. Het kabinet is van mening dat in het lopende jaar meer maatregelen genomen zouden moeten worden om het buitensporig tekort zo snel mogelijk terug te dringen.

In lijn met het VSCG zijn de lidstaten formeel geconsulteerd of er bij de eurozonelanden sprake is van een gekwalificeerde meerderheid om de voorstellen van de Commissie te blokkeren dan wel aan te passen. Nederland heeft uitgesproken het pakket aan voorstellen van de Commissie niet te steunen. Hoewel sommige lidstaten zorgen hadden over het weinig ambitieuze tijdspad, bleken deze zorgen voor het merendeel van de lidstaten onvoldoende rechtvaardiging om de voorstellen voor de aanbevelingen en de boetes aan te passen dan wel te verwerpen. Er was geen sprake van een gekwalificeerde meerderheid om de voorstellen van de Commissie te blokkeren dan wel aan te passen. Op basis van het VSCG is hiermee de verplichting om Commissievoorstellen in het kader van de buitensporigtekortprocedure te steunen op Nederland van toepassing. Gegeven de uitkomst van deze consultatie heeft de voorzitter van de Ecofinraad, Slowakije, besloten geen aparte bijeenkomst van ministers bijeen te roepen. De aanbevelingen voor een Raadsbesluit met een nieuwe deadline om het buitensporig tekort terug te dringen zullen na een schriftelijke procedure worden aangenomen. De boetevoorstellen zijn aangenomen indien de Raad niet binnen 10 dagen besluit om de voorstellen van de Commissie te verwerpen of aan te passen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven