21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1316 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2015

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 5 en 6 oktober te Luxemburg.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 5 en 6 oktober te Luxemburg

Eurogroep

1. Thematische discussie: Dienstenmarkt

In het kader van de thematische discussies in de Eurogroep over groei en banen heeft de Eurogroep gesproken over de dienstenmarkthervormingen binnen de eurozone. De eurozone als geheel en 10 individuele lidstaten hebben landenspecifieke aanbevelingen gekregen op het onderwerp van dienstenmarkthervorming. In maart 2015 is ook al gesproken over dit onderwerp in de Eurogroep. De Europese Commissie heeft een toelichting gegeven over de algemene principes die de hervormingen richting moeten geven. Deze algemene principes stellen bijvoorbeeld dat regelgeving proportioneel en non-discriminatoir gemaakt moet worden, dat wederzijdse erkenning verzekerd moet worden in een dienstenmarkt en bij beroepen in de dienstensector en dat ook belemmeringen die niet door regelgeving ontstaan moeten worden weggenomen. Verschillende lidstaten deelden hun ervaringen met dienstenmarkthervormingen. Zo werd er opgemerkt dat dienstenmarkthervormingen vaak weerbarstiger zijn dan hervormingen in de pensioensector of de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd levert niet elke hervorming het gewenste resultaat op. De bespreking gaf in die zin de gelegenheid aan lidstaten van elkaar te leren en kan de «peer pressure» verhogen. De voorzitter riep de Commissie op om wanneer zij haar plannen voor de dienstenmarkt presenteert, in te zetten op een ambitieuze agenda. De Eurogroep spreekt opnieuw over de dienstenmarkt in 2016 met een focus op sectoren die specifiek op het gebied liggen van de ministeries van Financiën.

2. Griekenland

De Eurogroep heeft gesproken over de stand van zaken in Griekenland. De snelle vorming en installatie van de nieuwe regering werd verwelkomd. De voorzitter gaf aan dat het voor het vertrouwen binnen en buiten het land en voor het economische herstel cruciaal is dat Griekenland de hervormingen doorzet. Over de volgende set aan mijlpalen (milestones) is overeenstemming bereikt en deze zullen, als ze zijn geïmplementeerd, leiden tot de terbeschikkingstelling van een tranche van 2 miljard van de resterende 3 miljard. Voordat hier sprake van is zullen de mijlpalen geïmplementeerd moeten zijn en daarnaast moet er duidelijkheid zijn over de hervorming van het pensioenstelsel. De Griekse Minister van Financiën gaf aan dat zijn focus nu ligt op het afronden van de eerste review. De afgesproken milestones bestaan voornamelijk uit maatregelen die in het MoU voor september waren gepland. Daarnaast zijn een aantal maatregelen uit het MoU die voor oktober gepland stonden en een aantal nog openstaande punten naar aanleiding van het compliance report van 14 augustus tot milestone benoemd. De milestones zien onder andere op zorg, pensioenen, bedrijfsklimaat en financieel management van de publieke sector. Zodra de instituties een oordeel hebben gevormd over de implementatie van deze set milestones zal uw Kamer separaat worden geïnformeerd.

3. Thematische discussie: lage rente

De Eurogroep heeft opnieuw van gedachten gewisseld over de implicaties van de lage rentes voor staatsobligaties op de overheidsfinanciën. In juni 2015 is hier ook over gesproken. De focus ligt op hoe verantwoord omgegaan moet worden met de rentemeevallers als gevolg van de lage rente en de eventuele gevolgen als de rente stijgt. De Commissie heeft samen met de lidstaten een aantal zogenaamde »good practices» ontwikkeld om hiermee om te gaan. Deze goede praktijken bestaan onder andere uit het inschatten van meevallers door de lage rente, het maken van prudente ramingen van de rentelasten en de juiste besteding van de meevallers, bij voorkeur aan het verminderen van schuld. De voorzitter concludeerde dat er op dit onderwerp terug gekomen wordt tijdens het proces van conceptbegrotingen.

4. Conceptbegrotingen

De Eurogroep heeft gesproken over de conceptbegrotingen (Draft Budgetary Plans) die lidstaten vroegtijdig hebben ingediend bij de Europese Commissie. De Commissie gaf aan dat er geen juridische obstakels zijn tegen vervoegde indiening maar dat het van belang is te zorgen dat alle conceptbegrotingen op dezelfde manier worden beoordeeld. Spanje, Finland en Letland hebben hun conceptbegrotingen vervroegd ingediend bij de Commissie. Op 15 oktober moeten alle conceptbegrotingen naar de Commissie opgestuurd zijn. Hierna zal de Commissie, ook op basis van de herfstramingen, de beoordelingen vaststellen. Deze zijn naar verwachting begin november beschikbaar. Naar verwachting wordt er op 23 november tijdens de Eurogroep over de conceptbegrotingen gesproken.

Ecofinraad

1. Automatische uitwisseling rulings

Tijdens de Ecofinraad is er een politiek akkoord bereikt over de richtlijn om op automatische basis informatie over rulings uit te wisselen. De lidstaten sturen in eerste instantie globale informatie naar alle andere lidstaten over elke afgesloten grensoverschrijdende ruling. Als een andere lidstaat kan aantonen dat het hier gaat om relevante informatie voor dat land, kan dat land om nadere informatie over die ruling vragen. Op deze manier wil de Commissie een globaal overzicht creëren van de rulings die lidstaten afsluiten, met de mogelijkheid voor de lidstaten om extra informatie op te vragen als ze kunnen aantonen dat de ruling effect op hen heeft. Omdat elk land een ander soort rulingpraktijk kent, gebruikt het voorstel een brede definitie van een ruling.

Er waren nog twee openstaande punten die moesten worden opgelost. Allereerst over de uitwisseling van rulings uitgegeven na 1/1/2014 die niet meer geldig zijn op de startdatum van de richtlijn (1/1/2017). Hierover is besloten dat deze rulings ook worden uitgewisseld. Het tweede punt ging over de toepassing van de richtlijn op rulings met het MKB. Hierover is het compromis bereikt dat de MKB-vrijstelling geldt voor rulings uitgegeven tot 1/4/2016 en dat deze MKB-vrijstelling niet van toepassing is op bedrijven die voornamelijk financiële activiteiten en investeringsactiviteiten ontplooien. Het doel is de richtlijn formeel aan te nemen voor het einde van het jaar.

Tsjechië greep het politieke akkoord over automatische uitwisseling van rulings aan om te pleiten voor een sterkere aanpak van belastingontwijking en fraude bij de btw. De Commissie gaf aan volgend jaar met voorstellen te komen voor de aanpak van btw-fraude.

2. Bankenunie

De Ecofin sprak over de implementatie van de verschillende onderdelen van de bankenunie. De voorzitter opende dit agendapunt door het belang van implementatie te benadrukken. De Commissie benadrukte ook het belang van de implementatie van BRRD, IGA en DGSD voor de bankenunie, om de SRB en het SRF per 1 januari 2016 operationeel te laten zijn. De Commissie gaf vervolgens een overzicht van de stand van zaken ten aanzien van de implementatie in de verschillende lidstaten.

Ten aanzien van de IGA gaf de Commissie aan dat zij verwacht dat geen van de lidstaten de deadline van 30 november 2015 zou missen. Ten aanzien van de BRRD gaf de Commissie aan een tweede brief gestuurd te hebben – en bereid te zijn om technische assistentie te verlenen – aan lidstaten die de richtlijn nog niet hadden omgezet, maar ook klaar te staan om andere stappen te nemen.

Ten aanzien van de DGSD gaf de Commissie aan dat zij reeds een eerste stap heeft gezet in de inbreukprocedure voor een aantal lidstaten die de DGSD-richtlijn nog niet hebben omgezet (deadline juli 2015).

De Commissie greep de discussie verder aan om aan te geven dat zij voornemens is een voorstel voor een Europees DGS in te dienen voor het einde van het jaar.

3. Kapitaalmarktunie

De Commissie heeft een toelichting gegeven bij het actieplan voor de kapitaalmarktunie dat op 30 september jl. is gepubliceerd. Het actieplan is erop gericht een volledig functionerende kapitaalmarktunie in de EU te hebben voor het einde van 2019. Er ontstond geen discussie naar aanleiding van de toelichting. De voorzitter gaf aan dat het voorzitterschap snel aan de slag gaat met de voorstellen. De Kamer zal over dit actieplan nader geïnformeerd worden middels een kamerbrief.

4. Europees semester

De Ecofinraad blikt terug op het afgelopen Europees semester. De voorzitter van het Economisch en Financieel Comité gaf aan dat het Europees Semester in 2015 een duidelijke verbetering is ten opzichte van voorgaande jaren, maar dat er nog steeds ruimte is voor verbetering. Met name de toegenomen focus in de aanbevelingen werd positief gewaardeerd. De voorzitter concludeerde dat voor het volgende Europees semester het doel is om een meer betekenisvol debat te hebben over de landen-specifieke aanbevelingen binnen de Raad. De Commissie gaf aan eind oktober met voorstellen te komen voor het nieuwe Europese Semester. De verwachting is dat deze voorstellen in lijn zullen zijn met het vijf presidentenrapport, waarin het Europese Semester wordt gestructureerd in twee opvolgende fases, zodat er een duidelijk onderscheid is tussen een Europees en een nationaal moment. In deze opzet vormen de aanbevelingen voor de eurozone het startpunt in plaats van het sluitstuk van het Semester. De tweede fase wordt vervolgens gebruikt om de prestaties en het beleid van de lidstaten zelf door te lichten tegen het licht van de prioriteiten die zijn geformuleerd in de eerste fase. De voorstellen zullen worden besproken in de opvolgende Raadsvergadering. Het kabinet acht het van belang dat gedurende het jaar gemonitord wordt in hoeverre lidstaten opvolging geven aan de aanbevelingen die volgen uit het Semester. Ook kan een politieke discussie over horizontale uitdagingen in EU-lidstaten en de bijbehorende aanbevelingen bijdragen aan een gedeeld beeld over de aangewezen beleidsreactie. Het kabinet acht dit een belangrijk onderdeel van het Europees Semester dat mogelijk versterkt kan worden door hier meer aandacht aan te besteden.

5. Stabiliteits- en groeipact

De voorzitter van het Economisch en Financieel Comité gaf een overzicht van de stand van zaken rond de discussie over flexibiliteit in het Stabiliteits- en groeipact. Op 13 januari jl. heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd over de toepassing van flexibiliteit in het Stabiliteits- en Groeipact1. Aanleiding hiertoe was een oproep van de Europese Raad van 26 en 27 juni 2014 om optimaal gebruik te maken van de flexibiliteit in het SGP. Deze mededeling introduceert geen nieuwe regelgeving, maar geeft aan hoe de Commissie de bestaande regels van het SGP toe zal passen in het licht van de wens van de Europese Raad om in passende gevallen meer budgettaire ruimte te bieden binnen het SGP. De mededeling ziet op een aantal componenten: (1) de rol van investeringen in het SGP, (2) de rol van structurele hervormingen in het SGP en (3) de rol van de conjunctuur bij de bepaling van de begrotingsopdracht in de preventieve arm. In de discussie is nog geen overeenstemming over de voorwaarden waaronder nationale cofinanciering van EU-fondsen mag leiden tot een afwijking van (het pad naar) de MTO in de preventieve arm. Bij de hervormingsclausule is er nog discussie over de wijze waarop de omvang en impact van de hervormingen worden bepaald en over het moment in de begrotingscyclus waarop een aanvraag mag worden gedaan. Het onderwerp zal in december opnieuw besproken worden in de Ecofinraad.

6. Internationale bijeenkomsten

Het voorzitterschap en de Commissie brachten verslag uit aan de Raad over de G20 vergadering met ministers van Financiën van 4-5 september in Ankara. De Raad sprak steun uit voor de Terms of Reference (de gezamenlijke EU-inzet) voor de G20 vergadering van ministers van Financiën en Centrale Bankpresidenten op 9 oktober. Het keurde verder de verklaring die de voorzitter van de Ecofinraad zal uitbrengen bij het International Monetary and Financial Committee (IMFC) goed. Het IMFC is een onderdeel van de jaarlijkse vergadering van het IMF die van 9 tot 11 oktober in Lima plaatsvond.

Het voorzitterschap moedigt de lidstaten aan om hun bijdragen aan Klimaatfinanciering bij de Commissie kenbaar te maken voor de vergadering in Lima. Nederland heeft al eerder aan dit verzoek voldaan en de indicatieve uitgaven aan Klimaatfinanciering voor 2015 ter hoogte van 440 mln. (340 mln. publiek en 100 mln. privaat) aan de Commissie toegezonden, zoals opgenomen in de HGIS nota voor 2015.

Verslag van de vergadering van de Raad van gouverneurs ESM op 5 oktober 2015

De Raad van gouverneurs van het ESM heeft ingestemd met het aanvullende Memorandum of Understanding (MoU) van Cyprus. Het MoU is, op basis van de meest recente voortgangsmissie van de Trojka aan Cyprus, op enkele punten aangepast.

De termijn van twee leden van het Auditcomité (BoA) van het ESM, te weten het onafhankelijke lid Jules Muis en de afgevaardigde van de Luxemburgse Rekenkamer Marc Gengler, liep op 8 oktober jl. af na een termijn van drie jaar. De Raad van gouverneurs heeft ingestemd met de benoeming van de heer Andrew Harkness (als afgevaardigde van de Ierse Rekenkamer) en de heer Jean Guill (als onafhankelijk lid) als leden van het Auditcomité.

Het Auditcomité is onafhankelijk en bestaat uit vijf leden. Van deze vijf leden is één lid een afgevaardigde van de Europese Rekenkamer. Daarnaast zijn er twee leden van het Auditcomité afgevaardigden van de nationale Rekenkamers van de ESM-leden, die volgens een toerbeurtsysteem worden benoemd. Tenslotte worden er nog twee onafhankelijke leden gekozen. Om de continuïteit te waarborgen in het Auditcomité hebben enkele leden een termijn van 3 jaar en anderen van 4 jaar. Volgens het tourschema is de Ierse Nationale Rekenkamer aan de beurt om een lid te benoemen voor de BoA. Leden van het Auditcomité van het ESM zijn niet herkiesbaar. Deze procedure is vastgelegd in artikel 24 van de by-laws van het ESM.


X Noot
1

De Tweede Kamer is geïnformeerd over deze mededeling in de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 26 en 27 januari 2015 (Kamerstukken 21 501–07, nr. 1230).

Naar boven