21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1218 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2014

Begin november hebben het IMF, de Europese Commissie en de ECB (de Trojka) geconcludeerd dat Cyprus aan de prior action heeft voldaan betreffende de aanname door het Cypriotische parlement van een nieuw juridisch raamwerk voor de regulering en afhandeling van executoire verkoop van vastgoed (Foreclosure Bill).1 Deze wetgeving zou 1 januari 2015 ingaan. Als gevolg hiervan heeft de Raad van Bewind van het ESM besloten tot uitkering van de zesde tranche. Deze tranche van 350 miljoen euro is op maandag 15 december uitgekeerd.

Op donderdag 18 december heeft het Cypriotische parlement een wet aangenomen die de inwerkingtreding van de Foreclosure Bill uitstelt tot 30 januari 2015. Hiermee treedt de wet later in werking dan eerder werd voorzien. Door dit uitstel is er een nieuwe situatie ontstaan en voldoet Cyprus niet meer geheel aan de prior action. Het IMF was oorspronkelijk van plan om op vrijdag 19 december een beslissing te nemen over de uitkering van zijn tranche van 86 miljoen euro. Het IMF heeft deze beslissing als gevolg van de nu ontstane situatie uitgesteld.

De Cypriotische regering heeft aangegeven gecommitteerd te blijven aan de maatregelen uit het leningenprogramma.

Bijgaand stuur ik uw Kamer ter informatie een korte rapportage waarin de Europese Commissie de ontstane situatie toelicht2. Tevens heeft de Cypriotische Minister van Financiën een verklaring afgegeven. Ook deze verklaring is bijgevoegd3.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

U bent bij brief van 3 december 2014 geinformeerd over de vijfde voortgangsrapportage en deze prior action (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1211).

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven