21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1127 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2014

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin Raad van 10 en 11 maart 2014 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Geannoteerde agenda ten behoeve van de Eurogroep en Ecofin Raad van 10 en 11 maart 2014 te Brussel

Eurogroep

1. Economische situatie

Document: Winterraming Europese Commissie 2014 http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/european_economy/2014/pdf/ee2_en.pdf

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal spreken over de economische situatie. De Commissie zal een presentatie geven van de op 25 februari 2014 gepubliceerde winterramingen. Deze ramingen bevatten vooruitzichten voor onder andere de economische en budgettaire ontwikkelingen in de lidstaten.

Het economisch herstel in de EU en eurozone begint langzaam aan kracht te winnen en verbreedt zich naar de meeste lidstaten. Voor 2014 wordt alleen in Cyprus en Slovenië verwacht dat de economie zal krimpen. Daarnaast wordt de economische groei steeds breder gedragen, waar de groei eerst vooral gedreven was door een positieve netto uitvoer, draagt nu ook de binnenlandse vraag steeds meer bij. Uiteraard is het economisch herstel nog pril en zijn er ook neerwaartse risico’s zoals het niet doorvoeren van aangekondigde hervormingen en blijft de hoge werkloosheid een uitdaging voor veel landen in de eurozone.

De economische groei in de Eurozone is iets naar boven bijgesteld t.o.v de raming in november. Verwacht wordt nu dat de groei in de eurozone in 2013 is uitgekomen op – 0.4% en zal verbeteren naar 1.2% in 2014 en 1.8% in 2015. De overheidsfinanciën in de Eurozone verbeteren zich van een gemiddeld tekort van 3.1% bbp in 2013 naar 2.6% bbp in 2014 en 2.5% bbp in 2015.

Voor Nederland laat de Commissie een positief beeld zien ten aanzien van de economische groei en met name van de binnenlandse vraag. De economisch groei komt volgens de Commissie in Nederland uit op – 0.8% in 2013, 1% in 2014 en 1.3% in 2015. Vooral het groeicijfer voor 2014 betekent een flinke opwaartse aanpassing t.o.v. de herfstraming (1% nu t.o.v. 0.2% in de herfstraming) en is vooral te danken aan een stevig herstel van de investeringen. De consumptie voor 2014 is tevens positief bijgesteld en na vier jaar krimp wordt voor 2015 consumptiegroei verwacht

Zoals gebruikelijk loopt de ontwikkeling van de arbeidsmarkt achter op de economische groei. De werkloosheid in Nederland loopt in de raming op van 6.7% in 2013 naar 7.4% in 2014 en daalt vervolgens naar 7.2% in 2015. Met betrekking tot de Nederlandse overheidsfinanciën raamt de Commissie nu een tekort van 3.1% bbp in 2013, 3.2% bbp in 2014 en 2.9% bbp in 2015.

2. Griekenland

Document: niet beschikbaar

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal spreken over de stand van zaken omtrent de implementatie van het tweede leningenprogramma door Griekenland. Vorige week heeft de Trojka de voortgangsmissie, na verschillende onderbrekingen, weer hervat. Uit deze missie zal moeten blijken waar de Griekse autoriteiten staan met de implementatie van de openstaande maatregelen. Dit zijn afspraken die zijn gemaakt bij het overeenkomen van het huidige leningenpakket en zijn vastgelegd in het «Memorandum of Understanding». Het gaat ondermeer om de implementatie van de OESO «toolkit» met als doel de hoeveelheid regelgeving en belemmeringen in de vier kernsectoren van de economie terug te brengen, het aanpakken van zogenaamde «nuisance taxes» (een veelheid van uiteenlopende kleine belastingen in Griekenland die hinderlijk zijn voor het bedrijfsleven) en de hervorming van de publieke sector. De Eurogroep zal op basis van de voortgangsrapportage de uitkering van de volgende tranche bespreken. Zodra de voortgangsrapportage beschikbaar is, wordt de Tweede Kamer over de uitkomsten geïnformeerd.

3. Cyprus

Document: n.v.t.

Aard bespreking: bespreking

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep spreekt over de stand van zaken omtrent de implementatie van het leningenprogramma. De derde voortgangsmissie van de Trojka, bestaande uit het IMF, de Europese Commissie en de ECB, werd afgerond op 11 februari. Het doel van de missie was om een beoordeling te geven van de uitvoering van de maatregelen waaraan Cyprus zich heeft gecommitteerd in het Memorandum van Overeenstemming behorende bij het leningenprogramma.

Na afloop van de missie heeft de Trojka een gezamenlijke publieke verklaring afgegeven over de conclusies van de missie. De Trojka zag vooruitgang en stelt dat het programma on track is. Volgens de Trojka heeft Cyprus vooruitgang geboekt, maar blijven er risico’s bestaan en is tijdige implementatie essentieel voor het succesvol slagen van het programma.

Op basis van het derde formele voortgangsrapport zal kunnen worden bepaald of Cyprus voldoet aan de eisen die zijn gesteld voor vrijgave van de vierde tranche in het steunprogramma. Deze tranche bedraagt 150 miljoen euro vanuit het ESM en ca. 86 miljoen euro vanuit het IMF. De Tweede Kamer zal, zodra de volledige voortgangsrapportage beschikbaar is, per brief verder geïnformeerd worden over de uitkomsten van de voortgangsmissie.

4. Portugal

Document: n.v.t.

Aard bespreking: terugkoppeling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal naar verwachting spreken over de stand van zaken omtrent de implementatie van de maatregelen waaraan Portugal zich heeft gecommitteerd in het kader van het leningenprogramma. De elfde en één na laatste voortgangsmissie ging op 20 februari jl. van start. Tot op heden ligt Portugal op schema met de implementatie van het programma en de economie laat positieve ontwikkelingen zien. Uit de recente Winterramingen van de Europese Commissie blijkt dat de krimp van de economie in 2013 minder groot uitvalt dan eerder voorzien, met – 1,6% in plaats van – 1,8% bbp en voor 2014 wordt een groei verwacht van 0,8% bbp. De export van goederen steeg afgelopen jaar en, hoewel de groei van de export afnam t.o.v. vorig jaar, was het niettemin het vierde jaar op rij dat de export groeide. De werkloosheid is voor 2013 met 0,9% naar beneden bijgesteld en ligt op dit moment net boven de 15%, t.o.v. een eerdere piek van 18%. Op 11 februari gaf Portugal voor 3 miljard euro staatsobligaties uit met een looptijd van tien jaar tegen een rente van 5,1%. De operatie stelde de financiering voor het jaar 2014 zeker. Begin januari werd al met succes vijfjarige schuld geplaatst en in december jl. heeft Portugal een obligatieruil uitgevoerd, waarbij de looptijd van 6,6 miljard euro aan schuld verlengd is van 2014/2015 naar 2017/2018. Hierdoor is de hoge financieringsbehoefte in de jaren direct na het programma beter gespreid. Tijdens de vorige voortgangsmissie werd de nadruk gelegd op structurele hervormingen om de concurrentiekracht van de economie te vergroten. De Trojka gaf aan dat Portugal ook na afloop van het programma door zal moeten gaan met de structurele hervorming van de economie om duurzame groei te kunnen waarborgen. Nederland onderschrijft de noodzaak van structurele hervormingen, ook na afloop van het huidige programma. Na deze lopende elfde missie volgt nog één laatste voortgangsmissie. Over de exit strategie van Portugal zal gesproken worden dichter op de afloop van het programma. De Tweede Kamer wordt zoals gebruikelijk nader geïnformeerd over de uitkomsten van de voortgangsmissie wanneer het volledige voortgangsrapport beschikbaar is.

5. ESM – directe herkapitalisatie

Document: n.v.t.

Aard bespreking: bereiken politiek akkoord

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: In vervolg op de bespreking in februari zal de Eurogroep opnieuw spreken over de afronding van het operationele raamwerk voor een nieuw ESM-instrument voor directe herkapitalisatie van banken. Dit raamwerk bestaat uit een instellingsbesluit, een besluit over de financiële middelen die binnen de maximale leencapaciteit van het ESM voor dit instrument kunnen worden aangewend en gedetailleerde voorwaarden en procedures voor gebruik van dit instrument zoals vastgelegd in richtsnoeren conform andere ESM-instrumenten. Na overeenstemming in de Eurogroep zal overgegaan worden tot parlementaire behandeling in een aantal lidstaten alvorens de Raad van Gouverneurs van het ESM kan besluiten tot instelling van dit ESM-instrument. De Europese Raad heeft in oktober 2013 de Eurogroep gevraagd de laatste hand te leggen aan de richtsnoeren voor directe herkapitalisatie door het ESM, zodat het ESM, nadat het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme is ingevoerd, banken rechtstreeks kan herkapitaliseren.

Het operationele raamwerk, dat een uitwerking vormt van het hoofdlijnenakkoord van de Eurogroep uit juni 2013, zal in lijn met de herstel- en resolutierichtlijn (BRRD) regels bevatten voor bail-in van aandeelhouders en crediteuren. Zodra de Eurogroep het operationele raamwerk heeft gefinaliseerd, zullen de ontwerp-besluiten en het ontwerp-richtsnoer aan de Eerste en Tweede Kamer worden voorgelegd.

6. Eurogroep+: bijeenkomst inzake het Europees resolutiefonds

Document: niet beschikbaar

Aard bespreking: Gedachtewisseling met het oogpunt overeenstemming te bereiken

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Net als bij de Eurogroep/Ecofin Raad van 17 en 18 februari, zal na de aankomende Eurogroep een Eurogroep+ plaatsvinden, waarin zal worden gesproken over de Intergovernmental agreement (IGA) inzake het Europees resolutiefonds. Deze Eurogroep+ bestaat uit alle eurozonelidstaten en de lidstaten die overwegen deel te nemen aan het Single Resolution Mechanism (SRM), te weten alle lidstaten behalve het Verenigd Koninkrijk. Het Verenigd Koninkrijk zal samen met het Europees parlement, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank als waarnemer deelnemen aan de Eurogroep+.

Tijdens de Ecofin Raad van 18 december is een general approach overeengekomen ten aanzien van de Verordening inzake het SRM, dat artikel 114 VWEU als rechtsbasis heeft. Tevens is tijdens deze Ecofin Raad afgesproken een IGA tussen aan het SRM deelnemende lidstaten te sluiten betreffende afdracht van contributies aan het Single Resolution Fund (SRF) en geleidelijke risicodeling. Hiertoe zijn zogeheten Terms of Reference overeengekomen, die de basis voor de onderhandelingen leggen over het intergouvernementeel verdrag. Het streven is dat zowel de onderhandelingen over het SRM als over de IGA voor het eind van de termijn van het Europees Parlement zijn afgerond.

Tijdens de Eurogroep+ van 17 februari 2014 hebben de Ministers een eerste maal gesproken over de stand van zaken van de onderhandelingen over de IGA en in het bijzonder over enkele openstaande vraagstukken. Er is hierbij gesproken over de wijze waarop de toepassing van de bail-in regels moet worden uitgewerkt in het verdrag. Tevens is gesproken over tijdelijke overdracht tussen nationale compartimenten. Daarnaast hebben de Ministers gesproken over latere toetreding tot het verdrag, uittreding uit het verdrag en op basis van welke verdeelsleutel de kosten van resolutie worden verdeeld over de compartimenten van betrokken lidstaten.

Naar verwachting zal de discussie tijdens de Eurogroep+ met name gaan over de verzekering van de bail-in regels, de mogelijkheid van een tijdelijke overdracht tussen nationale compartimenten, en de snelheid van mutualisatie van het SRF.

Nederland is sterk voorstander van spoedige totstandkoming van een gedegen SRM en, aanvullend daarop, de IGA, waarbij het voor Nederland van essentieel belang is dat de bail-in regels om gebruik te kunnen maken van het SRF in de IGA voldoende worden verzekerd. Nederland is in beginsel tevens voorstander van de mogelijkheid van lenen tussen nationale compartimenten op basis van vrijwilligheid.

ECOFIN Raad

1. GA spaartegoedenrichtlijn

Document: niet openbaar

Aard bespreking: besluitvorming

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Tijdens de Europese Raad van december 2013 is besloten om voor het einde van maart 2014 een akkoord te bereiken over de spaartegoedenrichtlijn. Een nadere discussie in de Raad over de voortgang van dit dossier ligt voor de hand.

De spaartegoedenrichtlijn heeft als doel het verzekeren van een belastingheffing op inkomsten uit spaartegoeden die zich bevinden in een andere lidstaat. Op grond van deze richtlijn informeren de meeste belastingdiensten van de EU-lidstaten elkaar over grensoverschrijdende rentebetalingen aan natuurlijke personen binnen de EU. Luxemburg en Oostenrijk (voorheen ook België, tot 1 januari 2010), hebben, ter wille van hun bankgeheim, voor de optie gekozen om geen informatie uit te wisselen maar een bronheffing op de rentebetaling in te houden.

De lidstaten die informatie uitwisselen, verkrijgen hun informatie van de marktdeelnemers die de rente uitbetalen. Zo dienen banken informatie te verstrekken over de grensoverschrijdende rentebetalingen aan natuurlijke personen. In oktober 2009 is de spaartegoedenrichtlijn geëvalueerd, waaruit bleek dat de spaartegoedenrichtlijn in bepaalde gevallen niet werkte. Daarom heeft de Commissie een hernieuwde robuuste richtlijn voorgesteld met het oog op het tegengaan van de omzeiling van de richtlijn. Nederland is een voorstander van het automatisch uitwisselen van gegevens over spaartegoeden en steunt de voorgestelde aanpassingen van de Commissie.

2. Europees Resolutiemechanisme

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Tijdens de Ecofin Raad van 18 december 2013 is een Raadsakkoord overeengekomen ten aanzien van de Verordening inzake het Single Resolution Mechanism (SRM), dat artikel 114 VWEU als rechtsbasis heeft. Op dit moment onderhandelen de Raad en het Europees Parlement (EP) in de triloog om tot een akkoord te komen. In dit kader zijn reeds voorbereidende Ad Hoc Working Party (AHWP) bijeenkomsten van de lidstaten en politieke en technische trilogen tussen het voorzitterschap van de Raad en het EP geweest. Tijdens deze Ecofin Raad zal gesproken worden over de voortgang in de triloogonderhandelingen met het EP inzake het SRM. Naar verwachting zal gekeken worden in hoeverre de Raad kan bewegen om aan de wensen van het EP tegemoet te komen om zo met het EP tot een akkoord te komen over de SRM-verordening.

Tijdens de Ecofin Raad van 18 februari 2014 heeft het Griekse voorzitterschap verschillende terreinen geïdentificeerd waarover in de AHWP bijeenkomsten naar consensus kan worden gezocht. In de AHWP is naar aanleiding van de Ecofin Raad van februari in de eerste plaats gekeken naar de rol van de ECB en nationale resolutieautoriteiten bij de bepaling of een instelling falende is of dreigt te falen. Het EP wil dat de ECB een sterkere rol krijgt ten opzichte van het Raadscompromis, waarin is opgenomen dat zowel de ECB als de NRA, na consultatie met de

ECB, kan beoordelen of een instelling faalt of dreigt te falen. De Nederlandse inzet is dat op dit punt kan worden vastgehouden aan het Raadsakkoord, te meer omdat dit in lijn is met wat is afgesproken in de BRRD. Verder is gekeken in hoeverre de besluitvormingsprocedure en in het bijzonder de rol voor de Raad beter gestroomlijnd en ingekaderd kan worden. Het EP is kritisch over de rol van de Raad zoals opgenomen in het Raadsakkoord. Het EP is tevens kritisch over de rol van de Plenary Board in het besluitvormingsproces bij individuele resolutiegevallen. Over dit onderdeel is lang onderhandeld in het kader van het Raadsakkoord. Om aan de wensen van het EP tegemoet te komen is daarom gekeken of het mogelijk is om de rol van de Plenary Board ten opzichte van de Executive Board meer in te kaderen. In dit licht is er ook gekeken naar de drempelwaarden voor wanneer besluitvorming over een resolutiecasus plaatsvindt in de Plenary Board alsmede naar de stemprocedure in de Plenary Board. Nederland stelt zich wat betreft bovenstaande punten flexibel op en is van mening dat de besluitvormingsprocedure in de SRB eenvoudiger kan zolang de SRB gehouden is aan sterke bail-in regels voor wat betreft het gebruik van het resolutiefonds. Tot slot wordt in de AHWP momenteel gesproken over de uitgangspunten bij het vaststellen van de bijdragen, die banken aan het resolutiefonds moeten betalen.

Parallel aan de SRM-onderhandelingen vinden in de Eurogroep+ de onderhandelingen plaats over het Intergouvernementele Verdrag inzake het Europese resolutiefonds. De Nederlandse inzet in deze onderhandelingen treft u elders in deze geannoteerde agenda aan.

Het streven is dat de onderhandelingen over het SRM voor het eind van de termijn van het Europees Parlement zijn afgerond. Dit houdt in dat de Raad en het Europees Parlement uiterlijk in april een akkoord zullen moeten sluiten.

3. Follow-up G20 vergadering van 22-23 februari

Document: Communiqué Meeting of Finance Ministers and Central Bank Governors Sydney, 22–23 February 2014, te vinden opde website van de G20: www.g20.org

Aard bespreking: Terugkoppeling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Het voorzitterschap en de Europese Commissie geven onder dit agendapunt een terugkoppeling van de G20 vergadering van Ministers van Financiën en presidenten van de centrale banken die op 22–23 februari plaats vond onder Australisch voorzitterschap. De EU-inzet was van te voren in Ecofin-verband afgestemd en vastgelegd in een Terms of Reference (ToR). Hierin heeft de EU onder meer steun geboden aan de ambitie van de G20 om leden te helpen groeistrategieën te ontwikkelen.

De G20 heeft na afloop van de vergadering een communiqué gepubliceerd waarin de leden de ambitie uitspreken om door groeiversterkende maatregelen de komende vijf jaar de collectieve groei met meer dan 2% te verhogen. Nederland hecht uiteraard aan groeiversterkende maatregelen en zal waar nodig verduidelijking vragen over de aard van deze maatregelen. Ook refereert het communiqué aan het belang van hervormingen om banken die «too big to fail» zijn tegen te gaan. In dit kader geeft de Financial Stabillity Board (FSB) in een brief aan de G20 aan in november een voorstel te zullen presenteren voor een mondiale standaard voor een minimum niveau aan «bail-inbare buffers» die banken moeten aanhouden. Nederland hecht hieraan en kijkt uit naar deze voorstellen.

De volgende vergadering van G20 Ministers van Financiën en centralebankpresidenten vindt plaats op 11 april 2014. Voorafgaand zal wederom in EU-verband de inzet van de EU worden afgestemd.

4. Voorbereiding Europese Raad van 20 en 21 maart 2014

Document: Commissievoorstel – 2030 energy and climate policy framework

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De ECOFIN Raad zal de Europese Raad van 20 en 21 maart voorbespreken. Dit betreft met name het energie en klimaat framework. De Commissie heeft op 22 januari 2014 het witboek «Een beleidsraamwerk voor klimaat en energie 2020–2030» gepubliceerd ter voorbereiding op een wetgevend voorstel eind 2014. De Europese Raad zal het witboek op 20/21 maart bespreken en voorafgaand vinden gedachtewisselingen plaats tijdens de Milieuraad van 3 maart, de Energieraad van 4 maart en de ECOFIN Raad van 11 maart. De discussie in de ECOFIN zal zich naar verwachting toespitsen op het vaststellen van de Europese CO2-doelstelling. Het voorzitterschap van de ECOFIN Raad zal op basis van deze discussie een brief sturen naar de voorzitter van de Europese Raad als inbreng voor de discussie aldaar. Nederland onderschrijft een reductiepercentage van tenminste 40% CO2-reductie. Ook kan Nederland instemmen met het voorstel van een hernieuwbaar energiedoel van 27% voor de EU als geheel. Hierbij houden lidstaten een grote mate van vrijheid om rekening te houden met specifieke omstandigheden. Het is positief dat het hernieuwbare energiedoel is afgestemd op de 40% CO2-reductie. Doelen en instrumenten moeten goed op elkaar afgestemd worden. De Commissie dient wel nader uit te werken hoe het hernieuwbare energiedoel de werking van het ETS niet gaat verstoren. Tot slot vindt Nederland het van belang de gevolgen van het klimaat en energiebeleid voor de Europese concurrentiepositie nauwgezet te volgen. Zo moet de interne energiemarkt in 2014 worden voltooid en energiebeleid, zoals subsidies voor hernieuwbare energie, moeten kosteneffectiever worden vormgegeven.

5. Ex ante coördinatie van grote economische hervormingen

Document: niet openbaar

Aard bespreking: Gedachtewisseling inzake de ex ante coördinatie pilot

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Met het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische Monetaire Unie (artikel 11) is besloten dat lidstaten hervormingen ex ante zullen coördineren. Op 20 maart 2013 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd over de mogelijke invulling van deze ex ante coördinatie. Vervolgens is een pilot van de ex ante coördinatie gestart waarbij bespreking in het Economic Policy Commitee (EPC) plaatsvindt. Hier bespreken lidstaten een aantal geplande hervormingen met elkaar. De Ecofin Raad bespreekt een rapport waarin deze pilot-exercitie geëvalueerd wordt, waarbij ook de ervaring van de eerste ex-ante bespreking van hervormingen (EPC 20 november 2013) meegenomen wordt. Dit rapport wordt na bespreking in de Ecofin Raad verzonden naar de Europese Raad. Nederland staat positief tegenover de coördinatie van grote hervormingen, maar stelt hieraan enkele voorwaarden, zo is Nederland voor een flexibele inrichting van de toekomstige ex ante coördinatie van hervormingen en niet voor bindende afspraken. Ex ante coördinatie moet zicht richten op het uitwisselen van best practices en waarborgen dat eventuele positieve en negatieve spillovers worden meegewogen in nationale besluitvorming. Deelname zou voor alle EU-lidstaten open moeten staan. Daarnaast zou de ex ante coördinatie zich moeten richten op hervormingen die het meest relevant zijn voor het functioneren van de EMU zoals arbeids- en productmarkten.

Overig – aanvullende EU-begroting 2014

Op 11 februari jl. heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor een eerste aanvullende EU-begroting 2014. Dit voorstel is geen onderdeel van de Ecofin agenda, maar ik hecht er aan uw Kamer hierover te informeren alvorens besluitvorming plaatsvindt.

Het voorstel moet de recente akkoorden omtrent Horizon 2020 en het zogenoemde Shift2Rail-programma financieel inpassen in de EU-begroting. Daarnaast wordt de eerste tranche van de EU-bijdrage aan de tijdens de ER van december 2013 afgesproken kapitaalverhoging van het Europees Investeringsfonds (EIF) in de begroting 2014 ingepast. De ruimte hiervoor wordt elders in de begroting gevonden. De drie mutaties zijn budgetneutraal. Het kabinet is voornemens in te stemmen met deze aanvullende begroting. Daarbij heeft Nederland wel als voorwaarde dat de kapitaalverhoging moet worden gefinancierd door middel van herschikkingen elders en niet door de inzet van dividend uit het EIF. Hierover lijkt overeenstemming in de Raad. Over de EU-bijdrage aan de kapitaalverhoging van het EIF ontvangt u binnenkort nog separaat een BNC-fiche.

Naar boven