21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1089 MOTIE VAN HET LID HARBERS

Voorgesteld 9 oktober 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende:

  • dat de Europese Commissie bij de vormgeving van een Europees resolutiemechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM) als onderdeel van een Europese bankenunie de juridische basis zoekt in artikel 114 van het VWEU;

  • dat besluitvorming op basis van dit artikel geschiedt met gekwalificeerde meerderheid, terwijl alleen de achttien eurozonelanden verplicht zijn om deel te nemen aan het Europees resolutiemechanisme SRM en de andere tien EU-lidstaten een opt-inmogelijkheid hebben;

  • dat het gebruik van artikel 114 voor een instrument waar 10 van de 28 EU-lidstaten een opt-inmogelijkheid hebben op gespannen voet staat met de principes van de interne markt, die in beginsel voor alle 28 EU-lidstaten moet gelden;

spreekt uit dat het niet wenselijk is, op basis van artikel 114 VWEU een toekomstig Europees resolutiemechanisme vorm te geven onder gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming zoals thans door de Europese Commissie voorgesteld;

roept de regering op, samen met andere EU-lidstaten die bezwaren hebben tegen het gebruik van artikel 114 VWEU als juridische basis voor een Europees resolutiemechanisme, een andere juridische basis te onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Harbers

Naar boven