21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1050 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2013

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin Raad van 13 en 14 mei 2013 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Geannoteerde Agenda ten behoeve van de Eurogroep en ECOFIN Raad van 13 en 14 mei 2013 te Brussel

1. Economische situatie (Voorjaarsraming Europese Commissie)

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep en Ecofin zullen spreken over de economische situatie. De discussie over de economische situatie zal gevoerd worden op basis van de Voorjaarsramingen van de Europese Commissie (publicatie is voorzien op 3 mei 2013). Deze ramingen bevatten vooruitzichten voor onder andere de economische en budgettaire ontwikkelingen in de lidstaten en in het kader hiervan zal de president van de Europese Centrale Bank in een presentatie zijn visie op de economische situatie uiteenzetten. Verder zal naar verwachting naar aanleiding van de voorjaarsramingen gesproken worden over de gevolgen voor de buitensporigtekortprocedures van lidstaten. Besluitvorming hierover is niet voorzien, waarschijnlijk zullen besluiten hieromtrent voorliggen op de Ecofin Raad van juni. Voordat besluitvorming plaats kan vinden over buitensporigtekortprocedures dient de Commissie eerst een voorstel aan de Raad voor te leggen.

Tijdens dit agendapunt kunnen ook de inflatieverwachtingen voor het eurogebied aan de orde komen. Eurostat publiceerde op 16 april dat het inflatiecijfer in het eurogebied in maart 1,7% jaar-op-jaar bedroeg. De inflatie in Nederland is met 3,2% jaar-op-jaar bovengemiddeld, mede vanwege het feit dat de btw-verhoging in oktober doorwerkt in jaar-op-jaar cijfers. Volgens de ECB ligt de inflatieverwachting voor het aankomende jaar op 1,7%, terwijl de langetermijnverwachting (5 jaar) verankerd ligt op de inflatiedoelstelling van 2%. De EU lidstaten met de laagste inflatie zijn op dit moment Griekenland, Letland en Zweden, waar de inflatie beneden de 0,5% ligt1.

2. Griekenland

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: mogelijke besluitvorming over de voortgang van het Griekse leningenprogramma en de uitkering van de volgende tranche.

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: De Trojka heeft de voortgangsmissie afgerond en een verklaring uitgebracht dat een overeenkomst is bereikt over de voortgangsrapportage (zie Kamerbrief Verslag Eurogroep en informele Ecofin Raad van 12 en 13 april, d.d. 18 april met kenmerk BFB2013-2700M). De voortgangsrapportage is nog niet beschikbaar, maar zal waarschijnlijk voorliggen in de Eurogroep van mei, op basis waarvan de Eurogroep een besluit nemen over de voortgang van het Griekse leningenprogramma en het uitkeren van de volgende tranche. De Tweede Kamer zal hierover tijdig worden geïnformeerd, zodra de voortgangsrapportage beschikbaar is.

De beslissing over de uitkering van het tweede deel van de tranche van 49,1 miljard euro was voorzien in het eerste kwartaal van 2013 (zie Kamerbrief Verslag Ecofin en Eurogroep Raad van 12 en 13 december, d.d. 20 december 2012 met kenmerk BFB2012-18337M). Het tweede deel bedraagt in totaal 14,8 miljard euro. Hiervan is 7,2 miljard euro geoormerkt voor het herkapitaliseren en afwikkelen van Griekse banken, in lijn met de afspraken van maart 2012 (zie Kamerbrief Verslag Ecofin en Eurogroep Raad van 21 en 22 januari 2013, d.d. 28 januari 2013 met kenmerk BFB2013-991M). De overige 7,6 miljard euro wordt gebruikt voor de begroting, aflossingen en rentebetalingen. Deze 7,6 miljard euro is verdeeld over drie subtranches waarvan de uitkering afhankelijk is van het behalen van de doelstellingen waar Griekenland, in lijn met de vereisten uit het leningenprogramma, aan moet voldoen. De eerste twee subtranches, in totaal 4,8 miljard euro, zijn in januari en maart jl. goedgekeurd en uitgekeerd, nadat de Trojka had geconcludeerd dat Griekenland voldaan had aan de doelstellingen voor uitkeren van deze twee subtranches (zie Kamerbrief Verslag Ecofin en Eurogroep Raad van 21 en 22 januari 2013, d.d. 28 januari 2013 met kenmerk BFB2013-991M en zie Kamerbrief Verslag Ecofin en Eurogroep Raad van 4 en 5 maart 2013, d.d. 8 maart 2013 met kenmerk BFB2013-1795M).

De beslissing over de uitkering van de derde subtranche, 2,8 miljard euro, stond gepland voor maart 2013. Alvorens het EFSF deze tranche zal uitkeren, moet door de Trojka worden geconcludeerd dat Griekenland aan de doelstellingen voor deze uitkering heeft voldaan. Voor de derde subtranche zijn twee doelstellingen opgenomen. De eerste betreft de reorganisatie van het ambtelijk apparaat in Griekenland (o.a. reductie van het aantal ambtenaren). De tweede doelstelling betreft de neerwaartse prijsbijstelling van medicijnen in Griekenland. In de verklaring van de Trojka van 15 april jl. is aangekondigd dat een besluit over deze derde subtranche op korte termijn kan worden genomen.

3. Portugal

Document: n.v.t.

Aard bespreking: Besluitvorming

Besluitvormingsprocedure: In de Eurogroep met unanimiteit. De Ecofin Raad beslist tav een herziene aanbeveling op basis van artikel 126, lid 7, VWEU met gekwalificeerde meerderheid met uitzondering van Portugal.

Toelichting: De Eurogroep en naar verwachting ook de Ecofin zullen spreken over het macro-economische aanpassingsprogramma van Portugal. De Trojka heeft de zevende voortgangsmissie naar Lissabon hervat en werkt met Portugal de alternatieve maatregelen uit die de regering heeft voorgesteld ter compensatie van de elementen van de begroting voor 2013 die door het Constitutionele Hof ongrondwettig zijn verklaard. Daarnaast dient Portugal verdere invulling te geven aan uitgavenreducties die de overheidsuitgaven permanent zullen verminderen en die tevens ten grondslag liggen aan de begroting voor 2014. Voordat de zevende voortgangsrapportage afgerond kan worden zal de trojka deze voorstellen positief moeten beoordelen. Zodra de voortgangsmissie afgerond is en de volledige documentatie beschikbaar is, zal de Kamer geïnformeerd worden over de inhoud van de voortgangsrapportage. Indien uit de voortgangsrapportage blijkt dat Portugal aan alle voorwaarden voldaan heeft, kan Nederland instemmen met uitkering van de volgende tranche uit het leningenprogramma. Het is nog onduidelijk of de volledige documentatie beschikbaar zal komen voor komende Eurogroep en Ecofin Raad.

Verder heeft de Trojka voorgesteld om Portugal meer tijd te geven om aan de tekortdoelstellingen te voldoen. De beslissing om de tekortdoelstelling van 3% BBP met één jaar uit te stellen zal in het kader van de buitensporigtekortprocedure door de Raad moeten worden genomen, op basis van een voorstel van de Europese Commissie. Dit is nader toegelicht in de Kamerbrief over het verzoek van Portugal om verlenging van de buitensporigtekortprocedure (kenmerk BFB 2013-2442M d.d. 22 maart 2013). Op dit moment ligt er nog geen Commissievoorstel op basis waarvan de Ecofin Raad een besluit kan nemen. Indien uit de voortgangsrapportage van de Trojka, alsmede uit het Commissievoorstel voor een herziene aanbeveling blijkt dat Portugal in aanmerking komt voor verlenging van de deadline voor het corrigeren van het buitensporigtekort, kan Nederland hiermee instemmen.

4. Cyprus

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: gedachtewisseling over de stand van zaken met betrekking tot het leningenprogramma aan Cyprus.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep heeft op 12 april reeds de overeenkomst tussen Cyprus en de Trojka verwelkomd. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in een Kamerbrief (Kenmerk BFB2013-2701M) en de Tweede Kamer heeft over het leningenprogramma voor Cyprus geoordeeld in het plenaire debat op 23 april jl.. De Raad van gouverneurs van het ESM heeft op 24 april met onderlinge overeenstemming het Memorandum of Understanding voor Cyprus aangenomen. Ook heeft de Raad van gouverneurs het voorstel van de directeur van het ESM voor de leningvoorwaarden (FFA) tussen het ESM en Cyprus aangenomen. Het Cypriotische parlement zal zich naar verwachting eind april nog uitspreken over de leningovereenkomst met het ESM. De Raad van Bewind van het ESM zal uiteindelijk op 3 mei de leningovereenkomst formeel goedkeuren, alvorens deze door het ESM en Cyprus kan worden ondertekend. De Raad van bewind stemt bij de goedkeuring van de leningovereenkomst ook in met de uitkering van de eerste tranche van maximaal 3 miljard euro, welke in twee subtranches zal worden uitgekeerd. De Eurogroep zal op 13 mei de stand van zaken in Cyprus met betrekking tot het leningenprogramma bespreken.

5. Directe bankenherkapitalisatie uit het ESM

Document: nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: Verstrekken van guidance voor de technische vormgeving van het instrument.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t

Toelichting: Tijdens de Eurogroep van 13 mei a.s. zal naar verwachting gesproken worden over de afronding van het operationele raamwerk voor de directe herkapitalisatie van banken uit het ESM. De Nederlandse inzet is recentelijk nog uiteengezet in de Kamerbrief van 6 februari 2013 (Kamerstuk 21 501-07 Nr. 1008).

6. Vormgeving van de Europese Bankenunie

Document: nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t

Toelichting: Tijdens de Eurogroep van 13 mei zal worden gesproken over de verdere stappen naar een Bankenunie, waarbij het zwaartepunt van de discussie waarschijnlijk ligt op de komende voorstellen voor een Europees resolutiemechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM). Nederland is voorstander van de totstandkoming van een effectief mechanisme voor de afwikkeling van banken in Europa en zet in op enkele belangrijke aspecten bij de totstandkoming van een SRM, te weten: (i) gelijke startposities van banken die deelnemen aan het mechanisme; (ii) verdere versterking en harmonisatie van toezichtregels, met name het tegengaan van excessieve verpanding van activa en overmatig bezit van staatsobligaties, en (iii)  aanname en implementatie van de EU richtlijn voor herstel en afwikkeling van banken (RRD), inclusief volledige bail-in van aandeelhouders, achtergestelde crediteuren en senior crediteuren, zoals senior obligaties en ongedekte deposito’s.

7. G7

Document: n.v.t.

Aard bespreking: presentatie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal een terugkoppeling ontvangen van de G7 vergadering. Deze vergadering voor ministers van financiën en centralebankpresidenten zal in Londen op 10 en 11 mei 2013 plaatsvinden, waarbij de voorzitter van de Eurogroep aanwezig zal zijn.

8. Toekomst EMU / follow-up Europese Raad en voorbereiding Europese Raad 22 mei a.s.

Documenten:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/134374.pdf

http://ec.europa.eu/economy_finance/articles/governance/2013-03-20-convergence_competitiveness_instrument_ex_ante_coordination_en.htm

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: niet van toepassing

Toelichting: De Eurogroep staat stil bij de follow-up van de Europese Raad (ER) van december en de voorbereiding van de ER van 22 mei a.s. Naar verwachting gaat dit met name over de toekomst van de EMU. De Ecofin Raad spreekt hier ook over. De ER van mei zal een verkennende discussie houden die ER-voorzitter Van Rompuy op verzoek van de ER van december 2012 uitwerkt ten behoeve van de ER van juni a.s. Deze discussie gaat over de ex-ante coördinatie van nationale hervormingen, de sociale dimensie van de EMU, contractuele afspraken tussen lidstaten en de EU-instellingen en daaraan gekoppelde solidariteitsmechanismen. Meer informatie over de voorbereiding van de ER van 22 mei is te vinden in de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 22 april 2013.

De Eurogroep/Ecofin van 4-5 maart jl. spraken al over het ex ante coördineren van grote nationale economische hervormingen. Tijdens de Eurogroep en informele Ecofin Raad van 12 en 13 april is dit punt uiteindelijk niet aan de orde geweest. Nu zullen zowel de Eurogroep, als de Ecofin Raad hierover spreken en de verwachting is dat vooral stil gestaan wordt bij de contractuele afspraken tussen lidstaten en de EU-instellingen en de mogelijke financiële ondersteuning die daar aan gekoppeld kan worden. Input hierbij is onder meer de mededeling die de Commissie over dit onderwerp publiceerde op 20 maart jl. Op deze dag publiceerde de Commissie tevens een mededeling over het coördineren van grote nationale economische hervormingen. De Kamer is per brief geïnformeerd over de inhoud van de mededelingen en de kabinetsinzet ten aanzien van deze onderwerpen (kenmerk AEP / 13068646 d.d. 22 april 2013). Contractuele afspraken over hervormingen kunnen potentieel nuttig zijn als extra instrument om lidstaten aan te zetten tot het doorvoeren van structurele hervormingen. Het kabinet verbindt hier echter wel voorwaarden aan. Zo kunnen contractuele hervormingen alleen met wederzijdse overeenstemming worden vormgegeven en dient eventuele financiële ondersteuning niet te leiden tot hogere Nederlandse afdrachten aan de EU.

9. Publicatie Diepteonderzoeken (In-depth Reviews) in het kader van de Macro-economische Onevenwichtighedenprocedure

Document: De diepteonderzoeken, inclusief dat van Nederland, zijn openbaar en te vinden op http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/macroeconomic_imbalance_procedure/index_en.htm#section

Aard bespreking: aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting: Op 10 april jl. werden voor de tweede keer de diepteonderzoeken in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP) gepubliceerd. In deze diepteonderzoeken concludeert de Commissie dat er sprake is van onevenwichtigheden in alle 13 onderzochte lidstaten, waaronder Nederland. Voor twee lidstaten, Spanje en Slovenië, worden de onevenwichtigheden als buitensporig aangemerkt.

De diepteonderzoeken zullen zowel door de Eurogroep als de Ecofin Raad besproken worden en de Ecofin zal algemene conclusies hierover aannemen. Tijdens de bespreking van dit punt op de Eurogroep zal Slovenië de beleidsprioriteiten van de nieuwe regering toelichten, zoals ook stond aangegeven in de brief aan de Tweede Kamer over de huidige stand van zaken in Slovenië (kenmerk BFB 2013-2712M d.d. 16 april 2013).

Voor Nederland heeft de Commissie in een eerder stadium aangegeven mogelijke risico's te zien in de Nederlandse economie gerelateerd aan de hoge private sector schuld en de woningmarkt, en het overschot op de lopende rekening. De Commissie heeft dit nu nader onderzocht en heeft geconcludeerd dat de private schulden een niet-buitensporige onevenwichtigheid zijn. Over het overschot op de lopende rekening zegt de Commissie dat overschotten op een lopende rekening niet dezelfde risico’s met zich meebrengen als tekorten op een lopende rekening, maar dat de Commissie de ontwikkelingen omtrent het Nederlandse lopende rekening overschot wel blijft monitoren.

Er worden nog geen landenspecifieke aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen worden eind mei verwacht op basis van de ingediende nationale hervormingsprogramma’s en stabiliteits- en convergentieprogramma’s in het kader van het Europees semester. Voor de landen waar een onevenwichtigheid geconstateerd is, volgt er mogelijk een preventieve aanbeveling. Eind mei zal de Commissie wellicht ook met een voorstel komen Spanje en/of Slovenië in een Buitensporige Onevenwichtighedenprocedure te plaatsen, met kans op een sanctie indien geen actie wordt ondernomen om de onevenwichtigheden tegen te gaan.

10. Voorstel tot herschikking richtlijn MiFID en de verordening MiFIR

Document: Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/39/EC van het Europees Parlement en de Raad en Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening [EMIR] betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (MiFID II/MiFIR).[niet openbaar]

Aard bespreking: Besluit inzake general approach.

Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting: De huidige MiFID-richtlijn heeft gezorgd voor meer concurrentie tussen handelsplatformen waarop financiële instrumenten worden verhandeld, een verbeterde bescherming van beleggers en innovatie. De transparantievereisten en de regels inzake beleggersbescherming zijn achtergebleven bij die innovatie en de groeiende complexiteit van de financiële markten. De herschikte MiFID en de nieuwe verordening beogen deze knelpunten te adresseren zodat de financiële markten transparanter en veiliger worden. De discussie tijdens de Ecofin zal zich naar verwachting toespitsen op de onderwerpen: (i) vrije toegang tot clearinghuizen en handelsplatformen, (ii) verbeteren transparantie voor en na de handel, en (iii) de introductie van een nieuw handelsplatform: de georganiseerde handelsfaciliteit (OTF).

Nederland is voorstander van de voorstellen die een vrije toegang tot clearinghuizen en handelsplatformen moeten realiseren. Deze voorstellen hebben tot doel het doorbreken van handelsmonopolies op derivaten en het bevorderen van de concurrentie bij de afwikkeling («clearing») van derivaten. Nederland steunt tevens de voorstellen die de transparantie voor en na de handel moeten verbeteren, maar pleit in dit verband voor handhaving van de bestaande vrijstellingen van de transparantieregels, in geval van zeer grote («large in scale») orders. Wat betreft de te introduceren georganiseerde handelsfaciliteit is Nederland geen voorstander van voorstellen die dit handelsplatform minder aantrekkelijk maken bijvoorbeeld omdat bepaalde financiële instrumenten daarop niet verhandeld mogen worden.

11. Richtlijn inzake herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen

Document: n.n.b.

Aard bespreking: Voortgangsrapportage Raadsonderhandelingen

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting: Het Ierse voorzitterschap zal een overzicht geven van de voortgang met de richtlijn inzake herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (Recovery and Resolution Directive, RRD). Het voorzitterschap beoogt, conform de conclusies van de Europese Raad van december 2012 en maart 2013, om in juni 2013 overeenstemming in de Raad en met EP te hebben over de RRD en de richtlijn inzake depositogarantiestelsels (DGS).

De RRD is een richtlijn over crisismanagement bij banken en beleggingsinstellingen, deels vergelijkbaar met de Nederlandse Interventiewet. Het doel is de nationale autoriteiten van instrumenten te voorzien om de schade van een faillissement van een bank zoveel mogelijk te voorkomen, de nadelige effecten voor consument en belastingbetaler te ondervangen en het instrumentarium per land te harmoniseren. Het belangrijkste nieuwe instrument is het zogenoemde bail-in instrument. Dit houdt in dat – na de afboeking van het eigen vermogen – bepaalde crediteuren gedwongen kunnen worden om mee te betalen aan de afwikkeling door afschrijving van hun vordering, dan wel door conversie ervan in aandelen. Nederland is sterk voorstander van deze richtlijn, omdat daardoor de kosten van afwikkeling van banken in beginsel pas in allerlaatste instantie voor rekening van de belastingbetaler komen (zie voor de inzet het BNC-fiche2). Nederland steunt daarom, mede met het oog op de vorming van een Single Resolution Mechanism (in het verlengde van het Single Supervisory Mechanism), de focus van het voorzitterschap op dit dossier.

De wijziging van de DGS-richtlijn is gericht op het versterken en verder harmoniseren van de verschillende depositogarantiestelsels, en is al sinds de zomer van 2011 in onderhandeling (zie voor de inzet het BNC fiche3).

12. 2e aanvullende begroting van de Europese Unie

Document: DRAFT AMENDING BUDGET N° 2 TO THE GENERAL BUDGET 2013, COM(2013) 183

Aard bespreking: Inventarisatie van het krachtenveld, besluitvorming is niet voorzien

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid in de Raad, instemming van het EP

Toelichting: Op de komende Ecofin zal worden gesproken over de 2e aanvullende begroting van de Europese Unie, waarin de Commissie verzoekt om een bedrag van 11,2 miljard euro aan additionele middelen voor de EU-begroting 2013. In de brief aan de Tweede Kamer van 2 april jl. met kenmerk BFB 2013-2537M is de achtergrond van dit verzoek en de Nederlandse inzet uiteengezet. Op 22 april jl.  is nog een brief aan de Tweede Kamer verstuurd met aanvullende informatie over dit verzoek (kenmerk BFB 2013-2771M).

13. Spaartegoedenrichtlijn

Document: niet openbaar

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: Op 10 april jl heeft Luxemburg aangegeven dat het vanaf 1 januari 2015 het bankgeheim zal opheffen. Deze mededeling biedt ook een nieuw perspectief op de huidige vastgelopen onderhandelingen over de spaartegoedenrichtlijn. Een nadere discussie in de Raad over de voortgang van dit dossier ligt voor de hand.

De spaartegoedenrichtlijn heeft als doel het verzekeren van een belastingheffing op inkomsten uit spaartegoeden die zich bevinden in een andere Lidstaat. Op grond van deze richtlijn informeren de meeste belastingdiensten van de EU lidstaten elkaar over grensoverschrijdende rentebetalingen aan natuurlijke personen binnen de EU. Luxemburg en Oostenrijk (voorheen ook België, tot 1 januari 2010), hebben, ter wille van hun bankgeheim, voor de optie gekozen om geen informatie uit te wisselen maar een bronheffing op de rentebetaling in te houden.

De lidstaten die informatie uitwisselen, verkrijgen hun informatie van de marktdeelnemers die de rente uitbetalen. Zo dienen banken informatie te verstrekken over de grensoverschrijdende rentebetalingen aan natuurlijke personen. In oktober 2009 is de spaartegoedenrichtlijn geëvalueerd, waaruit bleek dat de spaartegoedenrichtlijn in bepaalde gevallen niet werkte. Daarom heeft de Commissie een hernieuwde robuuste richtlijn voorgesteld met het oog om de omzeiling van de richtlijn tegen te gaan. Nederland is een voorstander van het automatisch uitwisselen van gegevens over spaartegoeden en steunt de voorgestelde aanpassingen van de Commissie.

14. BTW-fraude: Snelle reactie mechanisme (SRM) en verlegging

Document: niet beschikbaar

Aard bespreking: onbekend, waarschijnlijk aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Het Voorzitterschap heeft tijdens de maart Ecofin getracht – door een samenstelling van een pakket aan anti fraudemaatregelen voor de BTW – alle lidstaten mee te krijgen. Dit is niet gelukt. Met name het snelle reactiemechanisme (SRM) in dit pakket stuitte op politieke tegenstellingen. Met het SRM wordt lidstaten de mogelijkheid geboden om bij plotse massieve fraude binnen circa 1 tot max 2 maanden de BTW-fraude een halt toe te roepen door de afdracht van BTW in de handelsketens te verleggen naar de afnemende ondernemer (zogenoemde verleggingsregeling). De besluitvormingsprocedure over deze aanvraag door een lidstaat wordt neergelegd bij de Commissie en niet in de Raad. Uit principe zijn een aantal lidstaten tegen dit voorstel nu de besluitvorming over die aanvragen niet in de Raad plaatsvindt. Nederland kan wel instemmen met dit voorstel nu precies is omschreven wat de Commissie in deze mag besluiten en het middel zeer snel en dus efficiënt kan werken. Bij besluitvorming via de Raad vergt dit proces zeker minimaal 4 maanden of meer en bestaat nog steeds de kans dat een lidstaat de besluitvorming kan blokkeren. Besluitvorming via de Raad is daarom geen serieus alternatief voor deze vorm van snelle fraudebestrijding. Om de tegenstanders over de streep te trekken zou het SRM tot 2018 geldig zijn. In de tussentijd wordt dan gewerkt aan het robuuster maken van het btw systeem. Ten slotte bevat het pakket een lijst met goederen waar de lidstaten de verleggingsregeling op van toepassing mogen verklaren. Ook hiervoor geldt een einddatum tot 2018. De verwachting is dat het voorzitterschap een nieuwe poging zal wagen om op dit dossier tot overeenstemming te komen.

15. Fiscalis 2020

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: eerste bespreking – aangepast voorstel voor een Verordening van de het Europees Parlement en de Raad voor het actieplan belastingen in de Europese Unie voor de periode 2014–2020 (Fiscalis 2020) het de intrekking van de beslissing N° 1482/2007/E.

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting: Met de oorspronkelijke verordening deed de Commissie voor de periode 2014–2020 een voorstel voor het programma FISCUS dat de samenwerking tussen administraties van de belasting en douane en andere betrokken partijen zou ondersteunen. Het zou een vervolgprogramma worden voor de reeds bestaande samenwerkingsprogramma’s Douane 2013 en Fiscalis 2013, die beide op 31 december 2013 aflopen. Aangezien de lidstaten geen toegevoegde waarde zagen in het samenvoegen van beide al jaren goed werkende programma’s, zijn beide programma’s opgesplitst. De ondersteuning voor de samenwerking op het gebied van belastingen is op twee thema’s gebaseerd: networking en competentieontwikkeling enerzijds en IT-capaciteitsopbouw anderzijds.

In het kader van het eerste thema zullen best practices en praktische kennis kunnen worden uitgewisseld tussen de lidstaten en andere landen die aan het programma deelnemen. Onder het tweede thema zal worden voorzien in middelen voor de financiering van geavanceerde ITinfrastructuur en -systemen die de belastingdiensten in de Unie in staat zullen stellen zich te ontwikkelen tot volwaardige e-overheden.

16. Actieplan strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking

Documenten: Mededeling van de Europese Commissie betreffende het Actieplan ter versterking van de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking (COM(2012)722 final) (http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=202215 ), Aanbeveling van de Europese Commissie met betrekking tot maatregelen om derde landen aan te moedigen minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken toe te passen (2012/771/EU) (http://eurlex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2012:338:0037:0040:NL:PDF ),

Aanbeveling van de Europese Commissie over agressieve fiscale planning (2012/772/EU) (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2012:338:0041:0043:NL:PDF )

Aard bespreking: aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Het Ierse voorzitterschap is voornemens Raadsconclusies aan te nemen met betrekking tot het Actieplan over de aanpak van belastingfraude en belastingontduiking. Deze conclusies beogen een daadkrachtig optreden van de lidstaten en de Commissie op het gebied van de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking. Hierbij is het belangrijk dat de bevoegdheden van de lidstaten op het gebied van belastingen gerespecteerd worden.

Nederland onderschrijft het belang van het aanpakken van landen die niet voldoen aan de minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken en van het tegengaan van agressieve fiscale planning. Dit geldt temeer daar deze fenomenen kunnen leiden tot erosie van de grondslag waarover belasting kan worden geheven. Nederland hecht eraan dat hierbij nauw wordt samengewerkt met en wordt aangesloten bij initiatieven van de OESO, de G20 en de G8 teneinde duplicatie van werkzaamheden te vermijden en om te voorkomen dat de EU in een nadelige concurrentiepositie terecht komt ten opzichte van landen buiten de EU. Daarnaast pleit Nederland voor maatregelen die juridisch afdwingbaar zijn (hard law). Ook de andere lidstaten hechten een groot belang aan de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking en de samenwerking met andere internationale organisaties.

17. Mandaat spaartegoedenrichtlijn met derde landen

Document: niet openbaar

Aard bespreking: aanname

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Op de Ecofin Raad van 14 mei 2013 zal (mogelijk) een mandaat worden aangenomen dat de Europese Commissie in staat stelt om onderhandelingen te openen met de derde landen (Zwitserland, Liechtenstein, Monaco, Andorra en San Marino) om de verdragen met deze landen over de toepassing van de spaartegoedenrichtlijn aan te passen aan de laatste ontwikkelingen in de EU.

Recent heeft Luxemburg aangegeven dat het per 1 januari 2015 ook op automatische basis gegevens over spaartegoeden zal gaan uitwisselen.

De lidstaten die informatie uitwisselen, verkrijgen hun informatie van de marktdeelnemers die de rente uitbetalen. Zo dienen banken informatie te verstrekken over de grensoverschrijdende rentebetalingen aan natuurlijke personen. In oktober 2009 is de spaartegoedenrichtlijn geëvalueerd, waaruit bleek dat de spaartegoedenrichtlijn in bepaalde gevallen niet werkte. Daarom stelt de Commissie een hernieuwde robuuste richtlijn voor met het oog om de omzeiling van de richtlijn tegen te gaan. Deze aanpassingen dienen ook te worden doorgevoerd in spaartegoedenverdragen die gesloten zijn met de derde landen. De Commissie vraagt hiervoor mandaat. Nederland kan instemmen met het mandaat aan de Commissie om met de derde landen te onderhandelen.

18. Follow-up IMF/Wereldbank voorjaarsvergadering en G20 vergadering voor ministers van financiën en centralebankpresidenten, 19–20 april 2013

Document: n.v.t.

Aard bespreking: presentatie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: 19 en 20 april vonden de IMF en Wereldbank voorjaarsvergadering plaats in Washington DC. En marge vond ook de G20 vergadering voor de ministers van financiën en centralebankpresidenten plaats. De Ecofin Raad zal een terugkoppeling ontvangen van de vergaderingen. Tijdens de voorjaarsvergadering is met name gesproken over de internationale economische situatie, de versterking van de surveillance van het IMF en de quota- en governancehervomingen van het Fonds, de strategische koers van de Wereldbank en de rol van de G20.


X Noot
1

Eén van de toetredingscriteria tot de Eurozone is dat de inflatie in het toetredende land niet meer dan 1,5% boven het inflatieniveau van de drie best presterende EU lidstaten mag liggen.

X Noot
2

Kamerstukken 22 112, nr. 1446.

X Noot
3

Kamerstukken 22 112, nr. 1055.

Naar boven