21 501-04 Ontwikkelingsraad

Nr. 213 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2018

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 22 mei 2018.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN / ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN 22 MEI 2018

Lunch OS en gender

Ministers spraken voorafgaand aan de Raad in een informele lunch over Ontwikkelingssamenwerking (OS) en Gender. Hoge Vertegenwoordiger (HV) Mogherini en Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking Mimica benadrukten beiden het belang de inzet op het verbeteren van vrouwenrechten en gendergelijkheid. Mede in dat licht was het van groot belang dat het VN EU Spotlight Initiative een succes zou worden, zo onderstreepten zij. Het belang van Spotlight, een meerjarig initiatief gericht op het uitbannen van geweld tegen vrouwen en meisjes, werd door verschillende lidstaten onderschreven. Nederland sprak ook steun uit voor het initiatief, maar onderstreepte tevens dat het maatschappelijk middenveld en lidstaten nauwer betrokken moeten zijn en dat overlap met andere initiatieven moet worden voorkomen. Nederland betreurde daarnaast het ontbreken van een specifieke focus op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en het ontbreken van de MENA-regio in de uitrol van Spotlight-projecten. Het Nederlandse pleidooi om ook in eigen land de bescherming van vrouwen en meisjes verder te versterken kreeg steun van een aantal lidstaten. Frankrijk kondigde aan tijdens het Franse Voorzitterschap van de G7 in 2019 ook speciale aandacht te besteden aan dit thema. Uw Kamer zal nadere informatie over het VN EU Spotlight Initiative in mijn brief over EU OS resultaten ontvangen na het zomerreces.

EUTF

De Raad besprak de voortgang van het EU Emergency Trustfund for Africa (EUTF). HV Mogherini en Commissaris Mimica wezen op de goede resultaten van dit Trustfund dat zich richt op het bevorderen van stabiliteit, de aanpak van grondoorzaken van irreguliere migratie, bescherming en opvang van vluchtelingen en ontheemden en migratiemanagement. De HV en de Commissie wezen er echter op dat de bodem van het Trustfund in zicht kwam en riepen lidstaten op extra middelen ter beschikking te stellen.

Lidstaten spraken hun waardering uit voor het EUTF. Deze heeft zijn toegevoegde waarde bewezen en zichtbaar gemaakt dat de EU migratiemanagement serieus neemt. Lidstaten benadrukten echter dat de Commissie in de eerste plaats naar de EU begroting moest kijken voor aanvullende middelen. Nederland werd gesteund door een aantal lidstaten in zijn pleidooi voor scherpere prioriteitsstelling, meer transparantie en een versterking van de focus van het EUTF op migratiemanagement. Opgepast moet worden, zo stelden deze lidstaten, dat het EUTF wordt ingezet daar waar reguliere ontwikkelingssamenwerking effectiever kan zijn, zoals bij het tegengaan van grondoorzaken van irreguliere migratie.

Toekomst externe financieringsinstrumenten

De Raad had een eerste gedachtewisseling over de toekomst van het externe financieringsinstrumentarium. Met verwijzing naar de Mededeling van de Europese Commissie van 2 mei 2018 over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) benadrukten HV Mogherini en Commissaris Mimica het belang van externe financiële instrumenten die zowel qua omvang als qua flexibiliteit de wenselijke rol van de EU op het wereldtoneel ondersteunen. De omvang van de externe instrumenten neemt ten opzichte van het huidige MFK met 22 procent toe, aldus de HV. Het samenbrengen van een aantal van de huidige externe financiële instrumenten in één instrument brengt noodzakelijke flexibiliteit, zo betoogde Commissaris Mimica, maar betekent niet dat er in de toekomst geen specifieke aandacht meer zou uitgaan naar het Nabuurschap van de Europese Unie, naar Afrika, of naar thema’s als mensenrechten en klimaat. Medio juni publiceert de Commissie haar voorstellen voor de externe financiële instrumenten. Uw Kamer zal hierover een BNC-fiche toegaan.

Een aantal lidstaten verwelkomde net als Nederland de vereenvoudiging van de instrumenten, waaronder het onder de begroting brengen van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), dat tot een flexibeler inzet van de instrumenten moet leiden. Andere lidstaten benadrukten juist belang te hechten aan het behoud van een apart instrument voor het Nabuurschap en plaatsten vraagtekens bij het onder de begroting brengen van het EOF. De versterking van de focus op (het tegengaan van irreguliere) migratie en veiligheid kon op expliciete steun rekenen. Nederland benadrukte dat het van belang is dat verdere differentiatie wordt doorgevoerd (focus op minst ontwikkelde landen en fragiele staten) en dat in een toekomstig MFK de lasten rechtvaardig worden verdeeld, hetgeen een integrale benadering van het hele MFK vereist. Nederland heeft, conform mijn toezegging aan uw Kamer, duidelijk gesteld dat het thans voorliggende voorstel voor Nederland niet in balans was en tot voor Nederland te hoge lasten zou leiden. Daartegenover stelde een enkele lidstaat juist te streven naar verdere vergroting van de omvang van de externe financiële instrumenten, in het bijzonder ten behoeve van Afrika.

Post-Cotonou

HV Mogherini en Commissaris Mimica informeerden de leden van de Raad over de stand van zaken met betrekking tot het concept-onderhandelingsmandaat voor een vervolgpartnerschap tussen de EU en de ACS-landen (landen in Afrika, Caribische regio en Stille Oceaan). Het ontwerpmandaat neemt de Sustainable Development Goals (SDGs) als basis en beoogt het huidige EU/ACS-partnerschap te moderniseren naar een raamwerkverdrag met drie regionale pijlers en een lichtere institutionele structuur, zo benadrukten beiden. De HV en Commissaris Mimica spraken de hoop uit dat in de Raad Buitenlandse Zaken van 28 mei 2018 overeenstemming zal kunnen worden vastgesteld over het mandaat.

Lidstaten toonden zich redelijk ingenomen met de tekst van het onderhandelingsmandaat. Nederland verwelkomde de beoogde modernisering van het partnerschap in een eindig verdrag op basis van SDGs, EU consensus en EU waarden, en in het bijzonder het zwaartepunt bij de drie regio’s, de nadruk op duidelijke afspraken over naleving en de focus op economische impact. Dat alles is ook relevant voor een effectieve aanpak van de grondoorzaken van irreguliere migratie en voor verbetering van terugkeer en overname, zoals reeds op de AU EU Top in Abidjan in november 2017 was vastgesteld. Nederland onderstreepte dat een onderscheid moest blijven worden gemaakt tussen migranten en vluchtelingen en ontheemden – het ontwerpmandaat eist terecht, aldus Nederland, een «hoog niveau van bescherming en opvang van vluchtelingen en ontheemden in volledige overeenstemming met het internationale recht», ook al maakte het oorspronkelijke voorstel van de Commissie nog gewag van het «hoogst mogelijke niveau van bescherming». Het kabinet vindt deze wijziging niet problematisch aangezien de EU gebonden blijft aan het internationale recht en de daarin vervatte afspraken over bescherming. Het Nederlandse betoog werd gesteund door een groot aantal lidstaten. Verscheidene lidstaten onderstreepten in dat verband het bijzondere belang van versterking van de economische ontwikkeling op het Afrikaanse continent. Hongarije echter meende dat in het mandaat nog niet de juiste balans ten aanzien van migratie was gevonden.

Naar boven